In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema piraten.
Loopvormen
Piratenproef
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn allemaal een piraat en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.
Ze moeten de opdrachten van de kapitein uitvoeren. Voordat ze dit gaan doen moeten ze eerst salueren en zeggen: “Ai ai kapitein.”
Opdrachten kunnen zijn:
Wakker worden. Ze rekken zich eerst goed uit en starten de dag met ochtendgymnastiek.
Lopen als een piraat, zijwaarts, achteruit
Op je tenen lopen, op je tenen over een loopplank (streep) lopen
Sluipen
Huppelen
Hinkelen; Tijdens een gevecht met andere piraten verliest een piraat weleens zijn oog, zijn hand of zijn been. De piraat moet dan net zo lang hinkelen totdat hij een houten been krijgt. Kan jij goed hinkelen? Laat maar zien!
Op 1 been staan
Kruipen
Springen
In het kraaiennest klimmen
Rollen als een ton
Rennen en omkeren (wendbaar zijn)
Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen
Beurtelings je knieën of voeten aantikken
Maak een rij van klein naar groot.
Sterke piraten hebben spierballen. Laat je spierballen maar eens zien.
Til de schatkist van de grond (op en neer squatten)
Hijs de zeilen
Draaien aan het roer, linksom en rechtsom
Schrob het dek
Kijk door een verrekijker
Ga zitten en schommel als een schip heen en weer
Roei naar de wal
Zwemmen
Piraten moeten hele sterke stoere zeebenen hebben. Om hun benen sterk te maken en hun beenspieren te trainen nemen ze 15 hele grote piratenstappen. Varieer het aantal stappen.
Slapen
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
Gevaar!
Benodigdheden:
- Een handtrom
De kinderen zijn piraten. Ze lopen, rennen, huppelen, hinkelen enz... in het rond.
Als de leerkracht op de trommel slaat is er gevaar en staan ze zo snel mogelijk stil.
Zee, Plank, Schip Spel
Benodigdheden:
- Geen
Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.
Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is..
Jij bent de 'kapitein' en de kinderen zijn piraten op de boot.
Aan de ene kant van de grens is de zee en aan de andere kant is het schip.
Als de kapitein 'zee' zegt moet iedereen naar de zeekant springen.
Als de kapitein 'schip' zegt, springen ze naar de andere kant.
Wanneer de kapitein 'plank' zegt, moeten de piraten zo snel mogelijk als een plank gaan liggen (opdrukhouding, lijf recht).
De kapitein
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen gaan in tweetallen staan. Het ene kind is piraat en achtervolgt het andere kind; de kapitein. Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer. Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.
Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.
Doe maar na!
Benodigdheden:
- Een piratenknuffel
De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.
Op naar het schip
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn piraten en gaan op weg naar hun piratenschip.
Ze lopen met hun houten been naar het schip (hinkelen); langzaam, snel, in grote en kleine sprongen en wisselend van been.
Als de piraten bij het schip aankomen moeten ze eerst hun spieren opwarmen, voordat ze gaan vertrekken (allerlei bewegingsvormen, zoals: voor- en achteruit lopen, sluipen, rennen, springen, huppelen, zijwaarts galop, kruipen etc.).
Als alle piraten zijn opgewarmd, gaan ze het schip vol laden. Ze gooien en sjouwen van alles aan boord: zakken met eten, kisten, vaten met rum, touwen enz...
Dan is het tijd om te vertrekken. De piraten hijsen de zeilen, gaan zitten en roeien. Onderweg gebeurt er van alles: de piraten worden door de wind naar voren en achteren geblazen, deinen heen en weer op de golven, houden zich aan elkaar vast om niet te vallen.
Dan komt er land in zicht. De piraten klimmen in de masten om te kijken en sturen het schip voorzichtig naar de kant. Ze gaan over een loopplank (lijn op de vloer of een bank) aan wal.
Kapitein Zwartbaard- Koekoek
Benodigdheden:
- Geen
Iedereen staat aan de ene kant van de zaal (of de speelplaats), op één na. Deze persoon staat aan de andere kant van de zaal, met gezicht naar de anderen gekeerd. Op een bepaald moment draait hij zich om en zegt: "Annemaria koekoek!" Tijdens deze periode mogen de anderen zich verplaatsen in zijn richting. Wanneer hij zich na het uitspreken van "koekoek" echter weer omdraait, mag hij niemand zien bewegen. Wie er nog wél beweegt, is af en moet terug naar de startlijn. Het spel gaat door tot iemand de "Annemaria koekoek"-roeper kan tikken zonder dat diegene hem heeft zien bewegen. Deze tikker krijgt in de volgende ronde de beurt om "Annemaria koekoek" te roepen. Dit spel is heel makkelijk in het thema piraten te gieten. Bijvoorbeeld Kapitein Zwartbaard-koekoek.
Stoeien en contactspelletjes
Piratengevecht
Benodigdheden:
- Een mat
De kinderen zijn piraten zitten op handen en knieën op de mat (de boot).
Op een teken van de leerkracht proberen ze elkaar er vanaf te duwen. Als een kind van de mat af wordt geduwd, gaat hij aan de kant zitten. Wie niet op handen en voeten blijft zitten is ook af. Het spel stopt als er 1 kind over is.
Variatie: Speel het spel staande
Volg de kapitein!
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen lopen in tweetallen door de ruimte. Het ene kind leidt het andere kind, eventueel langs een parcours, door de handen op de heupen of schouders te leggen.
Parels pakken
Benodigdheden:
- Een bal
- Een mat
Een kind ligt op de mat en klemt een mat onder zich vast. Als het "ja" roept mag een ander kind proberen de bal af te pakken. Het kind op de mat mag niets anders doen dan de bal stevig vastklemmen. Is dit gelukt dan gaat het andere kind met de bal op de mat liggen en begint het spel opnieuw.
Piraat 1been
Benodigdheden:
- Geen
Dit spel wordt gespeeld in tweetallen. De kinderen veranderen in piraten met 1 been.
Ze kruisen hun armen over de borst en leggen hun linkervoet in de knieholte van hun rechterbeen. Als de leerkracht "ten aanval" roept, proberen de twee piraten elkaar uit evenwicht te brengen door tegen elkaar aan te duwen. De eerste die zijn linkervoet op de grond moet zetten, verliest het gevecht. De winnende piraten kunnen het daarna opnemen tegen elkaar, totdat er uiteindelijk een winnaar is.
Slepen en trekken
Benodigdheden:
- Een handdoek, kleed of stuk karton (de piratenboot)
Een kind ligt op zijn buik, eventueel op een handdoek, kleed of stuk karton en trekt zichzelf met zijn armen en voeten vooruit of achteruit
Een kind ligt op zijn buik, eventueel op een handdoek, en trekt zichzelf met zijn armen of voeten vooruit of achteruit
Een kind wordt door een ander kind aan de handen of voeten door de ruimte gesleept.
Een kind wordt, liggend of zittend op een kleed, mat of een stuk karton door een ander kind door de ruimte getrokken. Recht, met bochten, in een rondje, langs een parcours enz... Het kind dat getrokken wordt, doet zijn ogen dicht.
Vastgebonden
Benodigdheden:
- Piratendoekjes
Maak twee kinderen met behulp van een piratendoekje bij de benen aan elkaar vast en laat ze op die manier een parcours lopen.
Tikspelen
Goudstuk leggen
Benodigdheden:
- Een gouden munt
Speel dit spel als 'zakdoekje leggen 'Dit bekende spel behoeft verder geen uitleg.
Verander de tekst van het liedje in:
Goudstuk leggen, niemand zeggen
‘k heb mijn goudstukken geteld
schatten verovert vol met geld
‘k heb een ooglapje van leer
hier leg ik mijn goudstuk neer.
Naar de haaien Benodigdheden:
- Matten
Eén kind is de haai en staat bij de leerkracht. Op een signaal schiet de haai de zee in.
Hij probeert zoveel mogelijk zwemmende piraten te tikken.
De piraten proberen ondertussen zo snel mogelijk bij hun schip (de matten) te komen.
Hier zijn ze veilig.
Aan het werk!
Benodigdheden:
- Een stok
Een kind is kapitein en heeft de stok (houten poot) vast. De andere kinderen zijn piraten en staan in de kring. De kapitein loopt om de kring heen en steekt zijn houten been tussen twee piraten in, die aan het werk moeten. Deze piraten rennen zo snel ze kunnen een rondje om de kring. De piraat, die als eerste terug is bij de stok wordt de volgende kapitein.
Schipbreukelingen
Benodigdheden:
- Kranten
Verdeel de groep in schipbreukelingen en haaien. De schipbreukelingen staan elk op een krantenpagina. De haaien proberen zoveel stukken van de pagina te scheuren dat de schipbreukelingen er niet meer met twee voeten op kunnen staan.
Schipbreukelingen kunnen zich verdedigen door de haai te tikken.
Een haai die twee keer is getikt is af. Een schipbreukeling die niet meer met twee voeten op zijn krant kan staan is ook af. Wie blijft er over?
Schatbewaarder
Benodigdheden:
- Schatten (bijvoorbeeld glasstenen, gouden steentjes enz...)
Een kind is de schatbewaarder en staat in het midden van de zaal op een mat.
De andere kinderen staan in een hoepel, op afstand van de mat.
Zij moeten proberen zoveel mogelijk schatten naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de schatbewaarder. Wie getikt wordt is af.
Rooftocht
- Een schatkist met schatten
Een kleuter staat in een grote cirkel met schatten. De andere kleuters staan in een eigen kleine cirkel een paar meter hier vandaan. Zij proberen schatten te stelen en in hun eigen cirkel te leggen. Worden ze de door de bewaker(s) in de grote cirkel getikt, dan moeten ze al hun schatten weer terugleggen. Wie heeft aan het eind de meeste schatten gestolen?
Op een onbewoond eiland
Benodigdheden:
- 4 matten
De matten liggen verspreid door het speellokaal. Dat zijn eilanden.
De kinderen (piraten) worden verdeeld in groepjes. Maak één groepje minder dan er matten zijn. Laat de groepjes op een mat staan. De lege mat is een onbewoond eiland.
Elk groepje krijgt een naam. Bijvoorbeeld: Roodbaard, houten been, kapitein, ooglap, enz. Als je een groep noemt moeten ze rennen (hinkelen, huppen, enz.) naar de lege mat.
Tussen de vier matten “zwemmen” 2 haaien (tikkers). De haaien bewegen zich op dezelfde manier voort als de piraten (rennen, hinkelen, huppen, enz.)
De twee haaien proberen zoveel mogelijk piraten te tikken.
Kapitein mag ik overvaren?
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel als 'Schipper mag ik overvaren?'. De kinderen steken alleen over als zij het genoemde gemeen hebben. Als de schipper ‘ja’ antwoordt en de klas vraagt ‘hoe?’ dan zegt de schipper bijvoorbeeld: ‘Als je een blauwe trui aan hebt hebt.’ Kinderen met een blauwe trui rennen naar de overkant en de schipper probeert ze te tikken.
Variatie: Verander 'schipper' in 'kapitein'
Pak me dan, als je kan!
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de piraat (tikker). De andere kinderen staan achter de streep en roepen: 'Piraat, pak me dan, als je kan!'. Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.
Piraat, ik kom op je eiland!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een groot eiland van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen op het eiland te komen, zonder daarbij getikt te worden door de piraat, die op het eiland aan het schatgraven is. De kinderen vragen: 'Piraat, mag ik over je eiland?' Zegt de piraat 'nee', dan gaan ze toch. De piraat probeert ze te tikken.
In een grot
Benodigdheden:
- Hoepels
De helft van de kinderen is piraat en krijgt een hoepel. Een kind is de vijand en probeert de piraten te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun grot (de hoepel) staan. Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 piraat plaatsnemen. Komt er een tweede piraat bij, dan moet de eerste piraat uit de hoepel.
Schatten verzamelen
Benodigdheden:
- 5 Matten
- Blokjes, voor ieder kind eentje
Leg 5 matten klaar: 4 verspreid door de zaal of in de hoeken en eentje in het midden.
Leg op de mat in het midden blokjes neer, voor ieder kind 1. Dit is de schat.
De piraten gaan proberen de blokjes te veroveren en ze naar een van de schepen (de andere matten) te brengen. Ze worden echter gehinderd door een tikker of tikkers, die herkenbaar zijn doordat ze bijv. een lint dragen.
Als de piraten worden getikt moeten ze hun blokje terug leggen.
Piraten die op het schip zijn aangekomen kunnen niet meer worden getikt.
Je kunt dit spel makkelijker of moeilijker maken door de afstand tussen de schepen en het eiland met de schat te verkleinen of te vergroten.
Lintenroof
Benodigdheden:
- Linten
- Hoepels
Elk kind heeft een lint in zijn of haar broek. Een piraat probeert de linten te roven.
In een aantal hoepels aan de zijkant van de zaal liggen extra linten. Die mogen de kinderen die hun lintje kwijt zijn pakken. Ben je je staart kwijt en zijn er geen extra linten meer?
Dan kom je aan de kant zitten! De staarten/linten worden na afloop steeds geteld.
Piraat, word eens wakker!
Benodigdheden:
- Een mat
- Een deken
Er ligt een oude piraat te slapen in zijn bed (ligt op mat).
De andere kleine piraten willen hem een beetje plagen, en één van hen gaat het deken er aftrekken (de anderen sluipen stilletjes mee), de piraat wordt wakker en is boos!
Hij probeert de kleine piraatjes te pakken voor ze terug thuis zijn!
Piraat, kom uit je grot (Vos kom uit je hol)
Benodigdheden:
- Een kast of iets dergelijks
Eén kind (de piraat) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d. De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de piraat en roepen: ”Piraat, kom uit je grot”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.
Plotseling komt de piraat uit zijn grot en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.
De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.
Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten. Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.
Piraatje, piraatje, hoe laat is het?
Benodigdheden:
- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker
Een van de kinderen speelt voor piraat en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Piraatje, piraatje, hoe laat is het?' De piraat antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting de piraat. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. De piraat kan onverwacht ook roepen: 'Het is bedtijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van de kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende piraat.
Tikkertje met de kapitein
Benodigdheden:
- Een mat
De tikker is de kapitein, de andere kinderen zijn de piraten.
Geef de tikker een lint om het hoofd, zodat hij goed opvalt.
Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een schip.
Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!
Estafette
Lepelloop
Benodigdheden:
- Lepels
- Een glassteen
De kinderen zijn piraten lopen in tweetallen met een lepel met daarop een glassteen een route. Wie kan dit zonder de schat te laten vallen?
Goudstukken
Benodigdheden:
- Hindernissen (toestellen)
- Hoepels
- Munten
De piraten moeten hun goudstukken zo snel mogelijk naar de overkant brengen.
De groep wordt in 2 verdeeld. De voorste kinderen brengen als eerste zo snel mogelijk de gouden munt naar de overkant en leggen hem in de schatkist. Hierna lopen ze weer terug en vertrekt de volgende. De groep die het eerst alle goudstukken in de schatkist heeft gelegd is de winnaar.
Aan de haak
Benodigdheden:
- Een aantal piratenhaken (of maak ze zelf van een beker en een kledinghanger)
- Een aantal kettingen
- Schatkisten (dit kunnen ook dozen zijn)
Maak teams. Leg kettingen neer. De kinderen (piraten) moeten deze aan hun haak slaan en zo snel mogelijk naar de schatkist rennen.
Welk team heeft als eerste alle kettingen in de schatkist?
De overtocht
Benodigdheden:
- Lakens
Ga samen (in kleine groepen) op een laken staan of zitten.
Tel af en spring tegelijk omhoog. Verplaats het laken op die manier steeds een stukje.
Tel weer af en spring. De groep probeert op deze manier aan de overkant te komen.
In de hangmat
Benodigdheden:
- Lakens
Verdeel de klas in groepjes. Geef ieder groepje een laken.
Een van de kinderen gaat in de hangmat (het laken) liggen. De andere kinderen dragen hem in het laken en lopen naar de overkant. Ze zorgen ervoor dat het kind er niet afvalt.
Het schip bevoorraden
Benodigdheden:
- Boodschappenkratten
- Plastic fruit/groente
Aan de ene kant van de gymzaal ligt een stapel boodschappen (Plastic fruit/groente).
Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met een stuk fruit/groente in de hand naar de boodschappenkrat lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start. Welk groepje verzamelt de meeste voorraad in een minuut?
Naar de overkant
Benodigdheden:
- Vellen papier of hoepels
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee vellen papier of hoepels.
Op 1 papier of hoepel gaan ze staan. Dit is de piratenboot. Ze leggen het tweede vel papier of de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze het andere papier of de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Een schatkist
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen zijn piraten en staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven de schatkist onder hun benen door. Welke groep legt de schatkist het eerste in de hoepel? Variatie: Geef de schatkist boven je hoofd door.
Touwtrekken
Benodigdheden
- Een touw met in het midden een piratenvlag
- Pionnen
De piraten willen uitzoeken welke de sterkste zijn.
Maak twee groepen en laat beide groepen aan een andere kant van het touw trekken.
Wie trekt de tegenpartij voorbij de pion?
Dukaat lopen
Benodigdheden:
- Een zwaard
- Een munt
De kinderen zijn piraten en leggen met een munt op een zwaard een parcours af.
Balvaardigheid/mikken
Mikken
Benodigdheden:
- Verander een doos in een schatkist.
- Kleine bal of pittenzak
De kinderen proberen de kleine bal of een pittenzak in de schatkist te mikken.
Variatie: Maak zilveren dukaten van bierviltjes met aluminiumfolie er omheen.
Volleybal
Benodigdheden:
- Een net of een touw
- Een bal of een ballon (het kanon)
Span het net of touw in het midden van de ruimte. Maak twee teams met piraten.
Speel volleybal (noem het "kanon werpen") door de bal of ballon op de grond te laten neerkomen bij de tegenpartij. Iedere bal die de grond raakt levert een punt op.
Piratengezicht
Benodigdheden
- Maak een eng piratengezicht of een haai van karton (met een open mond)
- Pittenzakjes
Gooi de pittenzakjes door de mond van de piraat.
Afgooien
Benodigdheden:
- Een bal
- Linten
Alle kinderen zijn piraten en hebben een lint om, behalve eentje. Hij is de afgooier en mag de andere kinderen met een bal (het kanon) proberen te raken. Als iemand geraakt wordt dan doet hij zijn lint af en wordt ook een afgooier. Na een bepaalde tijd stopt het spel.
Wie dan nog een lintje heeft, behoort bij de winnaars.
Trefbal
Benodigdheden:
- Een bal
Verdeel de klas in twee piratenteams. Elk team gaat in zijn veld staan.
De teams proberen elkaar af te gooien met een kanonskogel (bal). Wie geraakt wordt, valt af. Als deze speler geraakt wordt, zonder dat de bal de grond raakt, dan is de werper juist af. De speler die als laatste overblijft heeft gewonnen.
Variatie: Ieder team heeft een kapitein, die achter het andere team mag gaan staan en ook mag helpen afgooien als hij de bal te pakken krijgt.
Blikgooien
Benodigdheden:
- Blikken
- Balletjes
Verander de blikken in piraten. Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal vanaf een afstand omver te gooien. Wie gooit de meeste blikken omver?
Rolbal
Benodigdheden:
- Een grote bal
- Kleine ballen
Verdeel de klas in twee piratenteams. Elk team gaat achter een lijn staan (ongeveer 10 meter bij elkaar vandaan). In het midden wordt een grote bal gelegd; de kanonskogel.
De bedoeling van het spel is dat de grote bal naar het andere team wordt gerold, door de grote bal met kleine ballen te raken.
Welk team krijgt als eerste de bal over de streep van de tegenpartij?
De piraten
Benodigdheden:
- Een balt (het kanon)
De piraten staan in de kring, de andere piraat staat in het midden.
Hij probeert de bal te ontwijken, waarmee de piraten hem proberen te raken.
Wie de piraat in het midden raakt, mag zijn plaats innemen.
Balvaardigheid/gooien en vangen
Kanonnenregen
Benodigdheden:
- Een mand
- Een heleboel ballen
Een kind is piraat gooit de kanonnen (ballen) 1 voor 1 uit de mand. De andere kinderen proberen ze snel op te rapen en terug te stoppen. Lukt het om de pot leeg te krijgen?
Variatie: Maak gebruik van gekleurde ballen en manden met verschillende kleuretiketten.
De kinderen moeten de ballen bij de juiste kleur terugleggen.
Lummelen
Benodigdheden:
- Een bal
Twee kinderen zijn piraten; zij staan ongeveer 10 meter van elkaar vandaan. In het midden staat de lummel. Hij probeert de bal (diamant) te vangen, die de twee kinderen naar elkaar overgooien of rollen. Lukt dat dan wordt een ander kind de lummel.
Ballonspel
Benodigdheden:
- Ballonnen
De kinderen zijn piraten en proberen de ballonnen (de kanonnen)zo lang mogelijk in de lucht te houden met hun hand, hoofd, armen, benen, armen, voeten, knieën of andere lichaamsdelen.
Variatie: De kinderen gaan in een kring staan met de handen vast en proberen de ballon samen hoog te houden zonder los te laten.
Stopbal
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen staan verspreid door de zaal. Ze zijn piraten.
Een kind gooit de bal (het kanon) hoog in de lucht en roept daar een naam bij.
Het kind voor wie de bal bestemd is probeert deze zo snel mogelijk te pakken. Zodra hij de bal heeft roept hij "Stop!" en moeten de andere kinderen zo snel mogelijk stilstaan.
Het kind probeert nu de andere kinderen af te gooien of te rollen. Wie geraakt wordt is af. Daarna mag hij de bal weer omhoog gooien en er een andere naam bij roepen.
Balvaardigheid/rollen
De houten poot
Benodigdheden:
- Een grote zachte (strand)bal; de diamant
- Stokken of isolatiebuizen
De kinderen zijn piraten en staan in de kring. Ze spreiden hun benen en houden de stok (de houten poot) met twee handen verticaal voor hun gespreide benen vast. De piraten tikken met hun houten poot tegen de bal en proberen deze op die manier door de benen van een andere piraat te krijgen. Als dat lukt dan mag deze piraat de stok nog maar met 1 hand vasthouden. Gaat de bal opnieuw door zijn benen, dan draait hij zich om, gaat weer met gespreide benen staan en houdt hij de stok weer met twee handen tussen zijn benen vast. Als de bal nu nog een keer door zijn benen gaat is de piraat af.
Bowlen
Benodigdheden:
- Een grote bal
- Een aantal blokken of flessen, die je in piraten verandert
Zet een aantal piratenblokken of flessen op een rij en rol er met een bal naar.
Hoeveel piraten worden er door de kanon geraakt?
Het dek schrobben
Benodigdheden:
- Ballen, 1 per team
- Bezems. 1 per team
Maak teams. Maak een eenvoudig circuit en laat de kinderen met behulp van een bezem de bal naar het eindpunt 'schrobben'.
Variatie: Maak er een estafette van.
Rollebal
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen gaan met gespreide benen in een kring staan (de voeten tegen de voeten van de buurman) In het midden staat een kind met de bal. Hij is de piraat met een diamant en probeert deze van het eiland te krijgen.
Deze piraat probeert rollend de bal door een poortje heen te krijgen. De andere kinderen mogen dit met hun handen tegenhouden, maar hun voeten niet verplaatsen.
De speler die de bal toch doorlaat moet in het midden gaan staan.
Balvaardigheid/voetbal
Kegelvoetbal
Benodigdheden:
- Een grote bal
- Kegels of blokken (de schat)
De kinderen zijn piraten en zetten elk een kegel in een veld. Er wordt een bal in het spel gebracht. Het kanon. De kinderen proberen de kegel van een ander team met de bal om te schoppen en verdedigen ondertussen hun eigen kegel.
Welk team piraten blijft het langst in het spel?
Het dek schrobben
Benodigdheden:
- Ballen, 1 per team
- Bezems. 1 per team
Maak teams. Maak een eenvoudig circuit en laat de kinderen met behulp van een bezem de bal naar het eindpunt 'schrobben'.
Variatie: Maak er een estafette van.
Kleine materialen/pittenzakken
Het schip bevorraden
Benodigdheden:
- Pittenzakken
- een boodschappenmand
Organiseer een wedstrijd pittenzak werpen. Wie lukt het om de voorraad in de boodschappenmand (de boot) te gooien?
Kleine materialen/hoepels
Op het eiland
Benodigdheden:
- Hoepels
Leg de hoepels op de grond. Dat zijn de eilanden
Vertel een verhaal over piraten.
We zwemmen om de eilanden heen
We springen erop en er weer af
We springen van eiland naar eiland en veranderen na een signaal van richting
We lopen op het randje van het eiland. Pas op; val niet in de zee!
In de boot
Benodigdheden:
- Hoepels
Maak teams. De ene helft van het team staat aan de ene kant van de zaal. De andere helft aan de andere kant van de zaal. Het eerste kind van elk team gaat in een hoepel zitten; met zijn billen in de hoepel en zijn benen ernaast. Op een teken bewegen ze zich voort naar de overkant door de voeten vooruit te zetten en met de billen over de grond te schuiven.
Daar neemt een ander kind van het team de hoepel over om weer terug te schuiven.
Enteren!
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen zijn piraten en staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de vanger en eentje de kapitein. Wanneer de kapitein roept: "Enteren!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de vanger ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Eilandje wisselen
Benodigdheden:
- Hoepels
Piraten moeten soms even bijkomen van al hun avontuurlijke reizen. Ze trekken zich dan het liefst terug op een onbewoond eiland. Als ze uitgekeken zijn op hun eigen eiland ruilen ze weleens met een andere piraat van eiland. We gaan eilandje wisselen spelen!
Leg hoepels op de grond, dit zijn de eilandjes. Er is 1 eilandje minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan op een eiland, maar één kind staat in het midden. Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle piraten een ander eilandje zoeken. Het piraatje dat in het midden staat probeert ook een eiland te bemachtigen. Eén piraatje blijft over en die moet nu in het midden staan.
Eilandhoppen
Benodigdheden:
- Hoepels
Leg een aantal hoepels achter elkaar. Dit zijn de eilanden. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt (zie foto). De kinderen zijn piraten en springen met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel.
Ga door tot het einde (en evt. weer terug).
Van eiland naar eiland
Benodigdheden:
- Hoepels
- Afbeeldingen
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels.
In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
- Een handtrom
De hoepels zijn de boten. In elke boot zit een piraat. Op een teken gaan de piraten op pad. Ze lopen om de boten heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de piraten zo snel mogelijk naar een boot. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De piraten die geen boot hebben, zijn af.
Kleine materialen/overige
Voetenwerk
Benodigdheden:
- Een piratenknuffel
Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.
Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind de piratenknuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.
De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.
Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?
Grote materialen/de banken
De loopplank
Benodigdheden:
- Een bank of een balk
De piraten lopen eerst met een zak of kist vol schatten over de loopplank.
Loop in een rij over de loopplank van het piratenschip (bank).
Een kind doet de beweging voor. Het kind achter hem/haar doet haar na.
Op de reling
Benodigdheden:
- Een bank
- Twee kussens
Piraten overvallen soms elkaars boten. Ze maken dan ruzie op de loopbrug!
De kinderen zijn piraten en houden een kussengevecht op een bank; de reling van het piratenschip.
Grote materialen/ het klimrek
In de mast
Benodigdheden:
- Een klimrek
De piraten klimmen naar boven in een klimrek.; de mast.
Afsluiting
Er waren eens vier piraatjes
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier piraatjes, zo – zo klein. Die maakten samen een rondedans, piek – piek fijn. Zeg nummer een, kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.
Wijs vier kabouters aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.
Daar zat een klein piraatje
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'. Verander het in 'Daar zat een klein piraatje'.
De dief
Benodigdheden:
- Een hoepel
- Een schatkist
Een kind is piraat en zit in een hoepel met een schatkist achter zich.
Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert het voorwerp te pakken.
Als het kind in de hoepel hoort dat het voorwerp gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag het voorwerp wel aan een ander geven.
Als het voorwerp valt, is de dief af.
Ra, ra, ra, wie heeft de schat?
Benodigdheden:
- Een schatkistje
In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.
Zij geven achter hun rug een schatkist door. Als het liedje geëindigd is ("Ra, ra, ra, wie heeft de bal, die mooie bal van goud?"), mag het kind raden wie de schatkist op de rug heeft.
Hoeveel munten?
Benodigdheden:
- Voor ieder kind een gouden munt
- Een blinddoek
Alle kinderen krijgen een munt. Een kind is de kapitein en zit geblinddoekt in het midden, de rest van de kinderen zijn allemaal stille piraten.
Kan het kind in het midden raden hoeveel munten er zijn bezorgd?
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments