In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema katten.
Loopvormen
Kruip in de rol van een kat
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn allemaal een kat. Kruip vervolgens met allerlei beweegopdrachten in de rol van een kat
Wakker worden. Ze rekken zich eerst goed uit en starten de dag met ochtendgymnastiek.
Lopen als een kat, zijwaarts, achteruit
Op je tenen lopen
Sluipen
Kopjes geven
Wassen
Springen
Rollen
Rennen en omkeren (wendbaar zijn)
Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen
Slapen
Reactiespel
Benodigdheden:
- Geen
Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.
Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.
Jij bent het baasje en de kinderen zijn de katten.
Aan de ene kant van de grens is de mand en aan de andere kant is de kamer.
Als de jij 'mand' zegt moet iedereen naar de mandkant springen.
Als jij 'kamer' zegt, springen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'kat' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een kat op vier poten gaan staan.
De achtervolging
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen gaan in tweetallen staan. Het ene kind is de kat en achtervolgt het andere kind; de muis. Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer. Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.
Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.
Doe maar na!
Benodigdheden:
- Een poezenknuffel
De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.
Niet botsen!
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn katten en proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.
Tikspelen
Pak me dan, als je kan!
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de tikker. Hij/zij is de kat. De andere kinderen zijn muizen.
Zij staan achter de streep en roepen: 'Pak me dan, als je kan!'.
Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.
Tikkertje met het baasje
Benodigdheden:
- Een mat
De tikker is het baasje de andere kinderen zijn de katten.
Geef de tikker een rode sjaal, zodat hij goed opvalt.
Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een mandje.
Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!
Katje, katje, hoe laat is het?
Benodigdheden:
- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker
Een van de kinderen speelt voor moeder kat en kijkt naar de muur. De andere kinderen zijn kittens en staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Moeder, moeder, hoe laat is het?' Moeder antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting moeder. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Moeder kan onverwacht ook roepen: 'Het is etenstijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende moeder kat.
Poes, kom uit je mand!
Benodigdheden:
- Een kast of iets dergelijks
Eén kind (de poes) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.
De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de poes en roepen: ”Poes, kom uit je mand”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.
Plotseling komt de poes uit zijn mand en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.
De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.
Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten.
Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.
Staartenroof
Benodigdheden:
- Linten
- Hoepels
Elk kind heeft een lint in zijn of haar broek; de staart van een kat.
Een baasje probeert de linten te roven.
In een aantal hoepels aan de zijkant van de zaal liggen extra linten. Die mogen de kinderen die hun lintje kwijt zijn pakken. Ben je je staart kwijt en zijn er geen extra linten meer?
Dan kom je aan de kant zitten! De staarten/linten worden na afloop steeds geteld.
In de rij
Benodigdheden:
- Een pion
Alle kinderen rennen door de zaal. Er zijn twee tikkers, de katten, die de kinderen, de muizen, proberen te tikken. Als een kind getikt is, dan gaat hij in de rij, achter de pion, staan. Spreek af dat de kinderen achteraan aansluiten. Als er vijf klanten in de rij staan en de zesde komt, dan mag de eerste weer meedoen.
Kat, ik kom in je huis!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een groot huis van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen zijn de muizen en staan aan de zijkanten en proberen op het land te komen, zonder daarbij getikt te worden door de kat, die in het huis ligt te slapen. De kinderen vragen: 'Kat, mag ik in jouw huis?' Zegt de kat 'nee', dan gaan ze toch. De kat probeert ze te tikken.
Kat en muis-tikkertje
Benodigdheden:
- Twee matten
Een van de kinderen is de kat en probeert zoveel mogelijk muizen te tikken. De andere kinderen zijn de muizen en rennen rond. Als ze getikt zijn, gaan ze in het midden op twee matten zitten. Als de leerkracht roept; ik ga slapen! stopt het spel en kan de leerkracht samen met het kind dat de kat was, de muizen tellen.
Wie van de drie?
Je hebt nodig:
- 3 Matten
Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een tikker te zitten. Dat zijn de katten. De andere kinderen zijn muizen en lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal. De tikkers mogen de kinderen tikken, dan zijn ze gevangen. De tikkers mogen echter niet van de matten af. Als je af bent ga je op de mat van de tikker zitten. Welke tikker vangt de meeste kinderen?
De kat en de muis
Benodigdheden:
- Geen
Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het muizenholletje. In de kring staat de muis. De kat staat buiten de kring. Hij klopt aan en vraagt: 'mag ik je komen opeten?' De muis zegt: 'nee!'. De kat loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen. De muis sluipt er achteraan en maakt de kat wakker. Nu mag de kat de muis proberen te tikken. Maar... als de muis weer in zijn holletje is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.
Wie durft?
Benodigdheden:
- Geen
De helft van de groep vormt een kring. De andere helft zijn muizen en lopen om de kring heen. In het midden ligt de kat. De kring maakt poortjes. De muizen proberen door de kring te lopen zonder getikt te worden door de kat.
Variatie: Speel het spel omgekeerd, met de muizen in het hol (de kring) en de kat die buiten de kring op de loer ligt voor een holletje. Zet de kring niet in het midden van de zaal, zodat er genoeg ruimte is om te rennen. Als de poes slaapt gaan alle muizen het hol uit. Als de poes weer wakker wordt probeert hij ze te tikken.
Variatie 1: Speel het spel met 1 kat en 1 muis.
Variatie 2: De kat moet in het huis (de kring) blijven, maar de muis mag langs de holletjes erin en eruit. De muizen die getikt zijn gaan in een poortje zitten. De kring kan de muizen en/of de kat helpen of juist weerstand bieden.
Kat en muisspel
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen vormen een kring. Ze zijn de katten. Een kind zit in het midden van de kring en is de muis. De muis gaat om de kring heenlopen en tikt onder een luid gepiep een van de katten aan. Vervolgens rent de muis met de wijzers van de klok mee om de kring heen.
De kat gaat er in dezelfde richting achteraan. Wie het eerste weer op het lege plekje van de muis in de kring heeft is heeft gewonnen.
Variatie 1: Kan de muis zijn holletje terugvinden zonder getikt te worden door de kat?
Variatie 2: Als de muis om de kring loopt tikt hij zachtjes op de rug van ieder kind en roept daarbij bijvoorbeeld: koe, koe, koe, kat. Degene die de kat is springt op en probeert de lege plek te veroveren.
In een holletje
Benodigdheden:
- Hoepels
De helft van de kinderen is muis en krijgt een hoepel. Een kind is de kat en probeert de muizen te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun holletje (de hoepel) staan. Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 muis plaatsnemen. Komt er een tweede muis bij, dan moet de eerste muis uit de hoepel.
Estafette
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een katten-/muizenknuffel
Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen.
Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?
Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen.
Poezenstaartenrace
Benodigdheden:
- Touwen
- Blokjes
- Suikerklontjes
Hang de blokjes aan een touw. Alle kinderen gaan op een rij staan. Voor hen ligt een suikerklontje op de grond. Vijf meter verderop is de eindstreep. De bedoeling is dat ze het suikerklontje met behulp van hun zwierende staart naar de eindstreep brengen.
Naar de overkant
Benodigdheden:
- Vellen papier of hoepels (de kattenmanden)
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee vellen papier of hoepels. Ze zijn de katten. Op 1 papier of hoepel gaan ze staan. Ze leggen het tweede vel papier of de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Dit zijn de mandjes. Vervolgens pakken ze het andere papier of de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Een kattenknuffel
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het voorwerp onder hun benen door.
Welke groep legt het voorwerp het eerste in de hoepel?
Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een kattenknuffel
De kinderen lopen in tweetallen met het voorwerp op hun rug of hoofd een route.
Wie kan dit zonder het voorwerp te laten vallen?
Balvaardigheid/mikken
Blikgooien
Benodigdheden:
- Blikken
Pittenzakken of balletjes
Verander de blikken in katten. Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien.
Wie gooit de meeste blikken omver? Hoeveel vallen er om?
Kleine materialen/pittenzakken
Pittenzak werpen
Benodigdheden:
- Pittenzakken
- een kattenmand
We gaan de kat eten geven. Organiseer een wedstrijd pittenzak werpen.
Wie lukt het om de boodschappen in de boodschappenmand te gooien?
Pittenzakje gooien
Benodigdheden:
- 3 Hoepels
- 3 Pittenzakjes
- 3 kattenknuffels
We gaan de katten voeren. Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakjes. Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien? Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien.
De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.
Kleine materialen/hoepels
Hoepelhoppen
Benodigdheden:
- Hoepels
Leg een aantal hoepels achter elkaar. Dit zijn de kattenmanden. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt (zie foto).
De kinderen zijn de katten. Spring nu met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel. Ga door tot het einde (en evt. weer terug).
Hoepeltikkertje
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen zijn katten en staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is het baasje. Wanneer het baasje roept: "uit je mand!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert het baasje ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten.
Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Mand wisselen
Benodigdheden:
- Hoepels
We gaan mand wisselen spelen! De kinderen zijn katten.
Leg de hoepels op de grond, dit zijn de manden. Er is 1 hoepel minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hoepel, maar één kind staat in het midden.
Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle kinderen een ander hoepel zoeken.
Het kind dat in het midden staat probeert ook een hoepel te bemachtigen.
Eén kind blijft over en die moet nu in het midden staan.
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
- Een handtrom
De hoepels zijn de kattenmanden. In elke mand zit een kat. Op een teken gaan de katten op pad. Ze lopen om de mandjes heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de katten zo snel mogelijk naar een mandje. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De katten die geen mandje hebben, zijn af.
Kleine materialen/overige
Voetenwerk
Benodigdheden:
- Een kattenknuffel
Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.
Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind de knuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.
De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.
Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?
Grote materialen/de banken
Over de boomstam
Benodigdheden:
- Een balanceerbalk
- Een bank
De kinderen zijn katten. Katten kunnen heel goed balanceren over randjes.
Dat gaan wij ook oefenen op de bank.
Afsluiting
Er waren eens vier katten
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier katten/kittens, zo – zo klein. Die maakten samen een rondedans, piek – piek fijn. Zeg nummer een, kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.
Wijs vier katten aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.
Daar zat een klein poesje
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'.
Verander het in 'Daar zat een klein poesje'.
Stiltespel:
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is kat en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal muizen aan die achter hem gaan zitten. Hoeveel muizen zitten er achter de reus?
De muis wil los
Benodigdheden:
- Geen
De kinderenzijn katten en staan in de kring en houden elkaars handen stevig vast.
Ze hebben een muis gevangen. In het midden staat een muis. Zal het hem lukken uit het stevige hek te ontsnappen.
Ra, ra, ra, wie heeft de kat?
Benodigdheden:
- Een kattenknuffel
In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.
Zij geven achter hun rug een kat door. Als het liedje geëindigd is ("Ra, ra, ra, wie heeft de bal, die mooie bal van goud?", mag het kind raden wie de kat op de rug heeft.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments