site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Zintuiglijk waarnemen

Bijgewerkt op: 30 jun.

Kleuters leren door te ruiken, zien, horen, voelen en proeven. Zintuiglijk waarnemen is de schakel tussen de mens en zijn omgeving. Tegenwoordig krijgen kinderen echter vaak te weinig rust en tijd om hun zintuigen goed te kunnen gebruiken en de gevolgen hiervan zijn steeds vaker zichtbaar op de basisschool. In deze blog ga ik in op het belang en de ontwikkeling van de zintuiglijke ontwikkeling en sensopathische activiteiten bij kleuters.



De zintuigen


De primaire functie van de zintuigen is het lichaam beschermen tegen gevaar.

Ze geven ons immers informatie, die ons helpt te overleven en helpen ons alert te blijven.

Zo zorgen onze ogen er, bijvoorbeeld voor dat we nergens tegenaan stoten.


De zintuigen stellen ons in staat om onze buitenwereld waar te nemen. Een kind leert de wereld kennen door indrukken die het krijgt via zijn zintuigen. De zintuigen fungeren als een soort poorten, waarmee het kind informatie uitwisselt met de wereld om zich heen.

Om via de zintuigen de wereld te ervaren is er tijd en aandacht nodig om de prikkels tot je te laten komen en ze te verwerken.

De zintuiglijke ontwikkeling is heel belangrijk in de sensomotorische ontwikkeling, waarbij bewegen en ervaren een belangrijke samenwerking hebben.


De vijf bekendste omgevingsgerichte zintuigen zijn: zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Deze zintuigen hebben altijd een relatie met de omgeving en je eigen beleving.

Daarnaast heeft ieder mens nog vijf andere minder bekende intern gerichte zintuigen, namelijk: de evenwichtszin, proprioceptie, thermoceptie, nociceptie en interoceptie.

Ik zal ze hieronder verder toelichten.

 

Zien


Zicht wordt als het belangrijkste zintuig beschouwd. Toch wordt slechts tien procent van alles wat we waarnemen met onze ogen waargenomen en kijken we selectief. We registreren alleen wat we willen zien. En dat wordt weer bepaald door onze houding, ervaringen en emotionele toestand. Deze visuele selectiviteit beschermt ons tegen overbelasting.

We moeten dus harder werken om verder te kijken dan nodig is.

Hierdoor kunnen visueel sensopathische activiteiten best inspannend zijn voor een kind.

Toch is het goed om deze activiteiten met regelmaat te doen. Tijdens het bewust kijken leren kinderen namelijk vaardigheden, zoals focussen, differentiëren, pauzeren, ontdekken en identificeren. Ook oefenen ze op die manier met hun aandacht, concentratie en observatievermogen. Ze leren om gericht te kijken en om te onthouden wat ze allemaal zien. Hoe vaker zij dit doen, hoe meer oog zij voor de wereld krijgen.

 

Horen


Het gehoor wordt vaak als tweede belangrijkste zintuig gezien. Het is essentieel voor de taalontwikkeling van een kleuter. Kinderen met gehoorverlies hebben vaak moeilijkheden met leren praten, lezen en schrijven. Gehoorverlies kan er ook toe leiden dat een kind evenwicht problemen krijgt en geïsoleerd raakt van zijn omgeving.

We leven in een wereld, waarin het zelden echt stil is. Geluidsprikkels zijn er overal en in tegenstelling tot onze ogen kunnen we onze oren niet sluiten. We wennen hierdoor gemakkelijk aan steeds hogere geluidsniveaus. Soms zijn deze zo hoog dat ze ons gehoor beschadigen. Omdat we zo gewend zijn aan lawaai kan het ook heel lastig zijn om gericht en geconcentreerd te luisteren. Het doen van sensopathische activiteiten rondom geluid zonder bijkomende visuele prikkels, maakt het mogelijk de aandacht puur te richten op het geluid en kan de concentratie en het bewust luisteren bevorderen.

 

Ruiken


Het reukvermogen is een bijzonder zintuig. Geur is namelijk de enige zintuiglijke prikkel, die rechtstreeks naar de hersenschors gaat. Alle andere zintuigen gaan eerst langs de thalamus: een deel van de tussenhersenen, die dient als schakelstation voor informatie van de zintuigen naar de hersenschors. Dankzij deze directe verbinding kunnen geuren hele sterke associaties oproepen en sterker prikkelen dan beeld en geluid.

Geuren kunnen je plots aan iets herinneren en beïnvloeden je stemming. Iedereen ervaart geur op zijn eigen manier. De sterke associatie en de persoonlijke ervaring van geur zorgen ervoor dat ruiken een hele intieme activiteit is.

 

Proeven


Het is heel natuurlijk om je mond te gebruiken voor het onderzoeken van dingen.

Je gebruikt dan niet alleen je smaakpapillen, maar ook alle andere zintuigen.

Zo wordt de smaak van iets beïnvloed door zijn geur. Ook hoor je het voedsel kraken en voel je de textuur. En voordat je iets in je mond stopt heb je ook gezien wat het is.

De mond is dus een plek waar veel zintuiglijke prikkels samenkomen en veel zintuigen tegelijkertijd informatie te verwerken krijgen.

Jongere kinderen hebben een voorkeur voor zoete smaken.

Activiteiten rond het proeven van verschillende smaken en texturen kunnen een kind leren om meer verschillend voedsel te eten.


De zintuigen reuk en smaak waarschuwen ons voor bedorven voedsel, verontreinigde lucht en helpen onszelf te beschermen en ongelukken te voorkomen. Het zijn ook de zintuigen van het genieten: de smaakmakers van het leven. Bovendien zijn vele herinneringen aan plezier, liefde en geborgenheid onlosmakelijk met geur en smaak verbonden.

Bewust ruiken en proeven stimuleert een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van deze zintuigen. Kortom: aandacht besteden aan de zintuigen is zeker de moeite waard!

 

Voelen


Het eerste tasten doet een kind met zijn mond, het tast zijn omgeving af door alles in zijn mond te stoppen. Na zes maanden worden de handen een belangrijk tastzintuig.

Maar de huid is natuurlijk het grootste tastzintuig.

Het is de grens tussen onze binnen- en buitenwereld.

Dezelfde prikkel kan op je handen overigens heel anders aanvoelen dan op je voeten.

Ondanks dat onze huid ons grootste zintuig is, gebruiken we dit zintuig niet zo vaak.

In onze cultuur heeft aanraken aan belang ingeboet en leren we kinderen bijvoorbeeld om in winkels alleen maar te kijken. Voelen is echter wel heel belangrijk.

Door te voelen verfijn je de zintuiglijke waarneming en doe je informatie op, die je niet via de andere zintuigen kunt krijgen. Begrippen als 'zacht', 'pluizig', 'donzig' en 'ruw' kan je alleen maar begrijpen door te voelen. Je kennis van wat je dan ziet, hoort, ruikt en proeft is dan pas helemaal compleet. Men maakt onderscheid tussen de oppervlakkige en de diepe tastzin: de oppervlakkige tastzin is het ontvangen van prikkels op de huid. De diepe tastzin gaat onder andere over spierspanning.


Voelen en grenzen aan kunnen geven zijn belangrijke vaardigheden.

Dit leren kinderen onder andere door zich bewust te zijn van hun huid, hun fysieke grens.

De tastontwikkeling begint bij het eigen lichaam en gaat vervolgens verder met het aanraken van materialen en anderen. Door te tasten ervaren we enerzijds de wereld om ons heen, anderzijds de begrenzing van ons eigen lichaam.

Het bewust ervaren van je huid en dus je grens, helpt om een beeld te krijgen van wie je zelf bent en hoe je jezelf ziet ten opzichte van de buitenwereld.

Daarmee wordt een grondslag gelegd voor de beleving van het eigen ik.

Dat geeft een kind weer gevoel van geborgenheid en veiligheid.

Massage, knuffels, aanrakingen en warme kleding kunnen op een aangename manier de verbinding met het eigen lijf versterken.


Het aanbieden van veel verschillende spelmaterialen bevordert de tastzin van het jonge kind. Sensopathisch tastspel kan diverse emoties oproepen. Onze tastzin staat namelijk dichtbij allerlei emoties. Iets kan fijn, maar ook vreemd of vies aanvoelen en gevoelens van afschuw opwekken. Ook zal de gemoedstoestand van de persoon zelf de tastervaring beïnvloeden.

Huid-op-huidcontact is van levensbelang. Uit diverse onderzoeken is naar voren gekomen dat baby’s daadwerkelijk overlijden als ze geen huidcontact krijgen.

Ook oudere kinderen hebben veel behoefte aan huidcontact.

Onvoldoende huidcontact kan leiden tot stress of angst. Bij het ontwikkelen van de tastzin hoort dan ook zeker het knuffelen en aanraken van anderen.


Voorop staat dat kinderen het leuk moeten vinden om spelenderwijs tastervaringen op te doen. Als een kind bepaalde aanrakingen niet prettig vindt, kun je hem hiertoe wel uitnodigen, maar moet je hem niet dwingen. Wanneer kinderen elkaar gaan aanraken is het goed om van tevoren afspraken te maken over hoe een kind, wanneer hij het onplezierig vindt, dit kan aangeven, bijvoorbeeld door "stop" te zeggen.

 

De evenwichtszin


Het evenwichtsorgaan vertelt de hersenen waar het hoofd zich bevindt ten opzichte van de aarde. Wij bewegen ons tegen de zwaartekracht in. Deze bewegingen prikkelen het evenwichtsorgaan. Ons evenwichtsorgaan zit in het binnenoor, en is verbonden met ons totale spierstelsel. Het is de evenwichtszin waardoor we weten welke positie ons lichaam inneemt in een ruimte. Dit zintuig helpt om jezelf als “ik” te kunnen ervaren.

Je blijft immers steeds dezelfde, onafhankelijk van je positie in een ruimte.

Pas wanneer een kind zijn eigen ruimte heeft ervaren, kan het een ander toelaten, door bijvoorbeeld samen met speelgoed te spelen.


Dit staat een jong kind niet zomaar tot zijn beschikking. De ontwikkeling van de evenwichtszin duurt een aantal jaren en gaat gelijk op met de motorische ontwikkeling, waarbij een kind moet leren om zich een vrije en zelfstandige positie te verwerven. (hoofd recht houden, zitten, kruipen, rechtop gaan staan). Met het vrije staan is een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van de evenwichtszin, de zwaartekracht is overwonnen. Daarmee is de voorwaarde gezet voor de volgende stap de verovering van de ruimte.


Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat er een voorbeeld moet zijn. In een omgeving zonder mensen gaat een kind niet staan. De ogen geven natuurlijk heel veel steun aan het evenwicht van het kind. Belangrijk voor de evenwichtszin is dan ook ook het vermogen van de ogen om driedimensionaal te kunnen waarnemen.


Kun je innerlijk evenwicht, innerlijke rust ervaren, dan kun je ook luisteren: daarom is de evenwichtszin ook de basis voor de gehoorzin. Veel kinderen met een zwak evenwicht ontwikkelen een strategie om deze te verbloemen, bijvoorbeeld door opdrachten snel en vluchtig uit te voeren of door regelmatig "expres" te vallen.

kinderen gaan meestal ook op de vloer zitten als ze hun schoenen aan-/uitdoen, omdat de vloer ze steun geeft. Ze ontlenen weinig zekerheid aan hun evenwicht.

Het oefenen van het evenwicht is ook belangrijk in functie van de schrijfmotoriek.

Zolang een kind nog niet in staat is om volledig stil te zitten of te staan, zal het daar in de klas hinder van ondervinden. Het stilzitten kost dan heel wat aandacht en energie, waardoor de concentratie voor schoolse vaardigheden daalt.


Een kind heeft zijn evenwicht gevonden wanneer het zijn houding en positie kan handhaven en controleren. Oefen het evenwicht door

  • Over smalle muurtjes te stappen

  • Te balanceren op een evenwichtsplankje

  • Door bewegingen traag uit te voeren

  • Door op de tenen of de hielen te lopen

  • Door allerhande springoefeningen te doen

  • Door standbeeld te spelen

  • Door houdingen na te bootsen, enzovoort.

 

Proprioceptie


Dit zintuig is van belang voor de balans en de motoriek van het lichaam.

Het proprioceptieve systeem bevindt zich in onze spieren en gewrichten.

Het geeft ons een gevoel van lichaamsbewustzijn (je houding, bewegingen, lichaamsdelen waarnemen) en regelt kracht en druk van het lichaam. Je kunt met dit zintuig ook waarnemen of je moe bent of dat bepaalde lichaamsdelen zwaar aanvoelen.


Oefen proprioceptie door kinderen veel gewaarwordingen op te laten doen met lichte en zwaardere materialen. Alles waarbij ze druk ervaren, stimuleert de proprioceptie.

Zo leren kinderen hun lichaam goed aanvoelen. Laat kinderen zwaardere voorwerpen dragen, duwen, verslepen, enzovoort en elkaar rondtrekken op een laken.

Houd een kussengevecht, speel een spelletje touwtrekken, geef elkaar een massage enz.

 

Thermoceptie


Dit zintuig stelt je in staat om warmte en kou te voelen en zorgt ervoor dat je lichaam op de juiste temperatuur blijft.

 

Nociceptie


Dit is het zintuig waarmee je lichaam beschadigingen opmerkt. Het laat je pijn voelen.

 

Interoceptie


Dit zintuig maakt je duidelijk wanneer je moet ademen, je honger, dorst of slaap hebt en wanneer je naar de wc moet. Bij jonge kinderen werkt dit zintuig nog niet optimaal.

 

Het belang van de zintuiglijke ontwikkeling


De eerste 7 jaren van het leven van een kind zijn essentieel voor de latere ontwikkeling. Kinderen moeten in die jaren via de zintuigen ervaringen hebben opgedaan om deze om te kunnen zetten in kennis.


Baby’s zijn heel erg bezig met de zintuigelijke ontwikkeling. Ze ontdekken de wereld door te proeven, kijken, luisteren, ruiken en te voelen. Maar ook oudere kinderen onderzoeken door hun zintuigen te gebruiken. Kleuters leren hun lijf kennen en de structuren van ruimtes en voorwerpen om zich heen. Het tasten is nodig om de begrenzing te voelen; waar houdt mijn lijf op en begint de rest van de wereld? Kinderen vinden het fijn om omhuld te worden, het zogenaamde ‘baarmoedergevoel’, zodat ze de grenzen van hun lijf goed voelen.

Goed ontwikkelde zintuigen zijn van belang om je motorisch te kunnen ontwikkelen: je kunt pas een bal vangen als je hem ziet. Kinderen leren door diverse zintuiglijke ervaringen hoe ze hun spieren moeten aanspannen om in evenwicht te blijven, hoeveel kracht ze moeten gebruiken en welke houding ze moeten aannemen. En een goede motorische ontwikkeling is weer nodig voor allerlei andere ontwikkelingen zoals de taal- en rekenontwikkeling.


Omdat kleuters sommige materialen en gevoelens nog niet kennen, zijn ze vaak heel erg gefascineerd door sensopathische spel. Volwassenen kunnen meestal precies aangeven waar ze iets voelen, voor kleuters is dit soms nog heel moeilijk. Tegen de tijd dat kinderen zeven zijn, kunnen ze materie ook voelen via een voorwerp; als ze met een stok in het zand prikken voelt dat anders dan als ze ermee in de modder prikken. Vaak werken zintuiglijke indrukken ook verder door dan bij een volwassene. Een zintuiglijke indruk kan bij jonge kinderen een reactie van het hele lichaam teweegbrengen.


Om die reden is het raadzaam om goed te waken over het aantal zintuiglijke prikkels die kinderen op een dag krijgen. Wanneer een kind teveel (dezelfde soort) prikkels krijgt, kan het die indrukken niet meer goed verwerken. Een kind kan zich dan onrustig en oppervlakkig gedragen. Krijgt een kind te weinig zintuiglijke prikkels, dan zal het zich vervelen en naar meer prikkels op zoek gaan.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.


2.890 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page