site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Thema post: Gymles

Bijgewerkt op: 3 mei

In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema post.



Loopvormen


Kruip in de rol van een postbode

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn allemaal een postbode en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.

Sluit bijvoorbeeld aan op je thema. Kruip vervolgens met allerlei beweegopdrachten in de rol van...

  • Wakker worden. Ze rekken zich eerst goed uit en starten de dag met ochtendgymnastiek.

  • Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen

  • Lopen als een postbode, zijwaarts, achteruit

  • Lopen en stilstaan (op 1 voet, op handen voeten, op 2 handen en 1 voet enz...)

  • Lopen en stilzitten

  • Lopen en stil liggen (op je buik of rug)

  • Op je tenen staan (en daarna lopen of rennen)

  • Op je tenen lopen (en daarna lopen of rennen)

  • Sluipen

  • Op 1 been staan

  • Huppelen

  • Hinkelen, want je hebt je teen gestoten

  • Kruipen

  • Over slootjes springen op twee voeten

  • Over hekjes klimmen,

  • Fietsen

  • Zware tassen tillen

  • Post oprapen die gevallen is

  • Hoge en lage brievenbussen

  • Rennen voor de waakhond en en omkeren (wendbaar zijn)

  • Springen in een jute postzak (alleen of met z'n tweeën met elk een been in de zak

  • Slapen

Deze loopvormen worden in alle richtingen gedaan zodat de kinderen ook leren wat vooruit, achteruit, zijwaarts, links en rechts is. Ondertussen gooien we steeds post in brievenbussen op een signaal (trommel) van de leerkracht.

Sommige brievenbussen staan hoog, anderen laag.

Varieer het ritme, aangepast aan de beweging die je van de kinderen vraagt.


Reactie spel

Benodigdheden:

- Geen

Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.

Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.

De kinderen zijn postbodes. Aan de ene kant van de grens is de brievenbus en aan de andere kant is het sorteercentrum. Als de jij 'brievenbus' zegt moet iedereen naar de brievenbuskant springen.

Als jij 'sorteercentrum' zegt, lopen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'post' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk stil gaan staan.


De route van de postbode

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan in tweetallen staan. Het ene kind achtervolgt het andere kind (de postbode).

Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer.

Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.


Niet botsen!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen rijden zonder te botsen rond in hun postwagen.


Training

Benodigdheden:

- Geen

In een sorteercentrum werken sorteerders. Om ook zo’n goede sorteerder te kunnen worden, gaan we een sorteertraining doen. Begin met wat rek- en strekoefeningen.

We leggen post in het bovenste rek, helemaal onderin…enzovoort.


Post

Benodigdheden:

- Een trom

- Kaarten

De kinderen zijn postbodes en hebben een kaart in hun pootje.

Ze lopen op het ritme van de trom door de gymzaal.

Als de trom stopt voeren zij een opdracht uit:

  • Leg het kaartje op de grond (of bij een huisnummer, die je verspreid hebt over de zaal)

  • Ruil je kaart met een andere eekhoorn

  • Ga liggen en leg de kaart op je buik

Enzovoort.

 

Stoeien en contactspelletjes


Fietsen

Benodigdheden:

- Geen

Een kind (de postbode)gaat op de rug van een lopend of kruipend kind zitten (de fiets).

De fiets rijdt een stukje of een parcours met het kind op zijn rug.


Follow the postbode!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen lopen in tweetallen door de ruimte. Het ene kind is de postbode en leidt het andere kind, eventueel langs een parcours, door de handen op de heupen of schouders te leggen.


Luchtpost

Benodigdheden:

- Geen

Een kind ligt op de rug en een ander kind ligt als een vliegtuig op zijn buik op de onderbenen van het andere kind.

Tikspelen


Kaartje leggen

Benodigdheden:

- Een kaart of pakketje

Verander 'Zakdoekje' in een kaart of postpaket. De kinderen in de kring zitten op de grond. De postbode loopt rond met een kaart of postpakketje. Bij: hier leg ik mijn postpakketje neer, legt de postbode het pakket achter iemand neer en rent weg. De postbode mag getikt worden door diegene waar het pakket lag.


Brievenbustikkertje

Benodigdheden:

- Een mat

Verander een mat in een brievenbus

Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag! Een kind is de postbode en probeert zoveel mogelijk brieven te verzamelen.


Rooftocht

- Een brievenbus met kaarten

Een kleuter staat in een grote cirkel met een brievenbus. Hij is de postbode.

De andere kleuters staan in een eigen kleine cirkel een paar meter hier vandaan.

Zij proberen de post te stelen en in hun eigen cirkel te leggen. Worden ze de door de postbode in de grote cirkel getikt, dan moeten ze alle post weer terugleggen. Wie heeft aan het eind de meeste post gestolen?


Winkelwagentikkertje

Benodigdheden:

- Twee matten

Een van de kinderen is de postauto en probeert zoveel mogelijk post te verzamelen door de kinderen te tikken. De andere kinderen zijn de post en rennen rond.

Als ze getikt zijn, gaan ze in het midden op twee matten (het postsorteercentrum) zitten.

Op een afgesproken teken stopt het spel en kan de leerkracht samen met het kind dat de postauto was, de post tellen.


Postbode, word eens wakker!

Benodigdheden:

- Een mat

- Een deken

Er ligt een postbode t te slapen in zijn bed (ligt op mat), maar hij moest al lang de post gaan bezorgen.

De andere gaan sluipend naar hem toe en trekken de deken stilletjes van hem af.

De postbode wordt wakker en is boos!

Hij probeert de kinderen te pakken voor ze terug thuis zijn!


Postbode, hoe laat is het?

Benodigdheden:

- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker

Een van de kinderen speelt voor postbode en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Postbode, postbode,, hoe laat is het?' De postbode antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting de postbode. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. De postbode kan onverwacht ook roepen: 'Het is bezorgtijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van de kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende postbode.


De postdieven

Benodigdheden:

- Pakketjes

Een kind is de pakketbezorger en staat in het midden van de zaal op een mat.

De andere kinderen zijn de dieven en staan in een hoepel, op afstand van de mat.

Zij moeten proberen zoveel mogelijk pakketjes naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de pakketbezorger. Wie getikt wordt is af.


Het postbodetikspel

Benodigdheden:

- Een mat

- Kaarten

Op het postkantoor (een mat) slaapt de postbode. De kinderen willen zijn post weghalen.

De postbode wordt echter wakker en probeert de kinderen te tikken.

 

Estafette


Blokkenestafette

Benodigdheden:

- Enveloppen of pakketjes, per team 10

Verdeel de klas in groepjes. Welk groepje brengt als eerste 10 brieven of pakketjes naar de overkant (en stapelt een toren met de pakketjes?)


Postestafette

Benodigdheden:

- 6 tafels

- 2 brievenbussen (maak deze van een doos)

- Enveloppen

- Stickers (de postzegels)

- Stempels

In de gymzaal staan 2x3 tafels en tussen tafel 2 en 3 staat een brievenbus.

Verdeel de klas in 2 (of meer) groepen, geef de voorste kinderen een envelop.

Bij de eerste tafel moeten ze een postzegel op de envelop plakken, bij de tweede tafel moet er een stempel op de zegel, dan posten in de brievenbus, bij de derde tafel moeten ze een nieuwe envelop pakken, terug lopen naar de rij en de envelop aan de volgende persoon geven. Wie is er als eerste klaar?


Kaartenrace

Benodigdheden:

- 5 Matten

- Gekleurd papier

- Kaarten

- Enveloppen

- Stickers

Er liggen 5 matten in de gymzaal. Bij alle matten ligt een gekleurd papier. Deze matten zijn brievenbussen, de kinderen zijn de brieven, kaarten of postzegels. Vertel de kinderen, dat ze nu even geen kinderen meer zijn, maar post. Post moeten natuurlijk gepost worden en we willen het liefste dat het zo snel mogelijk aankomt. De matten zijn de brievenbussen. Deel de groep in drieën. De ene groep geef je kaarten, de andere enveloppen en nog een andere groep postzegels (stickers). Deze moeten de kinderen vasthouden en helpt ze onthouden bij welk groepje ze horen. Geef eerst een voorbeeld. Als ik, (noem een naam), zeg alle enveloppen naar de gele brievenbus, waar moeten alle enveloppen dan naartoe?

We gaan nu een kaartenrace doen. De kinderen staan aan de ene kant van de zaal bij hun groepje. Aan de andere kant van de zaal liggen matten. Het is de bedoeling dat zo veel mogelijk kaarten in de brievenbus (de mat) verdwijnen. Vertel de kinderen dat ze nu allemaal postbodes zijn en zo veel mogelijk kaarten naar de brievenbus moeten brengen. Maar er mag maar 1 postbode lopen met 1 kaart. Pas als de ene postbode de andere aangetikt heeft, mag de andere gaan lopen. Als je in jouw handen klapt, gaan de kinderen allemaal op de grond zitten en kijken welke brievenbus de meeste kaarten heeft.

Welke groep heeft de snelste postbodes?


Samenwerken

Benodigdheden:

- Een klein voorwerp (bijvoorbeeld een potlood of een kaart)

Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen.

Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?

Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen


Samen zaklopen

Benodigdheden:

- Zakloopzakken.

Twee kinderen stappen samen in een postzak. Het ene kind met het rechterbeen en het andere kind met het linkerbeen. Zo leggen ze een parcours af.


Postbode op de fiets

Benodigdheden:

- Geen

Elk team bestaat uit een postbode en een aantal fietsen. Er is een route voor de postbode uitgezet. Op een startsein springen de postbode op de fiets (rug van een ander kind), die de postbode zo snel mogelijk naar de andere kant brengt. Daar springt de postbode van zijn fiets en rent zo snel mogelijk terug naar de volgende fiets. Welke postbode bereikt als eerste op alle fietsen het eindpunt?


Post ophalen

Benodigdheden:

- Brievenbussen

- Kaarten

Aan de ene kant van de gymzaal ligt een stapel kaarten.

Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met 1 kaart in de hand naar de brievenbus lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start. Welk groepje verzamelt de meeste post in een minuut?


Doorgeefspel

Benodigdheden:

- Een klein voorwerp, passende bij het thema post, bijv. een kaart

- Hoepels

Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het voorwerp onder hun benen door.

Welke groep legt het voorwerp het eerste in de hoepel?

Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.


Pakjes bezorgen

Benodigdheden:

- Blokken

Maak vier groepen. Zet elke groep achter elkaar neer in een rij. Ieder kind van het groepje heeft een blok (postpakketje) in de hand. De eerste van de rij rent naar de overkant.

Daar ligt een hoepel. Dit is het huis waar het pakket heen moet.

De kinderen brengen snel het pakket naar de hoepel en rennen terug. Dan mag de volgende een pakje bezorgen. Welke rij heeft het eerst alle pakjes bezorgd?


Balanceren

Je hebt nodig:

- Een voorwerp, passende bij je thema, bijvoorbeeld een kaart

De kinderen lopen in tweetallen met het voorwerp op hun rug of hoofd een route.

Wie kan dit zonder het voorwerp te laten vallen?

 

Balvaardigheid/algemeen


Een pakketje doorgeven

Benodigdheden:

- Een bal

Verdeel de klas in groepjes van 3-5 kinderen. Probeer de groepjes even groot te maken.

De kinderen gaan achter elkaar in een rij staan. De achterste geeft de bal over het hoofd door naar degene die ervoor staat. Is de bal vooraan, dan rent de voorste met de bal naar de achterste plek in de rij en geeft de bal opnieuw door.

Op die manier proberen ze zo snel mogelijk naar de andere kant van het lokaal te komen.


 

Balvaardigheid/mikken


Mikken

Benodigdheden:

- Kleine ballen of pittenzakken

- Verander een doos in een brievenbus.

De kinderen proberen hier de kleine bal, een pakketje of een pittenzak in te mikken.

Laat de kinderen op allerlei manieren mikken:

  • Gooien met een hand

  • Bovenhands gooien

  • Onderhands gooien

  • Gooien met twee handen

  • Gooien met je ogen dicht

  • Achterstevoren gooien


Toren

Benodigdheden:

- Heel veel kartonnen pakketjes

- Zachte ballen

Stapel de kartonnen dozen op tot een grote kasteeltoren. De kinderen zijn ridders en gaan een stukje van de toren vandaan staan. Ze proberen met zachte ballen de hele toren omver te gooien. Welke ridder kan dit met de minste aantal worpen?

 

Kleine materialen/pittenzakken


Postauto's

Benodigdheden:

- Pittenzakken

De kinderen zijn postauto's en gaan op handen en knieën zitten met een pittenzak op hun rug. Daarna kruipen ze door het lokaal. Wie lukt dat zonder de pittenzak te laten vallen?


Pittenzak lopen

Benodigdheden:

- Pittenzakken (de pakketjes)

De kinderen leggen een pittenzakje op hun hoofd of rug of een ander lichaamsdeel en lopen zo een stukje. Lukt dit zonder het zakje te laten vallen?

Als het pittenzakje valt bevriezen ze. Een ander kind kan het kind ontdooien door het pittenzakje op te rapen en terug te geven.


Pittenzak werpen

Benodigdheden:

- Pittenzakken

- Een brievenbus

Organiseer een wedstrijd pittenzak werpen. Wie lukt het om de pakketjes in de boodschappenmand te gooien?


Pakketjes

Benodigdheden:

- Pittenzakken, voor elk kind eentje

- Een postzak

Zet de postzak aan de zijkant van de gymzaal, zodat niemand er overheen kan vallen.

De kinderen rennen van de ene kant van de gymzaal, naar de andere kant. Als de kinderen zijn getikt, dan doen ze hun pittenzakje in de brievenbus.

Hoeveel pakketjes kan de tikker verzamelen?


Pittenzakje gooien

Benodigdheden:

- 3 Hoepels (de brievenbussen)

- 3 Pittenzakjes (de pakketjes)

Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakjes.

Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien

Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien?

Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.

 

Kleine materialen/hoepels


Van brievenbus naar brievenbus

Benodigdheden:

- Hoepels

Leg hoepels op de grond, dit zijn de brievenbussen. Er is 1 brievenbus minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een brievenbus, maar één kind staat in het midden.

Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle postbodes een andere brievenbus zoeken.

De postbode die in het midden staat probeert ook een brievenbus te bemachtigen.

Eén postbode blijft over en die moet nu in het midden staan.


In de postauto

Benodigdheden:

- Hoepels

Maak teams. De ene helft van het team staat aan de ene kant van de zaal. De andere helft aan de andere kant van de zaal. Het eerste kind van elk team gaat in een hoepel zitten; met zijn billen in de hoepel en zijn benen ernaast. Op een teken bewegen ze zich voort naar de overkant door de voeten vooruit te zetten en met de billen over de grond te schuiven.

Daar neemt een ander kind van het team de hoepel over om weer terug te schuiven.


Samen in de postauto

Benodigdheden:

- Hoepels

De eerste twee kinderen van een team gaan in een hoepel staan en rennen zo samen naar de overkant. Vervolgens stapt er nog een teamgenoot in en rennen ze met z'n drieën.

Breid dit uit naar vier of eventueel nog meer kinderen. In dit spel moeten de kinderen goed met elkaar afstemmen.


Brievenbushoppen

Benodigdheden:

- Hoepels

Leg een aantal hoepels achter elkaar. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt. Dit zijn de brievenbussen. De postbode gaat van brievenbus naar brievenbus. Spring nu met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel. Ga door tot het einde (en evt. weer terug).


Van brievenbus naar brievenbus

Benodigdheden:

- Hoepels

- Afbeeldingen

Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels. Dit zijn de brievenbussen.

In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?

 

Kleine materialen/overige


Voetenpost

Benodigdheden:

- Een pakketje

Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.

Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind een pakketje tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.

De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.

Lukt het om het pakketje langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?

 

Afsluiting


Daar zat een kleine postbode

Benodigdheden:

- Geen

Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.

Verander het in 'Daar zat een kleine postbode'.


Stiltespel:

Benodigdheden:

- Kaarten

Een kind is postbode en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal kinderen aan die een kaart achter hem gaan leggen. Hoeveel kaarten zijn er bezorgd?

De postdief

Benodigdheden:

- Een hoepel

- Een voorwerp

een kind is de pakketbezorger en zit in een hoepel met een voorwerp achter zich.

Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert het pakketje te pakken.

Als het kind in de hoepel hoort dat het pakketje wordt gepakt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag het pakketje wel aan een ander geven.

Als het pakketje valt, is de dief af.


De postbode is gekomen

Benodigdheden:

- Geen

Dit spel speel je op het liedje "Joepie, Joepie, is gekomen".

Maak een dubbele kring. In het midden loopt de postbode. Die neemt telkens een briefje mee ( dan mag een kind met de postbode meelopen).

Diegene die dan alleen achterblijft, is dan de postbode.


Ra, ra, ra, wie heeft de kaart?

Benodigdheden:

- Een gouden bal of een ander voorwerp

In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.

Zij geven achter hun rug een kaart door. Als het liedje geëindigd is (op de melodie van "Ra, ra, ra, wie heeft de bal, die mooie bal van goud?"), mag het kind raden wie de kaart heeft.


Hoeveel kaarten?

Benodigdheden:

- Voor ieder kind een kaart

- Een blinddoek

Alle kinderen krijgen een kaart. Een kind zit geblinddoekt in het midden, de rest van de kinderen zijn allemaal stille postbodes.

Kan het kind in het midden raden hoeveel kaarten er zijn bezorgd?

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.

.

49 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page