site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema school: Klankbewustzijn en geletterdheid

Bijgewerkt op: 18 mei

Het is in een kleutergroep voor het latere lezen en schrijven erg belangrijk om niet te vroeg met letters aan de slag te gaan en eerst het klankbewustzijn spelenderwijs te stimuleren. Kinderen die bewust zijn van klanken en interesse in letters gaan krijgen, kun je vervolgens activiteiten met letters aanbieden. In deze blog vind je suggesties voor kringactiviteiten rondom klankbewustzijn en geletterdheid bij het thema school.



Geheugen (woorden)


BOEM!

Benodigdheden:

- 3 tot 5 voorwerpen (of afbeeldingen) die met school te maken hebben.

Speel in de kring het spelletje “BOEM”. Leg 3-5 verschillende voorwerpen/afbeeldingen in de kring en stuur 1 kind even naar de gang.

In de kring wordt afgesproken bij wel voorwerp er “BOEM” mag worden geroepen.

De kleuter in de gang komt terug en wijst de voorwerpen/afbeeldingen aan en gaat zo op zoek naar het voorwerp dat “BOEM” zal opleveren.


Reeksen herhalen

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

- Eventueel een klassenpop

Oefen het auditief geheugen van de kinderen door bijvoorbeeld twee, drie, vier of vijf woordkaarten van dit thema hardop te benoemen, laat de kinderen deze reeks woorden vervolgens herhalen en daarbij de genoemde kaarten in de juiste volgorde neerleggen.

Variatie: De handpop zegt rijtjes woorden (3-5) of zinnen (4-7 woorden) op die de kinderen moeten nazeggen.


Coöperatief leren

Benodigdheden:

- Geen

Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen.

Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen. Maak tweetallen.

Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die met school te maken hebben en het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.


Welk woord is er niet genoemd?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

Leg een reeks van een aantal woordkaarten van dit thema neer en noem er eentje niet op. Welk woord heb je niet gehoord? Wijs het aan!


Spel: Welk woord heb jij?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

De kinderen bestuderen hun kaart en leggen deze daarna omgekeerd onder hun stoel. Noem nu steeds een kaart op.

Het kind met de genoemde kaart gaat bij het horen van zijn kaart staan.

Het wordt lastiger als je de kinderen een aantal keer van kaart of van plaats laat wisselen.


Het ontbrekende woord

Benodigdheden:

- Woordkaarten

Zeg twee maal dezelfde reeks woorden op, maar laat de tweede keer een woord weg.

Horen de kinderen welk woord je hebt weggelaten?

Bijvoorbeeld: juf-school-tas-fruit/juf-tas-fruit


Hetzelfde woord

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds een rijtje van vier-zes woorden achter elkaar.

Welk woord heb je twee keer gehoord?

Bijvoorbeeld:

  • Juf-school-juf-tas

  • stoel-blokken-pop-blokken

  • Juf-meester-klas-juf-stoel


Ik ga naar school en ik neem mee...

Benodigdheden:

- Geen

Speel het spel of een variatie op het spel: Ik ga op reis en ik neem mee...

Hoeveel woorden kunnen de kinderen onthouden?

Tip: Voeg elke keer een beweging of een extra geluid (gemaakt met eigen lijf) toe, passend bij het genoemde woord. Probeer de groeiende opsomming aan het eind van het lied ritmisch op te noemen door duidelijke accenten in de woorden te leggen waardoor een cadans ontstaat; Het onthouden van geluiden wordt makkelijker wanneer deze gekoppeld worden aan echte voorwerpen die in de kring liggen of afbeeldingen ervan.

 

Geheugen (zinnen)


Meervoudige opdrachten

Benodigdheden:

- Geen

Geef de kinderen een meervoudige opdracht die ze uitvoeren in het lokaal, zoals: loop op je tenen naar een raam, ga daar zitten op de grond en kruip terug naar de kring.

De kinderen voeren de opdracht daarna uit.

Begin met tweevoudige opdrachten en breid dit daarna uit naar meer.

 

Discriminatie (letters)


Een beginklank verkennen

Benodigdheden:

- Een vel papier

- Een stift

Bied een letter aan: Bijvoorbeeld de S van school

Schrijf deze letter op een vel papier en verken de klank.

Variatie:

  • Hoe ziet deze klank eruit? Geef de kinderen een spiegel en laat ze naar zichzelf kijken.

  • Verken de klank door de hand op de hals te leggen. Vraag de kinderen of ze iets voelen. Wat voelen ze? Voelen ze dit ook bij andere klanken?

  • Knijp in je neus. Hoor je de klank nu nog?

  • Zet je lippen op elkaar. Kun je de klank nu nog steeds maken?

  • Houd je hand een stukje van je mond en zeg de klank. Wat voel je?

  • Hoe ziet je mond er eigenlijk uit wanneer je deze klank maakt?

  • Wat gebeurt er als je deze klank bij een spiegel of tegen een raam maakt?

  • Kunnen de kinderen de letter met hun handen of zelfs met hun hele lichaam maken?

  • Wie weet hoe deze letter eruit ziet? Benoem de vorm van de letter.

  • Schrijf de letter een aantal keren in de lucht, op elkaars rug, op de grond enz... en spreek daarbij steeds de klank uit.

  • Wie heeft deze letter in zijn naam?

  • Hoe zou je heten als we de aangeboden letter voor je naam plakken?

  • Loop de letter!


Letterwoordveld

Benodigdheden:

- Een vel papier

- Twee stiften in verschillende kleuren

Maak een woordveld rondom de aangeboden (begin-)letter.

Kunnen de kinderen meer woorden met deze letter bedenken?

Schrijf de woorden op een vel papier. Geef de letter een andere kleur of onderstreep ze. Laat kinderen tijdens de werkles tekeningen bij de woorden maken.

Variatie: Bedenk allerlei woorden met deze letter en schrijf ze op een briefje.

Deel de briefjes daarna uit en laat de kinderen er een prop van maken.

Tel af en laat ze de proppen omhoog gooien. Daarna gaan de kinderen door de klas lopen. Steeds wanneer de leerkracht in de handen klapt, raapt iedereen een prop van de grond.


Reactiespel

Benodigdheden:

- Geen

Noem een rijtje klanken achter elkaar op. De kinderen moeten gaan staan als ze de afgesproken letter, bijvoorbeeld de 's' van school horen.


Ik ken jou

Je hebt nodig:

- Geen

Ga de kring rond met een aanwijsversje: 'Ik ken jou (wijs een kind aan). Jij heet Vera.

Vvvvvera begint met vvv'. Vera mag vervolgens een ander kind aanwijzen, de naam noemen en de beginklank van de naam.


Ik heet

Benodigdheden:

- Kaartje met de beginletter van je naam

Laat een kaartje met daarop de beginletter van je naam zien. Ik heet....(naam). Kijk dit is mijn letter. Schrijf de beginletter groot op. Zijn er namen in de groep met dezelfde beginletter?

Laat vervolgens andere letterkaartjes zien. Wie herkent de beginletter van zijn eigen naam? Hoe klinkt die letter?


Post it!

Benodigdheden:

- Post it's met daarop de aangeboden letter

Geef elk kind een post it met de aangeboden letter. Bijvoorbeeld de 'S' van school.

Laat de kinderen rondlopen door de klas en op zoek gaan naar een voorwerp, die begint met deze letter. Daar plakken ze hun post it op. Bespreek de vondsten. Laat de zelfklevende briefjes een paar dagen zitten.


Speuren naar de letter S van school

Benodigdheden:

- Een tekst (bijvoorbeeld een liedje) op een groot papier

- Stiften

Schrijf de tekst op het papier.

Laat de kinderen de afgesproken letter zoeken en deze met een kleur onderstrepen.

Lees de tekst daarna hardop voor en benadruk daarbij die letter.


Ik zie, ik zie...:

Benodigdheden:

- Geen

Ga in de klas op zoek naar voorwerpen met een bepaalde beginklank en verzamel ze.

Verzamel ze op een lettertafel.

Variatie: Speel het spel 'Ik zie, ik zie wat jullie niet zien en het begint met de letter S van school'

Voorwerpen bij beginklanken zoeken

Benodigdheden:

- Een fotocamera

Ga in de klas op zoek naar voorwerpen die beginnen met de aangeboden klank, bijvoorbeeld de 's' van school en verzamel ze of laat ze spullen van thuis meenemen. Leg de beginletter erbij. Maak hier foto's van voor de lettermuur of lettertafel.


Woordkaarten

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

Laat een woordkaart zien en horen.

De kinderen benoemen de beginklank.

Je kunt dit eenvoudiger maken door de keuze te beperken en te vragen:

Begint dit woord wel met de “(letter)” of niet?

Of noem een beginklank en laat de kinderen een woordkaart zoeken die daarbij hoort. Vraag de kinderen ook eens welke klank zij achteraan horen.


Beginrijm

Benodigdheden:

- Geen

Zeg een paar woorden met de eerste letter langgerekt. Stel de kinderen daarbij de vraag:

  • Hoeveel woorden hoor je? (herhaling)

  • Welke letter / Wat hoor je steeds bij elk woord hetzelfde?

  • Hoeveel keer hoor je die letter?

Breid het aantal woorden uit als het goed gaat.

Bijvoorbeeld:

  • B: bbbboek, bel, bord, bus

  • J: jjjjuf, ja, janken

  • M: mmmmeester, map, molen

  • S: sssschool, sik, slang, snoei


Een letter in de lucht

Benodigdheden:

- Letterkaartjes van een bepaalde letter, bijvoorbeeld de 's'van school, voor ieder kind eentje.

- Andere letterkaartjes

Leg de letters op de tafel.

Laat de kinderen allemaal een kaartje zoeken met dezelfde letter als op hun kaartje.

Zeg vervolgens woordjes. Als deze met de letter op hun kaartje beginnen, dan steken ze hun letterkaartje in de lucht. Kennen zij nog meer woordjes met deze letter?


Woorden tekenen

Benodigdheden:

- Een papier

- Een stift

De kinderen gaan in tweetallen of groepjes woorden bedenken waarin ze de afgesproken letter horen. Bijvoorbeeld de 's' van school. Ze tekenen deze.

Schrijf het woord onder de tekeningen en geef deze een andere kleur.


Welke hoort er (niet) bij?

Benodigdheden:

- Een groot vel papier

- Een stift.

Verzamel een aantal voorwerpen die beginnen met een bepaalde letterklank. Bijvoorbeeld de 's ' van school

Laat een kind naar de gang gaan en leg er een voorwerp bij die niet met deze letter begint. Kan het kind raden welke er niet bij hoort? Met welke klank begint deze wel dan?

Variatie 1: Noem steeds een rijtje woorden met dezelfde beginletter.

Spreek deze overdreven uit. Kunnen de kinderen vertellen waarom deze bij elkaar horen? Bijv. Kleur-krant-kop-kist.

Variatie 2: Welk woord hoort er niet bij? Zet er een woord tussen die er niet bij past.

Ter controle kunnen de woorden op een groot vel papier geschreven worden.


Bewegende letters

Benodigdheden:

- Geen

Verzin allerlei bewegingen bij een klank die de kinderen kunnen uitvoeren.

Bijv. bij de letter S van school: stampen, springen, staan, stuiteren enz,


Bedenk een naam!

Benodigdheden:

- Geen

Laat de kinderen namen bij een afgesproken letter bedenken die met diezelfde beginletter beginnen, bijv. bij de M van meester Maarten Meester, Mondriaan Meester, bij de J van juf Juultje juf, Johanna juf enz.



Dezelfde letter in een reeks woorden

Benodigdheden:

- Geen

Noem steeds een rijtje van drie woorden, waarbij de begin-/midden- of eindklank hetzelfde is. Horen de kinderen welke dat is?

Bijv.

School-schaar-juf

Meester-marmot-map

Juf-suf-duf


Liedje

Benodigdheden:

- Geen

Zeg de tekst van een liedje zin voor zin. Bedenk welke woorden met een afgesproken klank beginnen. Bijvoorbeeld: de 's' van school. Probeer het liedje te zingen zonder deze woorden uit te spreken of start met één woord dat wordt weggelaten en breid dit later uit.


Welus/nietus

Benodigdheden:

- Geen

De leerkracht noemt een letter. Bijvoorbeeld: de 's' van schoolVervolgens noemt de leerkracht een woord.

Zit de letter in dit woord? Dan mogen de kinderen op hun stoel gaan staan.

Zit de letter niet in het woord, dan gaan of blijven de kinderen zitten.


Wat is het?

Benodigdheden:

- Voorwerpen die met school te maken hebben met verschillende beginletters.

Eén kind verlaat de klas. In het midden van de kring liggen een aantal voorwerpen, die met school te maken hebben. Spreek er eentje af. Met welke letter begint deze?

De kinderen zeggen de letter van het bewuste voorwerp als het kind binnen komt.

Weet het kind welk voorwerp hij/zij moet pakken.

Variatie: Met een blinddoek en voelen.


Welk woord begint met een...?

Benodigdheden:

- Geen

Noem steeds twee woorden. Welk woord begint met de afgesproken letter?

Bijvoorbeeld: de 's' van school


Rijmwoorden

Benodigdheden:

- Geen

Laat kinderen rijmwoorden bedenken die steeds met een afgesproken letter beginnen.

Bijvoorbeeld: de 's' van school: skok-stok, klas-sas, juf-suf


Een verhaal

Benodigdheden:

- Voor ieder kind een letterkaartje van bijvoorbeeld de letter 's' van school.

Vertel een verhaal. Steeds wanneer de kinderen een woordje met de letter s horen (verleng deze klank duidelijk) steken ze hun letterkaartje in de lucht.


Cirkels

Benodigdheden:

- Een klassenknuffel

- Gekleurde vouwcirkels

Leg de cirkels achter elkaar in de kring en zet de knuffel voor de eerste cirkel.

Laat de kinderen woorden met een bepaalde klank bedenken en verplaats de knuffel voor elk juist woord een cirkel verder. Bijvoorbeeld: de 's' van school.

Ga door totdat de knuffel bij de laatste cirkel is.


Een rugtekening

Benodigdheden:

- Letterkaartjes van de letter 's' van school

Laat de kinderen een afgesproken letter op elkaars rug tekenen.


Neuriën

Benodigdheden:

- Geen

Zing een bekend lied door het te neuriën in een bepaalde letterklank en laat de kinderen raden welk lied het is. Bijvoorbeeld: de 's' van school. Laat hierna een kind een lied neuriën. Kan de groep het raden?


De letterdief

Benodigdheden:

- Geen

Er is een letterdief in de school geweest. Hij heeft alle letters sss gestolen.

Noem een paar spullen op, maar laat de sss-klank weg. Kunnen de kinderen raden over welk spullen het gaat? Bijvoorbeeld: .chaar-ja.-ta.- kwa.st.

Variatie: De letterdief heeft een heleboel letters gestolen en er stiekem een s voor teruggelegd. Vervang de eerste letters van producten en laat de kinderen raden welk product er wordt bedoeld:. Bijvoorbeeld: sleurpotloden, srentenbollen, seer, sananen en sannenkoeken.


Tongbrekers

Benodigdheden:

- Geen

Oefen tongbrekers met de kinderen:

Bijvoorbeeld: de 's' van school: Ik schrijf scheef in mijn schrift.

De kinderen zeggen de volgende tongbrekers na. Hoeveel woorden horen ze in iedere zin? Met welke letter beginnen veel woorden in iedere zin? Hoeveel keer horen ze die letter? Welke woorden in de zin beginnen met een andere letter?

 

Discriminatie (woorden)


Spel: Wie heeft het woord?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

Ieder kind heeft een woordkaart, behorende bij dit thema, in de hand. De leerkracht verzint een verhaal met de woorden op deze woordkaartjes. Zodra hij/zij een woord noemt wat bij iemand op het kaartje staat, moet diegene het kaartje in de lucht steken.


Hetzelfde woord

Benodigdheden:

- Geen

Noem steeds een rijtje met vier woorden. Horen de kinderen welk woord er twee keer is genoemd? Bijvoorbeeld:

Juf - bel - pen - bel


Reactie woorden

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds een rijtje woorden op. Steeds als de kinderen het woord schoolhoren klappen zij in hun handen. Bijvoorbeeld:

  • School - map - klas- school - school- juf-meester-tas - school - fruit - school.

Variatie: Lees een stukje uit een boek voor. Vraag de kinderen elke keer dat zij een afgesproken woord horen om hun hand op te steken.

Dit zorgt ervoor dat kinderen naast het kunnen luisteren naar de inhoud van het verhaal, ook gaan luisteren naar speciale woorden en klanken.


Hetzelfde woord in twee zinnen

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds twee zinnen met hetzelfde woord over school erin.

Horen zij hetzelfde woord in twee zinnen?

 

Eerste/middelste/laatste


Eerst-middelste-laatste letter of woord

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

Noem steeds een kort woord (bij voorkeur met drie letters).

Wat was de eerste/middelste/laatste letter?

Noem steeds drie woorden van de woordkaarten.

Wat was het eerste/middelste/laatste woord?


Eindklank

Benodigdheden:

- Geen

Noem woorden met dezelfde eindklank en vraag de kinderen welk stukje van het woord hetzelfde klinkt. Weten de kinderen zelf nog meer woorden die daarmee eindigen?

Bijvoorbeeld:

Leesboek - kookboek - kleurboek - telefoonboek

Schoolgebouw - bioscoopgebouw - brandweergebouw

Schoolbel - fietsbel - neusbel


Welke letter is er veranderd?

Benodigdheden:

- Geen

Verander de eerste, de middelste, of de laatste letter van woorden die met school te maken hebben. Weten de kinderen welk woord je bedoelt? Maak bijvoorbeeld van het woord juf het woord jut. Welk woord wordt bedoeld? En welke letter is veranderd?


Een letterslang

Benodigdheden:

- Stroken papier

- Een stift.

Dit is een moeilijke activiteit.

Maak met de kinderen een slang van woorden. Begin bijv. met het woord 'juf'

Vraag de kinderen welke klank je bij 'juf' achteraan hoort. Bedenk samen een woord dat met deze klank begint, bijvoorbeeld 'fruit'. Vraag de kinderen wat de laatste letter van 'fruit' is en bedenk een woord dat met de 't' begint. Schrijf de woorden op een lange strook papier, zodat de kinderen kunnen zien dat de eind- en beginklank telkens hetzelfde zijn.

Ga door tot de kinderen geen woorden meer weten of maak de opdracht moeilijker door bijv. af te spreken dat het bijv. alleen dierennamen mogen zijn.

Variatie: Speel het spel ook eens met de naamkaartjes van de kinderen.


Middenklank

Benodigdheden:

- Geen

De klank is …..(spreek een klank af). Wie weet er een woord waar die klank in zit?

Laat de kinderen een paar woorden met die klank bedenken. Zeg: 'Ik zeg nu allerlei woorden: sommige met een …(een bepaalde klank) in het midden, in andere woorden hoor je een andere klank. Ga staan (o.i.d.) als je de afgesproken klank hoort.

Bijvoorbeeld:

A: zandbak - kar - kapstok - tas - verf - jas - map - bakje - kwast- pen - klas

E: verf - juf - pen - tellen - rek

I: kring - knippen - klas

O: poppenkast - bakje - pop- verfbord - blokken - liniaal - klok - kapstok - schommel

U: juf - school - puzzel - puntenslijper

AA: schaar - rekenen - tafel - gymzaal - rood - liniaal - kralenplank

EE: meester - rekenen - stoel - tekenen - Lego - beker -penseel

EU: kleuren - bouwen

OO: school - klas - map- rood - potlood - noot

OE: boek - hoek - map - stoel

OU: bouwhoek - pen

UI: huishoek - poppenhuis - Lego

EI/IJ: klei - huishoek - plein - glijbaan

 

Rijmen


Zelf rijmwoorden bedenken

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

Laat de kinderen rijmwoorden verzinnen bij de woordkaarten van dit thema.

Kies bij voorkeur voor eenlettergrepige woorden.


Zinnen afmaken

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen maken rijmzinnen over school af. De zin wordt langzaam voorgelezen.

Het laatste woord moeten de kinderen aanvullen.


Een rijmkroon

Benodigdheden:

- Een kroon (of hoed)

Geef een kroon of hoed de kring rond. Vraag de kinderen op woorden te rijmen.

Wie een rijmwoord weet, krijgt de kroon op en noemt zijn rijmwoord.

Gebruik woorden die met school te maken hebben.


Gedichtje

Benodigdheden:

- Geen

Geef de kinderen de opdracht om een kort gedichtje te maken met een schoolwoord, bijvoorbeeld met: juf, klas, boek, bel enz...


Wat hoort er niet bij?

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds drie woorden, waarvan er twee rijmen.

De kinderen proberen te ontdekken welk woord er niet rijmt. Wie kan er zelf woorden bedenken? Bijvoorbeeld:

  • Boek - koek -juf


Rijmen met ...

Benodigdheden:

- Rijmkaarten of woordkaarten

- Fiches of vouwrondjes

- Een klassenknuffel.

Leg een route met steeds 5 fiches of vouwrondjes tussen de afbeeldingen. Vertel de kinderen dat dit de route is die de knuffel aflegt om naar school te komen. Steeds wanneer hij een rijmwoord bij de afbeelding die hij tegenkomt kan verzinnen mag hij een fiche of vouwrondje verder. Bijv. Map: sap-grap-flap-tap-knap. Vervolgens komt de knuffel bij het volgende plaatje waarop hij moet rijmen. Lukt het hem om naar de overkant te komen? Schrijf de rijmwoorden evt. op de vouwcirkels en de afbeeldingen. Kinderen zien dan dat bij rijmen de achterkant van een woordje steeds hetzelfde blijft, maar dat het begin verandert. De knuffel loopt de route ook weer terug, maar nu moeten de kinderen raden waar hij staat. Bv. 'De knuffelwas erg knap en schreef zijn naam in een .... (map)'


Een versje bekijken

Benodigdheden:

- Een versje over school op een groot vel papier

- Een stift

Lees een versje voor. Waar gaat het over?

Bekijk daarna de vorm van het versje. Welke woorden lijken op elkaar?

Zoek de woorden die op elkaar rijmen.

De rijmwoorden worden onderstreept. Wat zien de kinderen bij deze woorden ? Rijmwoorden hebben dezelfde letters op het eind. Vraag de kinderen nog meer rijmwoorden bij deze woorden te bedenken. Deze woorden worden onder elkaar genoteerd. Telkens wordt gekeken of er dezelfde letters zijn en waar die staan.

Variatie: Zien de kinderen woorden in het versje, die lang of kort zijn?

 

Lange en korte woorden


Het langste woord

Benodigdheden:

- Een kleine en een grote afbeelding van een school

Noem steeds twee woorden over school op. Horen de kinderen welk woord het langste is?

Leg de woordkaarten ervan bij een kleine afbeelding van een school (korte woorden) en een grote afbeelding (lange woorden).

Bijvoorbeeld: School-schooldeur

Bord-krijtjes

Potlood-kleurpotlood

Prikpen-prikmatje

Kar-schoolplein

School-schoolgebouw

Meester-juf

Bal-zandbak

Zand-zandtafel

Pop-Poppenkast


Wat hoort er niet bij?

Benodigdheden:

- Geen

Zeg steeds drie woorden, waarvan er twee kort zijn.

De kinderen proberen te ontdekken welk woord er lang is.

  • Boek - juf - schoolgebouw

 

Lange en korte zinnen


De langste zin

Benodigdheden:

- Geen

Noem steeds twee zinnen over school op. Horen de kinderen welk zin het langste is?


Zinnen verdelen in woorden

Benodigdheden:

- Groot vel papier

- Stift

- Blokjes en /of hoepels

Zeg zinnen over school en laat de kinderen evenveel blokjes neerleggen of stappen zetten (leg bijv. hoepels neer en laat ze van hoepel naar hoepel gaan).

Schrijf de zin daarna op en laat de kinderen de zin verdelen in woorden.


De zin wordt steeds langer

Benodigdheden:

- Groot vel papier

- Stift

Schrijf het eerste stukje van een zin op en maak deze steeds langer.

Bijvoorbeeld:

De juf/ leest/ uit een boek.

 

Letters, woorden en zinnen


Het verschil tussen een letter, woord en zin

Benodigdheden:

- Stroken met de zin "de juf leest voor"

- Stroken met het woordje "juf"

- Stroken met de letters "j", "u"en "f"

Leg de stroken in de kring en geef de kinderen opdrachten als: pak de letter j, pak het woordje "juf", pak de zin "de juf leest voor"

 

Analyse/synthese


Maak de zin af

Benodigdheden:

- Geen

Zeg een zin over school met één woord in stukjes. De kinderen raden wat er gezegd wordt.

Bijvoorbeeld: De b-e-l gaat.

Begin met mk-k-mk woorden. Later kun je dit uitbreiden naar mk-mk-k-mk-mk woorden.

Een vervolg activiteit hierop kan zijn; alleen het losse woord herkennen.


Klanken springen

Benodigdheden:

- Drie hoepels

Zeg steeds een woord over school dat bestaat uit drie klanken en laat een kind in de hoepels springen, terwijl hij de klanken benoemt. Wissel af en toe ook van rol, laat het kind woorden met drie klanken bedenken en spring dan zelf.

Gaat het goed, gebruik dan meer hoepels en langere woorden.

Bijvoorbeeld:

Juf

Map

Jas

Tas

Pop


Wie van de drie?

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

- Een knuffel

De knuffel gaat naar school. Wat neemt hij mee?? Leg drie woordkaarten in de kring en hak een van de woorden in stukjes. Vraag de kinderen welke woordkaart daar bij hoort.

een van de kinderen krijgt de knuffel op schoot. Laat hem/haar de juiste kaart weghalen en leg een nieuwe woordkaard op de plek. Zeg nu het volgende woord in stukjes en geef de knuffel weer aan iemand anders. Ga door totdat de knuffel genoeg heeft gegeten.


Woorden hakken en plakken

Benodigdheden:

- Woordkaarten, thema school

- Dopjes of cijferkaarten

Klap de woorden op de woordkaarten, in lettergrepen en laat de kinderen raden welk woord het is. Gebruik hier alleen de klankzuivere woorden voor. Laat de kaarten daarna bij het juiste aantal leggen. Dit kunnen bijvoorbeeld dopjes of cijferkaarten zijn (of houd het simpeler en laat ze sorteren op lange of korte woorden).

Draai het ook eens om en laat de kinderen de lettergrepen weer verbinden tot woorden of vraag om een kaart waarbij je bijv. twee keer moet klappen.


Wat/wie is het?

Benodigdheden:

- Leg een aantal voorwerpen, die met school te maken hebben, in de kring.

Zeg één van de woorden in losse klanken, de kinderen raden om welk voorwerp het gaat.

Variatie: Je kunt de voorwerpen ook door woordkaarten vervangen.


InstrumenTAAL

Benodigdheden:

- Geef elk kind een instrument.

Noem een woord over school laat de kinderen dit woord in klankgroepen spelen.

Voor elke klankgroep spelen ze een keer op hun instrument.

Varieer door de instrumentgroepen om de beurt te laten spelen, door kinderen alleen te laten spelen en door te spelen zonder het woord hardop te zeggen.


Welk woord klap ik?

Benodigdheden:

- Een touw

Leg het touw op de grond zodat er twee vakken ontstaan. Hak een woord in stukjes. Bijvoorbeeld: "Kleurpotlood". Spreek met de kinderen af, dat je een woord in stukjes gaat klappen. Als ze denken dat je "stift" hebt geklapt gaan ze in het ene vak staan (wijs dit aan), als ze denken dat je "Kleurpotlood" hebt geklapt dan gaan ze in het andere vak staan. Variatie: Noem twee woorden; een lang woord en een kort woord en klap er eentje in stukjes zonder het woord te zeggen. De kinderen moeten in het bijbehorende vak gaan staan. Bied ook eens twee woorden aan die even lang zijn (en laat de kinderen ontdekken dat beide vakken dus goed zijn).


Samengestelde woorden

Benodigdheden:

- Geen

Zeg tegen de kinderen: 'Het woord is school. Ik plak daar het woord juf achter.

Dan wordt het ...?' Laat de kinderen de woorden vastplakken.

Kunnen ze ook een ander woord aan 'school' vastplakken?

Of moeilijker: 'Ik zeg 2 woorden: -juf en -boeken. Welk woord kan er voor beide woorden geplakt worden om een nieuw, lang woord te maken?'

Woorden, die je kunt gebruiken:

  • Boeken: -bal,-kast,-legger,-rek,-tas,-worm

  • School: -bel,-boeken,-bord,-bus,-dag,-fotograaf,-gebouw,-juf,-meester,-reis,-tas,-vak

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.

.



173 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page