site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Stress bij kleuters

Bijgewerkt op: 6 mrt.

Kleuters hebben regelmatig te maken met stressvolle momenten en spanning.

Dit kan betrekking hebben op leuke activiteiten, zoals Sinterklaas, een verjaardag of zwemles of minder leuke gebeurtenissen, zoals een scheiding, ruzie of overlijden.

Stress kan zich uiten in teruggetrokken gedrag, maar ook in druk of zelfs agressief gedrag. De wijze waarop je als leerkracht met deze momenten omgaat kan een groot verschil maken in hoe een kind de volgende keer op zo’n situatie reageert.

In deze blog vertel ik je er meer over.



Wat is stress?


Stress is een gevoel of fysieke reactie op een bepaalde situatie die om alertheid vraagt.

Aan het woord ‘stress’ hangt vaak een negatieve lading, maar het is niet perse een verkeerde reactie: tijdelijke, kortdurende en milde stress zorgt ervoor dat kinderen informatie scherp in zich opnemen, geconcentreerd en alert kunnen leren en dat ze eerder verworven kennis en creativiteit inzetten om nieuwe vaardigheden te leren.

Achteraf zijn ze meestal trots, omdat ze iets nieuws geleerd hebben.

Het brein geeft dan het stofje dopamine af, dat ook wel het geluk hormoon wordt genoemd.

Af en toe een beetje gezonde stress hoort er dus bij.

 

Wat doet stress met je?


Om te begrijpen wat stress met je kan doen, moet je eerst weten hoe het brein in elkaar zit. Het brein is, simpel gezegd, te verdelen in drie stukken.


Het reptielenbrein

Dit is het onderste gedeelte van ons brein. Hier bevinden zich de functies die nodig zijn om te overleven, zoals de behoefte om te eten en te slapen en het regelen van de bloeddruk en de hartslag. Om te overleven moet je soms ook huilen, vechten, vluchten of doodstil blijven staan. Karakter en omgevingsfactoren bepalen welke strategie je kiest.

Stress uit zich bij kinderen dan ook op verschillende manieren.

De meeste kinderen ontwikkelen in interactie met de omgeving een voorkeursstrategie.


Het zoogdierenbrein

In dit gebied bevindt zich een klein gebied dat een emotie aan gebeurtenissen koppelt en een gebied die een rol speelt bij het opslaan van gebeurtenissen. Als een gebeurtenis veel impact maakt op een kind koppelt zijn brein hier dus een heftige positieve óf negatieve emotie aan. Hoe vaker een gebeurtenis zich voordoet hoe groter de impact hiervan is.


Het mensenbrein

Hiermee onderscheidt de mens zich van de andere zoogdieren.

In dit gebied van het brein wordt de binnengekomen informatie verwerkt en omgezet naar gedrag. Jonge kinderen kunnen hun eigen gedrag nog niet zo goed aansturen: daar hebben ze volwassene hard bij nodig! Kinderen kunnen zich pas optimaal ontwikkelen als de twee andere delen van het brein zich rustig houden.


De reactie van ons lichaam op stress lijkt op de reactie op gevaar.

Direct gevaar duurt vaak maar relatief kort, zoals het moment dat er een hond grommend of blaffend op je af komt, of wanneer je een uitzwenkende auto moet ontwijken.

Wanneer er gevaar dreigt, reageert ons lichaam meteen door ons hart sneller te laten kloppen en het bloed sneller te laten stromen. De ademhaling gaat omhoog en de spieren spannen zich aan. Behalve deze fysieke reacties is er ook een cognitieve reactie: we houden onze omgeving nauwlettend in de gaten en richten onze aandacht op de gevaarlijke situatie. Die reactie van ons lichaam is functioneel: het maakt ons klaar om de confrontatie met het gevaar aan te gaan, of om het juist uit de weg te gaan.

Het is de bekende 'fight or flight'-reactie (vechten of vluchten) .

Op het moment dat het gevaar is geweken, verdwijnt deze reactie uit ons lichaam.

De opgebouwde spanning verdwijnt.


Direct gevaar duurt kort, maar in het dagelijks leven zijn er ook veel situaties die geen kortdurende spanning opleveren als gevolg van direct gevaar, maar die langer aanhouden. Die situaties zorgen voor een langer durende stressreactie.

In het leven van kinderen zijn er verschillende zaken die voor aanhoudende spanning kunnen zorgen. Denk bijvoorbeeld aan bijzonderheden in de thuissituatie, zoals echtscheiding, verhuizing, het overlijden van een familielid, maar ook de geboorte van een broertje of zusje. In het dagelijks functioneren op school bouwen eveneens veel kinderen spanning op. Ze moeten immers de hele dag nieuwe dingen leren en zich voegen naar de regels en werkwijzen van de klas. Ook houden ze zich bezig met de sociale verhoudingen in de groep. Een ruzie tussen klasgenoten, of de komst van een nieuw kind in de groep kan de gedachten van een kind behoorlijk bezighouden.

De fysieke en cognitieve reacties op gevaar zijn er in het geval van aanhoudende spanning voortdurend. Ze zijn dan niet langer functioneel, maar gaan ons juist belemmeren in het dagelijks functioneren. De voortdurende spierspanning, een hoge hartslag en een snelle ademhaling kosten veel energie. Langdurige stress kan een negatief effect op het brein hebben, met name als kinderen niet op de juiste manier in hun gevoelens worden begeleid of wanneer er geen tijd is om te ontspannen en aan een natuurlijk herstel te werken.


In de vroegste ontwikkelingsjaren zijn de hersenen het meest kneedbaar.

In deze periode kan ook het snelst de meeste winst geboekt worden of de meeste schade worden aangericht. Het is dus een belangrijke periode voor preventieve begeleiding.

 

Uitingsvormen van stress


Het is best een uitdaging om te herkennen of een kleuter last heeft van spanningen, omdat jonge kinderen hun gevoelens nog niet voldoende kunnen uiten.

Als spanning te lang aanhoudt, verliezen kinderen langzaam de grip op hun gedachten en gedrag. Dat zorgt ervoor dat ze steeds vaker primair reageren in plaats van een gepaste reactie te geven. Langdurige stress uit zich vaak in allerlei vage klachten, die erg tegengesteld van aard kunnen zijn; van heel agressief naar juist heel erg teruggetrokken.

Enkele veelvoorkomende signalen, die erop kunnen wijzen dat een kleuter spanningen ervaart, zijn::


Gedrag

  • Weer in bed gaan plassen

  • Kinderlijk gedrag vertonen die niet bij de leeftijd past

  • Woede-uitbarstingen

  • Agressief zijn

  • Meer huilen

  • Veel snauwen tegen een ander

  • Veel schelden als er iets tegenzit.

  • Een kort lontje hebben, snel geïrriteerd zijn of kunnen explosief reageren

  • Niet meer in eigen bed willen slapen

  • Verminderde eetlust óf juist veel meer eten

  • Nagelbijten

  • Hyperactiviteit en/of gejaagdheid

  • Concentratieproblemen. Doordat de gedachten steeds afdwalen naar de situatie die de spanning veroorzaakt, is het lastig om voldoende aandacht te richten op andere zaken die nu belangrijk zijn. Je ziet dan dat kinderen zich moeilijk kunnen concentreren op de instructie, hun werk of spel, snel het overzicht kwijtraken en dat ze zich daardoor steeds laten afleiden of voor zich uitstaren.

  • Impulsiviteit: meteen doen wat in je opkomt.

  • Van de hak op de tak springen.

  • Hard en snel praten.

  • Teruggetrokken en liever alleen willen zijn dan met anderen

  • Heel aanhankelijk worden


Lichamelijk

  • Buikpijn

  • Hoofdpijn

  • Gespannen spieren

  • Slaapproblemen

  • Duizeligheid

  • Verhoogde hartslag

  • Koude rillingen

  • Vermoeidheid, veel geeuwen en soms zelfs in slaap vallen

  • Een terugval in de zindelijkheid


Geestelijk

  • Verdrietig zijn

  • Boos zijn

  • Snel geïrriteerd

  • Bang zijn of snel in paniek

  • Zich zorgen maken en veel piekeren

  • Geen zin (of geen fut) om te spelen of werken

  • Vaak in gedachten zijn

  • Plotseling kwaad en/of agressief zijn

  • Snel huilen


Negatieve gedachten

  • ‘Ik kan het niet’

  • ‘Ik ben niet goed genoeg’

  • ‘Ik ga mijn best niet meer doen, het lukt toch niet’

  • ‘Ik ben bang dat er iets ergs gebeurd’

  • ‘Niemand die mij begrijpt’

  • ‘Ik stel mij vast aan’


Deze signalen wijzen niet altijd direct op spanningen: ze kunnen ook te maken hebben met andere aspecten van de ontwikkeling van een kleuter. Het is belangrijk om alert te zijn op veranderingen in het gedrag van het kind en met het kind in gesprek te gaan om mogelijke spanningen te begrijpen en aan te pakken.

 

Tips voor de begeleiding


Kinderen reageren dus verschillend op spanning. Sommige kinderen worden onrustig, andere trekken zich juist terug. Toch kun je in de eerste instantie op dezelfde manier op deze kinderen reageren. De belangrijkste onderwijsbehoefte van deze kinderen komt namelijk voort vanuit het signaal dat ze met dit gedrag geven: ‘Ik voel me gespannen.’

Hun belangrijkste behoefte om weer tot leren en functioneren in de klas te kunnen komen is dus ontspanning. Maar hoe kun je een kind dat gevoelig is voor spanning leren te kalmeren en weer vertrouwen te krijgen in zichzelf?


Blijf geduldig en begripvol!

Vergeet niet dat kleuters nog aan het leren zijn en dat ze tijde en begeleiding nodig hebben om beter met spanningen om te gaan en om woorden te geven aan hun gevoel.


Een gezonde basis van zelfvertrouwen is goud waard!

Als je lekker in je vel zit, kan je de hele wereld aan en is een stressvolle situatie snel minder heftig. Laat het kind dus merken én voelen dat het goed genoeg is zoals hij/zij is!

Mét de kwaliteiten die hij/zij bezit en mét de dingen die hij/zij nog moeilijk vindt.

Meer tips voor het werken aan het zelfbeeld lees je in mijn blog Kleuters en zelfbeeld


Heb geen stress voor stress!

Wees niet bang als leerkracht om een leerling met stress te benaderen.

Een leerling met stress heeft het meeste baat bij beschikbaarheid.


(H)erken de stress van ouders!

Erken ook eventueel de stress van de ouders. De stress van de ouders speelt mogelijk ook een rol bij het ontstaan en het in stand houden van de stress bij de leerling. Houd als leerkracht dus oog voor de mogelijke vicieuze cirkel, waarin het gezin gevangen kan zitten.


Bereid het kind voor op nieuwe situaties!

Vaak is het onbekende spannend. Zorg daarom voor voorspelbaarheid en overzicht!

Met duidelijke afspraken en structuur in de klas voorkom je veel stress.

  • Maak bijvoorbeeld een aftelkalender wanneer een kind spanning heeft voor een aankomende gebeurtenis. Zo maak je inzichtelijk wanneer een gebeurtenis gaat plaatsvinden.

  • Bereid kinderen die veel stress ervaren ook voor op nieuwe situaties door ze te vertellen wat ze kunnen verwachten. Neem het kind stap voor stap mee in wat er staat te gebeuren. Soms is dat al genoeg om de spanning weg te nemen.

  • Bespreek met de ouders bijvoorbeeld een vast afscheidsritueel

  • Zorg voor vaste rituelen in de klas, zoals een dagritmepakket.

  • Zorg ook voor vaste plekken waar bepaalde activiteiten plaatsvinden.

  • Verdeel taken in kleinere stapjes om ze voor een kind overzichtelijker te maken.

Meer tips hiervoor vind je in mijn blog Omgaan met veranderingen


Pas mogelijke stresssituaties van tevoren aan!

Wees lastige momenten voor door rekening te houden met wat het kind lastig vindt.

Bied bijvoorbeeld structuur en overzicht als het kind moeite heeft met schakelen.

Wees begripvol en duidelijk als het kind moeite heeft met teleurstellingen.

Maak onderscheid tussen persoon en gedrag als het kind zich snel aangevallen voelt.

Grijp ook in bij probleemsituaties voordat het te heftig wordt.


Erken de stress!

De eerste stap die je kan nemen is om de emoties te erkennen. Daarna kan pas aan de stress gewerkt worden. De emoties die een kind uit zijn oprecht. Omdat een kleuter nog niet altijd de juiste woorden vindt om zijn gevoelens te uiten doet hij dit vaak door dit direct om te zetten in gedrag. Stel bijvoorbeeld vragen als: ‘Je vindt het spannend hè?’.


Neem stress serieus!

Laat het kind merken dat je hem begrijpt. Ook al denk jij: waar gaat dit over, hier hoef je toch niet zo’n drama van te maken? Bedenk dat het voor het kind groot en echt is wat het voelt. Je helpt het kind alleen verder door dit serieus te nemen.

Pas op met "Het valt wel mee, zo erg is het toch niet?!"Een kind leert daardoor dat het zich aanstelt en niet bang moet zijn en dat helpt hem niet om van zijn stress af te komen.

Wees een luisterend oor, probeer te achterhalen wat een mogelijke oorzaak is van de stress en kijk of je hierin iets kan betekenen qua verlichting van de spanning.

Dit helpt het kind om zichzelf beter te begrijpen, zijn/haar gevoelens te herkennen en sneller rustiger te worden. Je zult ook merken dat het kind sneller omschakelt als het zich begrepen voelt en je deze gevoelens erkent.

Vertel bijvoorbeeld dat je ziet hoe vervelend hij/zij zich voelt en snapt dat het allemaal niet makkelijk is voor hem/haar. Zeg ‘soms gebeurt er iets wat best spannend is, maar daar ga ik je dan bij helpen’ in plaats van ‘stel je niet aan’.

Als je als leerkracht ervan overtuigd bent dat een leerling zelf kiest om zich te misdragen of om afwijkend gedrag te vertonen, draag je alleen bij aan het ontwikkelen van meer stress. De manier waarop je als leerkracht reageert op een stressvolle situatie kan een kind doen ontsporen of juist helpen om op het goede spoor te komen.


Praat veel over gevoelens!

Neem elke dag een ‘vertelmoment’! Bijvoorbeeld in de vorm van een emotiedagboekje. In dit vertelmoment kan het kind vertellen (en eventueel tekenen) waar het over nadenkt of mee zit. Of praat aan de hand van emotiekaarten. Wie voelt zich vandaag ook verdrietig, blij, bang, boos, kalm, verliefd of in de war? En waarom?

Laat kinderen ook veel zelf vertellen. Op die manier kunnen zij zich uiten, woorden aan hun gevoel leren geven en lopen emoties niet te snel hoog op.


Praat over stressvolle gebeurtenissen!

Creëer een veilige omgeving, waarin de stress van een kind bespreekbaar is.

Om een stressvolle gebeurtenis te verwerken, heeft het kind het nodig om erover te praten, zodat angstige gedachten gerustgesteld kunnen worden met de feiten hoe het daadwerkelijk gebeurde. Ook als het kind er zelf niet over begint. Je kunt het kind op weg helpen door te vertellen wat de situatie was en te vragen ‘Hoe ging het verder?’.


Vraag door!

Vraag door waarom het kind gestrest is voor iets. Op die manier kun je beter inschatten hoe je de angst wellicht wat kan wegnemen. Stel bijvoorbeeld vragen als: ‘Waar zie je het meest tegenop?’. Of "Wat vind je het meest stom?" Als je weet waar het kind het meest tegenop ziet, kun je hierop doorvragen: ‘Wat zou er dan kunnen gebeuren?’, ‘Wat is het ergste wat zou kunnen gebeuren?’, ‘Wat kun je dan doen?’.


Leer het kind de signalen te herkennen van stress!

Vraag bijvoorbeeld: ‘Wat merk je aan jezelf als je gestrest wordt?’ en ‘Hoe voel je dat?’. Maak een emotiemeter en zet aan de ene kant ‘kalm’ en aan de andere kant ‘gestrest’ .

Maak tussenstapjes en bespreek wat het kind bij ieder stapje gaat doen om te kalmeren.

Of maak een gevoelsdoos: maak een gleuf in een doosje en laat het kind het doosje versieren. Op briefjes kan het kind tekenen hoe het zich voelt en deze in het doosje stoppen. Dat kan helpen meer inzicht te krijgen in zijn emoties en eventueel vervelende emoties los te laten.


Geef woorden aan gevoel!

Benoem wat je ziet bij het kind en probeer samen te bepalen waar de spanningen vandaan komen. De vraag ‘Waarom ben je nu zo gestrest?’ is een lastige vraag voor kinderen om te beantwoorden. Dit komt omdat een jong kind nog weinig inzicht heeft in zijn emoties en het ‘waarom’ achter zijn gevoelens. Help het kind daarom bij het verwoorden van zijn gevoel. Geef met woorden aan wat het kind mogelijk voelt. Zeg bijvoorbeeld: ‘Volgens mij voel jij je gespannen omdat je ...’. Door de emoties van het kind te benoemen en er achteraf over te praten, krijgt het kind langzamerhand meer inzicht in zijn gevoelens en leert hij/zij zichzelf steeds beter te begrijpen. Ook voelt het kind zich op die manier begrepen en gezien, waardoor het makkelijker kan omschakelen.


Creëer ontspanningsmomenten!

Soms kun je als leerkracht iets doen om de directe oorzaak van de spanning weg te nemen. Je kunt bijvoorbeeld helpen om een ruzie op te lossen, of de lesstof nog eens heel duidelijk uitleggen. Maar vaak is het niet mogelijk om de oorzaak weg te nemen.

Dat betekent dat een bepaald niveau van spanning een gegeven is. En zo lang de oorzaak blijft bestaan, blijft er ook sprake van enige spanning bij een kind.

Dat is het geval bij veel kinderen. Ze moeten immers constant leren, presteren en functioneren in de sociale setting van de groep, en dat levert in veel gevallen enige spanning op. Maar juist dan zijn kleine ontspannings-/rustmomenten tijdens de schooldag extra belangrijk om kinderen telkens een beetje te laten ontladen. In sommige gevallen is er vervolgens nog meer nodig om het overgebleven gedrag te veranderen. Maar als je het gedrag van een kind wilt ombuigen, is een voorwaarde dat het kind zelf enige grip heeft op zijn eigen gedrag. Zorgen dat het kind ontspannen is, is daarvoor een onmisbare eerste stap. Het is voor álle kinderen heel belangrijk om tijdens de schooldag regelmatig een ontspanningsmoment te hebben om zich op te kunnen laden.

De pauzes zijn daarvoor uiteraard onmisbaar. Maar ook tijdens de lessen of tussen de lessen door kun je korte ontspanningsmomenten organiseren. Doe samen ademhalingsoefeningen of ga even lekker de buitenlucht in. Het is bewezen dat de buitenlucht een kalmerend effect heeft en kan helpen om spanning en stress te verminderen. Meer hierover lees je in mijn blog: Ontspannen met kleuters


Geef het kind strategieën om stress te leren beheersen!

Vertel het kind dat je hem/haar wil helpen. Dat je ziet dat het kind vaak gespannen is, dat je dit vervelend voor hem/haar vindt (leg ook uit waarom) en dat je hem/haar er graag mee wilt helpen. Maak samen afspraken over wat het kind kan doen als het zo gestrest is en wat het kind kan doen om rustig te worden als het weer gestrest is. Denk aan: een knuffel pakken, weglopen, tekenen, bewegen, met klei of magisch zand aan de slag gaan, naar een muziekje luisteren, een filmpje kijken of zich terugtrekken op een rustig plekje.

Maak daarvoor een chill plan en visualiseer daarop de ideeën die het kind kan doen als het boos of verdrietig is en hang dit op.

Of maak een stop-/rustbankje waar kinderen zich terug kunnen trekken om met de stress om te gaan. Je zou het kind ook zelf een activiteit kunnen geven waar hij de stress kan verlagen en dit ook zo te benoemen. Een kind zal dan de volgende keer ook eerder denken: ‘Ik word rustig wanneer ik die activiteit doe’ en deze activiteit vaker uit zichzelf inzetten.


Bied alternatieve uitingsvormen aan!

Bedenk een gepaste manier waarop het kind zijn/haar stress kan uiten. Bijvoorbeeld: Stampen, knijpen in een stressballetje, slaan tegen een kussen of een boksbal in een lege ruimte of schoppen tegen een grote mat in de gymzaal kunnen mogelijk voor opluchting zorgen.


Laat het kind tekenen over zijn/haar gevoelens!

Als het kind van tekenen houdt, kun je samen een tekening maken over datgene waar hij/zij gespannen voor is en er zodoende ook samen over praten.


Maak het kind bewust van zijn/haar gedachten!

Vaak zijn je gedachten de oorzaak van wat je voelt.

Als je dat weet, kun je gedachten denken die je helpen om je goed te voelen.

Tips hiervoor lees je in mijn blog: Omgaan met negatieve gedachten


Help de leerling zijn/haar weerbaarheid te vergroten!

Het is van groot belang dat de leerling leert om beter met zijn/haar stress om te gaan.

Maak in zo'n geval gebruik van de fantasie van jonge kinderen om hun weerbaarheid te verhogen en ze het gevoel te geven van controle. Laat het kind in spannende situaties bijvoorbeeld iets meenemen wat hem/haar moed geeft.

Dit kan bijvoorbeeld een knuffel of bijvoorbeeld speelpoppetje zijn.

Oefen met het kind om zich stoer en sterk te voelen! Ga samen stevig staan, haal diep adem en kijk elkaar aan. Laat het kind zichzelf moed inspreken, bijvoorbeeld ‘Ik durf dit wel, want bij zwemles was ik de eerste keer bang en durfde ik ook!’. Bedenk samen wat het kind nog meer helpt om zich moediger te voelen. Denk aan: samen met een vriendje vertellen dat hij/zij het spannend vindt, dat mama even meeloopt, denken aan iets leuks wat het kind gaat doen. Enz.


Visualiseer een beschermschild!

Laat het kind zijn fantasie gebruiken om een soort onzichtbaar schild voor te stellen dat om hem/haar heen zit. Dit schild beschermt je voor stress.

Het kind kan zelf kiezen wat hij/zij wel en niet toelaat.


Schud stress van je af!

Schud stress van je af. Doe dit letterlijk door ieder lichaamsdeel uit te schudden.

Kies om de beurt welk lichaamsdeel je uitschudt en benoem dat jullie eens even al die nare dingen van je gaan afschudden.


wees een rolmodel!

Hoe ga jij zelf om met stress en welk voorbeeld geef jij kinderen in het omgaan met stress? Kijk ook eens naar je eigen stressniveau. Misschien is een kind ook niet helemaal op zijn gemak, omdat jij dat niet bent en spiegelt hij jou dit gevoel. Geef jezelf erkenning, soms voel je je ongelukkig en dat hoort erbij. Zo leert een kind dat iedereen zich wel eens gestrest voelt en hoe je daarmee omgaat. Benoem regelmatig ook je eigen emoties: ‘Ik voel me best zenuwachtig voor mijn presentatie’.


Geef het kind fysieke genegenheid!

Knuffelen en fysieke genegenheid helpen kleuters zich veilig en geliefd te voelen. Knuffel het kind dus wat extra, wanneer je ziet dat dat nodig is.


Lach!

Lachen is een goede manier om spanning te verminderen. Grapjes maken, samen gekke bekken trekken of grappige verhalen delen kan de sfeer ontspannen.

Of zet vrolijke muziek op en dans samen om wat energie kwijt te raken en een positieve sfeer te creëren


Zoek, indien nodig, externe hulp!

Als je merkt dat er geen verbetering optreedt, is het goed om met ouders de mogelijkheden om eventueel professionele hulp in te schakelen te bespreken.

 

Op zoek naar meer?


Boekentips:





































Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog aanvullingen of suggesties? Laat dan een reactie achter!

 

Bronnen


Lise Steegmans. (2022). Van symptomen tot steun: alles wat je wil weten over stress bij je kind. Geraadpleegd op 10 september 2022.






388 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page