site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Tikspelen ****

Bijgewerkt op: 22 jun.

Tikspelen zijn leuke spelletjes waarbij er één of meerdere spelers de tikker zijn.

De tikker moet proberen andere spelers af te tikken. Tikkie, jij bent ‘m!

Tikspelen kunnen zowel binnen als buiten gespeeld worden en in verschillende groepsgroottes. In deze blog geef ik je suggesties voor tikspelen met kleuters.



Tikspelen


Kleuters zijn vaak dol op tikkertje spelen. Ze kunnen er veel beweging in kwijt en het is op een leuke manier spannend!


Tikspelen kun je verdelen in:


Rondloopspelen:

Bij rondloopspelen is de richting vastgelegd. Er is vaak maar één route of kant die een kind op kan. 'Zakdoekje leggen' is hier een bekend voorbeeld van. Een nadeel van rondloopspelen is dat veel leerlingen toekijken en daardoor minder bewegen.

Deze spelvorm is uitermate geschikt voor kleuters.


Overloopspelen:

Bij overloopspelen is de looprichting van de spelers bepaald. Het voordeel bij overloopspelen is dat iedereen betrokken is. Je moet oversteken! 'Schipper mag ik overvaren?' is hier een bekend voorbeeld van.

Deze spelvorm is uitermate geschikt voor kleuters.


Kriskrasspelen:

Bij kriskras tikspelen kunnen kinderen zich in alle richtingen op bewegen. 'Voetje van de vloer' is hier een bekend voorbeeld van. Kriskrasspelen kunnen prima uitgevoerd worden, maar het kan wel raadzaam zijn om vrijplaatsen in te bouwen.

Zodat kinderen in staat zijn om overzicht te houden en op adem te komen.


Wanneer je tikkertje gaat spelen gebeurt er voor een kleuter vaak heel veel tegelijk.

Houd tikspelen daarom zo overzichtelijk mogelijk.

  • Kies bij voorkeur voor één tikker.

  • Speel tikspelen bij voorkeur in een klein groepje. Op die manier kun je goed nagaan of alle kinderen daadwerkelijk deelnemen aan het spel.

 

Activiteiten/rondloopspelen


Zakdoekje leggen

Benodigdheden:

- Een zakdoek

Dit bekende spel behoeft verder geen uitleg.

Variatie: Verander 'Zakdoekje' in iets anders (en gebruik een ander voorwerp).


Tikkertje met het baasje

Benodigdheden:

- Een mat

De tikker is het baasje de andere kinderen zijn de katten.

Geef de tikker een rode sjaal, zodat hij goed opvalt.

Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een mandje.

Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!


Zeg Roodkapje

Benodigdheden:

- Geen

Dit bekende tikspel behoeft geen uitleg.

Variatie: Verander "Roodkapje?" in het liedje in een ander personage.


De kabouter en de reus

Benodigdheden:

- Geen

Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het kabouterhuisje. In de kring staat de kabouter. De reus staat buiten de kring. Hij klopt aan en vraagt: 'mag ik komen spelen?' De kabouter heeft geen zin en zegt: 'nee!'. De reus loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen. De kabouter sluipt er achteraan en maakt de reus wakker. Nu mag de reus de kabouter proberen te tikken. Maar... als de kabouter weer in zijn huis is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.

Variatie: Vervang de reus en de kabouters voor andere thema-gerelateerde personages.


Wie durft?

Benodigdheden:

- Geen

De helft van de groep vormt een kring. De andere helft zijn muizen en lopen om de kring heen. In het midden ligt de kat. De kring maakt poortjes. De muizen proberen door de kring te lopen zonder getikt te worden door de kat.

Variatie: Speel het spel omgekeerd, met de muizen in het hol (de kring) en de kat die buiten de kring op de loer ligt voor een holletje. Zet de kring niet in het midden van de zaal, zodat er genoeg ruimte is om te rennen. Als de poes slaapt gaan alle muizen het hol uit. Als de poes weer wakker wordt probeert hij ze te tikken.

Variatie: Speel het spel met 1 kat en 1 muis.

Variatie: De kat moet in het huis (de kring) blijven, maar de muis mag langs de holletjes erin en eruit. De muizen die getikt zijn gaan in een poortje zitten. De kring kan de muizen en/of de kat helpen of juist weerstand bieden.


Kat en muisspel

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen vormen een kring. Ze zijn de katten. Een kind zit in het midden van de kring en is de muis. De muis gaat om de kring heenlopen en tikt onder een luid gepiep een van de katten aan. Vervolgens rent de muis met de wijzers van de klok mee om de kring heen. De kat gaat er in dezelfde richting achteraan. Wie het eerste weer op het lege plekje van de muis in de kring heeft is heeft gewonnen.

Variatie: Kan de muis zijn holletje terugvinden zonder getikt te worden door de kat?

Variatie: Als de muis om de kring loopt tikt hij zachtjes op de rug van ieder kind en roept daarbij bijvoorbeeld: koe, koe, koe, kat. Degene die de kat is springt op en probeert de lege plek te veroveren.


Bevrijd de jonkvrouw!

Benodigdheden:

- Een drakenmasker (maak deze bijv. zelf van stevig karton)

- Een groen lint of touw

- Een stoel

De kinderen zijn ridders en staan in een kring. In het midden staat een draak.

Dit kind krijgt een drakenmasker op. Bind het touw/lint aan zijn middel vast. Dat is de drakenstaart. Een ander kind is de jonkvrouw en zit op een stoel in het midden van de kring. Ze doet net alsof ze huilt en roept: "Help!". Ze wordt bewaakt door de draak, die steeds in beweging moet blijven, want de ridders proberen op zijn staart te trappen en de jonkvrouw aan te tikken om haar te bevrijden. Heeft de draak een ridder gepakt?

Dan gaat deze in de kring op de grond liggen en maakt zich zo klein mogelijk.

Hierdoor wordt het voor de andere ridders steeds lastiger om bij de jonkvrouw te komen.

Is ze bevrijd? Dan wordt iemand anders de draak.



 

Activiteiten/overloopspelen



Schipper mag ik overvaren?

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen steken alleen over als zij het genoemde gemeen hebben. Als de schipper ‘ja’ antwoordt en de klas vraagt ‘hoe?’ dan zegt de schipper bijvoorbeeld: ‘Als je een blauwe trui aan hebt hebt.’ Kinderen met een blauwe trui rennen naar de overkant en de schipper probeert ze te tikken.

Variatie: Verander 'schipper' in een ander personage.


Moeder, moeder, hoe laat is het?

Benodigdheden:

- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker

Een van de kinderen speelt voor moeder en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Moeder, moeder, hoe laat is het?' Moeder antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting moeder. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Moeder kan onverwacht ook roepen: 'Het is bedtijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende moeder.

Variatie: Wolfje, wolfje, hoe laat is het? In plaats van 'bedtijd' roept de wolf dan 'etenstijd'.


De Chinese muur

Benodigdheden:

- Geen

De tikker gaat in het midden staan. Bij het startsein lopen de kinderen over van de ene kant van de zaal naar de andere. De spelers die getikt worden, vormen in het midden van de zaal een muur. De muur kan zelf niet tikken en vormt alleen een hindernis voor de andere spelers. De winnaar is degene die als laatste overloopt zonder getikt te worden.


De haan

Benodigdheden:

- Een rood lint

Een kind is de haan, de andere kinderen zijn de kippen. De kippen staan aan de smalle zijde van het speellokaal. De haan staat in het midden. De haan roept 'Kukeleku, zo kraait de haan, een bakje water, een bakje graan. Kippen, vlieg nu wat je kan, wie ik pak, die draagt mij dan!' De kippen rennen nu naar de overkant en proberen niet gepakt te worden door de haan. Tikt de haan een kip aan, dan moet de kip de haan op zijn rug naar de overkant brengen. Deze kip is dan de nieuwe haan.


Pak me dan, als je kan!

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is de tikker. De andere kinderen staan achter de streep en roepen: 'Pak me dan, als je kan!'. Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.


Wie van de drie?

Je hebt nodig:

- 3 Matten

Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een tikker te zitten.

De andere kinderen lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal.

De tikkers mogen de kinderen tikken, dan zijn ze gevangen. De tikkers mogen echter niet van de matten af. Als je af bent ga je op de mat van de tikker zitten. Welke tikker vangt de meeste kinderen?


De kunstenaar:

Benodigdheden:

- Geen

De kunstenaar staat in het midden. Deze noemt een kleur en iedereen die dezelfde kleur in de kleren heeft, mag naar de overkant rennen.

De kunstenaar probeert de kleuren te vangen door de kinderen te tikken.


Herder, laat je schaapjes gaan

Benodigdheden:

- Geen

Er zijn twee herders. De eerste roept: 'Herder, laat je schaapjes gaan!'

De tweede herder antwoordt: 'Ik durf niet!'

De eerste herder vraagt: 'Waarom niet? '

De tweede herder zegt: 'Om de boze wolf niet!'

De eerste herder roept: 'Maar de boze wolf is gevangen, tussen twee ijzeren stangen. Hij ziet geen zon en hij ziet geen maan, herder laat je schaapjes gaan!'

Nu laat de tweede herder zijn schaapjes gaan. Ze proberen de overkant te bereiken, terwijl een tikker, die de wolf is, ze probeert te tikken.


Vos kom uit je hol

Benodigdheden:

- Een kast of iets dergelijks

Eén kind (de vos) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.

De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de vos en roepen: ”Vos, kom uit je hol”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.

Plotseling komt de vos uit zijn hol en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.

De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn. Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten. Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.

 

Activiteiten/kriskrasspelen


Slangentikkertje

Benodigdheden:

- Geen

Een tikker begint. Als dit kind iemand heeft getikt, geven de twee kinderen elkaar een hand en gaan zij samen als tikkers verder. Telkens als er iemand getikt wordt geeft dat kind ook een hand en tikt mee. Zo ontstaat een slang, waarvan de kop en de staart mogen tikken.


Rooftocht

- Een schatkist met schatten

Een kleuter staat in een grote cirkel met schatten. De andere kleuters staan in een eigen kleine cirkel een paar meter hier vandaan. Zij proberen schatten te stelen en in hun eigen cirkel te leggen. Worden ze de door de bewaker(s) in de grote cirkel getikt, dan moeten ze al hun schatten weer terugleggen. Wie heeft aan het eind de meeste schatten gestolen?


Schipbreukelingen

Benodigdheden:

- Kranten

Verdeel de groep in schipbreukelingen en haaien. De schipbreukelingen staan elk op een krantenpagina. De haaien proberen zoveel stukken van de pagina te scheuren dat de schipbreukelingen er niet meer met twee voeten op kunnen staan.

Schipbreukelingen kunnen zich verdedigen door de haai te tikken.

Een haai die twee keer is getikt is af. Een schipbreukeling die niet meer met twee voeten op zijn krant kan staan is ook af. Wie blijft er over?


Afgooien

Benodigdheden:

- Een bal

- Linten

Alle kinderen hebben een lint om, behalve eentje. Hij is de afgooier en mag de andere kinderen met een bal proberen te raken. Als iemand geraakt wordt dan doet hij zijn lint af en wordt ook een afgooier. Na een bepaalde tijd stopt het spel. Wie dan nog een lintje heeft, behoort bij de winnaars.


Schaduwtikkertje

Benodigdheden:

- De zon

Dit tikspel speel je op een zonnige dag. De tikker probeert de andere kinderen af te tikken door op de schaduw te gaan staan. Wie blijft er het langst over?


Jagertje

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is de jager. De andere kinderen zijn konijntjes. Als de jager een konijn heeft getikt, dan moet dit kind met de benen wijd gaan staan en mag hij door een konijn, die onder zijn benen door kruipt weer verlost worden. Welke jager kan alle konijnen vangen?


Hoepeltikkertje

Benodigdheden:

- Hoepels

De kinderen staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de vanger en eentje de commandant. Wanneer de commandant roept: "van plaats veranderen!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de vanger ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.


Naar de haaien Benodigdheden:

- Matten

Eén kind is de haai en staat bij de leerkracht. Op een signaal schiet de haai de zee in.

Hij probeert zoveel mogelijk zwemmende piraten te tikken.

De piraten proberen ondertussen zo snel mogelijk bij hun schip (de matten) te komen.

Hier zijn ze veilig.


Aan de lijn

Benodigdheden:

- Een lang touw

Een kind is hond en krijgt een lang touw om zijn middel, dat wordt vastgehouden door zijn baasje. Wie door hem gepakt wordt is af.


Lintenroof

Benodigdheden:

- Linten

- Hoepels

Elk kind heeft een lint in zijn of haar broek. Een piraat probeert de linten te roven.

In een aantal hoepels aan de zijkant van de zaal liggen extra linten. Die mogen de kinderen die hun lintje kwijt zijn pakken. Ben je je staart kwijt en zijn er geen extra linten meer?

Dan kom je aan de kant zitten! De staarten/linten worden na afloop steeds geteld.


In de soep

Benodigdheden:

- 4 matten

- Een koksmuts

- Een grote soeppan

- Een soeplepel:

We hebben boodschappen gedaan en gaan soep maken. De kinderen worden verdeeld en hebben de rol van champignons, bouillon en balletjes. Ze gaan ieder op een mat in de hoek staan. De vierde hoek blijft leeg. In het midden staat een tikker; de kok. De tikker roept wat er in de soep moet en het betreffende groepje probeert zo snel mogelijk naar de lege mat te rennen. De kok mag tikken. Wie af is helpt de soep koken en gaat in het midden staan. De groep die als laatste overblijft is het winnende ingredient.


Een helpende hand

Benodigdheden:

- Geen

Een kind is de tikker. Als hij iemand tikt, wordt diegene de tikker.

Kinderen mogen echter niet getikt worden als zij elkaar vasthouden.

Dat mag alleen niet langer dan vijf seconden. Door goed op te letten en elkaar te helpen, wordt het heel moeilijk voor de tikker om iemand te tikken.


Pionnentikkertje

Benodigdheden:

- Pionnen

- Een bal

Leg een bal op een pion. Eén kind gaat voor de pion staan, het andere kind erachter.

Het kind dat voor de pion staat, heeft de opdracht de bal naar de andere kant van de speelplaats te brengen. Zodra hij de bal aanraakt, mag het andere kind in actie komen en proberen het kind met de bal te tikken.


In de rij

Benodigdheden:

- Een pion

Alle kinderen rennen door de zaal. Er zijn twee tikkers die de kinderen proberen te tikken. Als een kind getikt is, dan gaat hij in de rij, achter de pion, staan. Spreek af dat de kinderen achteraan aansluiten. Als er vijf klanten in de rij staan en de zesde komt, dan mag de eerste weer meedoen.


Boer, ik kom op je land!

Benodigdheden:

- Matten

Maak een groot weiland van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen op het land te komen, zonder daarbij getikt te worden door de boer of de boerin, die op het land aan het werk is. De kinderen vragen: 'Boer(-in), mag ik over je land?' Zegt de boer 'nee', dan gaan ze toch. De boer of boerin probeert ze te tikken.

Variatie: Verander het weiland in een andere thema-gerelateerde plek en de boer(-in) in een ander personage.


Winkelwagentikkertje

Benodigdheden:

- Twee matten

Een van de kinderen is de winkelwagen en probeert zoveel mogelijk boodschappen te tikken. De andere kinderen zijn de boodschappen en rennen rond. Als ze getikt zijn, gaan ze in het midden op twee matten zitten. Als de leerkracht roept; ik ga boodschappen doen! stopt het spel en kan de leerkracht samen met het kind dat de winkelwagen was, de boodschappen tellen.

Variatie: Verander de winkelwagen en de boodschappen in iets wat bij je thema past.


In een holletje

Benodigdheden:

- Hoepels

De helft van de kinderen is muis en krijgt een hoepel. Een kind is de kat en probeert de muizen te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun holletje (de hoepel) staan. Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 muis plaatsnemen. Komt er een tweede muis bij, dan moet de eerste muis uit de hoepel.


Piraat, word eens wakker!

Benodigdheden:

- Een mat

- Een deken

Er ligt een oude piraat te slapen in zijn bed (ligt op mat).

De andere kleine piraten willen hem een beetje plagen, en één van hen gaat het deken er aftrekken (de anderen sluipen stilletjes mee), de piraat wordt wakker en is boos!

Hij probeert de kleine piraatjes te pakken voor ze terug thuis zijn!


Schatbewaarder

Benodigdheden:

- Schatten (bijvoorbeeld dennenappels, nootjes enz...)

Een kind is de schatbewaarder en staat in het midden van de zaal op een mat.

De andere kinderen staan in een hoepel, op afstand van de mat.

Zij moeten proberen zoveel mogelijk schatten naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de schatbewaarder. Wie getikt wordt is af.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.

.

5.562 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentários


bottom of page