In deze blog vind je suggesties voor bewegend leren bij het thema heksen.
Geluiden
Heksendans
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen lopen, dansen, huppelen enz. vrij door de ruimte. Een kind is de heks en heeft een pan en een houten lepel. Als ze op de pan slaat, dan moeten alle heksen stokstijf stil staan. Wie beweegt is af. De winnaar is degene die overblijft.
Rijmen
Het ren-je-rot rijmspel
Benodigdheden:
- Hang of leg afbeeldingen van rijmwoorden over heksen verspreid door de gymzaal.
Noem een woord en laat de kinderen als een kip naar het juiste rijmwoord hippen.
Mocht je het spel met een groep kinderen spelen, laat hen elkaar dan opdrachten geven: ‘Wat rijmt er op ...?’ De andere kinderen rennen naar de afbeelding van het rijmwoord.
Het kind dat de opdracht heeft gegeven, controleert of het rijmwoord goed is.
Daarna wordt er van beurt gewisseld.
Dansen
Benodigdheden:
- Een vrolijk muziekje
- Hoepels
- Eventueel linten
- Woordkaartjes, thema heksen
Leg de kaarten verspreid door de speelzaal in de hoepels. Zet een vrolijk muziekje op.
De kinderen dansen (eventueel met een geel lint in hun handen). Als de muziek stopt roep je een rijmwoord en rennen de kinderen zo snel mogelijk naar de juiste hoepel.
Mikken
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema heksen
- Hoepels of het klimrek
- Pittenzakken, een stuiter-ei of een bal
Leg hoepels neer en leg de kaarten erin.
Of hang de hoepels met een draad aan het plafond en een afbeelding eraan op.
Of span een lijn en hang daar kranten overheen, waarop je de kaarten hangt.
Een andere mogelijkheid: Hang de kaarten aan de treden van een klimrek.
De kinderen krijgen vervolgens een pittenzakje, ei of bal.
Noem nu een woord. De kinderen proberen hun pittenzak, ei of bal in de juiste hoepel of het vak met het rijmwoord te mikken. Raak? Dan heb je een punt!
Maak het eventueel moeilijker door het rijmwoord te verstoppen in een zin,
Estafette
Benodigdheden:
- Zet tien emmers of bakken in een rij, met steeds twee tot drie meter ruimte ertussen. Op elke emmer of bak staat een woord.
- Rijmkaarten, thema heksen
- 25 verschillende woordkaarten
De kinderen beginnen ongeveer vijf meter voor de emmer/bak, achter een streep.
Elk team krijgt 25 opdrachtenkaartjes, die ze zo snel mogelijk naar de juiste emmer/bak moeten brengen. Het eerste kind pakt één kaartje, roept het bijbehorende woord, rent naar de emmer/bak met het rijmwoord en gooit het kaartje daarin.
Als het eerste kind terug is, mag het tweede kind beginnen.
Het team wat als eerste klaar is heeft gewonnen.
Hoepel springen
Benodigdheden:
- Leg voor elk team tien hoepels op een rij
- Woordkaarten, thema heksen
Leg in elke hoepel een woord.
Het eerste kind begint en springt met twee voeten tegelijk van hoepel naar hoepel.
Hij/zij zegt daarbij steeds een bijbehorend rijmwoord van het woord dat in de hoepel staat.
Na de laatste hoepel mag hij/zij zo hard als hij kan terugrennen en als hij/zij terug is mag de volgende vertrekken. Het team dat als eerste klaar is heeft gewonnen.
Stuiteren
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema heksen
- pionnen
- Een bal
Zet de pionnen steeds drie meter uit elkaar en leg er een kaart naast.
Laat de kinderen in slalom stuiterend langs de pionnen lopen. Als ze langs een kaart lopen dan roepen ze een rijmwoord bij wat erop de kaart staat.
Rollen
Benodigdheden:
- Een bal
- Woordkaarten, thema heksen, waarop te rijmen is.
Dit spel speel je in tweetallen. Geef ieder duo een bal (het ei) en laat ze met hun benen wijd tegenover elkaar zitten. Geef de kinderen een woordkaart. Steeds wanneer ze de bal naar de overkant rollen roepen ze er een rijmwoord bij (dat nog niet is genoemd).
Hoe ver kunnen ze komen?
Kegelen
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema heksen
- Omgekeerde pionnen of kegels
- Een bal
- Een omgekeerde bank
Plak de rijmkaarten op de pionnen of kegels en zet ze aan de ene kant van de gymzaal.
De kinderen gaan hier tegenover staan.
Laat de kinderen met de bal de pionnen of kegels omrollen of gooien.
Gebruik bij het rollen een omgekeerde bank als kegelbaan. Op deze manier rolt de bal de juiste kant op. Welke kaart hebben ze omgegooid? Roep er een rijmwoord bij!
Nu geef je opdrachten. Deel bijvoorbeeld opdrachtkaarten uit of roep welke pion of kegel de kinderen moeten proberen te raken. Lukt het? Dan mag de pion of kegel blijven liggen.
Analyse/synthese
Hak, ren en plak
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema heksen (bestaande uit 1 lettergreep)
Verdeel de kinderen in duo’s. Kind 1 start bij het startpunt, ander kind staat bij tussenpunt.
Op de route naar het tussenpunt kun je ook nog wat beweegmoeilijkheden toevoegen om het extra spannend te maken (een bank, hoepel, blokjes enz...).
Kind 1 pakt bij het startpunt een kaartje met een woordkaart, bekijkt hem en rent naar kind 2 bij het tussenpunt. Kind 1 laat de kaart niet zien maar mag zelf wel nog een keer kijken.
Hij hakt vervolgens het woord in klanken. Kind twee plakt de woorden vervolgens tot een woord en zegt het woord. Is het goed? Kind 1 laat dan de afbeelding zien.
Kind twee rent met de afbeelding naar het startpunt en hakt het woord voor de leerkracht. Na goedkeuring rent leerling twee naar het beginpunt en start het proces weer opnieuw.
Dansen
Benodigdheden:
- Een eng muziekje
- Hoepels
- Woordkaartjes, thema heksen
Leg de kaarten verspreid door de speelzaal in de hoepels. Zet een eng muziekje op.
De kinderen dansen als heksen. Als de muziek stopt hak je een woord en rennen de kinderen zo snel mogelijk naar de juiste hoepel.
Klanken springen
Benodigdheden:
- Drie hoepels
Zeg steeds een woord over heksen, dat bestaat uit drie klanken en laat een kind in de hoepels springen, terwijl hij de klanken benoemt. Wissel af en toe ook van rol, laat het kind woorden met drie klanken bedenken en spring dan zelf.
Gaat het goed, gebruik dan langere woorden.
Mikken:
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema heksen
- Hoepels
- Pittenzakken
Leg hoepels neer. Leg afbeeldingen van kleuren in de hoepels. De kinderen krijgen een pittenzakje en gaan om de hoepels/cirkels heen staan. Hak nu een woord in stukjes.
De kinderen proberen hun pittenzak in de juiste hoepel te mikken. Raak? Dan hebben ze een punt.
Variatie: Hang de kaarten aan een draad op!
Kegelen
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema heksen
- Omgekeerde pionnen of kegels
- Een bal
- Een omgekeerde bank
Plak de woordkaarten op de pionnen of kegels en zet ze aan de ene kant van de gymzaal.
De kinderen gaan hier tegenover staan.
Laat de kinderen met de bal de pionnen of kegels omrollen of gooien.
Gebruik bij het rollen een omgekeerde bank als kegelbaan. Op deze manier rolt de bal de juiste kant op. Welke woordkaart hebben ze omgegooid? Kunnen ze dit woord hakken?
Nu geef je opdrachten. Deel bijvoorbeeld opdrachtkaarten uit of roep welke pion of kegel de kinderen moeten proberen te raken. Lukt het? Dan mag de pion of kegel blijven liggen.
Klanken en letters
Ren je rot
Benodigdheden:
- Letterkaarten, thema heksen
Hang de kaarten met wasknijpers verspreid op. Bespreek eerst welke er hangen.
Roep nu een letter, De kinderen rennen nu zo snel mogelijk naar een van deze kaarten. Herhaal dit spel een aantal keer.
Letters dansen
Benodigdheden:
- Muziek
Schrijf de letters meteen toverstafje (stokje/tak). Maak de letter ook eens met je vinger in de lucht, of juist met je billen. Of maak de vorm van de letters met je eigen lichaam.
Dansen
Benodigdheden:
- Een eng muziekje
- Hoepels
- Letterkaarten, thema heksen
Leg de kaarten verspreid door de speelzaal in de hoepels. Zet een eng muziekje op.
De kinderen dansen als heksen. Als de muziek stopt roep je een letter en rennen de kinderen zo snel mogelijk naar de juiste hoepel.
Speurtocht
Benodigdheden:
- Een letterkaart
- Woordkaarten, thema heksen
Hang de letterkaart op en verstop kaartjes met afbeeldingen in het lokaal of plein.
Begint het woord met de letter van de week, dan brengen kinderen deze naar het plaatje van de letter toe.
Stoepkrijt
Benodigdheden:
- Stoepkrijt
Schrijf de letter h van heks met stoepkrijt op het plein. De kinderen tekenen deze na en tekenen er dingen bij die met deze letter beginnen.
Springspel
Benodigdheden:
- Letterkaarten
- Stoepkrijt
Hang de aangeboden letter duidelijk zichtbaar op.
Schrijf op een deel van het plein verschillende letters. De kinderen moeten naar de overkant komen maar mogen daarbij alleen op de letter h van heks gaan staan.
Letters mikken
Benodigdheden:
- Hoepels of manden
- Letterkaarten, thema heksen
Leg hoepels neer. Leg letterkaarten in de hoepels.
De kinderen krijgen een pittenzakje en gaan om de hoepels/cirkels heen staan.
Noem nu een letter. De kinderen proberen hun pittenzak in de juiste hoepel te mikken.
Wie had het goed?
Variatie: Hang de kaarten op
Rollen
Benodigdheden:
- Een bal
- Letterkaart van de letter h
Dit spel speel je in tweetallen. Geef ieder duo een bal en laat ze met hun benen wijd tegenover elkaar zitten. Geef de kinderen een letterkaart van de letter h. Steeds wanneer ze de bal naar de overkant rollen roepen ze er een woord bij, die met deze letter begint (dat nog niet is genoemd). Hoe ver kunnen ze komen?
Op zoek naar meer
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
Comments