site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Welke sport past bij een kleuter?

Sporten is gezond! En sporten op jonge leeftijd is in. Veel kleuters zitten op zwemles, voetbal of een andere sport. Maar is deze vorm van gerichte training op jonge leeftijd eigenlijk wel zo gezond? In deze blog lees je er meer over.



Sporten in spelvorm

Kinderen leren door te ervaren met hun hele lichaam.

Ze spelen, ontdekken, ze vallen en staan weer op.

Beweging voedt het jonge brein en maakt kinderen alert en weerbaar.

Door te ervaren kunnen ze nieuwe dingen inprenten.

Beweging, mits deze in spelvorm wordt aangeboden, sluit dus heel goed aan op de behoeften van een jong kind.


Wanneer beweging echter een element van prestatie krijgt, sluit dit niet aan bij de sensomotorische ontwikkeling van een kleuter en hoort dit niet in de wereld van een jong kind thuis. Jongere kinderen lopen hierbij ook vaak tegen hun eigen lichamelijke grenzen op, zitten nog in de groei en overbelasten op die manier ook botten en spieren.

Er kunnen dan ook onnodige blessures ontstaan.


Voor verantwoord bewegen zijn goede schoenen met een stevige hiel en die steun geven aan de middenvoet door middel van een voetbed, een vereiste. Daarnaast horen de schoenen goed te passen en stevig vastgemaakt te kunnen worden met veters.

 

Zwemmen


Voor kinderen tot vijf jaar jaar is het aanleren van zwemslagen nog erg lastig.

Zwemmen is namelijk een symmetrische beweging; de armen en benen worden gelijktijdig bewogen. Het gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar bewegen van de armen en benen, vraagt om een grote motorische vaardigheid, die veel oefening en energie vergt en pas bij de symmetrische fase binnen de ontwikkeling van de sensomotoriek.


Veel zwemscholen laten al kinderen van vier jaar toe in de zwemlessen.

De adviesleeftijd om te starten met zwemles voor het A-diploma is echter vijf jaar.

Kinderen van vier jaar zijn door hun motorische rijping vaak nog niet in staat om zoiets ingewikkelds als een zwemslag te leren, terwijl dit een belangrijk onderdeel is van het zwemdiploma A. Ze komen vaak pas tussen vijf en zeven jaar in de ontwikkelingsfase, waarin ze snel een zwemslag kunnen aanleren. Als een kind te vroeg begint met zwemlessen, zal het minder snel de slagen onder de knie krijgen en daardoor langer over het zwemdiploma doen. Dit kan ervoor zorgen dat het zwemplezier afneemt en ouders veel geld kosten.


Wanneer een jonger kind zijn/haar zwemdiploma toch al eerder heeft gehaald, dan heeft dit kind vaak nog niet in het inzicht in zijn/haar eigen kunnen bij een zwemgelegenheid.

Het kind is in dat geval dus wel watervrij, maar heeft nog steeds toezicht nodig.


Hele jonge kinderen kunnen, bijvoorbeeld in de vorm van ouder- en kind zwemmen al wel vertrouwd raken met water. Zo leren jonge kinderen al plezier te hebben in het water. Spelenderwijs leren kinderen ook al heel veel, en dit zorgt er ook voor dat kinderen later meer hebben aan hun zwemlessen.


 

Voetbal


Bij sommige voetbalclubs kunnen kinderen van vier jaar al starten.

Als een kind goed op een been kan staan (dus niet omvalt als hij de bal trapt) en hij makkelijk is in het delen en samenspelen, kan het hieraan meedoen.

Jonge kinderen trappen vaak nog met zowel links als rechts, het rennen is leuk en ze hebben vaak veel plezier tijdens het voetballen.


Bij veel voetbalclubs komt er vanaf zes jaar een competitie- en prestatie element bij. Vaak wordt er twee keer per week getraind en in het weekend een wedstrijd gespeeld. Intensief eenzijdig trainen kan bij jonge kinderen echter blessures veroorzaken.

 

Ballet en turnen


Deze sporten worden al vanaf drie jaar aangeboden, in de vorm van peuter- en kleuterballet/-turnen. Over het algemeen voelen kinderen zich met dansen losser en vrijer. De oefeningen bij beide sporten versterken de houdingsspieren.

Beide sporten vergen echter ook veel van het bewegingsapparaat.

Zo wordt van kinderen een houding gevraagd waarbij de onderrug hol wordt getrokken. Hierdoor kan het kind ook in het dagelijkse leven met een holle rug gaan lopen.

Het rekken van de spieren, dient ook met veel beleid en zonder pijn te geburen.

Jonge kinderen kunnen of durven dat echter nog niet altijd aan te geven.

Wanneer het competitie-element erbij komt, is het jonge kind erg kwetsbaar. Natuurlijk wil het graag goed zijn en zijn/haar ouders niet teleurstellen. Dat kan echter leiden tot blessures. Kies bij jonge kinderen daarom liever voor vrij dansen, waarbij beweging met de eigen creativiteit wordt gecombineerd.

 

Tennis


Tennis vraagt gecompliceerde sensomotoriek.

Voor het kunnen hanteren van een racet zal een kind al een handvoorkeur moeten hebben. Tennis is een asymmetrische beweging; je slaat met een hand, ook al trek je met het slaan van een backhand met je andere hand je racket naar achteren.

Anticiperen op de bal, dus de snelheid bepalen, vraagt een bepaald inzicht.

Het volgen van de instructies van een tennisleraar kost ook veel concentratie.

De adviesleeftijd voor tennis is dan ook zeven jaar (mits het kind aan bovenstaande voorwaarden kan voldoen)

 

Hockey


Hockeyclubs bieden vaak vanaf vier jaar een programma aan, waar nog geen hockeystick of hockeybal wordt gebruikt en waarbij het gaat om plezier in bewegen. Vanaf zes jaar gaan de kinderen vaak trainen met een echte stick en bal en vanaf zeven jaar spelen ze wedstrijdjes: drie tegen drie.

 

Paardrijden


De startleeftijd voor paardrijden ligt tussen de zes en acht jaar.

Belangrijk hierbij is dat het kind de instructie kan volgen en vooral ook dat het kind begrijpt dat het paard een vluchtdier is en kan schrikken van onverwachte bewegingen.

Kinderen leren het paardrijden daarom vaak eerst op een pony of een klein paard.

Door de omgang en verzorging leren ze zo het dier beter kennen en als ze ervan af vallen, dan zullen ze niet van grote hoogte vallen.

Een goed passende veiligheidscap en goede rijkleding zal letsel helpen voorkomen.


De groei en ontwikkeling van een jong kind worden overigens niet negatief beïnvloed door paardrijden. Paardrijden bevordert juist het evenwichtsgevoel en de coördinatie van armen en benen. Tijdens het paardrijden wordt ook de juiste lichaamshouding gestimuleerd en worden de rug-/buikspieren door de rechte houding versterkt.


Paardrijden voor jonge kinderen vraagt wel om een hele intensieve begeleiding.

Bij hyperactieve kinderen doet het paardrijden ook een sterk beroep op het gericht sturing geven van de bewegingen. In die zin kan paardrijden ook erg helpend zijn om hyperactieve kinderen meer in balans te laten komen. Vaak betreft het hierbij wel wat oudere kinderen vanaf een jaar of negen.

 

Op zoek naar meer?


Boekentips:









Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.

.

17 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page