In deze blog vind je een verzameling versjes over de oren.
Daarginds woont een reus
Daarginds woont een reus met 17 oren
die meer dan verschrikkelijk goed kan horen
En dat is erg lastig voor zijn vrouw
want als de reuzin eens een speldje laat vallen
Dan roept hij geërgerd: wat zijn dat voor knallen?
Je weet dat ik van dat lawaai niet hou!
En als soms zijn dochtertje zo bij tijen
Gezellig een steekje zit te breien
dan schettert hij woest: Schei uit! Hou op!
Wat zit je weer hinderlijk hard te tikken!
Te kletteren en met je pennen te klikken
Dat moet je niet doen, want het dreunt in mijn kop!
En loopt er een vlieg op zijn smyrnatapijtje
Dan wordt hij furieus en brult hard: Toe Marijtje
Verwijder dat beest, want hij stampt als een gek!
Wat moet toch die herrie hier altijd beduiden?
Ik word zo nerveus van die wanklank-geluiden
Als de deuren niet piepen, dan knettert het hek
Geen sterveling durfde zich meer te bewegen
want dat gaf geluid en daar kon hij niet tegen
Totdat de reuzin zei: maar dit wordt te mal!
Ze stopte een kurk in zijn 17 oren
en dat had succes, want nu kan hij niets horen
zodat alles weer normaal worden zal
Bron: Onbekend
Ik lig al in bed
Ik lig al in bed, maar de zon is nog op
En de merel is zo hard aan 't fluiten!
Ik lig al in bed met de beer en de pop
En verder is iedereen buiten
De radio speelt in de kamer benee
Of is het hiernaast bij de bakker?
Nou hoor ik een kraan, o, ze zetten weer thee
En ik ben nog zo vreselijk waker
Uit: Op visite bij de reus - Annie M.G. Schmidt, Amsterdam, Querido, 1979,
p.58: Zomeravond
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments