site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Wat is het syndroom van Asperger?

Bijgewerkt op: 15 feb.

Autisme kent vele gezichten. Het is geen strikt afgebakende stoornis, maar een spectrum die een groot scala aan vormen en gradaties van autisme omvat. Ieder kind met autisme laat dat op een andere unieke manier zien en neemt zijn eigen plaats in binnen dit grote spectrum. Binnen dit spectrum valt ook het syndroom van Asperger.

In deze blog vertel ik je er graag meer over.



Het autismespectrum


In de vele processen, die zich in onze hersenen afspelen, kunnen veel zaken fout gaan. Autisme is een levenslange pervasieve ontwikkelingsstoornis, in de informatieverwerking van de hersenen, waarmee iemand wordt geboren en die zich doorgaans openbaart in de eerste drie levensjaren van een kind. Met ‘pervasief’ wordt ‘diep doordringend’ bedoeld. Autisme zie je niet aan de buitenkant, maar het heeft wel een grote invloed op alle levensgebieden.


Kinderen met autisme kunnen onderling sterk verschillen. Autisme uit zich bij ieder kind namelijk anders. Dit is mede afhankelijk van:

  • De ernst van de stoornis

  • Intelligentie

  • Karakter; elk kind heeft een andere mix van sterke en zwakke kanten.

  • De mate waarin de ontwikkeling op gang komt. Veel kenmerken zijn niet constant en verschillen bij ieder individu ook weer per levensfase.

Er zijn bijvoorbeeld in zichzelf gekeerde kinderen met autisme, maar ook meer naar buiten gerichte kinderen met autisme. Het gaat bij autisme ook niet om vreemd gedrag, maar om normaal menselijk gedrag in extreme mate.


Inmiddels is Autisme, in tegenstelling tot vroeger, ook geen strikt afgebakende stoornis meer en spreekt men van een Autismespectrumstoornis; een verzamelnaam die een groot scala aan vormen en gradaties van autisme omvat. ASS kent namelijk veel gezichten. Ieder kind met autisme laat dat op een andere unieke manier zien en neemt zijn eigen plaats in binnen dit grote spectrum.

Binnen dit spectrum vallen onder andere:

  • De autistische stoornis

  • PDD-NOS (de pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven)

  • Het syndroom van Rett

  • Een des integratieve ontwikkelingsstoornis

  • Het syndroom van Asperger

 

Het syndroom van Asperger


Het syndroom van Asperger dankt zijn naam aan de Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger, die in de 19e eeuw het eerste onderzoek onder jongens naar deze vorm van autisme deed. Hij noemde deze jongens ´kleine professoren´. Kenmerken waren dat het maken van vrienden moeilijk verliep en de jongens vaak het mikpunt van pesterijen waren.

Hun algemene ontwikkeling verliep echter prima, zelfs beter dan die van leeftijdsgenoten. Door de volwassen manier van praten en taalgebruik was de aansluiting met leeftijdsgenoten echter minder. De jongens konden zich opvallend goed concentreren op één ding waardoor Hans Asperger concludeerde dat wetenschappers en geniën eigenlijk allemaal een vleugje autisme nodig hebben om tot grote doorbraken te komen.

In deze opvatting worden de voor Asperger zo typische kenmerken als positief ervaren.


De meeste kenmerken van Asperger komen overeen met de algemene kenmerken van autisme, namelijk:


De verbeelding: 

  • Situaties krijgen vaak een andere betekenis, doordat het zien van samenhang tussen de afzonderlijke waarnemingen anders verloopt.

  • Veel herhalende patronen

  • Het volledig opgaan in een bepaalde activiteit waardoor er voor iets anders geen aandacht meer is.

  • Obsessieve belangstelling voor bepaalde dingen, zoals bijvoorbeeld treinen.

  • Geen gevarieerd spontaan fantasiespel.

  • Stereotiep en niet functioneel omgaan met spelmaterialen.

  • Weerstand tegen veranderingen.

  • Vasthouden aan bepaalde regels.

  • Steeds dezelfde vragen stellen.

  • Schijnbaar onlogische angst en paniek.

  • Overdreven netjes en ordelijk

  • Gefascineerd door lichtjes en mechanisch (technisch) materiaal.


Sociale relaties: 

  • Moeite met het zich verplaatsen in anderen, zodat sociale situaties niet worden begrepen of aangevoeld en sociaal gedrag moeizaam tot ontwikkeling komt.

  • Erg in zichzelf gekeerd.

  • Deelt weinig tot geen belangstelling, plezier of interesse met een ander.

  • Zoekt contact om in de eigen behoeftes te voorzien.

  • Meer gericht op volwassenen dan op leeftijdsgenootjes.

  • Vlakke gelaatsuitdrukking.

  • Weinig tot geen oogcontact.

  • Toont emoties niet adequaat.

  • Heeft moeite met samenspel.

  • Toont claimend gedrag.

  • Stelt veel stereotiepe vragen.

  • Heeft moeite om te anticiperen op reacties van anderen.

  • Stelt zich niet weerbaar op of verweert zich ongepast.


(Non-)verbale communicatie:

  • Maakt weinig gebruik van ondersteunende gebaren, mimiek en lichaamshouding.

  • Moeite met het lezen van gezichtsuitdrukkingen.

  • Figuurlijke opmerkingen heel letterlijk nemen.

  • Begrijpt geen grapjes.

  • Er is sprake van echolalie.

  • De taalontwikkeling sluit niet aan bij leeftijdsgenoten.

  • Vlakke intonatie; praat monotoon.

  • Moeite met woorden, die een verschillende betekenis hebben.

  • Geen of weinig gebruik van de ik-vorm.

  • Ouwelijk taalgebruik.

  • Onsamenhangend vertellen en veel associaties maken.

  • Niet of nauwelijks spontaan vertellen.

  • Moeite met begrip van (voor-)gelezen verhalen.

  • Blijven hangen in details; moeite hebben met betekenisverlening van de gehele context.


Overige kenmerken:

  • Ook is er vaak sprake van over- of onder gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels, al is dit geen formeel kenmerk van autisme.

  • een houterige motoriek

  • Op de tenen lopen

  • Veel verhalende bewegingspatronen( bijv. friemelen en fladderen)

  • Betasten, tikken, ruiken en likken aan voorwerpen.


Deze kenmerken zijn geen op zich alleenstaande kenmerken, maar hangen met elkaar samen en moeten altijd in samenhang worden bekeken.

Een kenmerk op zich hoeft niet te betekenen dat er sprake is van autisme, maar andersom kan ook ieder kenmerk als autisme worden beschouwd. Ieder mens heeft bepaalde kenmerken van ASS in zich, maar dat betekent zeker niet dat we allemaal autistisch zijn.

Het is bij een diagnose daarom erg belangrijk dat het totaalplaatje en samenhang van de verschillende kenmerken in kaart worden gebracht.


Deze kenmerken worden meestal zichtbaar voor het derde levensjaar.

Gedurende de levensloop veranderen de problemen en komt een aantal van de kenmerken meestal minder op de voorgrond te staan. De problemen met de sociale interactie blijven meestal het opvallendst, ook bij volwassenen.


Net als bij de diagnose PDD-NOS wordt ook Asperger sinds 2013 niet meer als diagnose gesteld. Sinds die tijd worden alle vormen van autisme een ASS (autisme spectrum stoornis) genoemd. In de praktijk wordt Asperger echter nog wel vaak gebruikt omdat de kenmerken toch net wat anders zijn dan bij andere vormen van autisme.

Belangrijke verschillen met klassiek autisme zijn dat bij Asperger:


Sociale relaties: 

  • Ernstige tekorten in de sociale interactie

(Non-)verbale communicatie:

  • De spraakontwikkeling komt later op gang, maar het kind praat wel meteen in opvallend goede volzinnen

  • De spraak- en taalontwikkeling is vaak bovengemiddeld. Een kind met Asperger gebruikt vaak taal, die wat ouwelijk en formeel aandoet

  • Volwassen taalgebruik op jonge leeftijd

  • Sterke auditieve vaardigheden. Kinderen met het syndroom van Asperger zijn auditief juist sterk en geven de voorkeur aan een verbaal auditieve ingang (in plaats van een visuele ingang) om informatie aan te bieden. Het syndroom van Asperger wordt door neuropsychologen ook wel als NLD (Non Verbal Learning Disorder)


Overige kenmerken:

  • Een normale tot hoge intelligentie

  • Het lukt om een zelfstandig leven te kunnen leiden.

  • Een veelal wat stijve en houterige motoriek

Waar andere kinderen met autisme met name visuele ondersteuning nodig hebben, hebben kinderen met het syndroom van Asperger vooral een verbaal auditieve ingang nodig. Door hun taalgebruik wordt het begripsniveau van kinderen met het syndroom van Asperger vaak overschat. Het syndroom van Asperger wordt niet zelden ook pas heel laat wordt onderkend.


Bovenstaande kenmerken hebben over het algemeen een negatieve lading en kunnen kinderen belemmeren in hun dagelijks leven. Belangrijk is daarom om ook te kijken naar de positieve kenmerken van Asperger:

  • Oog voor detail

  • Een goed en soms zelfs uitzonderlijk goed geheugen

  • Eerlijk

  • Encyclopedische kennis van bepaalde onderwerpen

  • Onafhankelijk in denken

  • Hoge concentratie

 

Op zoek naar meer?


Boekentips:

















Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


..

.


13 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page