site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema Sinterklaas: Emotionele ontwikkeling

Bijgewerkt op: 10 feb.

In deze blog geef ik je suggesties voor activiteiten om de emotionele ontwikkeling bij het thema sinterklaas te stimuleren.



Emoties: Algemeen


De Sinterklaasperiode is voor veel kinderen een spannende periode.

In deze periode lees je samen vast ook wel Sinterklaasprentenboeken of kijk je samen naar het Sinterklaasjournaal. Bespreek naar aanleiding van het verhaal en de hoofdpersonen de emoties die de hoofdpersonen hebben en benoem de verschillende emoties.

Vraag hoe je kind zich zou voelen in eenzelfde situatie en bespreek wat hij zou doen. Op deze manier kan een kind zijn spanningen uiten en leert hij/zij zijn/haar eigen emoties ook steeds meer en beter te herkennen en te benoemen.


Emotiekaarten

Benodigdheden:

- Emotiekaarten. Download hier!

- Pepernoten of gekleurde dopjes.

Leg de emotiekaarten in de kring.

1. Allereerst moeten de kinderen leren welke emotie bij welk plaatje hoort. Wijs een emotiekaart aan en benoemde emotie die daarbij hoort.

2. Geef elk kind een dopje en noem een situatie. De kinderen leggen hun dopje vervolgens op de emotie die ze bij deze situatie vinden passen. Voorbeelden van situaties kunnen zijn:

Voorbeelden van situaties kunnen zijn:

  • Piet valt van het dak

  • Piet krijgt een tekening

  • Piet eet eet pepernoten

  • Piet hoort geluiden in de nacht

  • Het is donker

  • Piet is ziek

  • Piet ging uit fietsen en toen klapte zijn band

  • Piet ligt in zijn hangmat

  • Piet heeft een gat in zijn zak en is de cadeautjes kwijtgeraakt

  • Piet krijgt een cadeautje

  • Piet mist Sinterklaas

  • Piet zijn pepernoten zijn gestolen

  • Piet is gevallen

  • Piet rolt over de grond van het lachen.

  • Piet heeft er geen zin meer in.

  • Piet ziet een grote spin.

  • Piet ligt op het strand.

  • Piet heeft niemand om mee te spelen.

  • Piet heeft ruzie met een andere Piet

  • Het stormt op zee

  • Alle cadeautjes zijn in het water gevallen

  • De pepernoten zijn verbrand

  • Sint ziet de kinderen

  • Sint ligt in zijn hangmat

  • Sint ligt in zijn bed

  • Sint ziet een grote spin.

  • Sint ligt op het strand.

  • Sint moet in het donker cadeautjes brengen

  • Het paard van Sint is ziek

  • Piet heeft al het speelgoed kapot laten vallen.

  • Sint krijgt een tekening

  • Sint moet bovenop het dak klimmen.

  • Sint heeft ruzie met Piet

3. Geef alle kinderen de emotiekaarten ook in het klein en laat ze dan bij iedere emotiekaart hetzelfde (kleine) plaatje tonen. Controleer of ze het juiste plaatje laten zien. Vooral bij de jongste kleuters is het niet altijd zeker of ze al goed gedetailleerd kunnen waarnemen.

4. Leg vier hoepels in de kring. Leg in iedere hoepel een emotiekaartje. Schets nu allerlei emotievolle situaties, zoals: “Ik voel me ziek. Welk plaatje hoort daarbij?” (Een of meer kleuters mogen nu het emotieplaatjes dat bij dat gevoel hoort in de juiste hoepel leggen.

5. Vraag daarna aan de kinderen of ze het gezicht kunnen trekken dat bij de genoemde emotie hoort. Laat ze daarbij in een spiegel kijken.

6. Laat een kleuter een emotiekaart trekken en deze uitbeelden. Kunnen de andere kinderen de bijbehorende emotie raden?

7. Laat allerlei foto's van andere mensen zien (bijvoorbeeld van Internet). Sorteer deze foto's met de kinderen bij de emotiekaarten. Praat er ook over: Waarom is dit kindje boos? Waarom lacht deze mevrouw?

8. Laat de kinderen benoemen welke kleuren ze zien en welke emotie daarbij hoort.



Wat verandert er aan jouw gezicht?

Benodigdheden:

- Een spiegel

Leer kinderen ook non-verbale uitingen van emoties te herkennen!

Laat de kinderen een woord of een zin als een blije, boze, bange en verdrietige Sint of Piet zeggen. Laat ze daarbij in een spiegel kijken. Wat verandert er aan hun gezicht?

Ze moeten daarbij vooral letten op ogen, wenkbrauwen en mond.

De meeste emotionele signalen worden via deze lichaamsdelen geuit.

  • Wanneer je blij bent krullen je mondhoeken omhoog, staan je ogen normaal open en zijn je wenkbrauwen en lichaam ontspannen.

  • Wanneer je verdrietig bent hangen je mondhoeken naar beneden en laat je je hoofd, ogen en wenkbrauwen hangen.

  • Wanneer je boos bent is je mond strak en gesloten, knijp je je ogen, zijn je wenkbrauwen gefronst en kijk je iemand recht in de ogen (eventueel met de handen in de zij).

  • Wanneer je bang bent is je mond open. staan je ogen wijd open, zijn je wenkbrauwen opgetrokken en gespannen en maak je jezelf klein. Laat de kinderen een zin op een blije, boze, bange en verdrietige manier zeggen.


Raad de kaart!

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

Leg de emotiekaarten met de voorkant naar boven. Kies om de beurt een kaart, maar vertel de andere kinderen niet welke je hebt. Vertel een kort verhaal over een tijd dat je je zelf zo voelde en kijk of de andere kinderen kunnen raden welke kaart je hebt gekozen.


Wat ben ik?

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

- Een kartonnen strook

- Klittenband

Plak de klittenband op de strook en de emotiekaarten. Een kind krijgt de strook om zijn hoofd. Plak er een emotiekaart op zonder dat het kind deze kan zien.

Hij/zij moet er door vragen achter komen wat hij is: blij, boos, bang enz.


Help!

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

Kies een negatieve emotie en praat over manieren om met iemand te praten en diegene te ondersteunen waarvan we kunnen zien dat hij/zij zich zo voelt.

Oefen het zeggen van deze woorden door een rollenspel te spelen.


Sorteerspel

Benodigdheden:

- Gelamineerde sorteerkaarten.

- Emotiekaarten Download hier!

Laat de kinderen de emotiekaartjes bij de juiste emotie sorteren.

Variatie: Gebruik foto's van klasgenootjes, waarop de kinderen een emotie uitbeelden.


Een emotiemeter

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

- Wasknijpers met een pasfoto

Hang de emotiekaarten onder elkaar.

Geef ieder kind een wasknijper met zijn/haar naam of pasfoto erop.

Elke dag mogen de kinderen hun knijper hangen bij de kleur zoals zij zich die dag voelen.

Waarvan zijn de meeste/minste?


Emoties spiegelen

Benodigdheden:

- Geen

We gaan een spiegelspel doen. De kinderen staan in tweetallen.

Ze zijn Sinterklazen of Pieten, die in de spiegel kijken.

De ene Sint of Piet laat een gevoel zien. De andere Sint of Piet spiegelt dit.


Weekendgesprek

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

De kinderen vertellen over het weekend.

Ze nemen de piet met de juiste ‘emotie’ bij zich op schoot vertellen erover.


Wanneer...?

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

Laat de emotiekaarten zien. Welke emotie hoort daarbij?

Stel de kinderen de volgende vragen:

  • Wanneer voel jij je blij?

  • Wanneer voel jij je boos?

  • Wanneer voel jij je bang?

  • Wanneer voel jij je verdrietig?

  • Wanneer voel jij je kalm?

  • Wanneer ben jij in de war?

  • Ben jij verliefd?

  • Wanneer voelt Sinterklaas zich blij?

  • Wanneer voelt Sinterklaas zich boos?

  • Wanneer voelt Sinterklaas zich bang?

  • Wanneer voelt Sinterklaas zich verdrietig?

  • Wanneer voelt Sinterklaas zich kalm?

  • Wanneer voelt Sinterklaas zich in de war?

Door de oorzaak van emoties te benoemen, krijgt het kind langzamerhand meer inzicht in zijn gevoelens en leert hij/zij zichzelf steeds beter te begrijpen.

Laat de kinderen op een blije, boze, bange en verdrietige manier kijken.

Laat ze daarbij in een spiegel kijken. Wat verandert er aan hun gezicht?


Emoties kopen

Benodigdheden:

- Geen

Stel je voor: Sinterklaas gaat naar de winkel en koopt daar een potje blij, boos, bang of verdrietig. Wat zou er dan in dat potje zitten?


Een emotieweb

Benodigdheden:

- Emotiekaarten, thema Sinterklaas Download hier!

- Grote vellen papier

- Tekenmateriaal

Bespreek de emoties die bij de afbeeldingen horen.

Waar worden de kinderen zelf blij, boos, bang, verdrietig of kalm van?

Teken en schrijf het bij het betreffende emotie.


Een zorgenvriendje

Benodigdheden:

- Verander een doos in een paard van Sinterklaas

Het paard is het zorgenvriendje van de kinderen.

Wanneer een kind zich niet prettig voelt en hem/haar iets dwars zit, dan tekent hij hierover en stopt dit in de bek van het zorgenvriendje.

Het paard ‘eet’ vervolgens deze ‘negatieve’ gevoelens op.


Emoties in liedjes

Benodigdheden:

- Een Sinterklaasliedje

Je kunt bij aangeleerde Sinterklaasliedjes ingaan op de emoties, door ze te benoemen, er blij, boos, bang of verdrietig bij te kijken of te zingen en erop door te vragen.


Emoties zingen

Benodigdheden:

- Maak kaartjes met de vier basisemoties; blij, boos, bang en verdrietig.

Leg ze op een rij. Zing samen een bekend Sinterklaaslied.

Na afloop mag 1 kind een kaartje kiezen.

Hij/zij kijkt naar de emotie op het kaartje en zingt met deze emotie.

Variaties:

1. Zing met de hele groep samen in de emotie van het kaartje.

2. Of maak er een raadspel van; de kinderen zien niet welk kaartje wordt gepakt en raden met welke emotie het lied gezongen wordt.

3. Of verzin samen met de kinderen andere manieren van zingen en maak er kaartjes van (bijvoorbeeld deftig, zo langzaam als een slak, zo snel als een haas enz.).


Emoties in boeken

Benodigdheden:

- Een Sinterklaasboek

Lees samen boeken om emoties in verhalen te herkennen, hierop te reageren en erover te vertellen. Bijvoorbeeld: 'Kijk ze gaat op bezoek. Ze heeft er heel veel zin in, maar ze vindt het ook spannend. Dat heb jij ook weleens, hè? Wat doe jij dan?'


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Emotiekaarten Download hier! of een emotiedobbelsteen in thema Sinterklaas

Laat een kind een afbeelding van een emotie zien. Hij/zij is een Piet en beeldt de bijbehorende emotie uit. De andere kinderen hebben de afbeelding niet gezien en raden welke emotie er is uitgebeeld. Of gebruik een gevoelsdobbelsteen.

Gooi de gevoelsdobbelsteen hoog in de lucht en doe het gevoel van de bovenkant na.

Knutsel er eventueel zelf eentje. Heb je een vakjesdobbelsteen?

Stop daar dan de emotiekaarten in.

 

Emoties: Blij


Piet is blij

Benodigdheden:

- Een Pieten handpop

- Een groot vel papier

- Lijm

- Schrijfmateriaal

- Een pictogram van een blije Piet Download hier!

Introduceer Piet. Laat hem heel blij reageren. Waarom zou hij blij zijn? Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij blij is. Houd vervolgens een gesprek over blij zijn:

  • Wat is blij zijn?

  • Ben jij wel eens blij?

  • Waar word je wel eens blij over?

  • Hoe voelt dat?

  • Wie is er vandaag blij?

  • Waarom?

  • Kun je het zien als iemand blij is?

  • Hoe reageren andere mensen als jij blij bent?

  • Hoe kun je iemand anders blij maken?

Schrijf alles over blij zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van blij zijn bij en hang het vel op in de klas.


Een blij muziekje

Benodigdheden:

- Een Pieten- of Sinterklaashandpop

- Blije Sinterklaasmuziek

Zoek 'blije' Sinterklaasmuziek en laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord? Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek? Laat de Pieten- of Sinterklaashandpop sprongetjes van blijdschap in de lucht maken door de kinderen de handpop over te laten gooien naar een klasgenoot (roep de naam, ook een leuk kennismakingsspel). De andere kinderen roepen: "Jeeeeej!" als de handpop een sprongetje maakt. Waarom zou Sint of Piet zo blij zijn?


Uitbeelden en fotograferen

Benodigdheden:

- Een fototoestel

- Een pietenmuts

- Emotiekaarten thema Sinterklaas Download hier!

De kinderen zijn een blije Piet en beelden de emotie blij zijn uit. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze blij van worden en verduidelijk dit met pictogrammen.

 

Emoties: Boos


Piet is boos!

Benodigdheden:

- Een Pieten handpop

- Een groot vel papier

- Lijm

- Schrijfmateriaal

- Een pictogram van een boze Piet Download hier!

Introduceer Piet. Laat hem heel boos reageren. Reageer geschrokken en vraag aan de kinderen wat je zou kunnen doen? Waarom zou hij boos zijn? Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij boos is. Houd vervolgens een gesprek over boos zijn:

  • Wat is boos zijn?

  • Ben jij wel eens boos?

  • Waar word je wel eens boos over?

  • Hoe voelt dat?

  • Wie is er vandaag boos?

  • Waarom?

  • Kun je het zien als iemand boos is?

  • Hoe reageren andere mensen als jij boos bent?

  • Hoe kun je iemand anders boos maken?

  • Hoe kun je iemand helpen die boos is?

Schrijf alles over boos zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van boos zijn bij en hang het vel op in de klas.


Een boos muziekje

Benodigdheden:

- Boze muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen als een boze Sint of Piet rondlopen?


Boos!!!

Benodigdheden:

- Een Pieten of een Sinthandpop

Piet zegt een woord alsof hij boos is en laat de kinderen dit woord herhalen.

Breid dit uit naar zinnen. Bijvoorbeeld: Weg!, Boos! Kwaad! Woest! Woedend! Wegwezen! Stop, hou op! Jij doet naar, bekijk het maar! Laat me met rust! Ik ben boos op jou! Ga weg, ik wil jou niet meer zien! Ik wil niet meer met jou spelen!


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen rondlopen als een blije, bange, boze, verdrietige, verliefde Sint of Piet?

Enzovoort.


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Emotiekaarten of een emotiedobbelsteen

- Een Sinterklaasmijter of Pietenmuts

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen emoties uitbeelden (bijv. een blije Sinterklaas) en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.

Of gebruik een gevoelsdobbelsteen.

Gooi de gevoelsdobbelsteen hoog in de lucht en doe het gevoel van de bovenkant na.

Knutsel er eventueel zelf eentje.

Heb je een vakjesdobbelsteen? Stop daar dan de emotiekaarten in.



Met het verkeerde been uit bed stappen

Benodigdheden:

- Een Sinterklaas- of Pietenhandpop

Sinterklaas of Piet is met zijn verkeerde been uit bed gestapt. Wat betekent dat?

De handpop roept boze dingen. Hij stampt daarbij flink op de grond.

Kunnen de kinderen dat ook? Stamp maar hard met je schoenen op de grond en roep boos: "Ben je boos, stamp een poos!"

 

Emoties: Bang


Piet is bang

Benodigdheden:

- Een Pieten handpop

- Een groot vel papier

- Lijm

- Schrijfmateriaal

- Een pictogram van een bange Piet Download hier!

Introduceer Piet. Hij is bang. Waarom zou hij bang zijn? Laat Piet vervolgens vertellen waarom hij bang is. Houd vervolgens een gesprek over bang zijn:

  • Wat is bang zijn?

  • Ben jij ergens bang voor?

  • Waarvoor?

  • Hoe voelt dat?

  • Wie is er vandaag bang?

  • Waarvoor?

  • Kun je het zien als iemand bang is?

  • Hoe reageren andere mensen als jij bang bent?

  • Hoe kun je iemand anders bang maken?

  • Hoe kun je iemand helpen die bang is?

Schrijf alles over bang zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van bang zijn bij en hang het vel op in de klas.


Voelspel

Benodigdheden:

- Een zak

- Enge voorwerpen, zoals een nep spin, nep insect, heks, schuurspons, skelet, knuffel van een draak etc.

Wie durft? Laat een kind iets uit de zak van Piet grabbelen. Wat is dit?

Wie is hier bang van? Wie niet?


Een eng muziekje

Benodigdheden:

- Enge muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen als een bange Sint of Piet rondlopen?


Uitbeelden en fotograferen

Benodigdheden:

- Een fototoestel

- Een pietenmuts

- Een pictogram van een blije Piet Download hier!

De kinderen zijn een bange Piet en beelden de emotie bang zijn uit. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze bang van worden en verduidelijk dit met pictogrammen.


Boeken

Dit boek leent zich goed om de emotie bang te bespreken:

 

Emoties: Verdrietig


Piet is verdrietig

Benodigdheden:

- Een Pieten handpop

- Een groot vel papier

- Lijm

- Schrijfmateriaal

- Een pictogram van een verdrietige Piet Download hier!

Introduceer Piet. Laat hem heel verdrietig reageren. Waarom zou hij verdrietig zijn?

Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij verdrietig is. Houd vervolgens een gesprek over verdrietig zijn:

  • Wat is verdrietig zijn?

  • Ben jij wel eens verdrietig?

  • Waar word je wel eens verdrietig over?

  • Hoe voelt dat?

  • Wie is er vandaag verdrietig?

  • Waarom?

  • Kun je het zien als iemand verdrietig is?

  • Hoe reageren andere mensen als jij verdrietig bent?

  • Hoe kun je iemand anders verdrietig maken?

Schrijf alles over verdrietig zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van verdrietig zijn bij en hang het vel op in de klas.


Een verdrietig muziekje

Benodigdheden:

- Verdrietige muziek

- Een Pieten- of Sinterklaasknuffel

Piet of Sint is verdrietig. Luister maar! Laat de klas een fragment horen.

Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen rondlopen als een verdrietige Sint of Piet?

Laat de verdrietige Sint- of Pietenpop rondgaan.

De kinderen geven hem om de beurt een knuffel. Waarom zou hij zo verdrietig zijn?


Uitbeelden en fotograferen:

Benodigdheden:

- Een fototoestel

- Een Pietenmuts

- Een pictogram van een verdrietige Piet Download hier!

De kinderen zijn een verdrietige Piet en beelden de emotie bang zijn uit. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze bang van worden en verduidelijk dit met pictogrammen.


Boeken

Dit boek leent zich goed om de emotie verdrietig te bespreken:

 

Emoties: Kalm


Piet is kalm

Benodigdheden:

- Een Pieten handpop

- Een groot vel papier

- Lijm

- Schrijfmateriaal

- Een pictogram van een kalme Piet Download hier!

Introduceer Piet. Laat hem heel kalm reageren. Waarom zou hij zo kalm zijn?

Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij zo kalm is.

Houd vervolgens een gesprek over kalm zijn:

  • Wat is kalm zijn?

  • Ben jij wel eens kalm?

  • Waar word je kalm van?

  • Hoe voelt dat?

  • Wie is er vandaag kalm?

  • Waarom?

  • Kun je het zien als iemand kalm is?

  • Hoe reageren andere mensen als jij kalm bent?

  • Hoe kun je iemand anders kalm maken?

Schrijf alles over kalm zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van kalm zijn bij en hang het vel op in de klas.


Rustige muziek

Benodigdheden:

- Rustige muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen ze rondlopen als een kalme Sint of Piet?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of IPad

- Een Sintmijter of pietenmuts

Laat de kinderen een kalme Sint of piet uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.


Pepernotenadem

Benodigdheden:

- Pepernoten

Vraag de kinderen om rustig op hun rug op de grond te gaan liggen, met hun onderbenen op een omgekeerde stoel. Leg een pepernoot op hun buik. De kinderen leggen hun handen op hun onderbuik of ontspannen lang hun lichaam. De kinderen sluiten hun ogen.

Zet een relaxmuziekje op. Voelen ze hun ademhaling? Laat de pepernoot langzaam op en neer bewegen. Als je inademt gaat de pepernoot omhoog en als je uitademt weer omlaag. Voelen de kinderen dat ze steeds rustiger worden? De kinderen openen na een aantal keer het rustig volgen van je adem, hun ogen weer. Ze staan rustig op en eten hun pepernoot op. Vraag na afloop hoe de kinderen zich voelden, waar ze aan dachten, hoe ze zich voelden en hoe ze het vonden? Herhaal deze oefening meerdere keren.

Ook zonder echte pepernoot, maar dat de pepernoot erin gedachten ligt!

Variaties:

  1. Leg de pepernoot op je knie en beweeg je knie zachtjes heen en weer zonder de pepernoot te laten vallen. Laat de pepernoot ook eens langzaam van je knie glijden.

  2. Leg de pepernoot op je hoofd en loop langzaam heen en weer zonder deze te laten vallen.

  3. Leg de pepernoot op je schouder en laat hem langzaam over je arm naar je hand glijden.


Op de rug tekenen

Benodigdheden:

- Rustige muziek

Laat de kinderen in tweetallen zitten. Ze zijn Sint en Piet.

Het ene kind gaat met zijn rug naar het andere kind zitten. Zet een rustig muziekje op en laat het ene kind bij het andere kind met zijn vinger de zon op de rug tekenen totdat de muziek weer stopt. Hierna wisselen de kinderen.


Het pepernoten-op-je-schouder spel

Benodigdheden:

- Pepernoten

Breng de pepernoot zo hoog en zo laag als je kunt. Sluit ook even je ogen (of kijk naar een punt voor je op de tafel) en voel of er een verschil is tussen je schouders. Open je ogen en herhaal dit aan de andere kant

Je kunt deze oefening natuurlijk ook met een denkbeeldige pepernoot doen! Dit zal nog meer rust creëren, omdat er geen pepernoten zullen vallen.

Variatie: Leg de pepernoot op de bovenkant van je hand, je neus, je hoofd enz.


Op de daken

Benodigdheden:

- Hoepels

- Rustige muziek

Piet moet heel veel oefenen om op het dak te lopen. Laat alle kinderen in een hoepel staan. Zet een rustig muziekje op. De kinderen lopen voetje voor voetje over de rand van de hoepel met hun handen wijd. Daarna doen we net alsof we een groot pak in onze handen hebben en gooien we het in de schoorsteen.

Daarna lopen we weer terug over het randje voor een nieuw pakje.


Goed luisteren!

Benodigdheden:

- Geen

Pieten kunnen héél goed horen want zelfs buiten kunnen ze horen dat wij liedjes zingen. Maar wij kunnen ook goed luisteren natuurlijk! Vraag de kinderen om te gaan liggen met hun ogen dicht. Vertel dat je een geluid gaat maken en als ze het kunnen horen dan mogen ze dat zeggen. Ze gaan liggen met hun ogen dicht. Fluit, klap of zing bijv. zachtjes.

Pietenveer massage:

Benodigdheden:

- Een gekleurde veer voor alle kinderen

Vraag de kinderen of zij één pijp van hun broek omhoog willen doen. Dan gaan we zachtjes met de veer over ons been, naar onze voet, onder onze voet ( OEHH wat kriebelt dat), dan naar de achterkant van je been naar je knieholte, dan weer terug naar de voorkant van je been en naar je voet en weer terug naar boven via de achterkant van je been.

Onze pijp gaat weer naar beneden en dan gaat onze andere pijp omhoog en doen we hetzelfde weer met de veer. Daarna vraag je of ze één mouw willen opstropen.

Dan gaan we met de veer over onze arm en hand. Vertel dat de binnenkant van je arm iets meer kriebelt dan de bovenkant.

Na de armen is het gezicht aan de beurt. We gaan met de veer over onze wangen, voorhoofd, langs onze neus, weer langs onze wangen naar onze keel.

De kinderen gaan vervolgens in tweetallen tegenover elkaar zitten. Spreek af wie er begint.

Strijk met de veer op het voorhoofd, wangen, langs de oren en nek van de ander.

Strijk met de veer ook langs de handen en tussen de vingers.

Nu mag de ander masseren met de veer.

Pietenveren zijn superlicht. Je kunt ze hoog in de lucht blazen met je adem.

Blaas een veertje hard en zacht in de lucht. Laat het veertje dansen.

Leg de veer ook eens op je hand en blaas hem dan ver weg!


De schoorsteen

Benodigdheden:

- Kleine lichte voorwerpen (bijv. pittenzakjes, pakjes, kussentjes, knuffels, blokjes)

Ga met je zijkant tegen de muur zitten. Ga op je rug liggen en breng je benen in de lucht.

Draai vervolgens een kwart naar de muur toe, zodat je benen volledig tegen de muur komen te liggen. Trek je tenen naar je toe, zodat je voetzolen naar het plafond wijzen.

Leg je armen naast je lichaam met je handpalmen omhoog.

Adem rustig door en voel de rekking aan de achterkant van je benen.

Leg lichte voorwerpen op de voeten. Dit zijn de pakjes die door de schoorsteen vallen.

Leg één voor één ‘de pakjes’ boven op de voeten. Zo worden ze op de schoorsteen gestapeld. Doe nu langzaam je benen open…

Hopla, de ‘pakjes’ vallen door de schoorsteen.


Piet ging uit fietsen

Benodigdheden:

- Geen

Met deze ademhalingsoefening gaan we de achterband van Piet oppompen: Adem in door je neus en met een lange uitademing blazen we de achterband op. Herhaal dit 2x.

Zo, Piet kan weer fietsen! Je ligt op de grond op je rug en je maakt fietsbewegingen met je benen: heuvel op (langzaam) en heuvel af (snel). Kun je ook achteruit fietsen?

Piet gaat daarna ook even ontspannen: Ga maar lekker liggen op de grond en laat alles zwaar worden, helemaal ontspannen. Leg je handen maar op je buik.

Je mag je ogen dicht doen als je dat prettig vindt. Kan je je adem voelen?

In en uit……..in en uit, heel rustig en ontspannen. Daarna gaat Piet weer verder fietsen enz.


Een verhaaltje

Benodigdheden:

- Een verhaal over Sint en/of Piet.

De kinderen mogen op hun rug gaan liggen en doen hun ogen dicht.

De leerkracht vertelt het verhaaltje.


Cadeautje uitpakken

Benodigdheden:

- Geen

Als de Sint komt dan is het cadeautjes tijd en mag je de mooiste pakjes uitpakken.

Wat zit er in jouw cadeautje? Je gaat op de grond liggen en maakt je zo klein mogelijk.

Trek je knieën naar je borst en sla je armen eromheen.

Variatie: Het andere kind rolt je in een laken. Jij bent nu een cadeautje.

Daarna pakt de ander je helemaal uit. Als je wordt uitgepakt maak je jezelf helemaal slap. Als je helemaal bent uitgepakt wissel je om.

Dan mag de ander een cadeautje zijn en worden uitgepakt.


Pepernoten bakken

Benodigdheden:

- Geen

We gaan pepernoten bakken.

We beginnen met draaien van balletjes van deeg (wrijf met je handen over elkaar).

De balletjes duwen we dan plat (duw een aantal keer je handen tegen elkaar aan).

De pepernoten gaan de warme oven in (maak een kommetje van je handen en zucht een paar keer warme lucht in je handen).

Het duurt even voordat de pepernoten klaar zijn… (leg je handen over je ogen, doe je ogen dicht en adem een paar keer rustig in en uit…).

Langzaam open je ogen weer en voel je meer rust en misschien ook wel warmte in jezelf!


Pepernotenmassage

Benodigdheden:

- Een rustig muziekje

Zet een rustig muziekje op. We gaan pepernoten bakken op elkaars rug. De kinderen gaan in tweetallen zitten, Eentje draait zich met zijn rug naar het andere kind (de Piet) toe.

Meel dwarrelt in de kom (vinger tikken).

Water erbij gieten (strijken met je handen).

Eitje erbij (kloppen en strijken met je handen).

Suiker en speculaaskruiden erbij (vingers cirkelen)

Deeg maken (kneden met je handen).

Pepernoten rollen (handen cirkelen)

Pepernoten aanduwen (duimdruk).

Bak de pepernoten goudbruin (wrijven in je handen en op de rug leggen).

De pepernoten zijn nu klaar! Eten maar (vingers plukken).

En wisselen maar! Nu is het andere kind de Piet.


De rollende pepernoot

Benodigdheden:

- Balletjes

De kinderen vormen tweetallen en krijgen een balletje; de pepernoot

Een van de kinderen gaat languit op de grond liggen.

Een ander kind rolt heel rustig met het balletje over het lichaam, zonder druk uit te oefenen. Het liggende kind voelt hoe het balletje over zijn lichaam wordt gerold en komt tot rust.


Pepernoten

Benodigdheden:

- Geen

Beeld je in dat Piet pepernoten strooit..

Vang er eentje op je hand, tenen, schouder, neus, hoofd, tong enz.

Vang er eentje heel hoog in de lucht en eentje heel laag op de grond.

Laat je eigen lichaam als een pepernoot door de ruimte gaan.


Pietenyoga:


Sinterklaas yoga:



Mediteren met pepernoten

Benodigdheden:

- Pepernoten (of andere kleine voorwerpen)

De kinderen hebben een pepernoot in hun handpalm. Tel hardop. Bij iedere tel gaat de pepernoot, met gesloten ogen, van de ene handpalm naar de andere handpalm.

Varieer met de tussenruimtes tussen het tellen, zodat de kinderen gefocust blijven!


Focus!

Benodigdheden:

- Een pepernoot

Geef alle kinderen een pepernoot.

De kinderen gaan leren hun aandacht op 1 voorwerp te richten. Bekijk de pepernoot aandachtig. Hoeveel kleuren bruin zie je? Waar zitten de scheurtjes?

Zie je kleine scheurtjes? En grote?

Voel aan de pepernoten, met je ogen dicht, voel je de scheurtjes ook?

Ruik aan de pepernoot, ook met je ogen dicht. Wat ruik je? Waar doet de geur je aan denken? Daarna mag je het in je mond stoppen. Voordat je gaat kauwen ga je heel bewust proeven. Wat proef je? Merk op dat er veel speeksel in je mond komt.

Als je gaat kauwen en slikken voel dan hoe het naar je buik gaat.


 

Emotieregulatie


Bewegende beelden

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn Sint of Piet en gaan in tweetallen tegenover elkaar staan.

Het eerste kind gaat een minuut lang Sint of Pietbewegingen maken en het andere kind doet deze zo precies mogelijk na.

Dat doen ze zonder te praten, zodat ze goed kunnen kijken en zich goed kunnen concentreren. Na een minuut klapt de leerkracht in de handen en worden de rollen omgedraaid. Daarna verander je het spel een beetje. Het eerste kind gaat weer een minuut lang bewegingen maken, maar het andere kind doet deze nu niet na. Hij is een standbeeld geworden. In plaats daarvan probeert hij een minuut lang stil stil te zijn en te staan.

Hij mag dus ook niet lachen. Tenslotte vraagt de leerkracht wie denkt dat hij alle beelden uit hun concentratie kan halen, bijvoorbeeld door gekke bekken te trekken.

Spreek af dat dit kind tussen de beelden door mag gaan, maar niet aan ze mag komen.

Laat het kind na twee minuten stoppen en bespreek de oefening na. Wat vonden ze lastig? Hoe lukte het toch om zich goed te concentreren? Hebben ze tips voor elkaar?


Lachen is verboden!

Benodigdheden:

- Geen

Vorm tweetallen. De kinderen zijn een Sint of Piet en gaan tegenover elkaar staan.

Het ene kind trekt gekke bekken en het andere kind probeert zijn gezicht neutraal te houden. Hij mag niet lachen! Lukt het om dit kind toch aan het lachen te krijgen?

Als dit gelukt is, wisselen de kinderen van rol.


Hi hi hi!

Benodigdheden:

- Geen

Iedereen zit in een kring. Een kind is het paard van Sinterklaas. Het paard mag langs iemand strelen, luid hinnikend. De anderen moeten proberen serieus te blijven.

Wie begint te lachen is af en wordt ook een paard. Als een slachtoffer zich serieus kan houden zoekt het paard een ander slachtoffer.


Emotie thermometer

Benodigdheden:

- Een emotie thermometer. Download hier!

Gebruik een emotiemeter om kinderen die hun gevoelens slecht kunnen verwoorden te leren herkennen in welke fase van kalmte of boosheid zij zitten.

 

Zelfbeeld/zelfvertrouwen

Wat kun je al goed en waar wil je beter in worden?

Benodigdheden:

- Een leertrap of een afbeelding van een dak

- Een afbeelding van een Piet

Vraag de kinderen waar Pieten goed in zijn.

Waar is de paardenpiet goed? En de Bakpiet? En de klimpiet? En de Wegwijspiet?

Waar zijn ze nog niet zo goed in. Hoe komt dat? Is dat erg?

Vraag nu aan de kinderen wat ze al goed kunnen en waarom ze dat vinden.

Bijvoorbeeld: Ik ben goed in voetbal, want ik kan heel hard schieten.

Hoe komt het dat ze hier zo goed in zijn geworden?

Daarnaast bedenken ze ook een kracht die goed bij hen past en waar we in de klas wat aan hebben zoals: behulpzaam zijn, goed kunnen uitleggen of dingen oplossen.

Zijn er ook kinderen die kunnen vertellen waar het andere kind volgens hen goed in is?

Laat ze ook vertellen over waar ze beter in zouden willen worden.

Hoe zou je daar beter in kunnen worden?

Wat denk je dat beter helpt: als je tegen jezelf zegt dat je iets niet kan of als je zegt: IK KAN HET!? Ook als het dan nog niet lukt voelt het in ieder geval fijner om het te oefenen.

Pieten gebruiken allerlei woorden om hun daden nog meer superkracht bij te zetten.

NOG is ook zo'n superwoord. Luister maar!

"Ik kan het niet", "Dit werkt niet", "Ik weet het niet", "Ik ben hier niet goed in"

"Ik kan het NOG niet", "Dit werkt NOG niet", "Ik weet het NOG niet", "Ik ben hier NOG niet goed in". Laat de kinderen nadenken over het waarom van dit superkrachtige woord en bespreek op die manier op hun niveau het verschil tussen een vaste en een groei mindset.

Maak dit visueel met een leertrap. Steeds zet je met de Piet een stapje dichterbij de hoogste tree van de leertrap.

Variatie: Breid het uit met een kletspot. Schrijf kwaliteiten op kaartjes/briefjes en doe deze in een pot (in ieder geval meer dan het aantal kinderen in je groep). Trek steeds een kaartje uit de pot. Bij wie van de kinderen past deze kwaliteit het beste? Laat de kinderen dit met elkaar bespreken. Kwaliteiten kunnen bijvoorbeeld zijn: Bescheiden, avontuurlijk, gevoelig, eerlijk, blij, enthousiast, behulpzaam, belangstellend, betrouwbaar, geduldig, rustig, lollig, moedig, netjes, sterk, stoer, spontaan, sociaal, een doorzetter, zelfverzekerd, zorgzaam, vriendelijk, aardig, kan goed delen, kan goed samenwerken enz. Leg ze in 'kleutertaal' uit.


Kanjerkaart

Je hebt nodig:

- Een Kanjerkaart.

Kies iedere dag een kanjer van de dag of laat deze door de kinderen kiezen.

Geef deze kanjer een oorkonde, waarop zijn/haar positieve gedrag/eigenschap/daad wordt benoemd.

Tip: Bevestig er een echte Pietenpluim aan!



 

Complimenten geven


Kunstjes

Benodigdheden:

- Een mat

Leg een mat in de klas of in het speellokaal. Om de beurt mogen de kinderen piet zijn en er een ‘kunstje’ op laten zien. Ze kunnen de koprol doen of een grote sprong maken.

Als het eerste kind geweest is, geeft de leerkracht een compliment, bijvoorbeeld: ‘Wat kun jij ver springen, goed gedaan!’ Het kind zegt: ‘Dank je wel’. De kinderen geven vervolgens een compliment aan degene die na hen komt. Ga zo door tot iedereen geweest is.


Dank je wel voor het compliment!

Benodigdheden:

- Muziek

Sinterklaas geeft graag complimentjes. Vraag de kinderen door de klas te lopen op de muziek. Stopt de muziek, dan zoeken ze een maatje dat dichtbij staat. Om de beurt geven ze elkaar een compliment over kleren die ze aan hebben. Bijvoorbeeld: ’Wat heb je stoere schoenen aan!’ Ze antwoorden met: ‘Dank je wel’. Herhaal dit een paar keer.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!







683 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page