In deze blog geef ik je suggesties voor activiteiten om de emotionele ontwikkeling bij het thema het paard van Sinterklaas te stimuleren.
Emoties: Algemeen
Paardengevoelens
Benodigdheden:
- Geen
Hoe weet je hoe een paard zich voelt? Is dat hetzelfde als bij mensen?
Paarden maken gebruik van alle lichaamsdelen om anderen paarden en mensen te vertellen hoe ze zich voelen. Je kunt paardenemoties waarnemen door te kijken naar de oren, ogen, de staart en de lichaamshouding. Wat doet een paard als hij blij, bang of boos is?
Als een paard opgewonden is, gaat de staart in de lucht, de ogen worden groot en de hals gaat omhoog. Een paard dat bang is legt zijn oren in de nek, draait zijn achterkant naar de mens. Als paarden boos zijn gaan ze schoppen, bijten, bokken en steigeren.
Laat de kinderen deze emoties uitbeelden. Wanneer voelt een paard zich blij, bang, boos of verdrietig denken zij? Noem ook eens een situatie en laat de kinderen de bijbehorende emotie uitbeelden. Bijvoorbeeld:
Het paard is van het dak gevallen
Het paard is ziek
Het paard krijgt een wortel
Het paard mag niet mee naar Nederland.
Emotiekaarten
Benodigdheden:
- Emotiekaarten thema Sinterklaas Download hier!
- Gekleurde dopjes (of pepernootjes).
Leg de emotiekaarten in de kring.
1. Allereerst moeten de kinderen leren welke emotie bij welk plaatje hoort. Wijs een emotiekaart aan en benoemde emotie die daarbij hoort.
2. Geef elk kind een dopje en noem een situatie. De kinderen leggen hun dopje vervolgens op de emotie die ze bij deze situatie vinden passen. Voorbeelden van situaties kunnen zijn:.
Het paard van Sinterklaas springt omhoog.
Het paard van Sinterklaas ligt in de stal
Het paard van Sinterklaas verstopt zich
Het paard van Sinterklaas heeft honger
Het paard van Sinterklaas heeft nergens zin in
Het paard van Sinterklaas slaapt
Het paard van Sinterklaas moet voor het eerst in het donker over het dak
Het paard van Sinterklaas heeft een springwedstrijd gewonnen
Het paard van Sinterklaas heeft pijn
Het paard van Sinterklaas is verdwaald
Het paard van Sinterklaas heeft heel veel wortels gekregen
Het paard van Sinterklaas is ziek
Het paard van Sinterklaas is van het dak gevallen
Het paard van Sinterklaas mag niet mee naar Nederland
3. Geef alle kinderen de emotiekaarten ook in het klein en laat ze dan bij iedere emotiekaart hetzelfde (kleine) plaatje tonen. Controleer of ze het juiste plaatje laten zien. Vooral bij de jongste kleuters is het niet altijd zeker of ze al goed gedetailleerd kunnen waarnemen.
4. Leg vier hoepels in de kring. Leg in iedere hoepel een emotiekaartje. Schets nu allerlei emotievolle situaties, zoals: “Ik voel me ziek. Welk plaatje hoort daarbij?” (Een of meer kleuters mogen nu het emotieplaatjes dat bij dat gevoel hoort in de juiste hoepel leggen.
5. Vraag daarna aan de kinderen of ze het gezicht kunnen trekken dat bij de genoemde emotie hoort. Laat ze daarbij in een spiegel kijken.
6. Laat een kleuter een emotiekaart trekken en deze uitbeelden. Kunnen de andere kinderen de bijbehorende emotie raden?
7. Laat allerlei foto's van andere mensen zien (bijvoorbeeld van Internet). Sorteer deze foto's met de kinderen bij de emotiekaarten. Praat er ook over: Waarom is dit kindje boos? Waarom lacht deze mevrouw?
Wanneer...?
Benodigdheden:
- Emotiekaarten thema Sinterklaas Download hier!
Laat de emotiekaarten zien. Welke emotie hoort daarbij?
Stel de kinderen de volgende vragen:
Wanneer voel jij je blij?
Wanneer voel jij je boos?
Wanneer voel jij je bang?
Wanneer voel jij je verdrietig?
Wanneer voel jij je kalm?
Wanneer ben jij in de war?
Ben jij verliefd?
Wanneer voelt het paard van Sinterklaas zich blij?
Wanneer voelt het paard van Sinterklaas zich boos?
Wanneer voelt het paard van Sinterklaas zich bang?
Wanneer voelt het paard van Sinterklaas zich verdrietig?
Wanneer voelt het paard van Sinterklaas zich kalm?
Wanneer voelt het paard van Sinterklaas zich in de war?
Door de oorzaak van emoties te benoemen, krijgt het kind langzamerhand meer inzicht in zijn gevoelens en leert hij/zij zichzelf steeds beter te begrijpen.
Laat de kinderen op een blije, boze, bange en verdrietige manier kijken.
Laat ze daarbij in een spiegel kijken. Wat verandert er aan hun gezicht?
Spiegelen:
Benodigdheden:
- Geen
Paarden kunnen mensen heel goed aanvoelen. Wat betekent dat?
Als Sinterklaas blij is voelt het paard zich ook vaak blij.
Als Sinterklaas zich bang voelt voelt het paard zich ook bang.
We gaan een spiegelspel doen. De kinderen staan in tweetallen.
Het ene kind is Sinterklaas en het andere het paard. De leerkracht noemt een gevoel (bang, blij, boos, verdrietig) en Sint laat dit gevoel zien. Het paard spiegelt hem.
Een zorgenvriendje
Benodigdheden:
- Verander een doos in het paard van Sinterklaas
Tijdens dit thema is het paard het zorgenvriendje van de kinderen.
Wanneer een kind zich niet prettig voelt en hem/haar iets dwars zit, dan tekent hij hierover en stopt dit in de bek van het zorgenvriendje.
Het paard ‘eet’ vervolgens deze ‘negatieve’ gevoelens op.
Wat verandert er aan jouw gezicht?
Benodigdheden:
- Een spiegel
Leer kinderen ook non-verbale uitingen van emoties te herkennen!
Laat de kinderen een woord of een zin als een blij, boos, bang en verdrietig paard van Sinterklaas zeggen. Laat ze daarbij in een spiegel kijken. Wat verandert er aan hun gezicht?
Ze moeten daarbij vooral letten op ogen, wenkbrauwen en mond.
De meeste emotionele signalen worden via deze lichaamsdelen geuit.
Wanneer je blij bent krullen je mondhoeken omhoog, staan je ogen normaal open en zijn je wenkbrauwen en lichaam ontspannen.
Wanneer je verdrietig bent hangen je mondhoeken naar beneden en laat je je hoofd, ogen en wenkbrauwen hangen.
Wanneer je boos bent is je mond strak en gesloten, knijp je je ogen, zijn je wenkbrauwen gefronst en kijk je iemand recht in de ogen (eventueel met de handen in de zij).
Wanneer je bang bent is je mond open. staan je ogen wijd open, zijn je wenkbrauwen opgetrokken en gespannen en maak je jezelf klein. Laat de kinderen een zin op een blije, boze, bange en verdrietige manier zeggen.
Emoties in liedjes
Benodigdheden:
- Een liedje over het paard van Sinterklaas
Je kunt bij aangeleerde liedjes ingaan op de emoties, door ze te benoemen, er blij, boos, bang of verdrietig bij te kijken of te zingen en erop door te vragen.
Emoties zingen
Benodigdheden:
- Maak kaartjes met de vier basisemoties; blij, boos, bang en verdrietig.
Leg ze op een rij. Zing samen een bekend lied over het paard van Sinterklaas
Na afloop mag 1 kind een kaartje kiezen.
Hij/zij kijkt naar de emotie op het kaartje en zingt met deze emotie.
Variaties:
1. Zing met de hele groep samen in de emotie van het kaartje.
2. Of maak er een raadspel van; de kinderen zien niet welk kaartje wordt gepakt en raden met welke emotie het lied gezongen wordt.
3. Of verzin samen met de kinderen andere manieren van zingen en maak er kaartjes van (bijvoorbeeld deftig, zo langzaam als een slak, zo snel als een haas enz.).
Emoties in boeken:
Benodigdheden:
- Een boek over het paard van Sinterklaas
Lees samen boeken om emoties in verhalen te herkennen, hierop te reageren en erover te vertellen. Bijvoorbeeld: 'Kijk ze gaat op bezoek. Ze heeft er heel veel zin in, maar ze vindt het ook spannend. Dat heb jij ook weleens, hè? Wat doe jij dan?'
Emoties uitbeelden:
Benodigdheden:
- Emotiekaarten of een emotiedobbelsteen
Laat een kind een afbeelding van een emotie zien. Hij/zij is het paard van Sinterklaas en beeldt de bijbehorende emotie uit. De andere kinderen hebben de afbeelding niet gezien en raden welke emotie er is uitgebeeld. Of gebruik een gevoelsdobbelsteen.
Gooi de gevoelsdobbelsteen hoog in de lucht en doe het gevoel van de bovenkant na.
Knutsel er eventueel zelf eentje. Heb je een vakjesdobbelsteen?
Stop daar dan de emotiekaarten in.
Emoties: Blij
Het paard is blij
Benodigdheden:
- Een paardenhandpop
Introduceer de handpop. Laat hem heel blij reageren. Waarom zou hij blij zijn?
Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij blij is.
Houd vervolgens een gesprek over blij zijn:
Wat is blij zijn?
Ben jij wel eens blij?
Waar word je wel eens blij over?
Hoe voelt dat?
Wie is er vandaag blij?
Waarom?
Kun je het zien als iemand blij is?
Hoe reageren andere mensen als jij blij bent?
Hoe kun je iemand anders blij maken?
Schrijf alles over blij zijn in een woordveld op een groot vel papier.
Plak er een pictogram/smiley van blij zijn bij en hang het vel op in de klas.
Een blij muziekje
Benodigdheden:
- Een paardenknuffel
- Blije muziek
Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?
Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek? Laat de handpop sprongetjes van blijdschap in de lucht maken door de kinderen de handpop over te laten gooien naar een klasgenoot (roep de naam, ook een leuk kennismakingsspel).
De andere kinderen roepen: "Jeeeeej!" als de handpop een sprongetje maakt.
Hinniken is verboden!
Benodigdheden:
- Geen
Vorm tweetallen. De kinderen zijn Sinterklaas en zijn paard en gaan tegenover elkaar staan. Het ene kind (Sint) trekt gekke bekken en het andere kind probeert zijn gezicht neutraal te houden. Hij mag niet hinniken (lachen)!
Lukt het om dit kind toch aan het lachen te krijgen?
Als dit gelukt is, wisselen de kinderen van rol.
Emoties: Boos
Het paard is boos
Benodigdheden:
- Een paardenhandpop
Introduceer de handpop. Laat hem heel boos reageren. Reageer geschrokken en vraag aan de kinderen wat je zou kunnen doen? Waarom zou hij boos zijn? Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij boos is. Houd vervolgens een gesprek over boos zijn:
Wat is boos zijn?
Ben jij wel eens boos?
Waar word je wel eens boos over?
Hoe voelt dat?
Wie is er vandaag boos?
Waarom?
Kun je het zien als iemand boos is?
Hoe reageren andere mensen als jij boos bent?
Hoe kun je iemand anders boos maken?
Hoe kun je iemand helpen die boos is?
Schrijf alles over boos zijn in een woordveld op een groot vel papier.
Plak er een pictogram/smiley van boos zijn bij en hang het vel op in de klas.
Boos!!!
Benodigdheden:
- Een paardenhandpop
De handpop roept iets op een boze manier en laat de kinderen dit woord herhalen.
Breid dit uit naar zinnen. Bijvoorbeeld: Weg!, Boos! Kwaad! Woest! Woedend! Wegwezen! Stop, hou op! Jij doet naar, bekijk het maar! Laat me met rust! Ik ben boos op jou! Ga weg, ik wil jou niet meer zien! Ik wil niet meer het dak op!
Emoties: Bang
Het paard is bang
Benodigdheden:
- Een paardenhandpop
Introduceer het paard. Hij is bang. Waarom zou hij bang zijn? Laat het paard vervolgens vertellen waarom hij bang is. Houd vervolgens een gesprek over bang zijn:
Wat is bang zijn?
Ben jij ergens bang voor?
Waarvoor?
Hoe voelt dat?
Wie is er vandaag bang?
Waarvoor?
Kun je het zien als iemand bang is?
Hoe reageren andere mensen als jij bang bent?
Hoe kun je iemand anders bang maken?
Hoe kun je iemand helpen die bang is?
Schrijf alles over bang zijn in een woordveld op een groot vel papier. Plak er een pictogram/smiley van bang zijn bij en hang het vel op in de klas.
Boeken
Dit boek leent zich goed om de emotie bang te bespreken:
Emoties: Verdrietig
Het paard is verdrietig
Benodigdheden:
- Een paardenhandpop
Introduceer de handpop. Laat hem heel verdrietig reageren. Waarom zou hij verdrietig zijn? Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij verdrietig is.
Houd vervolgens een gesprek over verdrietig zijn:
Wat is verdrietig zijn?
Ben jij wel eens verdrietig?
Waar word je wel eens verdrietig over?
Hoe voelt dat?
Wie is er vandaag verdrietig?
Waarom?
Kun je het zien als iemand verdrietig is?
Hoe reageren andere mensen als jij verdrietig bent?
Hoe kun je iemand anders verdrietig maken?
Schrijf alles over verdrietig zijn in een woordveld op een groot vel papier. Plak er een pictogram/smiley van verdrietig zijn bij en hang het vel op in de klas.
Een verdrietig muziekje
Benodigdheden:
- Verdrietige muziek.
- Een paardenknuffel
Het paard is verdrietig. Zoek 'verdrietige' muziek en laat de klas een fragment horen.
Wat hebben de kinderen gehoord? Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?
Laat de verdrietige knuffel rondgaan. De kinderen geven hem om de beurt een knuffel.:
Emoties: Kalm
Het paard is kalm
Benodigdheden:
- Een paardenhandpop
- Een emotiekaart 'kalm' - Een groot vel papier
- Schrijfmaterialen
Introduceer de handpop. Laat hem heel kalm reageren. Waarom zou hij zo kalm zijn?
Laat de handpop vervolgens vertellen waarom hij zo kalm is.
Houd vervolgens een gesprek over kalm zijn:
Wat is kalm zijn?
Ben jij wel eens kalm?
Waar word je kalm van?
Hoe voelt dat?
Wie is er vandaag kalm?
Waarom?
Kun je het zien als iemand kalm is?
Hoe reageren andere mensen als jij kalm bent?
Hoe kun je iemand anders kalm maken?
Schrijf alles over kalm zijn in een woordveld op een groot vel papier.
Plak er een pictogram/smiley van kalm zijn bij en hang het vel op in de klas.
Rustige muziek
Benodigdheden:
- Rustige muziek
Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?
Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?
Kunnen ze rondlopen op de muziek als een kalm paard?
Op de rug tekenen
Benodigdheden:
- Rustige muziek
Laat de kinderen in tweetallen zitten. Het ene kind is het paard van Sinterklaas en gaat met zijn rug naar het andere kind (Sinterklaas) zitten. Zet een rustig muziekje op en laat het ene kind bij het andere kind met zijn vinger een paard of wortel op de rug tekenen totdat de muziek weer stopt. Hierna wisselen de kinderen.
Ademhalingsoefening:
Je hebt nodig:
- Een worteltje voor ieder kind
De kinderen zijn het paard van Sinterklaas. Vraag de kinderen ook eens rustig op hun rug op de grond in de stal te gaan liggen, met hun onderbenen op een omgekeerde stoel.
Leg een worteltje op hun buik.
De kinderen leggen hun handen op hun onderbuik of ontspannen lang hun lichaam.
De kinderen sluiten hun ogen. Zet een relaxmuziekje op. Voelen ze hun ademhaling?
Laat de wortel langzaam op en neer bewegen. Als je inademt gaat de wortel omhoog en als je uitademt weer omlaag. Voelen de kinderen dat ze steeds rustiger worden?
De kinderen openen na een aantal keer het rustig volgen van je adem, hun ogen weer.
Ze staan rustig op en eten hun wortel op. Vraag na afloop hoe de kinderen zich voelden, waar ze aan dachten, hoe ze zich voelden en hoe ze het vonden? Herhaal deze oefening meerdere keren. Ook zonder echte wortel, maar met de wortel in gedachten.
Een verhaaltje:
Je hebt nodig:
- Een verhaal over het Paard van Sinterklaas
De kinderen mogen op hun rug gaan liggen en doen hun ogen dicht.
De leerkracht vertelt een verhaaltje over het paard van Sinterklaas.
Het paard van Sinterklaas:
Je hebt nodig:
- Een rustig muziekje
Zet een rustig muziekje op (bijv. zachtjes gaan de paardenvoetjes).
De kinderen zijn het paard. Ze trappelen heel voorzichtig, tillen hun knie zo hoog mogelijk op en zetten hun voeten voorzichtig weer op de grond.
Hierna plaatsen we net als een paard onze handen en voeten op de grond en rekken ons uit. En dan tillen we ons paarden achterbeen op. Eerst het ene been, dan het andere. Heel voorzichtig, want Sinterklaas zit op je rug en die mag natuurlijk niet vallen!
Het paard van Sinterklaas vindt het ook fijn om geborsteld te worden. We zijn paarden en gaan in een lange rij zitten. Het kind achter je maakt lange strijk bewegingen over je rug, zodat je weer schoon en mooi wit wordt. Dat vindt het paard lekker!
Hij gaat er een beetje van briezen. Adem in door de neus en adem uit: Brrrrr... schud je wangen maar helemaal los…
Zachtjes gaan de paardenvoetjes:
Focus!
Benodigdheden:
- Een paardenknuffel
In de kring staat een paardenknuffel.
De kinderen kijken ernaar en ontspannen daarbij hun lichaam.
De kinderen proberen zo min mogelijk aandacht te schenken aan opkomende gedachten of lichamelijke gewaarwordingen. De aandacht blijft bij het voorwerp!
Yoga
Benodigdheden:
- Yogakaarten thema Sinterklaas Download hier!
Zet een rustig muziekje op en doe samen met de kinderen de oefeningen op de kaarten.
Hang ze daarna op in je SEO-hoek, beweeghoek of een hoekje waar de kinderen zich kunnen terugtrekken als ze kalm willen worden.
Op de daken
Benodigdheden:
- Hoepels
- Rustige muziek
Het paard moet heel veel oefenen om op het dak te lopen. Laat alle kinderen in een hoepel staan. Zet een rustig muziekje op. De kinderen lopen voetje voor voetje over de rand van de hoepel met hun handen wijd.
Paardenpiet
Benodigdheden:
- Geen
Tel de kinderen: de nummers 1 zijn de paarden, de nummers 2 de pieten.
Je vraagt de pieten plaats te nemen naast de paarden. Je vertelt dat ze eerst het paard in gaan zepen, waarbij ze goed over de rug wrijven. Daarna spoelen ze het paard af door zachtjes met de hand van boven naar onder langs het lichaam te gaan. Bij het drogen blazen ze zachtjes langs het paard. Ten slotte laten ze het paard blinken door zachte ronddraaiende bewegingen met de vlakke hand te maken. Daarna keer je de rollen om.
Emotieregulatie
Hi hi hi!
Benodigdheden:
- Geen
Iedereen zit in een kring. Een kind is het paard van Sinterklaas. Het paard mag langs iemand strelen, luid miauwend. De anderen moeten proberen serieus te blijven.
Wie begint te lachen is af en wordt ook een paard. Als een slachtoffer zich serieus kan houden zoekt het paard een ander slachtoffer.
Zelfbeeld/zelfvertrouwen
Wat kun je al goed en waar wil je beter in worden?
Benodigdheden:
- Een leertrap
- Een (afbeelding van een) paard
Vraag de kinderen wat het paard van Sinterklaas heel goed kan. Kunnen zij dat ook? Waarom wel/niet? En waar is het paard minder goed in?
Vraag de kinderen wat zij zelf al goed kunnen en waarom ze dat vinden.
Bijvoorbeeld: Ik ben goed in voetbal, want ik kan heel hard schieten.
Hoe komt het dat ze hier zo goed in zijn geworden?
Daarnaast bedenken ze ook een kracht die goed bij hen past en waar we in de klas wat aan hebben zoals: behulpzaam zijn, goed kunnen uitleggen of dingen oplossen.
Zijn er ook kinderen die kunnen vertellen waar het andere kind volgens hen goed in is?
Laat ze ook vertellen over waar ze beter in zouden willen worden.
Hoe zou je daar beter in kunnen worden?
Wat denk je dat beter helpt: als je tegen jezelf zegt dat je iets niet kan of als je zegt: IK KAN HET!? Ook als het dan nog niet lukt voelt het in ieder geval fijner om het te oefenen.
Paarden gebruiken allerlei kreten om hun daden nog meer superkracht bij te zetten.
NOG is ook zo'n superwoord. Luister maar!
"Ik kan het niet", "Dit werkt niet", "Ik weet het niet", "Ik ben hier niet goed in"
"Ik kan het NOG niet", "Dit werkt NOG niet", "Ik weet het NOG niet", "Ik ben hier NOG niet goed in". Laat de kinderen nadenken over het waarom van dit superkrachtige woord en bespreek op die manier op hun niveau het verschil tussen een vaste en een groei mindset.
Maak dit visueel met een leertrap. Steeds zet je met het paard een stapje dichterbij de hoogste tree van de leertrap.
Kanjerkaart
Benodigdheden:
- Een Kanjerkaart.
Kies iedere dag een kanjer van de dag of laat deze door de kinderen kiezen. Geef deze kanjer een oorkonde, waarop zijn/haar positieve gedrag/eigenschap/daad wordt benoemd.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
Comments