In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema heksen.
Loopvormen
Kruip in de rol van een heks
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn allemaal een heks en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.
Wakker worden. Ze rekken zich eerst goed uit en starten de dag met ochtendgymnastiek.
Strak (als een standbeeld) staan
Slap staan
Je lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar bewegen
Lopen als een heks, zijwaarts, achteruit
Lopen met een bezem tussen je benen
Roeren in de pan
Lopen en stilstaan (op 1 voet, op handen voeten, op 2 handen en 1 voet enz...)
Lopen en stilzitten
Lopen en stil liggen (op je buik of rug)
Op je tenen staan (en daarna lopen of rennen)
Op je tenen lopen (en daarna lopen of rennen)
Sluipen
Rennen en omkeren (wendbaar zijn)
Slapen
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
Deze loopvormen worden in alle richtingen gedaan zodat de kinderen ook leren wat vooruit, achteruit, zijwaarts, links en rechts is.
Gevaar!
Benodigdheden:
- Een handtrom
De kinderen huppen en springen in het rond.
Als de leerkracht op de trommel slaat komt de heks eraan en is er gevaar en staan ze zo snel mogelijk stil.
Betoverd
Benodigdheden:
- Geen
Laat de kinderen vrij bewegen door de ruimte. De leerkracht speelt voor toverheks.
Als de leerkracht "bevries" zegt, dan stoppen de kinderen en blijven ze stil staan, hurken, liggen of zitten. Als de leerkracht zegt "smelt" mogen de kinderen ontspannen en weer in beweging komen. Of roep een woord zoals "kat".
De kinderen beelden dan zodra ze dit woord horen een kat uit.
Reactie spel
Benodigdheden:
- Geen
Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.
Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.
Jij bent de heks en de kinderen zijn de zwarte katten.
Aan de ene kant van de grens is de mand en aan de andere kant is de kamer.
Als de jij 'mand' zegt moet iedereen naar de mandkant springen.
Als jij 'kamer' zegt, springen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'zwarte kat' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een kat op vier poten gaan staan.
De achtervolging
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen gaan in tweetallen staan. Ze zijn heksen op een bezemsteel.
Het ene kind achtervolgt het andere kind.
Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer.
Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook.
Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.
Doe maar na!
Benodigdheden:
- Een heksenknuffel
De knuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.
Niet botsen!
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn heksen en proberen zonder te botsen rond te vliegen op hun bezemsteel.
Toverstokjes
Benodigdheden:
- Een trom
- Stokjes (dit kunnen bijvoorbeeld takken zijn)
De kinderen zijn heksen en hebben een toverstokje in hun pootje.
Ze lopen op het ritme van de trom door de gymzaal.
Als de trom stopt voeren zij een opdracht uit:
Leg het stokje op de grond
Ruil je stokje met een andere heks
Ga liggen en leg het stokje op je buik
Enzovoort.
Stoeien en contactspelletjes
Bezem-/toverstafduwen
Benodigdheden:
- Een lange stok of bezem
- Stoepkrijt of een touw
Leg met een touw een cirkel van ongeveer 4 meter doorsnede of teken deze met stoepkrijt. De kinderen gaan in tweetallen in de cirkels staan en houden elk een uiteinde van een heksenbezem of stok (de toverstaf)vast. Door te duwen, proberen ze elkaar uit de cirkel te duwen. Wie als eerste de grond buiten de cirkel raakt, verliest.
Tikspelen
Zakdoekje leggen
Benodigdheden:
- Een toverstaf
Dit bekende spel behoeft verder geen uitleg.
Verander 'Zakdoekje' in 'toverstaf' of 'toverboek'
Heksje, heksje, hoe laat is het?
Benodigdheden:
- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker
Een van de kinderen speelt voor heks en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Heksje, heksje, hoe laat is het?' De heks antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting de heks. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. De heks kan onverwacht ook roepen: 'Het is tovertijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van de kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende heks.
Heksentikkertje
Benodigdheden:
- Een mat
Een heksenhoed
De tikker is de heks, de andere kinderen zijn de zwarte katten.
Geef de tikker een heksenhoed, zodat hij goed opvalt.
Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een kattenmandje.
Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!
Variatie: Verander de katten in kinderen, Hans en Grietje of iets dergelijks.
En verander de mat in een toverketel.
Heksje
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de heks. Als de heks een kind heeft getikt, dan moet dit kind met de benen wijd gaan staan en mag hij door de tovenaar, die onder zijn benen door kruipt weer verlost worden. Welke heks kan alle kinderen vangen?
heks, kom uit je hol!
Benodigdheden:
- Een kast of iets dergelijks
Eén kind (de heks) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.
De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de heks en roepen: ”Heks, kom uit je hol”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen.
Plotseling komt de heks uit haar hol en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken.
De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn.
Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten.
Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.
Staartenroof
Benodigdheden:
- Linten
- Hoepels
Elk kind is een zwarte kat en heeft een lint in zijn of haar broek.
Een heks probeert de linten te roven.
In een aantal hoepels aan de zijkant van de zaal liggen extra linten. Die mogen de kinderen die hun lintje kwijt zijn pakken. Ben je je staart kwijt en zijn er geen extra linten meer?
Dan kom je aan de kant zitten! De staarten/linten worden na afloop steeds geteld.
De heks
Benodigdheden:
- Een heksenhoed
Een kind is de heks. De kinderen staan aan de smalle zijde van het speellokaal. De heks staat in het midden. De heks roept 'Hokus pokus pant, ren maar naar de overkant!'
De kinderen rennen nu naar de overkant en proberen niet gepakt te worden door de heks. Tikt de heks een kind aan, dan is die de nieuwe heks.
In de heksensoep
Benodigdheden:
- 4 matten
- Een heksenhoed
- Een grote soeppan
- Een soeplepel:
De heks gaat soep maken. De kinderen worden verdeeld en hebben de rol van paddenstoelen, blaadjes, teennagels of andere ingrediënten voor de heksensoep.
Ze gaan ieder op een mat in de hoek staan. De vierde hoek blijft leeg. In het midden staat een tikker; de heks. De tikker roept wat er in de soep moet en het betreffende groepje probeert zo snel mogelijk naar de lege mat te rennen. De heks mag tikken.
Wie af is helpt de soep koken en gaat in het midden staan.
De groep die als laatste overblijft is het winnende ingrediënt.
Heks, mag ik overvliegen?
Benodigdheden:
- Geen
Dit spel gaat net als: "Schipper mag ik overvaren?" De schipper wordt in het liedje vervangen door een heks. De kinderen steken alleen over als zij het genoemde gemeen hebben. Als de heks ‘ja’ antwoordt en de klas vraagt ‘hoe?’ dan zegt de heks bijvoorbeeld: ‘Als je een blauwe trui aan hebt hebt.’ Kinderen met een blauwe trui rennen naar de overkant en de heks probeert ze te tikken.
Een helpende hand
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de heks en de tikker. Als hij iemand tikt, wordt diegene omgetoverd in de tikker.
Kinderen mogen echter niet getikt worden als zij elkaar vasthouden.
Dat mag alleen niet langer dan vijf seconden. Door goed op te letten en elkaar te helpen, wordt het heel moeilijk voor de tikker om iemand te tikken.
Pak me dan, als je kan!
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de heks en de tikker. De andere kinderen staan achter de streep en roepen: 'Heks, pak me dan, als je kan!'. Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.
In de rij
Benodigdheden:
- Een pion
Alle kinderen rennen door de zaal. Er zijn twee heksen, de tikkers, die de kinderen proberen te tikken. Als een kind getikt is, dan gaat hij in de rij, achter de pion, staan.
Spreek af dat de kinderen achteraan aansluiten. Als er vijf klanten in de rij staan en de zesde komt, dan mag de eerste weer meedoen.
Heks, ik kom in je hol!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een groot hol van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in het hol te komen, zonder daarbij getikt te worden door de heks. De kinderen vragen: 'heks, mag ik over je land?' Zegt de heks 'nee', dan gaan ze toch.
De heks probeert ze te tikken.
Wie van de drie?
Je hebt nodig:
- 3 Matten
Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een heks, de tikker, zitten. De andere kinderen lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal.
De heksen mogen de kinderen tikken, dan zijn ze gevangen. De hesen mogen echter niet van de matten af. Als je af bent ga je op de mat van de heks zitten.
Welke heks vangt de meeste kinderen?
De kabouter en de heks
Benodigdheden:
- Geen
Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het kabouterhuisje. In de kring staat de kabouter. De heks staat buiten de kring.
Zij klopt aan en vraagt: 'mag ik komen spelen?' De kabouter heeft geen zin en zegt: 'nee!'. De heks loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen. De kabouter sluipt er achteraan en maakt de heks wakker. Nu mag de heks de kabouter proberen te tikken. Maar... als de kabouter weer in zijn huis is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.
De heks
Benodigdheden:
- Geen
- een heksenhoed
De heks staat in het midden. Deze noemt een kleur en iedereen die dezelfde kleur in de kleren heeft, mag naar de overkant rennen.
De heks probeert de kleuren te vangen door de kinderen te tikken.
Wie durft?
Benodigdheden:
- Geen
De helft van de groep vormt een kring; het hol van de heks. De andere helft zijn kabouters en lopen om de kring heen. In het midden ligt de heks. De kring maakt poortjes. De kabouters proberen door de kring te lopen zonder getikt te worden door de heks.
Variatie: Speel het spel omgekeerd, met de kabouters in de kring en de heks die buiten de kring op de loer ligt. Zet de kring niet in het midden van de zaal, zodat er genoeg ruimte is om te rennen. Als de heks slaapt gaan alle kabouters hun huisje uit. Als de heks weer wakker wordt probeert hij ze te tikken.
Variatie: Speel het spel met 1 heks en 1 kaboyuter.
Variatie: De heks moet in het hol (de kring) blijven, maar de kabouter mag langs de deuren erin en eruit. De kabouters die getikt zijn gaan in een poortje zitten.
De kring kan de kabouters en/of de heks helpen of juist weerstand bieden.
In een hol
Benodigdheden:
- Hoepels
De helft van de kinderen is kat en krijgt een hoepel. Een kind is de heks en probeert de zwarte katten te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun holletje (de hoepel) staan.
Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 kat plaatsnemen.
Komt er een tweede kat bij, dan moet de eerste uit de hoepel.
Piraat, word eens wakker!
Benodigdheden:
- Een mat
- Een deken
Er ligt een heks te slapen in haar hol (ligt op mat).
De kabouters willen haar een beetje plagen, en één van hen gaat het deken er aftrekken (de anderen sluipen stilletjes mee), de heks wordt wakker en is boos!
Zij probeert de kaboutertjes te pakken voor ze terug thuis zijn!
Estafette
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een Stokjes
Twee kinderen houden het stokje (de toverstaf van de heks) vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen.
Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het stokje te laten vallen?
Variatie: Probeer het ook eens met andere lichaamsdelen
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Een toverstafje
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het toverstafje (of een heksenhoed o.i.d.) onder hun benen door.
Welke groep legt het toverstafje het eerste in de hoepel?
Variatie: Geef het voorwerp boven je hoofd door.
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een boek
De kinderen zijn heksen en lopen in tweetallen met het toverboek op hun rug of hoofd een route. Wie kan dit zonder het toverboek te laten vallen?
Hesenparcours
Benodigdheden:
- Pionnen
Zet een pion op je hoofd en loop er een parcours mee.
Als je heksenhoed afvalt moet je stoppen. Welke heks komt het verst?
Balvaardigheid/mikken
Mikken
Benodigdheden:
- Kleine ballen of pittenzakken
- Verander een doos in een toverketel.
De kinderen zijn heksen en proberen hier de kleine (soep-)bal of een pittenzak in te mikken.
Laat de kinderen op allerlei manier de ballen in de mand mikken.
Gooien met een hand
Bovenhands gooien
Onderhands gooien
Gooien met twee handen
Gooien met je ogen dicht
Achterstevoren gooien
De heks en de kabouters
Benodigdheden:
- Een bal
De kabouters staan in de kring, de heks in het midden.
Zij probeert de bal te ontwijken, waarmee de kabouters haar proberen te raken.
Wie de heks raakt, mag haar plaats innemen.
Blikgooien
Benodigdheden:
- Blikken
Pittenzakken of balletjes
Verander de blikken bijvoorbeeld in heksen of zwarte katten,
Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien. Wie gooit de meeste blikken omver?
Balvaardigheid/rollen
Heksenbezems
Benodigdheden:
- Ballen, 1 per team
- Bezems. 1 per team
Maak teams. Maak een eenvoudig circuit en laat de kinderen met behulp van een heksenbezem de bal naar het eindpunt 'duwen'.
Variatie: Maak er een estafette van.
Kleine materialen/hoepels
Hoepeltikkertje
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de heks. Wanneer de heks roept: "van plaats veranderen!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de heks ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel (toverketel) gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Van hol wisselen
Benodigdheden:
- Hoepels
Leg hoepels op de grond, dit zijn de heksenholletjes. Er is 1 hol minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hol, maar één kind staat in het midden.
Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle heksen een ander hol zoeken.
De heks die in het midden staat probeert ook een hol te bemachtigen.
Eén heks blijft over en die moet nu in het midden staan.
Hoepelhoppen
Benodigdheden:
- Hoepels
Leg een aantal hoepels achter elkaar. Dit zijn heksenketels. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt (zie foto). De kinderen zijn omgetoverd in kikkers. Ze springen met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel. Ga door tot het einde (en evt. weer terug).
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
- Een handtrom
De hoepels zijn de heksenholletjes. In elk hol zit een heks.
Op een teken gaan de heksen op pad. Ze lopen om de holletjes heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de heksen zo snel mogelijk naar een hol.
Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn.
De heksen die geen hol hebben, zijn af.
Kleine materialen/overige
Voetenwerk
Benodigdheden:
- Een heksenknuffel
Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.
Ze zetten beide voeten tegen de muur. Klem bij het eerste kind de knuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.
De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.
Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?
Balanceerkunst
Benodigdheden:
- Stokken
De kinderen laten een toverstok op hun handpalm balanceren. De andere hand mag daarbij niet worden gebruikt. Wie houdt de stok het langst op zijn handpalm?
Afsluiting
Er waren eens vier heksen
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier heksjes, zo, zo klein. Die maakten samen een heksendans, piek, piek fijn. Zeg heksje een, kom jij eens hier en toon je kunsten met plezier. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.
Wijs vier heksen aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.
Er zat een klein heksje
Benodigdheden:
- Geen
Maak een kring. Een kind zit in het midden te huilen. Bij "sta op" kiest dit kind een ander kind uit, danst samen met dit kind en daarna wisselen ze van rollen.
Het liedje gaat zo:
Er zat een kleine, boze heks huilen op een bezem
Huilend, krijsend, heel de dag gemeen
Hou op heksje klein en droog je tranen af!
Kies een ander op je steel en spring er zelf af!
Tralalalalala lalalalaaa enz...
Stiltespel:
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is heks en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal kabouters aan die achter haar gaan zitten. Hoeveel kabouters zitten er achter de heks?
De heks wil los
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in de kring en houden elkaars handen stevig vast.
In het midden staat een heks, die gevangen is genomen.
Zal het haar lukken uit het stevige hek te ontsnappen.
De dief
Benodigdheden:
- Een hoepel
- Een toverstaf
Een kind is de heks en zit in een hoepel met een toverstaf achter zich.
Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert de toverstaf te pakken.
Als het kind in de hoepel hoort dat het voorwerp gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag de toverstaf wel aan een ander geven.
Als het voorwerp valt, is de dief af.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
コメント