Met de kennis dat kinderen graag en veel willen spelen kunnen de verwachtingen rond spel soms ook te hoog zijn. Spelen is voor het brein echter een zeer complexe en uitdagende taak, waarbij het hele brein tegelijk aan de slag moet. Om als kind in een kleutergroep passende spelinitiatieven te ontplooien moet je over een behoorlijke set aan basisvaardigheden en spelervaringen beschikken. Kleuters verschillen in hun ontwikkeling, en dat is ook zichtbaar in het spel dat zij tonen. Niet alle kleuters komen uit zichzelf tot spel. Soms verloopt het spel niet lekker. Wat kun je dan doen?
In deze blog lees je er meer over.
Spelen is een complexe activiteit
Met de kennis dat kinderen graag en veel willen spelen kunnen aannames bestaan, gebaseerd op je eigen (te hoge) verwachtingen en invullingen.
Spelen is een complexe activiteit, die een behoorlijke set aan basisvaardigheden op zowel sociaal-/emotioneel, motorisch, taal- en rekengebied en spelervaringen vraagt.
Spel behelst sociale en planmatige eigenschappen.
Het hele brein moet tijdens spelen actief aan de slag.
Spel vertrekt vanuit wat een kind al kan. Wanneer een kind in de groep dus niet tot spelen komt, is het de moeite waard om te onderzoeken wat daar achter zit en ontbreekt. Beschikken de kinderen bijvoorbeeld wel over genoeg vaardigheden en ervaringen met het materiaal in de hoeken? Zijn ze betrokken? Hebben ze een juiste spelpartner en/of spelen ze op een rijke speelplek?
Wanneer het spel niet verloopt zoals je zou willen, observeer het spel dan eens goed en probeer erachter te komen wat het probleem is. Wil je het spel echt goed aanpakken, leg dan eens een schrift of notitieblok neer. Schrijf hierin op: welke kinderen in de hoek speelden, welk soort spel ze vertoonden en hoe lang. Beschrijf ook wat ze deden en waar het mis ging. Bespreek dit ook met de kinderen! Hebben de kinderen zelf gekozen voor spelen in de huishoek? Zijn er soms kinderen die elkaar versterken in ongewenst gedrag? Gaat het spel beter als deze kinderen niet met elkaar maar met anderen samen spelen? Probeer patronen te zoeken en kijk of je interventies (zoals uitleg in de kring) invloed hebben.
De leerkracht doet ertoe
Kinderen die nog niet zo ver in hun ontwikkeling zijn, laten wellicht nog weinig rollenspel zien, maar bijvoorbeeld vooral hanterend spel. Zij hebben de ervaringen die deze spelvorm biedt wellicht nog nodig, maar misschien zijn ze wel toe aan een volgende stap in spel.
Het is een misvatting dat kinderen zich vanzelf (dus zonder begeleiding) ontwikkelen door spel. Veel kinderen hebben hiervoor ondersteuning van een leerkracht nodig.
De kwaliteit van spel is dus mede afhankelijk van de begeleiding en ondersteuning door de leerkracht. Denk bijvoorbeeld aan kinderen die moeite hebben om hun aandacht te richten.
Zij raken snel afgeleid en dwalen van hoek naar hoek.
Spelbegeleiding kan helpen om te zien in welke spelcategorie kinderen verkeren en ook om na te gaan of kinderen al toe zijn aan een volgende stap. De leerkracht krijgt door gerichte observaties inzicht in het spelniveau en de thema’s die kinderen gebruiken. Spelbegeleiding wordt aangeboden om kinderen te stimuleren in hun spelontwikkeling, maar kan ook worden gebruikt om andere aspecten van de ontwikkeling te stimuleren.
Meer over spelbegeleiding lees je in mijn blog: Spelbegeleiding
Hebben de kinderen de juiste vaardigheden?
Als het spel niet goed verloopt, dan kun je je afvragen of de kinderen wel de juiste vaardigheden en kennis hebben.
Kinderen spelen wat ze kennen en leren van daaruit nieuwe dingen.
Om iets te kunnen spelen moet je het dus wel ooit ergens gezien hebben.
Als je bijvoorbeeld nog nooit op een luchthaven geweest en de huishoek is ingericht als luchthaven, dan weet je ook niet meteen wat je er zou kunnen doen.
Dat kinderen de eerste vier jaar van hun leven op andere plaatsen kennis hebben gemaakt met bepaalde materialen wil ook niet zoveel zeggen.
Zij kunnen bijvoorbeeld moeite hebben om de transfer te maken tussen de materialen in de context van de Voorschool of thuis naar die van de klas.
Wanneer je dus merkt dat kinderen nog kennis en vaardigheden missen, is het goed dit te bespreken in de kring, de kinderen kennis te laten maken met de materialen, een uitstapje te plannen, een filmpje te kijken en ze gewenst spelgedrag voor te doen.
Wanneer je gewenst spelgedrag gaat aanleren oefen je:
Het opstarten van het spel
Het zorgvuldig hanteren van materialen
De gewenste sociale interacties met de spelpartner
Het afronden van het spel
Het opruimen van de speelplek.
Het kennismaken met materialen en het aanleren van gewenst spelgedrag kunnen zowel in de grote als de kleine kring en is een wezenlijk onderdeel van het spelen op school.
Om tot spel te komen en zich te kunnen ontwikkelen moeten de kinderen zich namelijk veilig voelen.
Daarnaast moeten kinderen voor het spelen in de hoeken voldoende basisvaardigheden bezitten op sociaal-/emotioneel, motorisch, taal- en rekengebied. Soms zie je kinderen bijvoorbeeld continu de rol aannemen van baby, hondje of katje. Dit zijn rollen die weinig ontwikkelwaarde hebben voor kinderen, omdat ze om weinig talige interactie vragen.
Ze laten een kind zich jonger gedragen dan het in werkelijkheid is.
Vaak ook zie je dat spel redelijk onschuldig start, maar daarna stagneert en overgaat in bewegingsspel (vangen en vluchten). Het is normaal dat kinderen vloeiend spelgedrag laten zien, maar de doelstelling van een huishoek is om het rollenspel en fantasiespel van kleuters te stimuleren. Je mag rollen zoals baby's, hondjes en katjes dus best verbieden.
Geef ze in plaats daarvan een babypop en een pluchen kat of hond en laat ze daar in een kleine setting mee spelen.
Is de betrokkenheid hoog genoeg?
Met betrokkenheid is de concentratie van kinderen hoger. Observeer dus waar de belangstelling van kinderen naar uitgaat. Dat helpt ze om niet telkens hun aandacht op andere kinderen en hun activiteiten te richten.
Als je zelf de hoek hebt ingericht en de kinderen kiezen er niet voor, is de betrokkenheid wellicht (nog) niet hoog genoeg. Dit zie je soms ook als je de hoek maar met een paar kinderen samen hebt ingericht. Om de betrokkenheid alsnog te verhogen zou je de kinderen kunnen vragen wat ze nodig hebben. Wat ontbreekt er nog en wat kunnen we nog maken of verzamelen? Bedenk verder ook: Alles wat je aandacht geeft groeit.
Dat geldt ook voor het spel in de hoeken. Geef de hoek dus extra aandacht in de kring; voor en na het spelen, bezoek de hoek extra vaak en speel er mee.
Als kinderen uitgekeken raken op het spel in een hoek, is het ook goed om eerst op je eigen handelen te reflecteren. Was je zelf betrokken bij de inhoud en de activiteiten die daar plaatsvinden?
Heeft het kind de juiste spelpartner(-s)?
Als je kijkt naar de leeftijden in de spelontwikkeling, zie je direct al een probleem dat zich kan voordoen: het ene kind wil bijvoorbeeld wel rollenspel spelen, maar krijgt de andere kinderen niet mee. Deze kinderen bevinden zich dan waarschijnlijk in een andere fase van de ontwikkeling. Je kunt je voorstellen dat het frustrerend is wanneer jij mooie spelideeën hebt, maar niemand met je mee wil spelen.
Kleuters baseren hun spelkeuze echter vaak op basis van hun vriendjes.
Het is niet altijd zo dat deze 'vrienden' elkaar positief stimuleren en dat deze interacties (voldoende) bijdragen aan de ontwikkeling van een kind. Als gevolg daarvan zie je ze bijvoorbeeld steeds met dezelfde kinderen van spelplek naar spelplek voortbewegen.
Kleuters hebben een leerkracht nodig die hen aanmoedigt relaties aan te gaan met zoveel mogelijk verschillende kinderen. Kijk dus eens naar de samenstelling van de kinderen die in de huishoek spelen. Misschien is er een ander kind dat mee kan spelen, of kun jij als leerkracht meespelen? Om met elkaar te kunnen spelen moeten kinderen elkaar kennen en kunnen vertrouwen. Op die manier kunnen ze ervaren welke kinderen goede uitdagende spelpartners voor hen zijn binnen het diverse aanbod van spel.
Daarnaast moet de leerkracht kinderen ook de mogelijkheid bieden om af en toe lekker alleen te kunnen spelen. Zeker in grote groepen is dat af en toe een heerlijk oplaadmoment.
Heeft de hoek de juiste plek?
Misschien is de inrichting van je hoek wel in orde, maar staat de hoek op de verkeerde plek. Misschien hebben de kinderen er te weinig ruimte of heeft het spel een rustigere plek nodig? Pas wanneer de kinderen in de hoek spelen zie je immers wat voor wisselwerking er tussen de andere hoeken kan ontstaan.
Geef de hoek gerust een andere plek. Verwissel hem bijvoorbeeld met een andere hoek.
Doe dit bij voorkeur wel onder schooltijd en samen met de kinderen. Zo kost het jou geen extra tijd en zijn de kinderen extra betrokken. Laat ze ook meedenken welke oplossing zou kunnen werken. Bovendien is het voor sommige kinderen heel vervelend als de klas er opeens helemaal anders uitziet. Misschien heeft de hoek wel de juiste plek, maar blijkt het precies op een looproute van de kinderen te liggen. Dat geeft onrust!
Zorg dan voor een extra afscheiding, zodat de looproute verlegd wordt.
Heb je voor de juiste inrichting gekozen?
Ook al heb je de hoek met aandacht ingericht, kijk toch nog eens kritisch naar de materialen die je erin hebt gezet. Wanneer kinderen steeds rommel maken staat er misschien te veel. Staat er echt niet te veel kijk dan kritisch of de materialen wel open genoeg zijn, waarbij de creativiteit en fantasie van kinderen geprikkeld wordt.
Kleuters houden van routines, omdat ze dan weten waar ze aan toe zijn, waardoor ze controle ervaren en kunnen groeien in hun zelfvertrouwen.
Routines kunnen echter ook hun kracht verliezen met als gevold dat kinderen verveeld raken. Dit zie je direct terug in het gedrag en het spel van kinderen.
Een speelleeromgeving is pas uitdagend voor kinderen als er een variatie aan materialen aanwezig is en blijft uitdagend als deze materialen regelmatig worden aangepast.
Plan dus doelgericht afwisseling in. Als leerkracht neem je dagelijks de tijd om te observeren of de hoeken, en met name de materialen, nog uitdagend genoeg zijn.
Belangrijke aandachtspunten zijn: Spelen kinderen graag in de hoek en welke materialen zijn dan favoriet? Lokken ze voldoende betrokkenheid uit? Zit er ontwikkeling in het spel?
En groeien kinderen in hun spel? Is het aanbod nog toereikend? Heb je kinderen gevraagd naar hun ideeën? Welke materialen lijken nu overbodig?
Als de kinderen niets doen met de materialen, die je hebt neergelegd dan kun je het weghalen en vervangen door iets anders (wacht hier wel mee totdat de kinderen voldoende kans hebben gehad om het materiaal te gebruiken).
Het is een valkuil om, wanneer de hoek niet goed loopt, nog meer materialen toe te voegen. Kinderen gaan niet rijker spelen door meer materialen en vervallen juist vaak eerder in rommelend manipulerend spel als er teveel ligt.
Door kritisch te blijven kijken en te reflecteren transformeer je de hoeken steeds in levendige, veelzijdige hoeken. Het inrichten van uitdagende hoeken is eigenlijk nooit klaar. Het is een constant testen, kijken wat werkt, aanpassen, observeren, evalueren en verder uitbouwen.
Op zoek naar meer?
Boekentip:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën in een reactie op deze blog te delen!
.
.
Comments