site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema Kerstmis: Sociale ontwikkeling

Bijgewerkt op: 10 feb.

In deze blog vind je suggesties voor activiteiten om de sociale vaardigheden bij het thema Kerstmis te stimuleren.



Jezelf presenteren


Stevig staan

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen staan in tweetallen. Laat ze oefenen met stevig staan.

Het ene kind gaat stevig staan als een Kerstboom. Het andere kind is de poes en probeert de Kerstboom uit balans te brengen.

 

Inlevingsvermogen


Speeddate

Benodigdheden:

- Knip een Kerstafbeelding in twee stukken.

Geef elke speler een halve kaart. Laat ze kriskras door elkaar lopen. Terwijl ze dat doen wisselen ze constant hun kaart met anderen. Bij het fluitsignaal zoekt iedereen zijn ‘wederhelft’. Bedenk een vraag waar elk duo even over nadenkt en laat ze het aan elkaar vertellen. Daarna gaan de spelers weer door elkaar lopen tot je opnieuw een signaal geeft.


Kerstcadeautje voor jou!

Benodigdheden:

- Geen

Start als eerste, zonder het spel verder uit te leggen. Kies een voorwerp uit de klas, waarvan je vindt, dat het bij een bepaald kind past. Bijvoorbeeld: ‘Ik geef jou een pen, omdat je al zo goed letters kunt schrijven.’ Vertel nu dat het kind iets mag uitzoeken voor een ander kind en dat hij/zij het cadeautje op dezelfde manier moet aanbieden, zoals u dat gedaan hebt. Aandachtspunten: Zorg ervoor, dat steeds een ander kind een cadeautje krijgt. Laat kinderen elkaar helpen, door interesses, hobby’s en kwaliteiten van een ander kind te benoemen. Laat kinderen elkaar bedanken. Vertel dat het een spel is.

De kinderen mogen de spullen niet écht houden!


Wat is er hetzelfde/anders?

Benodigdheden:

- Halve Kerstafbeeldingen, die samen weer een hele vormen

Geef de kinderen allemaal een halve afbeelding. Ze gaan al wandelend door de kring op zoek naar degene die het andere stukje van de afbeelding heeft. Als de kinderen elkaar vinden bespreken ze met elkaar wat ze hetzelfde hebben en wat anders.


Spiegelen

Benodigdheden:

- Geen

Wat zie je als je in een Kerstbal kijkt? Juist, jezelf!

De kinderen gaan in tweetallen tegenover elkaar staan. Het ene kind

kijkt in de Kerstbal. Het andere kind is zijn spiegelbeeld en doet hem precies na.

Wie staat er voor de arrenslee?

Benodigdheden:

- Geen

De leerkracht zet een rij van bijv. 3 kinderen (rendieren)voor de klas.

Alle kinderen in de klas kijken goed en doen vervolgens de ogen dicht.

De leerkracht verandert de volgorde.

De kinderen mogen weer kijken en raden hoe het eerst was.

Maak het moeilijker door meer kinderen voor de klas te zetten.

Wat is er veranderd?

Benodigdheden:

- Verkleedkleding van bijvoorbeeld de Kerstman

Eén kind gaat in het midden van de kring staan.

Hij is de Kerstman en doet de verkleedkleding aan.

Alle kinderen kijken goed hoe het kind eruit ziet. Dan gaat het kind naar de gang en veranderd iets aan zichzelf, bijv. veters los, trui binnenstebuiten, haar los of vast.

Dan komt het kind weer terug in de kring en mogen de andere kinderen raden wat er veranderd is.


Ra, ra, ra, wie heeft de Kerstbal?

Benodigdheden:

- Een touw zo lang als de kring met een Kerstbal (of ster) eraan.

De kinderen zitten in de kring. Het touw loopt door de kring, over de schoot van elk kind. Eén kind staat in het midden. De kinderen nemen het touw voor zich losjes met beide handen vast, zodat ze een Kerstbal kunnen verschuiven. Ze schuiven hun handen heen en weer over het touw en geven ongemerkt de Kerstbal door.

Het kind in het midden probeert te raden waar de Kerstbal is.


Lange Kerstslinger

Benodigdheden:

- Geen

Een van de kinderen komt in de kring staan en mag iets over zichzelf vertellen.

Bijvoorbeeld: 'Ik heb een zus' of 'Ik heb een hond'. Heeft een ander kind dit ook, dan komt diegene ook in de kring staan en geeft het kind een hand. Het laatste kind dat aansluit mag ook weer iets over zichzelf vertellen. Wie van de overgebleven kinderen kan er weer aansluiten? Lukt het op die manier om de kring weer rond te krijgen?

Voor de kleuters kan het nodig zijn om te helpen door bijvoorbeeld te vragen naar wat ze leuk vinden, welk eten ze lekker vinden, welke sport ze leuk vinden, in welke straat ze wonen, welke kleren ze het liefst dragen enz.Haal de Kerstslinger daarna weer uit elkaar en vraag aan het eerste en tweede kind in de slinger waarom ze ook alweer bij elkaar stonden.

Laat ze deze overeenkomst nogmaals benoemen.

Variatie: Er kan ook voor gekozen worden dat afzonderlijke kinderen een eigen slinger maken. Bijvoorbeeld: Een jongen zegt: “Ik heb een zusje dat jonger is dan ik”, alle andere kinderen met een jonger zusje komen erbij staan. Daarna zegt de jongen van voetbal te houden. Alle kinderen die nog niet in de slinger stonden en ook van voetbal houdenkomen erbij staan. Zo gaat het door tot er met alle kinderen een overeenkomst is met deze jongen. Daarna kan het nog een keer op dezelfde manier met een ander kind uit de klas.

 

Sociale contacten


Helemaal alleen

Benodigdheden:

- Geen

Houd een gesprekje over hoe het zou zijn om helemaal alleen Kerstmis te moeten vieren.

 

Samenwerken


Kerstslinger in de knoop

Benodigdheden:

- Geen

Je staat hand en hand in een lange rij.

Je maakt een knoop door onder elkaar door te kruipen, over elkaars handen te stappen en om elkaar heen te draaien.

Haal de knoop weer uit elkaar zonder elkaars handen los te laten.

Je kunt ook met de ogen dicht twee handen pakken en zien wat voor knoop er ontstaat.


Auditief geheugen

Benodigdheden:

- Geen

Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen.

Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen. Maak tweetallen.

Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die met Kerst te maken hebben en die het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.


Hoepeltje erom!

Benodigdheden:

- Een hoepel met vier touwen eraan

- Een Kerstvoorwerp

Leg het voorwerp in het midden. Maak een groep van vier kinderen en geef deze de opdracht om de hoepel met behulp van de touwen over het voorwerp te leggen, zonder de hoepel zelf aan te raken.


Mix en ruil

Benodigdheden

- Kerstafbeeldingen (minimaal vier verschillende)

Geef alle kinderen vier kaartjes. Zorg ervoor dat ze dubbele kaarten hebben.

De kinderen moeten nu gaan wandelen door de kring en ruilen en ervoor zorgen dat ze vier verschillende plaatjes verzamelen. Dubbele kaarten worden geruild.

Leg uit dat ruilen betekent dat je iets geeft, maar ook iets terug krijgt van de ander.

Als het gelukt is mag een kind gaan zitten. Het spel gaat net zo lang door totdat iedereen zit. Bespreek het na: Lukte het? Waarom wel/niet?

In de arrenslee

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zitten in een kring met hun billen op de grond en hun handen vast.

Op een signaal proberen ze zonder hun handen los te laten, als groep op te staan.

Daarna proberen ze als groep, zonder de handen los te laten, weer te gaan zitten in de arrenslee.


Samenwerken

Benodigdheden:

- Een klein voorwerp (bijvoorbeeld een Kerstbal)

Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen. Hierna leggen ze samen een parcours af.

Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?


Zonder handen!

Benodigdheden:

- Een Kerstknuffel

Laat de knuffel de kring doorgaan. De kinderen krijgen daarbij de opdracht dat ze hun handen niet mogen gebruiken en de knuffel niet mogen laten vallen.

Hoe kan dat? Lukt het?


Stille nacht:

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen krijgen een gezamenlijke opdracht die ze geluidloos moeten uitvoeren, bijvoorbeeld: alle stoelen in de kring zetten, allemaal op 1 been gaan staan, allemaal de jas pakken enz. Benoem een kind tot oppasser. Als de oppasser toch een geluidje hoort, klapt het kind in de handen en wordt het spel gestopt.


Kris-kras-kaart

Benodigdheden:

- Kerstkaarten of Kerstafbeeldingen

Scheur een aantal afbeeldingen of kaarten in stukjes. Verdeel de kinderen in groepjes.

Hoe snel kan ieder groepje de kaart weer compleet maken?


Groepsfiguur

Benodigdheden:

- Geen

Op een teken van de leerkracht vormt de groep een figuur, zonder daarbij met elkaar te praten. Gebaren mogen wel worden gebruikt. Figuren die gevormd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: een Kerstbal (cirkel), een Kerstboom (driehoek), een ster, de letter K, een Kerstslinger enz. Laat het figuur ook op het digibord zien.


Doorgeefding

Benodigdheden:

- Geen

Ga met de kinderen in een kring staan. Ze zijn de Kerstelfjes, die de Kerstman helpen.

Geef een denkbeeldig Kerstvoorwerp door, zoals een zwaar pak, een Kerstbal, een slee of iets dergelijks.


Een lange rij rendieren

Benodigdheden:

- Geen

Laat de kinderen elkaar bij de hand vasthouden. Loop, zonder los te laten, een route door de klas. Deze kan ook over stoelen en tafels heen gaan. Gaat dit goed, dan houden de kinderen tijdens het lopen elkaars broekpijp vast.


Een Kerstbal door de kring

Benodigdheden:

- Een hoepel

De kinderen staan in de kring en houden elkaars handen vast. Steek jouw hand door een hoepel (de Kerstbal) en houd dan de hand van het kind naast je vast. De hoepel zit nu vast in de kring. Geef hem de kring rond. Laat de kinderen zelf bedenken hoe ze dit kunnen doen.

Ze zullen elkaar soms ook mogen helpen. Maar er is één regel: de handen mogen niet los gaan! Lukt het om de hoepel de hele kring door te geven?


Kerstslinger in de knoop

Benodigdheden:

- Geen

Alle kinderen geven elkaar één hand en één kind gaat even naar de gang.

De kinderen proberen flink in de knoop te raken door onder elkaar door te kruipen en over elkaar heen te stappen. Ze laten elkaars handen niet los!

Het kind op de gang komt terug en probeert de groep uit de knoop te halen.


In de slee!

Benodigdheden:

- Touw, tape of afzetlint

De groep moet passen in een vooraf gestelde kleine ruimte: de arrenslee.

Zet de ruimte af met touw, tape of afzetlint. Je kunt de ruimte steeds kleiner maken.


De Kerstboom

Benodigdheden:

- Wol

Wikkel een web van een heleboel wol om de kinderen heen en laat ze in tweetallen samenwerken om dit weer uit de war te krijgen.

Variatie: Maak met touw een parcours van Kerstslingers en laat de kinderen hierbij zoveel mogelijk helpen. Als het parcours eenmaal is uitgezet kan het spel beginnen.

Het is de bedoeling dat ieder kind de overkant haalt zonder een laserstraal te raken.

De kinderen moeten samenwerken door elkaar zo goed mogelijk aanwijzingen te geven.

 

Vertrouwen


Blindelings vertrouwen

Benodigdheden:

- Een blinddoek

De kinderen werken in tweetallen. Eén kind heeft de ogen dicht. Hij is het rendier.

De ander (Kerstman) leidt dit kind door het lokaal, zonder het kind ergens tegenaan te laten botsen. De kinderen mogen elkaar aan één hand vasthouden en er niet bij praten. Daarna wisselen ze. Vonden ze het prettig om met hun ogen dicht te lopen? Wat vonden ze lastig?

Variatie: In plaats van vasthouden en niet praten mogen de kinderen nu alleen maar praten en elkaar niet vasthouden. Hoe gaat dat?


Rugtekening

Benodigdheden:

- Kerstafbeeldingen (gebruik bijvoorbeeld de woordkaarten)

Deze oefening gaat over vertrouwen en gevoel krijgen voor lichamelijke waarneming.

De kinderen vormen tweetallen. het ene kind is rendier, het andere kind de Kerstman.

Ze gaan met de rug naar iemand toe zitten die vervolgens iets van Kerst met hun vinger op hun rug gaat tekenen. Begin gemakkelijk, bijvoorbeeld met een cirkel. Laat zien wat de bedoeling is. De kinderen pakken vervolgens een afbeelding en tekenen deze bij hun maatje op de rug. Lukt het om te raden welke vorm het is?

Variatie: Je werkt in tweetallen en zit achter elkaar. De voorste is de kerstboom en de achterste versiert de boom. Maak een kerstboom op de rug (met wijsvinger tekenen). Hang slingers rondom de boom slingers (met je wijsvinger tekenen). Lichtjes flikkeren in de boom (met je vinger wandelen) Ballen hangen aan de takken (met je handen cirkels). Sneeuw dwarrelt op de boom (met je vinger tikken). Bovenin staat de piek (met je wijsvinger tekenen). Wat hangt er nog meer in de boom? Hoe voelt het om een kerstboom te zijn?


Doolhof

Benodigdheden:

- Geen

De helft van de groep doen hun ogen dicht (de rendieren), de anderen zijn de leiders (Kerstmannen en -vrouwen).

De geblinddoekte kinderen gaan even naar de gang.

De leiders maken met de leerkracht een doolhof van stoelen en tafels in de klas.

Dan gaat elke leider zijn/haar maatje halen en leidt hem of haar door het doolhof.

Dit mag door het kind vast te pakken of door er tegen te praten.


De bewaker

Benodigdheden:

- Stoelen

- Een blinddoek

In de kring wordt van een aantal stoelen een grens gemaakt. Tussen de stoelen zijn één of meerdere openingen. Eén kind is de Kerstman en krijgt een blinddoek om.

Een ander kind is een rendier en krijgt ook een blinddoek om.

Hij moet door een gat zien te komen.

Dit hoeft dat kind niet alleen te doen, iemand met de ogen open mag hem/haar leiden.

Wel zonder woorden! De bewaker mag immers niet horen waar het kind zich bevindt.


Pakjes doorgeven

Benodigdheden:

- Stoelen

De kinderen zijn Kerstelfjes en gaan met de knieën tegen elkaar aan, tegenover elkaar zitten, op een stoel zonder leuningen. Een kind wordt al liggende op zijn rug doorgegeven.

Hij wordt aan het einde van de rij 'opgevangen' door de leerkracht en neemt aan het eind van de rij plaats. Daarna wordt het volgende kind doorgegeven.

 

Gedrag en regels


Beloningskaarten

Benodigdheden:

- Beloningskaarten.

- Stickers

Gebruik de beloningskaarten om gewenst gedrag te stimuleren.

De kinderen mogen er een sticker op plakken als ze het gewenste gedrag laten zien.


Ondeugende dingen

Benodigdheden:

- Kerstknuffels

- Een fotocamera

’s Nachts komen de knuffels ‘tot leven’ en halen ze allerlei ondeugende dingen uit, zoals:

  • Ze maken rommel

  • Ze maken iets kapot

  • Ze rollen de wc rollen over de grond

  • Ze luisteren met de koptelefoon op naar muziek, maar gooien alle cd's op de grond

  • Ze eten stiekem alle koekjes van de juf op

  • Ze maken een verftekening, knoeien met de verf, lopen er doorheen en laten een heel verfspoor na

  • Ze rollen door de modder

  • Ze spelen in de bouw-/constructiehoek en gooien daar alles door elkaar.

  • Ze eten een hele snoep pot op en laten de papiertjes overal slingeren

  • Ze verkleden zich

  • Ze maken in de huishoek eten klaar, maar knoeien daarbij met van alles (bloem etc...)

  • Ze kijken een film op het digibord en eten daarbij popcorn, maar laten deze op de grond slingeren

  • Ze gooien de poppen uit de wieg en gaan er zelf in liggen slapen

  • Ze gooien het zand uit de zandtafel

  • Ze houden een feestje

  • Ze plakken zichzelf vol met wiebelogen

  • Ze pakken dingen in

  • Ze lezen boeken en laten deze op de grond slingeren

  • Ze binden voorwerpen vast

  • Ze barricaderen de klassendeur met linten

  • Ze spelen met zeepsop en laten het hele aanrecht onder de sop lopen

  • Ze laten de Kerstballen op de grond vallen

De kinderen vinden de knuffels iedere ochtend in een ondeugende situatie terug (of een foto ervan). Bespreek zo spelenderwijs de klassenregels.


Raak de grond

Benodigdheden:

- Een papieren ster (of piek)

- Stroken

Steeds wanneer de kinderen een goede daad verrichten mogen ze van een strook een stukje slinger aan de ster hangen.

Als de ster de vloer raakt dan is het tijd voor een beloning.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!



256 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page