Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken.
Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen.
Ook zijn de startactiviteiten belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen. Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven.
Thema’s kunnen op veel verschillende manieren gestart en afgesloten worden.
In deze blog geef ik je suggesties om het thema tijd te openen en/of af te sluiten.
De belevingswereld van de kinderen
Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:
Heb jij een horloge?
Heb jij een wekker?
Heb jij thuis een klok?
Heb jij thuis een kalender?
Heb jij thuis een agenda?
Thematafel
Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:
Boeken over klokken, de seizoenen, geschiedenis.
Materialen, zoals: klokken, horloges, wekkers, stopwatches, kalenders.
Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op. Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.
Aankleding van de klas
Breng je lokaal in de sfeer van het thema. Denk hierbij aan:
Een raamschildering: Beschilder de ramen of hang grote geplastificeerde A3 afbeeldingen op. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.
Voorwerpen
Haal allerlei voorwerpen de klas in, die met tijd of geschiedenis te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.
De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.
Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?
De kinderen vinden bijvoorbeeld een heel oud voorwerp in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk van wie het voorwerp is.
De voorwerpen kunnen in een doos of koffer geplaatst worden. Deze geheimzinnige doos staat in de klas als de kinderen binnen komen. Iedere keer komt er wat uit de doos tevoorschijn. Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen op ideeën komen en nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.
De kinderen nemen zelf spullen van thuis mee over tijd en vertellen erover.
Een verhalend ontwerp
Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen. Enkele variaties:
Er komt een opa handpop op visite. Hij heeft een vraag of probleem.
De kinderen ontvangen een brief van een opa, waarin hen om hulp wordt gevraagd bij een probleem. De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. Ze kunnen bijv. bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets knutselen enz...
Drama
Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:
De leerkracht komt als een geschiedenisfiguur of een opa/oma de klas binnen
De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten een boek over tijd uit.
Een poppenkastvoorstelling over tijd
De kinderen kunnen zelf een voorstelling over tijd verzorgen.
Een boek
Start het thema met het voorlezen van een boek over tijd.
Een speurtocht
Organiseer een speurtocht in of rondom de school.
Enkele variaties:
Houd een vossenjacht. Een aantal leerkrachten/volwassenen verkleden zich als geschiedenisfiguur en lopen in en om de school heen. De kinderen zoeken de personages op. Deze geeft ze vervolgens een letter of een deel van een plaatje. Nadat alle personages gevonden zijn, wordt de naam of het plaatje in elkaar gepuzzeld.
In de klas, school of rondom de school hangen overal afbeeldingen van klokken. De kinderen zoeken deze. Bij iedere afbeelding vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een puzzelplaatje.
De kinderen volgen een spoor van klokken. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een geschiedenisfiguur (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over tijd om voor te lezen.
Een gast
Nodig eens een gast uit, die de kinderen meer kan vertellen over dit thema.
Laat de kinderen van tevoren leervragen bedenken.
Denk bij dit thema eens aan:
Een grootouder
Bedenk samen met de kinderen vragen, zoals:
Hoe word je een opa/oma?
Wilde u altijd al opa/oma worden?
Wat is er leuk aan?
Wat is er niet zo leuk aan?
Waar moet je goed in zijn ?
Wat doe je allemaal als opa/oma?
Een uitstapje
Maak eens een uitstapje. De kinderen kunnen het thema dan al direct van dichtbij beleven en ervaren en er later verder over praten.
Denk bij dit thema eens aan:
Een museum
Een leergesprek
Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd.
Deze kan bijvoorbeeld geactiveerd worden door een leergesprek.
Inventariseer wat de kinderen al weten en nog willen leren over tijd.
Daarna kan er een woordveld worden gemaakt of kunnen de weetjes op stroken worden genoteerd en opgehangen bij: wat weten we al?
Dit woordveld wordt gedurende het thema verder aangevuld . Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien.
Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen.
Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren?
Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:
Waarom...?
Hoe...?
Welke...?
Wanneer....?
Wat als...?
Waar...?
Hoe kun je...?
Als....dan....?
Bespreek hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?
Deel ze eventueel daar op in:
Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?
Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?
Wat kun je zelf gaan onderzoeken?
Waar kun je iets voor ontwerpen?
Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken en tablets neer, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken.
Naarmate de kinderen meer over het onderwerp leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten. Verplaats deze stroken dan naar: "Dit zijn we te weten gekomen".
Een praatplaat
Je kunt ook een leergesprek voeren aan de hand van een praatplaat over tijd
Laat de kinderen vertellen wat zij daarop zien. Stel ook vragen, zoals: waar zie je...?
Wat doet... ? Hoeveel... zijn er? enz.
Als afsluiting kun je een leuk spelletje doen, zoals "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet" of raadsels bedenken over dingen op de praatplaat.
Quiz
Organiseer een quiz over tijd.Wat weten ze al of nog van het onderwerp af?
Een andere leuke quiz kun je maken door foto’s van de kinderen te bewerken en ze in stijl te maken. Plaats bijvoorbeeld een ridderharnas over de gezichten van de kinderen heen. In teams kunnen de kinderen raden wie er op de foto staat.
Een feest
Sluit het thema eens feestelijk af.
Zorg voor versiering, zoals ballonnen en slingers
Laat de kinderen verkleed als een geschiedenisfiguur of grootouder naar school komen.
Zorg voor Middeleeuwse muziek.
Open het feest in een grote ruimte of op het schoolplein. Maak een tijdmachine. Hang bijvoorbeeld een zwart kleed (horizontaal) op. Je kunt er ook voor kiezen om landbouwplastic te gebruiken. Zet hiervoor een soort ‘controle poort’, die je simpel en snel maakt van een doos, en beplak deze controle poort met aluminiumfolie. Laat de leerkrachten of kinderen om de beurt in de tijdsmachine stappen en achter het zwarte kleed ‘verdwijnen’ Dan telt iedereen af en komen de leerlingen in stijl achter het zwarte kleed vandaan.
Organiseer een photoshoot.
Organiseer een modeshow. Laat de kinderen verkleed over een rij van tafels of een rode loper hun verkleedkleding showen. Speel zelf de omroeper of laat een kind vertellen over de outfits van je klas.
Speel bingo, maar in plaats van getallen staan er plaatjes van geschiedenisfiguren en/of andere dingen die met tijd te maken hebben op de bingokaart. Je kunt deze heel simpel zelf maken. Zoek naar 30 leuke plaatjes en verwerk 15 plaatjes in meerdere bingokaarten. Zet alle plaatjes op een andere plek en op de ene kaart staan weer een paar andere plaatjes dan op de andere. Zo voorkom je dat je hele klas tegelijk bingo heeft. Doe de 30 bijbehorende plaatjes in een zakje en trek steeds een plaatje.
Laat de kinderen iets meenemen wat iets vertelt over het leven nu. Stop dit in een tijdscapsule, kistje of een doosje en begraaf dit in de grond rond de school. Er is weer geschiedenis geschreven…
Een tentoonstelling
Organiseer een tentoonstelling over tijd, waar de kinderen hun zelfgemaakte werkstukken kunnen presenteren. Maak samen met de kinderen een planning:
Wat moet er van tevoren gebeuren?
Wat hebben we nodig? Er kunnen bijvoorbeeld uitnodigingen, affiches, naambordjes en wegwijzers worden gemaakt. Wat kunnen we allemaal laten zien en aan wie?
Er kunnen bijvoorbeeld foto's, knutselwerken, muurkranten, toneelstukjes, optredens en PowerPoint presentaties worden getoond.
Laat de kinderen meehelpen met het uitstallen van de werkstukken en het rondleiden van de gasten. Oefen dit van tevoren in de kring.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
Comments