Het is in een kleutergroep voor het latere lezen en schrijven erg belangrijk om niet te vroeg met letters aan de slag te gaan en eerst het klankbewustzijn spelenderwijs te stimuleren. Kinderen die bewust zijn van klanken en interesse in letters gaan krijgen, kun je vervolgens activiteiten met letters aanbieden. In deze blog vind je suggesties voor kringactiviteiten rondom klankbewustzijn en geletterdheid bij het thema familie.
Geheugen (woorden)
BOEM!
Benodigdheden:
- 3 tot 5 voorwerpen (of afbeeldingen), die bij het thema familie passen
Speel in de kring het spelletje “BOEM”. Leg 3-5 verschillende voorwerpen/afbeeldingen in de kring en stuur 1 kind even naar de gang.
In de kring wordt afgesproken bij wel voorwerp er “BOEM” mag worden geroepen.
De kleuter in de gang komt terug en wijst de voorwerpen/afbeeldingen aan en gaat zo op zoek naar het voorwerp dat “BOEM” zal opleveren.
Coöperatief leren
Benodigdheden:
- Geen
Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen.
Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen. Maak tweetallen.
Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die met familie te maken hebben en die het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.
Papa is boos!
Benodigdheden:
- Geen
Zeg een woord alsof je boos bent en laat de kinderen dit woord herhalen.
Breid dit uit naar zinnen. Bijvoorbeeld: Weg!, Boos! Kwaad! Woest! Woedend! Wegwezen! Stop, hou op! Jij doet naar, bekijk het maar! Laat me met rust! Ik ben boos op jou!
Ga weg, ik wil jou niet meer zien! Ik wil niet meer met jou spelen!
Hetzelfde woord
Benodigdheden:
- Geen
Zeg steeds een rijtje van vier-zes woorden achter elkaar.
Welk woord heb je twee keer gehoord?
Bijvoorbeeld: Neef, zus, vader, neef
Ik ga logeren en ik neem mee...
Benodigdheden:
- Geen
Speel het spel of een variatie op het spel: Ik ga op reis en ik neem mee...
Hoeveel woorden kunnen de kinderen onthouden?
Tip: Voeg elke keer een beweging of een extra geluid (gemaakt met eigen lijf) toe, passend bij het genoemde woord. Probeer de groeiende opsomming aan het eind van het lied ritmisch op te noemen door duidelijke accenten in de woorden te leggen waardoor een cadans ontstaat; Het onthouden van geluiden wordt makkelijker wanneer deze gekoppeld worden aan echte voorwerpen die in de kring liggen of afbeeldingen ervan.
Het boodschappenlijstje
Benodigdheden:
- Voorwerpen uit de winkel (bijv. verpakkingen)
Leg een heleboel voorwerpen in de kring. Vertel de kinderen dat moeder boodschappen gaat doen. Jij vertelt wat er op het lijstje staat en één van de kinderen die moeder speelt (of vader) mag, nadat alles opgenoemd is, gaan 'winkelen'. Noem om te beginnen 2 voorwerpen op en laat een kind deze voorwerpen pakken. Ga daarna verder met 3 producten, 4, etc. Kunnen de kinderen de voorwerpen ook in dezelfde volgorde pakken als waarin jij ze opgenoemd hebt? Daarna ga je zelf winkelen. Noem 4 voorwerpen op die je wilt gaan kopen. Pak er vervolgens maar 3.
Weten de kinderen wat je vergeten bent om te kopen?
Het ontbrekende woord
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Zeg twee maal dezelfde reeks woorden op, maar laat de tweede keer een woord weg.
Horen de kinderen welk woord je hebt weggelaten?
Bijvoorbeeld: neef, nicht, oom, tante/neef, oom, tante.
Welk woord is er niet genoemd?
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Leg een reeks van een aantal woordkaarten van dit thema neer en noem er eentje niet op. Welk woord heb je niet gehoord? Wijs het aan!
Reeksen herhalen
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
- Eventueel een handpop
Opa hoort niet meer zo goed. Als hij je niet verstaat, moet je herhalen wat je zei.
Oefen het auditief geheugen van de kinderen door bijvoorbeeld twee, drie, vier of vijf woordkaarten van dit thema hardop te benoemen, laat de kinderen deze reeks woorden vervolgens herhalen en daarbij de genoemde kaarten in de juiste volgorde neerleggen.
Variatie: De handpop zegt rijtjes woorden (3-5) of zinnen (4-7 woorden) op die de kinderen moeten nazeggen. Gebruik de woorden van de woordenlijst en/of woordkaarten bij het thema.
Spel: Welk woord heb jij?
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
De kinderen bestuderen hun kaart en leggen deze daarna omgekeerd onder hun stoel. Noem nu steeds een kaart op.
Het kind met de genoemde kaart gaat bij het horen van zijn kaart staan.
Het wordt lastiger als je de kinderen een aantal keer van kaart of van plaats laat wisselen.
Geheugen (zinnen)
Zinnen nazeggen
Benodigdheden:
- Twee handpoppen
De ene handpop is nog in zijn huisje, de andere buiten. Hij roept zinnen door de brievenbus van het huisje van de andere handpop.
→ Zinnen van 4- 7 woorden (groep 1):
Mama is heel lief
Papa is heel sterk
Opa is al heel erg oud
Oma bakt een heerlijke taart
Mijn broer is ouder dan ik
→ Zinnen van 7 – 10 woorden (groep 2):
Mijn kleine zusje ligt in de kinderwagen
Wij gaan op visite bij mijn opa en oma
Mijn oom en tante gaan trouwen en geven een groot feest
Meervoudige opdrachten
Benodigdheden:
- Geen
Geef de kinderen een meervoudige opdracht die ze uitvoeren in het lokaal, zoals: loop op je tenen naar een raam, ga daar zitten op de grond en kruip terug naar de kring.
De kinderen voeren de opdracht daarna uit.
Begin met tweevoudige opdrachten en breid dit daarna uit naar meer.
Discriminatie (letters)
Een beginklank verkennen
Benodigdheden:
- Een vel papier
- Een stift
Bied een letter aan: Bijvoorbeeld de letter F van familie
Schrijf deze letter op een vel papier en verken de klank.
Hoe ziet deze klank eruit? Geef de kinderen een spiegel en laat ze naar zichzelf kijken.
Verken de klank door de hand op de hals te leggen. Vraag de kinderen of ze iets voelen. Wat voelen ze? Voelen ze dit ook bij andere klanken?
Knijp in je neus. Hoor je de klank nu nog?
Zet je lippen op elkaar. Kun je de klank nu nog steeds maken?
Houd je hand een stukje van je mond en zeg de klank. Wat voel je?
Hoe ziet je mond er eigenlijk uit wanneer je deze klank maakt?
Wat gebeurt er als je deze klank bij een spiegel of tegen een raam maakt?
Kunnen de kinderen de letter met hun handen of zelfs met hun hele lichaam maken?
Wie weet hoe deze letter eruit ziet? Benoem de vorm van de letter.
Loop de letter
Schrijf de letter een aantal keren in de lucht, op elkaars rug, op de grond enz... en spreek daarbij steeds de klank uit.
Wie heeft deze letter in zijn naam?
Hoe zou je heten als we de aangeboden letter voor je naam plakken?
'F'-Klank: Maak deze met een fietspomp
'H'-Klank: Laat met de 'H'-klank het raam beslaan. De kinderen schrijven op het beslagen plekje de letter 'H'.
Letterwoordveld
Benodigdheden:
- Een vel papier
- Twee stiften in verschillende kleuren
Maak een woordveld rondom de aangeboden (begin-)letter. Bijvoorbeeld de letter F van familie.Kunnen de kinderen meer woorden met deze letter bedenken?
Schrijf de woorden op een vel papier. Geef de letter een andere kleur of onderstreep ze. Laat kinderen tijdens de werkles tekeningen bij de woorden maken.
Variatie: Bedenk allerlei woorden met deze letter en schrijf ze op een briefje.
Deel de briefjes daarna uit en laat de kinderen er een prop van maken.
Tel af en laat ze de proppen omhoog gooien. Daarna gaan de kinderen door de klas lopen. Steeds wanneer de leerkracht in de handen klapt, raapt iedereen een prop van de grond.
Lettersoep
Benodigdheden:
- Een pan
- Een soeplepel
- Allerlei losse letters (bijvoorbeeld van Scrabble, houten letters enz)
Doe de letters in de pan. Schep ze er een voor een uit.
Weten de kinderen welke letter het is? Hebben we misschien ook een woord geschept?
Laat de kinderen in de letterhoek verder spelen met de pan.
Een vreemde brief
Benodigdheden:
- Een brief, waarin een bepaalde letter steeds is weggelaten
- Letterkaartjes met daarop de ontbrekende letter
Er wordt een vreemde brief van opa en oma voor de klassenpop in de klas bezorgd.
Lees de brief voor en zeg dat je er niets van begrijpt. Er is namelijk een letter gestolen uit de brief. Hebben de kinderen een idee welke letter dat is?
Ze gaan in de klas op zoek naar deze letter om de brief weer compleet te maken. Ga daarna op zoek naar nog meer woorden, die met dezelfde letter beginnen, want dat heeft de letterdief in de brief gevraagd.
Variatie: Laat meerdere letters weg en bekijk samen welke letterklank er op de lege plekken in de brief moeten worden terug geplakt. Benoem daarbij de klank hardop en plak deze aan de rest van het woord. Klopt dat woord dan in de zin?
Beginrijm
Benodigdheden:
- Geen
Zeg een paar woorden met de eerste letter langgerekt. Stel de kinderen daarbij de vraag:
Hoeveel woorden hoor je? (herhaling)
Welke letter / Wat hoor je steeds bij elk woord hetzelfde?
Hoeveel keer hoor je die letter?
Breid het aantal woorden uit als het goed gaat.
Bijvoorbeeld:
F: fffamilie, flles flessenpost
M: mmmoeder, mast munt matroos muntstuk
O: oooooma, opa, oom, olifant
V: vvvvader, vuur vlag vlot verrekijker
Reactiespel
Benodigdheden:
- Geen
Noem een rijtje klanken achter elkaar op.
De kinderen moeten gaan staan als ze de afgesproken letter horen.
Bijvoorbeeld bij de F van familie.
Post it!
Benodigdheden:
- Post it's met daarop de aangeboden letter, bijvoorbeeld de letter F van Familie
Geef elk kind een post it met de aangeboden letter. Laat de kinderen rondlopen door de klas en op zoek gaan naar een voorwerp, die begint met deze letter. Daar plakken ze hun post it op. Bespreek de vondsten. Laat de zelfklevende briefjes een paar dagen zitten.
Speuren naar de letter ...
Benodigdheden:
- Een tekst (bijvoorbeeld een liedje over familie) op een groot papier
- Stiften
Schrijf de tekst op het papier.
Laat de kinderen de afgesproken letter zoeken en deze met een kleur onderstrepen.
Lees de tekst daarna hardop voor en benadruk daarbij die letter.
Ik zie, ik zie...
Benodigdheden:
- Geen
Ga in de klas op zoek naar voorwerpen met een bepaalde beginklank en verzamel ze.
Verzamel ze op een lettertafel. Bijvoorbeeld bij de letter F van familie.
Variatie: Speel het spel 'Ik zie, ik zie wat jullie niet zien en het begint met de letter F'
Voorwerpen bij beginklanken zoeken
Benodigdheden:
- Een fotocamera
Ga in de klas op zoek naar voorwerpen die beginnen met de aangeboden klank, bijvoorbeeld de letter F van familie en verzamel ze of laat ze spullen van thuis meenemen. Leg de beginletter erbij.
Maak hier foto's van voor de lettermuur of lettertafel.
Een letter in de lucht
Benodigdheden:
- Letterkaartjes van een bepaalde letter, voor ieder kind eentje. Bijvoorbeeld de letter f van familie. Download hier!
- Andere letterkaartjes
Leg de letters op de tafel.
Laat de kinderen allemaal een kaartje zoeken met dezelfde letter als op hun kaartje.
Zeg vervolgens woordjes. Als deze met de letter op hun kaartje beginnen, dan steken ze hun letterkaartje in de lucht. Kennen zij nog meer woordjes met deze letter?
Woorden tekenen
Benodigdheden:
- Een papier
- Een stift
De kinderen gaan in tweetallen of groepjes woorden bedenken waarin ze de afgesproken letter horen. Ze tekenen deze. Bijvoorbeeld bij de letter F van familie.
Schrijf het woord onder de tekeningen en geef deze een andere kleur.
Welke hoort er (niet) bij?
Benodigdheden:
- Een groot vel papier
- Een stift.
Verzamel een aantal voorwerpen die beginnen met een bepaalde letterklank.
Bijvoorbeeld met de letter F van familie.
Laat een kind naar de gang gaan en leg er een voorwerp bij die niet met deze letter begint. Kan het kind raden welke er niet bij hoort? Met welke klank begint deze wel dan?
Variatie 1: Noem steeds een rijtje woorden met dezelfde beginletter.
Spreek deze overdreven uit. Kunnen de kinderen vertellen waarom deze bij elkaar horen? Bijv. Kleur-krant-kop-kist.
Variatie 2: Welk woord hoort er niet bij? Zet er een woord tussen die er niet bij past.
Ter controle kunnen de woorden op een groot vel papier geschreven worden.
Bewegende letters
Benodigdheden:
- Geen
Verzin allerlei bewegingen bij een klank die de kinderen kunnen uitvoeren.
Bijv. bij de letter
B van broer: bijten, bukken, boenen
F van familie: fietsen, fluiten, fluisteren, fronzen
H van huisdier: hakken, huilen, hinkelen, huppelen
M van mama: mopperen
N van neef: neuzen, nadoen, niks doen
O van opa: openen, overlopen
P van papa: pakken, pikken, ploffen, praten
S van stiefmoeder: stampen, springen, staan
T van tante: tong uitsteken, tikken
V van vader: Vuist maken, vliegen, vegen, vastpakken
Z van zus: zwaaien, zitten, zoenen, zonnen, zagen, zeven
Variatie: Noem ook werkwoorden die niet met de afgesproken letter beginnen.
Wanneer de kinderen deze horen, mogen ze deze ook niet uitbeelden.
Bedenk een naam!
Benodigdheden:
- Geen
Laat de kinderen namen bij een afgesproken letter bedenken die met diezelfde beginletter beginnen, bijv. Mama Minke, mama Marjan, mama Mies. Welke namen uit de klas beginnen ook met deze letter?
Een letterspeurtocht
Benodigdheden:
- Letterkaarten, thema familie Download hier!
Hang de aangeboden letter of verschillende letters, die al zijn aangeleerd, in de klas/school op en laat de kinderen deze zoeken. Verzamel ze en ga hierna voor elke letter op zoek naar een voorwerp dat met deze letter begint en leg het voorwerp bij de letter.
Dezelfde letter in een reeks woorden
Benodigdheden:
- Geen
Noem steeds een rijtje van drie woorden, waarbij de begin-/midden- of eindklank hetzelfde is. Horen de kinderen welke dat is?
Bijv.
Oma-opa-oom
Neef-zeep-reep
Moeder-peer-war
Samen een letterversje maken
Benodigdheden:
- Geen
Bedenk een heleboel woorden die met dezelfde letter beginnen. Kunnen de kinderen hier een leuk (onzin)versje van maken? Schrijf de leukste versjes op!
Bijvoorbeeld:
Broer botst binnen
Zus zoekt zand
Vader valt van ver
Moeder maakt mooie mutsen
Papa pakt pindakaas
Liedje
Benodigdheden:
- Een liedje over familie
Zeg de tekst van een liedje zin voor zin. Bedenk welke woorden met een afgesproken klank beginnen. Probeer het liedje te zingen zonder deze woorden uit te spreken of start met één woord dat wordt weggelaten en breid dit later uit.
Welus/nietus
Benodigdheden:
- Geen
De leerkracht noemt een letter. Bijvoorbeeld de F van familie. Vervolgens noemt de leerkracht een woord bij het thema familie. Zit de letter in dit woord?
Dan mogen de kinderen op hun stoel gaan staan.
Zit de letter niet in het woord, dan gaan of blijven de kinderen zitten.
Wat is het?
Benodigdheden:
- Voorwerpen bij het thema familie, met verschillende beginletters.
Eén kind verlaat de klas. In het midden van de kring liggen een aantal voorwerpen.
Spreek er eentje af. Met welke letter begint deze?
De kinderen zeggen de letter van het bewuste voorwerp als het kind binnen komt.
Weet het kind welk voorwerp hij/zij moet pakken.
Moeilijker: Met een blinddoek en voelen.
Welk woord begint met een...?
Benodigdheden:
- Geen
Noem steeds twee woorden. Welk woord begint met de afgesproken letter?
Bijvoorbeeld de letter F van familie
Rijmwoorden
Benodigdheden:
- Geen
Laat kinderen rijmwoorden bedenken die steeds met een afgesproken letter beginnen.
Bijvoorbeeld bij de letter 'O': oom-dr...
Cirkels
Benodigdheden:
- Een afbeelding van een familielid, bijvoorbeeld op een blokje
- Gekleurde vouwcirkels
Leg de cirkels achter elkaar in de kring en zet de afbeelding van het familielid voor de eerste cirkel. Laat de kinderen woorden met een bepaalde klank bedenken en verplaats de knuffel voor elk juist woord een cirkel verder.
Ga door totdat de knuffel bij de laatste cirkel is.
Neuriën
Benodigdheden:
- Geen
Zing een bekend lied door het te neuriën in een bepaalde letterklank, bijvoorbeeld de F van Familie, en laat de kinderen raden welk lied het is. Bijvoorbeeld "Opa Bakkebaard".
Laat hierna een kind een lied neuriën. Kan de groep het raden?
De letterwinkel
Benodigdheden:
- Geen
Mama gaat winkelen in de letterwinkel. In de letterwinkel ggg verkopen ze alleen spullen die beginnen met de letter g. Geef een voorbeeld. Ze verkopen er bijvoorbeeld wel gggggebakjes en gggieters, maar geen mmmmeloenen.
Noem nu steeds een product en laat de kinderen vertellen of dit wel of niet te koop is in de ggg-winkel, bijv. gras, boek, goudvis, peer, geit, ring, ladder, gitaar, trommel, keuken, glas, hond, gans, glitters, lijm, pannenkoeken, gehaktballen, vogel, geurtje, groente, schaar, golfbal, voetbal, glijbaan. Vraag na afloop of de kinderen nog weten welke spullen je in de ggg-winkel hebt gekocht en laat ze dit opnoemen.
Wat zou je nog meer kunnen kopen in de gggg-winkel?
Variatie: Andere letterwinkels
Tongbrekers
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zeggen de volgende tongbrekers na. Hoeveel woorden horen ze in iedere zin? Met welke letter beginnen veel woorden in iedere zin? Hoeveel keer horen ze die letter? Welke woorden in de zin beginnen met een andere letter?
Bedek het bed met het dekbeddek.
Grote Guus graaft grote gaten
Ik zag haar haar haar kammen met haar haarkam.
Jeukt jouw jeukende neus ook zo als mijn jeukende neus jeukt?
De kat krabt de krullen van de trap.
Leentje leerde Lotje lopen lans de lange lindelaan, maar toen Lotje niet wou lopen, liet Leentje Lotje staan.
Meisje met je mooie mondje moet je met je maatje mee?
Zij zei dat zij zei dat zij zei dat wat zij zei.
Mijn zeven zeven zeven keer beter dan jou zeven zeven.
Woordkaarten
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Laat een woordkaart, behorende bij dit thema, zien en horen.
De kinderen benoemen de beginklank.
Je kunt dit eenvoudiger maken door de keuze te beperken en te vragen:
Begint dit woord wel met de “(letter)” of niet?
Variatie: Of noem een beginklank en laat de kinderen een woordkaart zoeken die daarbij hoort. Vraag de kinderen ook eens welke klank zij achteraan horen.
Letters opruimen
Benodigdheden:
- Letterkaartjes, thema familie Download hier!
Laat de kinderen om de beurt een letter pakken. Verklank deze letter en vraag het kind een woord te bedenken met die letter. Schrijf ze op en ga door totdat alle letters opgeruimd zijn.
Ik heet
Benodigdheden:
- Letterkaart, thema familie met de beginletter van je naam Download hier!
Laat een kaartje met daarop de beginletter van je naam zien. Ik heet....(naam). Kijk dit is mijn letter. Schrijf de beginletter groot op. Zijn er namen in de groep met dezelfde beginletter?
Laat vervolgens andere letterkaartjes zien. Wie herkent de beginletter van zijn eigen naam? Hoe klinkt die letter?
Letteryoga
Benodigdheden:
- Letterkaarten, thema familie Download hier!
Ga in een kring zitten. Ga met beide voeten op de grond en met gesloten ogen rechtop in je stoel zitten. Adem rustig in en uit. Wijs een kind aan dat een letter op iemands rug gaat ‘schrijven’ met zijn of haar vinger. Het voelt als een ‘massage’ tijdens de ontspanning.
De ander raadt welke letter het is. Degene die de letter schreef, gaat met gesloten ogen zitten op de stoel van degene die de letter geraden heeft. Die kiest vervolgens een nieuwe letter. Herhaal dit in een aantal rondes.
Variatie: Als variant kun je kaartjes met afbeeldingen uitdelen en de kinderen de eerste letter van het woord laten ‘schrijven’.
Een verhaal
Benodigdheden:
- Voor ieder kind een letterkaartje van een bepaalde letter, bijvoorbeeld de letter f van familie. Download hier!
Vertel een verhaal. Steeds wanneer de kinderen een woordje met de letter F horen (verleng deze klank duidelijk) steken ze hun letterkaartje in de lucht.
Discriminatie (woorden)
Reactie woorden
Benodigdheden:
- Geen
Zeg steeds een rijtje woorden op. Steeds als de kinderen het woord oom horen klappen zij in hun handen. Bijvoorbeeld:
Oom - neef - oma - oom - oom- zus - opa - tante - nicht - oom - overgroot oma - oom
Variatie: Lees een stukje uit een boek voor. Vraag de kinderen elke keer dat zij een afgesproken woord horen om hun hand op te steken.
Dit zorgt ervoor dat kinderen naast het kunnen luisteren naar de inhoud van het verhaal, ook gaan luisteren naar speciale woorden en klanken.
Hetzelfde woord in twee zinnen
Benodigdheden:
- Geen
Zeg steeds twee zinnen met hetzelfde woord erin.
Horen zij hetzelfde woord in twee zinnen?
Bijvoorbeeld:
Vader gaat appels kopen
De appels zijn heel lekker
Hetzelfde woord
Benodigdheden:
- Geen
Noem steeds een rijtje met vier woorden. Horen de kinderen welk woord er twee keer is genoemd? Bijvoorbeeld:
Opa - oma - mama - opa
Commandospel
Benodigdheden:
- Geen
Spreek een personage af. Bijvoorbeeld vader
Zeg: Vader zegt… springen!
Alle kinderen springen. Maar pas op: als je geen ‘Vader zegt’ dan moeten ze juist niet doen wat je zegt! Zeg bijvoorbeeld: ´het hondje zegt… zwaaien!´
Alle kinderen die dan toch zwaaien zijn ‘af’. Zij moeten even zitten (een beurt overslaan) en mogen later weer meedoen. Lekker veel bewegen!
Springen, zwaaien, wiebelen, draaien, dansen, boksen, strooien, etc.
Wie heeft het woord?
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Ieder kind heeft een woordkaart, behorende bij dit thema, in de hand. De leerkracht verzint een verhaal met de woorden op deze woordkaartjes. Zodra hij/zij een woord noemt wat bij iemand op het kaartje staat, moet diegene het kaartje in de lucht steken.
Eerste/middelste/laatste
Eerst-middelste-laatste letter of woord
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Noem steeds een kort woord (bij voorkeur met drie letters).
Wat was de eerste/middelste/laatste letter?
Noem steeds drie woorden van de woordkaarten.
Wat was het eerste/middelste/laatste woord?
Welke letter is er veranderd?
Benodigdheden:
- Geen
Verander de eerste, de middelste, of de laatste letter van woorden die met het thema familie te maken hebben. Weten de kinderen welk woord je bedoelt? Maak bijvoorbeeld van het woord zus het woord bus. Welk woord wordt bedoeld? En welke letter is veranderd?
Een letterslang
Benodigdheden:
- Stroken papier
- Een stift.
Dit is een moeilijke activiteit.
Maak met de kinderen een slang van woorden. Begin bijv. met het woord 'oom'
Vraag de kinderen welke klank je bij 'oom' achteraan hoort. Bedenk samen een woord dat met deze klank begint, bijvoorbeeld 'moeder'. Vraag de kinderen wat de laatste letter van 'moeder' is en bedenk een woord dat met de 'r' begint. Schrijf de woorden op een lange strook papier, zodat de kinderen kunnen zien dat de eind- en beginklank telkens hetzelfde zijn. Ga door tot de kinderen geen woorden meer weten of maak de opdracht moeilijker door bijv. af te spreken dat het bijv. alleen familienamen mogen zijn.
Variatie: Speel het spel ook eens met de naamkaartjes van de kinderen.
Middenklank
Benodigdheden:
- Geen
De klank is u (spreek een klank af). Wie weet er een woord waar die klank in zit?
Laat de kinderen een paar woorden met die klank bedenken. Zeg: 'Ik zeg nu allerlei woorden: sommige met een …(een bepaalde klank) in het midden, in andere woorden hoor je een andere klank. Ga staan (o.i.d.) als je de afgesproken klank hoort.
Bijvoorbeeld: Zus - bus - mus - neef - lus - oom
Rijmen
Gedichtje
Benodigdheden:
- Geen
Geef de kinderen de opdracht om een kort gedichtje te maken met een familiewoord, bijvoorbeeld: broer, zus, oom, neef, nicht, kind
Zinnen afmaken
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema familie Download hier!
De kinderen maken rijmzinnen af. De zin wordt langzaam voorgelezen.
Het laatste woord moeten de kinderen aanvullen.
Bijvoorbeeld: Het is ver weg dus mijn zus gaat met de ... (bus)
Wat hoort er niet bij?
Benodigdheden:
- Geen
Zeg steeds drie woorden, waarvan er twee rijmen.
De kinderen proberen te ontdekken welk woord er niet rijmt. Wie kan er zelf woorden bedenken? Bijvoorbeeld:
Oom - droom - tante
Een rijmkroon
Benodigdheden:
- Een kroon (of hoed)
Geef een kroon of hoed de kring rond. Vraag de kinderen op woorden te rijmen.
Wie een rijmwoord weet, krijgt de kroon op en noemt zijn rijmwoord.
Een versje bekijken
Benodigdheden:
- Een versje over familie op een groot vel papier
- Een stift
Lees een versje voor. Waar gaat het over?
Bekijk daarna de vorm van het versje. Welke woorden lijken op elkaar?
Zoek de woorden die op elkaar rijmen.
De rijmwoorden worden onderstreept. Wat zien de kinderen bij deze woorden ? Rijmwoorden hebben dezelfde letters op het eind. Vraag de kinderen nog meer rijmwoorden bij deze woorden te bedenken. Deze woorden worden onder elkaar genoteerd. Telkens wordt gekeken of er dezelfde letters zijn en waar die staan.
Variatie: Zien de kinderen woorden in het versje, die lang of kort zijn?
Dieren voeren
Benodigdheden:
- Huisdieren (knuffels)
- Teldopjes
Zet een aantal huisdieren in de kring.
Neem een teldopje en vertel de kinderen welk dier je gaat voeren. Zeg dit woord in losse klanken of klankgroepen. De kinderen geven het teldopje aan het juiste dier.
In welk hok?
Benodigdheden:
- Plastic huisdieren of woordkaarten
- Blokken
- Cijferkaarten.
Bouw drie hokken in de kring. Een klein hok, een middelgroot hok en een groot hok.
Leg hier cijferkaartjes van 1, 2 en 3 bij. Laat een dier zien en vraag de kinderen de naam van dit dier in klankgroepen te klappen. Vraag de kinderen uit hoeveel klankgroepen dit woord bestaat en leg het dier in het juiste hok. Zet alle dieren op deze manier in het juiste hok.
Rijmen met ...
Benodigdheden:
- Rijmkaarten, thema familie Download hier!
- Fiches of vouwrondjes
- Een knuffel.
Leg een route met steeds 5 fiches of vouwrondjes tussen de afbeeldingen. Vertel de kinderen dat dit de route is die de knuffel aflegt om naar huis te komen. Steeds wanneer hij een rijmwoord bij de afbeelding die hij tegenkomt kan verzinnen mag hij een fiche of vouwrondje verder. Bijv. Zus, bus, kus, mus, dus.. Vervolgens komt de knuffel bij het volgende plaatje waarop hij moet rijmen. Lukt het hem om naar de overkant te komen? Schrijf de rijmwoorden evt. op de vouwcirkels en de afbeeldingen. Kinderen zien dan dat bij rijmen de achterkant van een woordje steeds hetzelfde blijft, maar dat het begin verandert. De knuffel loopt de route ook weer terug, maar nu moeten de kinderen raden waar hij staat. Bv. 'De knuffel miste de bus en kwam te laat bij zijn ... (zus)'
Zelf rijmwoorden bedenken
Benodigdheden:
- Woordkaarten of woordkaarten, thema familie Download hier!
Laat de kinderen rijmwoorden verzinnen bij de woordkaarten van dit thema.
Kies bij voorkeur voor eenlettergrepige woorden.
Lange en korte woorden
Het langste woord
Benodigdheden:
- Een kleine en een grote afbeelding
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Noem steeds twee woorden op. Horen de kinderen welk woord het langste is?
Gebruik de woorden van de woordenlijst en/of woordkaarten bij het thema.
Leg de woordkaarten ervan bij een kleine afbeelding (korte woorden) en een grote afbeelding (lange woorden).
Wat hoort er niet bij?
Benodigdheden:
- Geen
Zeg steeds drie woorden, waarvan er twee kort zijn.
De kinderen proberen te ontdekken welk woord er lang is.
oom - zus - overgrootmoeder
Lange en korte zinnen
De langste zin
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
Noem steeds twee woorden of zinnen op. Horen de kinderen welk woord/zin het langste is?
Gebruik de woorden van de woordenlijst en/of woordkaarten bij het thema familie.
Bied ook eens twee zinnen aan. Horen de kinderen welke het langste is?
De zin wordt steeds langer
Benodigdheden:
- Groot vel papier
- Stift
Schrijf het eerste stukje van een zin op en maak deze steeds langer.
Bijvoorbeeld:
Papa/ leest/ vandaag/ de krant
Zinnen verdelen in woorden
Benodigdheden:
- Groot vel papier
- Stift
- Blokjes en /of hoepels
Zeg zinnen rondom familie en laat de kinderen evenveel blokjes neerleggen of stappen zetten (leg bijv. hoepels neer en laat ze van hoepel naar hoepel gaan).
Schrijf de zin daarna op en laat de kinderen de zin verdelen in woorden.
Letters, woorden en zinnen
Het verschil tussen een letter, woord en zin
Benodigdheden:
- Stroken met de zin "zus is lief"
- Stroken met het woordje "zus"
- Stroken met de letters "z", "u"en "s"
Leg de stroken in de kring en geef de kinderen opdrachten als: pak de letter z, pak het woordje "zus", pak de zin "zus is lief"
Analyse/synthese
Maak de zin af
Benodigdheden:
- Geen
Zeg een zin met één woord in stukjes. De kinderen raden wat er gezegd wordt.
Begin met mk-k-mk woorden. Later kun je dit uitbreiden naar mk-mk-k-mk-mk woorden.
Een vervolg activiteit hierop kan zijn; alleen het losse woord herkennen.
Bijvoorbeeld: Dit is mijn z-u-s.
Klanken springen
Benodigdheden:
- Drie hoepels
Zeg steeds een familiewoord dat bestaat uit drie klanken en laat een kind in de hoepels springen, terwijl hij de klanken benoemt. Bijvoorbeeld: Neef-pap-mam-zus-oom.
Wissel af en toe ook van rol, laat het kind woorden met drie klanken bedenken en spring dan zelf.
Gaat het goed, gebruik dan meer hoepels en langere woorden.
Woorden hakken en plakken
Benodigdheden:
- Woordkaarten, thema familie Download hier!
- Dopjes of cijferkaarten
Klap de woorden op de woordkaarten, in lettergrepen en laat de kinderen raden welk woord het is. Gebruik hier alleen de klankzuivere woorden voor. Laat de kaarten daarna bij het juiste aantal leggen. Dit kunnen bijvoorbeeld dopjes of cijferkaarten zijn (of houd het simpeler en laat ze sorteren op lange of korte woorden).
Draai het ook eens om en laat de kinderen de lettergrepen weer verbinden tot woorden of vraag om een kaart waarbij je bijv. twee keer moet klappen.
Wat/wie is het?
Benodigdheden:
- Leg een aantal voorwerpen rondom familie in de kring.
Zeg één van de woorden in losse klanken, de kinderen raden om welk voorwerp het gaat.
Variatie: Je kunt de voorwerpen ook door woordkaarten vervangen.
InstrumenTAAL
Benodigdheden:
- Geef elk kind een instrument.
Noem een woord bij het thema familie en laat de kinderen dit woord in klankgroepen spelen. Voor elke klankgroep spelen ze een keer op hun instrument.
Varieer door de instrumentgroepen om de beurt te laten spelen, door kinderen alleen te laten spelen en door te spelen zonder het woord hardop te zeggen.
Welk woord klap ik?
Benodigdheden:
- Een touw
Leg het touw op de grond zodat er twee vakken ontstaan.
Hak een woord in stukjes. Bijvoorbeeld: "neef". Spreek met de kinderen af, dat je een woord in stukjes gaat klappen. Als ze denken dat je "moeder" hebt geklapt gaan ze in het ene vak staan (wijs dit aan), als ze denken dat je "vader" hebt geklapt dan gaan ze in het andere vak staan.
Variatie: Noem twee woorden; een lang woord en een kort woord en klap er eentje in stukjes zonder het woord te zeggen. De kinderen moeten in het bijbehorende vak gaan staan. Bied ook eens twee woorden aan die even lang zijn (en laat de kinderen ontdekken dat beide vakken dus goed zijn).
Letterdoosje
Benodigdheden:
- Doosje
- De letters: Z-U-S
- Letterlijn
- Papier en stift
- Een handpop
In het letterdoosje komen de letters: z-u-s. Bespreek elke week een nieuwe letter.
De kinderen mogen dan allemaal dingen zoeken en meenemen die met die letter beginnen. Laat de handpop kijken of de goede dingen in de letterbak liggen. Vervolgens bedenk je er samen nog meer woorden bij en schrijf je deze deze op een papier. Hang deze aan de letterlijn. Op volgorde van de letters van het alfabet.
Samengestelde woorden
Benodigdheden:
- Geen
Zeg tegen de kinderen: 'Het woord is familie. Ik plak daar het woord lid achter.
Dan wordt het ...?' Laat de kinderen de woorden vastplakken.
Kunnen ze ook een ander woord aan 'familie' vastplakken?
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments