Het verwerken van zintuiglijke prikkels gebeurt in een aantal stappen.
De eerste schakel in dat proces zijn onze zeven zintuigen. Het oog is daar ééntje van. In deze blog vertel ik je hoe de ogen werken en welke invloed het zicht heeft op ons dagelijks leven, onze zintuiglijke prikkelverwerking en ons gedrag.
Hoe werkt ons zicht?
Het oog zorgt ervoor dat informatie over de omgeving aan de hersenen wordt doorgegeven, waardoor je dingen ziet. Licht komt via je pupil (het zwarte deel in het midden van het oog) je ogen binnen. Het oog kan regelen hoeveel licht er binnenkomt door de pupil kleiner of groter te maken met behulp van een spier. Normaal gesproken wordt de pupil kleiner wanneer er veel licht is en groter wanneer er weinig licht is.
Geneesmiddelen, verdovende middelen, emoties en het kijken op korte afstand hebben ook invloed op de grootte van de pupil.
Het licht komt vervolgens op je netvlies terecht. En vanaf het netvlies worden de lichtsignalen via lichtgevoelige zenuwcellen doorgegeven aan de hersenschors.
Daar wordt er pas een beeld van gemaakt. Het oog zelf 'ziet' dus niet.
Dat gebeurt pas in de hersenschors.
Zicht wordt als het belangrijkste zintuig beschouwd. Toch wordt slechts tien procent van alles wat we waarnemen met onze ogen waargenomen en kijken we selectief.
We registreren alleen wat we willen zien en dat wordt weer bepaald door onze houding, ervaringen en emotionele toestand.
Deze visuele selectiviteit beschermt ons tegen overbelasting.
De rol van zicht in ons dagelijkse leven
Visuele activiteiten kunnen best inspannend zijn voor een kind.
Toch is het goed om deze activiteiten met regelmaat te doen.
Tijdens het bewust kijken leren kinderen namelijk vaardigheden, zoals focussen, differentiëren, pauzeren, ontdekken en identificeren.
Ook oefenen ze op die manier met hun aandacht, concentratie en observatievermogen.
Ze leren om gericht te kijken en om te onthouden wat ze allemaal zien.
Hoe vaker zij dit doen, hoe meer oog zij voor de wereld krijgen.
Mensen maken verschillende keuzes, die te maken hebben met zicht.
Sommige mensen vinden licht heel erg prettig en voelen zich niet prettig wanneer het ergens donker is. Ze zijn graag buiten, in de zon. Sommige mensen vinden licht juist minder prettig. Zij vertoeven bijvoorbeeld liever in een ruimte, waar minder licht is en zetten buiten graag een zonnebril op. Met licht kun je ook sfeer creëren. In een omgeving met fel tl-licht voel je je vaak anders, dan in een omgeving met gedimd licht of kaarslicht. Een zonnige dag geeft mensen ook een ander gevoel, dan een bewolkte dag.
Uit wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat lichttherapie effectief kan zijn voor mensen met een depressie. Daarnaast is gebleken dat een zeer druk versierd klaslokaal negatieve effecten heeft op de leerresultaten van kinderen, omdat kinderen minder met hun taak en sneller afgeleid zijn. Sommige mensen geloven ook dat kleuren invloed kunnen hebben op onze stemming, gedrag en prestaties.
Dit is overigens niet voldoende wetenschappelijk bewezen.
Het zicht en onderprikkeling
Iedereen neemt visuele prikkels op een andere manier waar.
Visueel onderprikkelde kinderen, die dit niet reguleren, nemen visuele prikkels minder bewust waar en zijn daardoor minder alert, omdat veel visuele informatie door de hersenen niet worden doorgestuurd naar de hersenschors. Het kind heeft dan bijvoorbeeld niet in de gaten dat zijn bril vies is of schrikt, omdat het iets of iemand niet zag aankomen. Een visueel onderprikkeld kind zal ook niet zo snel tot werken komen, wanneer hij daar weinig visuele informatie bij krijgt en heeft deze visuele informatie dus juist nodig om beter te werken. Een visueel onderprikkeld kind heeft ook feller licht nodig om zich beter te kunnen concentreren.
Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zal hij lichte plekken prefereren en het bijvoorbeeld prettiger vinden om naar een beeldscherm te kijken, die op volle lichtsterkte staat.
Het zicht en overprikkeling
Wanneer een kind visueel overprikkeld is en dit niet reguleert, dan merkt het meer op dan anderen en neemt het heel veel details waar; ook dingen die op dat moment niet van belang zijn. Een visueel overprikkeld kind is zich heel bewust van zijn omgeving en houdt alles goed in de gaten. Daarnaast kan het visueel overprikkelde kind heel gevoelig zijn voor fel licht. Drukke, volle ruimtes waar veel gebeurt leiden hem heel erg af.
Een kind dat visueel overprikkeld is kan ook veel moeite hebben om zich te concentreren in een klaslokaal dat volhangt met posters en andere visuele informatie of wanneer hij een plekje heeft waar de lichtinval heel fel is. Een visueel overprikkeld kind heeft vaak ook moeite om op een drukke achtergrond het juiste materiaal of de juiste afbeelding te vinden en vindt het lastig om in een druk boek met veel visuele informatie de juiste instructies te vinden.
Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen knijpt het kind bijvoorbeeld zijn ogen veel dicht, is het graag in ruimtes met minder licht en wil het zelfs binnen een pet of zonnebril dragen.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comentários