site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema eekhoorns: Sociale ontwikkeling

Bijgewerkt op: 10 feb 2024

In deze blog vind je suggesties voor kringactiviteiten om de sociale vaardigheden bij het thema eekhoorns te stimuleren.



Jezelf presenteren


Stevig staan

Benodigdheden:

- Geen

Eekhoorns kunnen stevig blijven staan op een smalle tak. De kinderen staan in tweetallen. Laat ze oefenen met stevig staan. Het ene kind gaat stevig staan en het andere kind probeert hem uit balans te brengen.


Sterke handen

Benodigdheden:

- Geen

Eekhoorns kunnen stevig staan. we gaan een oefening doen om het stevig staan te oefenen. De kinderen gaan hiervoor in tweetallen staan.

Een van de twee steekt zijn handen recht voor zich uit. Het andere kind mag proberen zijn handen naar beneden te duwen. Lukt het? Draai de rollen daarna om.

Variatie: De handen in de zij

Variatie: In plaats van de handen kan het ook een been zijn dat omhoog gaat en door de ander naar beneden gedrukt moet worden.

Zijn er tactieken om stevig te blijven staan?


Hallo eekhoorn!

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen lopen als een eekhoorn door elkaar in de ruimte. Op een teken (bijvoorbeeld klappen in de handen) staan de kinderen stil en kijken naar de begroetingsvorm die je voordoet. Houd je handen bijv. als pootjes bij elkaar. Daarna lopen de kinderen verder.

Als ze nu iemand tegenkomen begroeten ze de leerling op deze manier en noemen daarbij eventueel elkaars naam. Bij iedere opdracht kun je ook een andere plaats verzinnen waar de kinderen zich bevinden: in hun holletje, in een boom, in het bos enz.

 

Inlevingsvermogen


High five

Benodigdheden:

- Een eekhoornmuziekje

Oefen met de kinderen het geven van een high five. Zet de high five-muziek aan.

Laat de groep als een eekhoorn rondhuppen op de muziek. Elke keer als ze iemand tegenkomen, geven ze een vrolijke high five. Benoem over welk onderwerp ze iets over zichzelf vertellen aan die ander: bijv. hun lievelingskleur, leukste spelletje, lievelingsdier, lekkerste eten of leukste liedje.


Speeddate

Benodigdheden:

- Knip eekhoornafbeeldingen in twee stukken.

Geef elke speler een halve kaart. Laat ze kriskras door elkaar lopen. Terwijl ze dat doen wisselen ze constant hun kaart met anderen. Bij het fluitsignaal zoekt iedereen zijn ‘wederhelft’. Bedenk een vraag waar elk duo even over nadenkt en laat ze het aan elkaar vertellen. Daarna gaan de spelers weer door elkaar lopen tot je opnieuw een signaal geeft.


Versje

Benodigdheden:

- Een eekhoornknuffel

Leer de kinderen het volgende versje aan:

Hoe heet je? Wie ben jij? Zeg het maar, vertel het mij!

Waar kijk jij naar op tv, met welk spel doe jij graag mee?

Heb je zusjes? Of een broer? Wie vind jij lief? En wie stoer?

En dan heb ik nog een vraag: Wat voor eten lust jij graag?

Hoe heet jij? Wie ben jij? Zeg het maar, vertel het mij.

De kinderen gaan in de kring zitten. Een van hen begint en bedenkt een vraag uit het versje, bijvoorbeeld: ‘Met welk spel doe jij graag mee?’ Die vraag stelt hi/zij en vervolgens gooit hij/ zij de knuffel naar een klasgenootje die daarop het antwoord mag geven.

Nu mag hij/zij een vraag stellen en de knuffel naar een ander gooien, enzovoort.

Speel het spel meerdere keren.


Een logeerknuffel

Benodigdheden:

- Een eekhoornknuffel

- Een koffertje of een rugzak

- Een dagboek

- Een tandenborstel

De logeerknuffel mag steeds met een kind mee naar huis. Hij/zij mag schrijven of tekenen wat de knuffel allemaal heeft beleefd tijdens zijn logeerpartij.


Wat is er hetzelfde/anders?

Benodigdheden:

- Halve afbeeldingen van eekhoorns, die samen weer een hele vormen

Geef de kinderen allemaal een halve afbeelding. Ze gaan al wandelend door de kring op zoek naar degene die het andere stukje van de afbeelding heeft. Als de kinderen elkaar vinden bespreken ze met elkaar wat ze hetzelfde hebben en wat anders.


Ga staan als...

Benodigdheden:

- Geen

Maak als leerkracht zinnen die steeds beginnen met ‘Ga staan als je…’. De kinderen gaan vervolgens staan als die zin voor hen geldt. Daarna mogen ze weer gaan zitten.

Mogelijke opdrachten: Ga staan als je…

  • wel eens een eekhoorn hebt gezien

  • eekhoorns je lievelingsdieren zijn

  • van nootjes houdt

Enzovoort.

Bespreek met de kinderen na wat hen is opgevallen.


Wie-hoe-wat?

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zitten in de kring. De leerkracht noemt steeds een andere eigenschap en handeling op. Alle kinderen die zich daarin herkennen voeren deze handeling uit.

Bijvoorbeeld: Alle kinderen die...

  • wel eens een eekhoorn hebben gezien, knippen met hun vingers

  • graag naar het bos gaan, knipperen met hun ogen

  • Deze week een boek over eekhoorns hebben gelezen, klappen twee keer in hun handen

  • Graag nootjes eten, fluiten

  • Goed kunnen klimmen, kloppen op hun borst

  • Niet van nootjes houden, steken hun tong uit

Enzovoort...


Spiegelen

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn eekhoorns en gaan in tweetallen tegenover elkaar staan. Het ene kind

doet het andere kind precies na.

 

Sociale contacten


Helemaal alleen

Benodigdheden:

- Geen

Eekhoorntjes wonen alleen. Alleen als er jongen geboren worden, wonen ze heel even bij hun mama, maar al snel gaan ze zelfstandig op pad.

Houd naar aanleiding hiervan een gesprekje over hoe het zou zijn om helemaal alleen (op de wereld) te leven.

 

Samenwerken


Hoepeltje erom!

Benodigdheden:

- Een hoepel met vier touwen eraan

- Een nootje

Leg het nootje in het midden. Maak een groep van vier kinderen en geef deze de opdracht om de hoepel (het eekhoornhol) met behulp van de touwen over het voorwerp te leggen, zonder de hoepel zelf aan te raken.


Mix en ruil

Benodigdheden

- Afbeeldingen (minimaal vier verschillende)

Geef alle kinderen vier kaartjes. Zorg ervoor dat ze dubbele kaarten hebben.

De kinderen moeten nu gaan wandelen door de kring en ruilen en ervoor zorgen dat ze vier verschillende plaatjes verzamelen. Dubbele kaarten worden geruild.

Leg uit dat ruilen betekent dat je iets geeft, maar ook iets terug krijgt van de ander.

Als het gelukt is mag een kind gaan zitten. Het spel gaat net zo lang door totdat iedereen zit. Bespreek het na: Lukte het? Waarom wel/niet?


In balans

Benodigdheden:

- Geen

Eekhoorns kunnen heel goed hun evenwicht houden met hun staart. Kunnen de kinderen dat ook? De kinderen zitten in een kring met hun billen op de grond en hun handen vast.

Op een signaal proberen ze zonder hun handen los te laten, als groep op te staan.

Daarna proberen ze als groep, zonder de handen los te laten, weer te gaan zitten.

Variatie: De kinderen proberen na het opstaan naar achteren te gaan hangen, zonder uit balans te raken. Wijs ook een aantal kinderen aan die juist naar voren mogen gaan hangen.


Auditief geheugen

Benodigdheden:

- Geen

Coöperatief leren is ook heel goed in te zetten om leerstof onder de knie te krijgen.

Met deze oefening oefenen de kinderen hun auditieve geheugen. Maak tweetallen.

Om de beurt noemen ze 3 of 4 woorden, die met eekhoorns te maken hebben en die het maatje in precies dezelfde volgorde moet nazeggen.


De twee vechtende eekhoorntjes helpen elkaar

Benodigdheden:

- Het boek "De twee vechtende eekhoorntjes"

Naar aanleiding van het boek over de twee vechtende eekhoorntjes kun je het hebben over iets samen doen en iemand helpen. Schets bijvoorbeeld situaties en vraag de kinderen of dit prettiger is om alleen te doen of samen, bijv. Je fruit opeten, voetballen, naar de wc gaan, tikkertje spelen enz... Stel de kinderen vervolgens vragen:

  • Wat is helpen?

  • Wanneer hebben zij hulp nodig?

  • Krijgen ze dat altijd?

  • Hoe regel je dat?

  • Wie moeten ze helpen: Een dief? Iemand die blind is? Een oude opa? Een eekhoorn?

  • Een poes? Papa en mama? De juf? Andere kinderen? Een baby?

  • Waarom?

  • Is iedereen het daarmee eens?

  • Moet je altijd iemand helpen?

  • Hoe kun je iemand helpen?

  • Vraag de kinderen wie zij deze week willen helpen en hoe?

Stel gedurende de week daarop steeds de vraag of ze diegene al hebben geholpen en hoe?

Van tak naar tak

Benodigdheden:

- Stoelen

De kinderen zitten op stoelen in een kring en schuiven de stoelen zo dicht mogelijk tegen elkaar. Nu gaan de kinderen op de stoelen staan. De stoelen zijn bomen, de kinderen eekhoorns. De leerkracht haalt telkens een stoel weg. De kinderen moeten nu bij elkaar op de stoel gaan staan en elkaar stevig vasthouden. De kinderen moeten erop vertrouwen dat ze elkaar niet boom laten vallen. Het spel stopt wanneer iemand 'gevallen' is.


Nootjes zonder pootjes

Benodigdheden:

- Een nootje of een dennenappel

De kinderen zijn eekhoorns. Zij moeten in tweetallen een nootje of dennenappel naar de overkant brengen zonder deze vast te houden. Welk tweetal krijgt dit als eerste voor elkaar?


Zonder handen!

Benodigdheden:

- Een eekhoornknuffel

Laat de knuffel de kring doorgaan. De kinderen krijgen daarbij de opdracht dat ze hun handen niet mogen gebruiken en de knuffel niet mogen laten vallen.

Hoe kan dat? Lukt het?

De baas spelen

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan in tweetallen staan. Zij zijn de twee vechtende eekhoorntjes (uit het boek) Eentje van hen speelt de baas.

Hij deelt bevelen uit die het andere kind opvolgt. Bijv. 'Ga zitten!', 'strik mijn veter!' of 'Spring!'. Er mogen geen vervelende opdrachten worden gegeven, die gemeen zijn of pijn doen. Na een paar minuten worden de rollen omgedraaid. Wat vonden de kinderen ervan om de baas te spelen? Wat vonden de kinderen ervan om te moeten doen wat de ander zei?


Kris-kras-kaart

Benodigdheden:

- Een afbeelding van een eekhoorn

Scheur een aantal ansichtkaarten in stukjes. Verdeel de kinderen in groepjes. Hoe snel kan ieder groepje de kaart weer compleet maken?


Groepsfiguur

Benodigdheden:

- Geen

Op een teken van de leerkracht vormt de groep een figuur, zonder daarbij met elkaar te praten. Gebaren mogen wel worden gebruikt. Figuren die gevormd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: de letter E van eekhoorn, de S van staart of een cirkel (nootje).

Laat het figuur ook op het digibord zien.


Doorgeefding

Benodigdheden:

- Geen

Ga met de kinderen in een kring staan en geef een denkbeeldig voorwerp door, zoals een een nootje, een eekhoornknuffel of iets dergelijks.


Het hol

Benodigdheden:

- Een hoepel

De kinderen staan in de kring. Ze zijn eekhoorns en houden elkaars handen vast.

Steek jouw hand door een hoepel en houd dan de hand van het kind naast je vast.

De hoepel zit nu vast in de kring. Geef hem de kring rond.

Laat de kinderen er doorheen kruipen en de hoepel doorgeven.

Daarbij mogen de handen niet los! Lukt het om de hoepel de hele kring door te geven?


In het hol

Benodigdheden:

- Touw, tape of afzetlint

De groep moet passen in een vooraf gestelde kleine ruimte: het hol van de eekhoorn.

Zet de ruimte af met touw, tape of afzetlint. Je kunt de ruimte steeds kleiner maken.

 

Vertrouwen


Blindelings vertrouwen

Benodigdheden:

- Een blinddoek

De kinderen zijn eekhoorns en werken in tweetallen. Eén kind heeft een blinddoek om.

De ander leidt dit kind door het bos (lokaal) zonder het kind ergens tegenaan te laten botsen. De kinderen mogen elkaar aan één hand vasthouden en er niet bij praten. Daarna wisselen ze. Vonden ze het prettig om met hun ogen dicht te lopen? Wat vonden ze lastig?

Variatie: In plaats van vasthouden en niet praten mogen de kinderen nu alleen maar praten en elkaar niet vasthouden. Hoe gaat dat?


Rugtekening

Benodigdheden:

- Geen

Deze oefening gaat over vertrouwen en gevoel krijgen voor lichamelijke waarneming.

De kinderen vormen tweetallen. Ze gaan met de rug naar iemand toe zitten die vervolgens een eekhoorn met hun vinger op hun rug gaat tekenen. De kinderen kiezen daarna zelf een vorm uit en tekenen deze bij hun maatje op de rug. Lukt het om te raden welke vorm het is?


Doolhof

Benodigdheden:

- Blinddoeken

De helft van de groep is een eekhoorn en wordt geblinddoekt, de anderen zijn de leiders. De geblinddoekte kinderen gaan even naar de gang. De leiders maken met de leerkracht een doolhof van stoelen en tafels in de klas. Dit is het bos. Dan gaat elke leider zijn/haar geblinddoekte maatje halen en leidt hem of haar door het doolhof.

Dit mag door het kind vast te pakken of door er tegen te praten.


De boswachter

Benodigdheden:

- Stoelen

- Een blinddoek

In de kring wordt van een aantal stoelen een grens gemaakt. Tussen de stoelen zijn één of meerdere openingen. Eén kind is de boswachter en krijgt een blinddoek om.

Een ander kind is eekhoorn en krijgt ook een blinddoek om. Hij moet door een gat in het bos zien te komen. Dit hoeft dat kind niet alleen te doen, iemand met de ogen open mag hem/haar leiden. Wel zonder woorden!

De boswachter mag immers niet horen waar de eekhoorn zich bevindt.


Cirkel van vertrouwen

Benodigdheden:

- Geen

Laat de kinderen in een cirkel staan. Een kind is eekhoorn en staat in de cirkel. Hij laat zich rustig achterover vallen met het vertrouwen dat hij opgevangen wordt door de anderen.

 

Conflicten


Is het gemeen?

Benodigdheden:

- 2 pictogrammen (eentje waarop de eekhoorns vrienden zijn, eentje waarop de eekhoorns ruzie maken).

- Het boek van de 2 vechtende eekhoorntjes van Rachel Bright

Hang de pictogrammen op 2 verschillende plekken. Bespreek ze met de kinderen.

Leg de eerste situatie voor: Een ander expres op de tenen trappen, is dat ruzie, plagen of pesten? Ga bij de betreffende pictogram staan. Laat de kinderen vertellen waarom ze op die positie zijn gaan staan. Leg vervolgens nog andere situaties voor, zoals: Een ander per ongeluk op de tenen trappen, iemand buitensluiten, iemand uitlachen, lachen.

Voor kleuters is het verschil tussen expres en per ongeluk vaak nog lastig.


Stop!

Benodigdheden:

- Geen

Begin met een klein spelletje: Ga op je stoel staan als je het zo is: 'Een eekhoorn is mijn lievelingsdier in het bos', Ík hou heel veel van oranje' enz...

Ging iedereen staan? Hoe komt dat?

Is iemand die niet van rood houdt vervelend? Laat de kinderen ervaren dat iedereen anders is en iets anders leuk vindt. Wat kun je doen als een ander iets doet wat jij niet leuk vindt?

Het helpt door er wat van te zeggen. 'Stop hou ermee op, ik vind het vervelend dat... 'Hierdoor help je jezelf maar ook de ander, want die heeft vaak niet eens in de gaten dat het vervelend is. Dit kan hij laten merken door te zeggen 'Sorry, het was niet mijn bedoeling'.

Wat kun je doen als het toch doorgaat? Ga dan naar je maatje en ga samen iets anders doen. Stopt het dan nog niet, ga dan naar de leerkracht.

Als het kan maak het dan weer goed en samen afspraken met de leerkracht.

Speel dit uit in een toneelstukje of door middel van poppenspel.

Geef na het uitspelen applaus. Maak samen ook een anti-pest poster, waarop je deze stappen visueel maakt.

Stap 1: zeg wat je niet prettig vindt en vraag de ander om daarmee te stoppen.

Stap 2: Als de ander doorgaat, ga naar je maatje en ga samen iets anders doen.

Stap 3: Stopt het niet of gebeurt het steeds weer, dan ga je naar de leerkracht. Die grijpt in.

Stap 4: Als het kan maak het dan weer goed.


Poppenspel

Benodigdheden:

- Twee eekhoorn handpoppen

- Emotiekaarten

- Blokjes

Zet herkenbare conflictsituaties uit je klas om in een poppenspel.

Laat het gedrag en de taal van je personages aansluiten bij de belevingswereld van de kleuters zelf. Zorg voor één of meerdere stopmomenten waarbij je de handpoppen even opzijlegt en met de kleuters in gesprek gaat over wat er gebeurt in het verhaal.

Vraag de kinderen hoe zij denken dat de poppen zich zouden voelen.

Door de kinderen zich bewust te laten inleven in de verschillende personages tijdens een conflict, stimuleer je hen om ook eens een ander perspectief in te nemen.

Vraag ze bijvoorbeeld om een blokje te leggen bij de emotiekaart die volgens hen het beste aansluit bij hoe de handpop zich op dat moment zou voelen. Je kan het poppenspel ook even onderbreken om samen met de kinderen na te denken over hoe de poppen anders of beter zouden kunnen reageren. Laat ze kiezen uit voorbeelden van wat je kan doen of vraag hen of ze zelf een goed idee hebben. Kies op basis van de reacties van de kinderen hoe je het poppenspel op een fijne, verzoenende manier laat aflopen. Op die manier krijgen kinderen een stem, keuze en ook een beetje ‘eigenaarschap’ in het poppenspel.

Vraag na afloop van het poppenspel welke pop de kinderen de liefste vonden.

Geef de kinderen na het poppenspel ook de kans om vrij met de poppen te spelen.

Voor heel wat kleuters is dit een goede manier om alle impulsen en ideeën die zij kregen tijdens het poppenspel op hun eigen manier te verwerken.

 

Gedrag en regels


Beloningskaarten

Je hebt nodig:

- Beloningskaarten.

Gebruik de beloningskaarten om gewenst gedrag te stimuleren.

De kinderen mogen er een sticker op plakken als ze het gewenste gedrag laten zien.

Op de volgende websites vind je nog meer beloningskaarten rondom eekhoorns


Ondeugende eekhoorn

Benodigdheden:

- Een pluchen eekhoorn

’s Nachts komt de eekhoorn ‘tot leven’ en haalt hij allerlei ondeugende dingen uit, zoals:

  • Hij maakt rommel

  • Hij maakt iets kapot

  • Hij rolt de wc rollen over de grond

  • Hij luistert met de koptelefoon op naar muziek, maar gooit alle cd's op de grond

  • Hij eet stiekem alle koekjes van de juf op

  • Hij maakt een verftekening, maar knoeit met de verf

  • Hij speelt in de bouw-/constructiehoek en gooien daar alles door elkaar.

  • Hij eet een hele snoep pot op en laten de papiertjes overal slingeren

  • Hij verkleedt zich

  • Hij maakt eten in de huishoek eten klaar, maar knoeit daarbij met van alles

  • Hij kijkt een film op het digibord en eet daarbij popcorn, die hij op de grond laat slingeren

  • Hij gooit de poppen uit de wieg en gaat er zelf in liggen slapen

  • Hij gooit het zand uit de zandtafel

  • Hij houdt een feestje

  • Hij plakt zichzelf vol met wiebelogen

  • Hij leest boeken en laten deze op de grond slingeren

  • Hij barricadeert de klassendeur met linten

  • Hij speelt met zeepsop en laten het hele aanrecht onder de sop lopen

De kinderen vinden de eekhoorn iedere ochtend in een ondeugende situatie terug (of een foto ervan). Bespreek zo spelenderwijs de klassenregels.


Raak de grond

Benodigdheden

- Een papieren eekhoornhoofd

- Stroken

Steeds wanneer de kinderen een goede daad verrichten mogen ze van een strook een stukje slinger aan de eekhoorn hangen.

Als de eekhoorn de vloer raakt dan is het tijd voor een beloning.




Duim omhoog of duim omlaag

Benodigdheden

- Een potje

- Kaartjes met allerlei situaties rondom eekhoorns en goed en negatief gedrag

Lees steeds een kaartje met een situatie voor. de kinderen antwoorden met een duim omhoog, als het goed gedrag is of met een duim omlaag, als het slecht gedrag is.

Bijvoorbeeld:

  • De eekhoorn pikt een nootje van een andere eekhoorn

  • De eekhoorn leert een andere eekhoorn springen

  • De eekhoorn deelt zijn wintervoorraad

  • De eekhoorn verstopt een nootje in de grond


Twee vechtende eekhoorntjes

Benodigdheden:

- Het prentenboek: Twee vechtende eekhoorntjes van Rachel Bright.

De kinderen gaan in tweetallen tegenover elkaar staan. Ze zijn eekhoorns.

Het eerste kind gaat een minuut lang bewegingen maken en het andere kind doet deze zo precies mogelijk na. Dat doen ze zonder te praten, zodat ze goed kunnen kijken en zich goed kunnen concentreren. Na een minuut klapt de leerkracht in de handen en worden de rollen omgedraaid. Daarna verander je het spel een beetje. Het eerste kind gaat weer een minuut lang bewegingen maken, maar het andere kind doet deze nu niet na. In plaats daarvan probeert hij een minuut lang stil te zijn en te staan. Hij mag dus ook niet lachen.

Nu mag de ene eekhoorn de andere uit zijn concentratie proberen te halen, bijvoorbeeld door gekke bekken te trekken en uit te dagen. Laat het kind na twee minuten stoppen en bespreek de oefening na. Wat vonden ze lastig? Hoe lukte het toch om zich goed te concentreren? Hebben ze tips voor elkaar? Deze activiteit maakt kinderen bewust van het feit dat de kans groot is dat je onbedoeld voeding geeft aan pestgedrag en dat zij meer invloed kunnen uitoefenen dan zij zich vaak bewust zijn. De kern van deze aanpak is: Doe niet mee, dan doe je veel! Geef geen benzine aan vervelend gedrag! Veel grensoverschrijders hebben namelijk de aandacht van anderen nodig om door te kunnen gaan met vervelend gedrag. Hiermee verleg je de aandacht van het kind dat veel aandacht vraagt (de motor) naar diegenen die daar steeds aandacht aan geeft (de benzinepompen).

Je leert de kinderen ermee dat het beter werkt als ze zich niet op de kast laten jagen, er niet tegenin gaan, afstand nemen, zich niet irriteren en zich niet bang laten maken, maar dat het beter werkt om steun te zoeken bij een vriendje en iets anders te gaan doen.

Het leert kinderen ook, dat als hun vriendin of vriend vervelend gedrag vertoont en

daarom gaan giechelen, dat ze dan hun vriend/vriendin aanmoedigen om door te gaan.

Je bent juist stoer als je nee durft te zeggen tegen vervelend gedrag van jouw vrienden en vriendinnen. En als het te gek wordt loop je je niet mee, maar erbij weg.

De kans is groot dat vervelend gedrag dan uiteindelijk uitdooft. Een vervelend lopende motor kan niets beginnen als het geen benzine heeft.


Niet lachen!

Benodigdheden:

- Geen

Iedereen zit in een kring. Een kind is de eekhoorn. De eekhoorn mag langs iemand strelen, luid geluid makend. De anderen moeten proberen serieus te blijven. Wie begint te lachen is af en wordt ook een eekhoorn. Als een slachtoffer zich serieus kan houden zoekt de eekhoorn een ander slachtoffer.


In je spaarpot

Benodigdheden

- Zorg voor een doorzichtig potje voor elk kind.

- Nootjes

Laat de kinderen als beloning voor goed gedrag "nootjes" verdienen. Wanneer hun pot vol is, mogen ze hun wintervoorraad inwisselen voor een activiteit met een bepaalde waarde.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!



1.893 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

تعليقات


bottom of page