In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema eekhoorns.
Loopvormen
Bewegingsverhaal
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn allemaal eeneekhoorn en mogen een plekje in de zaal uitzoeken.
Kruip vervolgens met allerlei beweegopdrachten in de rol van een eekhoorn:
De eekhoorns worden wakker. Ze rekken zich eerst goed uit.
Ze gaan op pad om eten te zoeken. Ze lopen voorwaarts, zijwaarts, achteruit, op hun tenen, sluipen enz.
Er is gevaar: De eekhoorns rennen
Ze springen van boom naar boom
Ze maken zich heel lang om een dennenappel te pakken
Ze rennen en draaien op een signaal om
Ze springen en keren tegelijkertijd om
Ze balanceren over een tak
Ze kruipen in hun holletje
Ze huppelen
Ze kruipen
Ze rollen
Ze bewegen hun lichaamsdelen afzonderlijk van elkaar
Ze tikken beurtelings hun knieën of voeten aan
Ze gaan slapen en rollen zichzelf op
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
Nootjes
Benodigdheden:
- Een trom
- Nootjes
De kinderen zijn eekhoorns en hebben een nootje in hun pootje.
Ze lopen op het ritme van de trom door de gymzaal.
Als de trom stopt voeren zij een opdracht uit:
Leg het nootje op de grond
Ruil je nootje met een andere eekhoorn
Ga liggen en leg het nootje op je buik
Enz...
Reactiespel
Benodigdheden:
- Geen
Dit is een actief spel met veel beweging en laat kinderen oefenen met goed luisteren.
Zorg voor een lang touw of een stuk tape om de gymzaal te verdelen of gebruik de middenstreep van de zaal als die er is.
Jij bent de 'boswachter' en de kinderen zijn de eekhoorns.
Aan de ene kant van de grens is het hol en aan de andere kant is het bos.
Als de jij 'hol' zegt moet iedereen naar de hol-kant springen.
Als jij 'bos' zegt, springen ze naar de andere kant. Wanneer jij 'eekhoorn' zegt, moeten de kinderen zo snel mogelijk als een eekhoorn springen.
De achtervolging
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn eekhoorns en gaan in tweetallen staan. Het ene kind achtervolgt het andere kind. Gaat dit kind sneller of langzamer, dan gaat de achtervolger ook sneller of langzamer.
Stopt het voorste kind, dan stopt het achterste kind ook. Variatie: Voeg twee groepjes samen, wijs de voorste aan en laat ze met z'n vieren een achtervolging lopen.
Doe maar na!
Benodigdheden:
- Een eekhoornknuffel
De eekhoornknuffel doet bewegingen voor en de kinderen doen deze bewegingen na.
Stoeien en contactspelletjes
Eekhoorngevecht
Benodigdheden:
- Een mat
De kinderen zijn eekhoorns zitten op handen en knieën op de mat (de boot).
Ze vechten om een hol (de mat)
Op een teken van de leerkracht proberen ze elkaar er vanaf te duwen. Als een kind van de mat af wordt geduwd, gaat hij aan de kant zitten. Wie niet op handen en voeten blijft zitten is ook af. Het spel stopt als er 1 kind over is.
Variatie: Speel het spel staande
De boom wordt hoe langer hoe dikker
Benodigdheden:
- Geen
Eerst loop je in een lange rij, hand in hand, achter elkaar aan en dan moet de achterste stil blijven staan en gaat de rest er voortdurend rond omheen. Dat achterste kind moet wel stevig zijn! en stevig staan! De rij moet wat dicht bij elkaar blijven, anders raken de handen los en is er een soort ‘ban’ verbroken. Ook moet je nog opletten dat de kring om het achterste kind niet te ‘strak’ wordt: het kind wordt anders bijna letterlijk verpakt.
Wanneer dan alle kinderen in een grote spiraal om elkaar heen staan, is het spelletje ten einde. Bij de wat oudere kinderen probeerde ik dan de hele kluwen iets heen en weer te schommelen onder het roepen van: ‘O, wat komt daar een storm; de boom schudt heen en weer, als die maar niet omvalt’ en meer van deze opmerkingen.
De boom mag NIET omvallen, maar moet weer dunner worden, dus gaan we de spiraal weer uitwikkelen door min of meer nu achteruitlopend weer, uiteindelijk, tot de lange rij te komen. Ook hierbij weer opletten dat het niet te vlug gaat; dat kinderen niet gaan trekken (waarbij anderen kunnen vallen).
Tikspelen
Nootje leggen
Benodigdheden:
- Een nootje
Speel dit spel zoals 'zakdoekje leggen'. Verander 'Zakdoekje' in een nootje.
De Chinese muur
Benodigdheden:
- Geen
De tikker gaat in het midden staan. Bij het startsein lopen de kinderen (de eekhoorns) over van de ene kant van de zaal naar de andere. De spelers die getikt worden, vormen in het midden van de zaal een muur (de bomen in het bos). De muur kan zelf niet tikken en vormt alleen een hindernis voor de andere spelers. De winnaar is degene die als laatste overloopt zonder getikt te worden.
Eekhoorn, eekhoorn, hoe laat is het?
Benodigdheden:
- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker
Een van de kinderen speelt voor eekhoorn en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Eekhoorn, eekhoorn, hoe laat is het?' De eekhoorn antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting de eekhoorn. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. De eekhoorn kan onverwacht ook roepen: 'Het is etenstijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende eekhoorn.
Eekhoorn kom uit je hol
Benodigdheden:
- Een kast of iets dergelijks
Eén kind (de eekhoorn) zit aan één kant van het speellokaal achter een kast o.i.d.
De andere kinderen staan aan de andere kant achter de lijn. Ze lopen richting de eekhoorn en roepen: ”Eekhoorn, kom uit je hol”. De kinderen komen steeds dichter bij en blijven roepen. Plotseling komt de eekhoorn uit zijn hol en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken. De kinderen vluchten terug naar hun plek achter de lijn. Wie voor die tijd getikt is, gaat op de bank zitten. Als de kinderen weer achter de streep zijn, mogen ze niet meer getikt worden.
Schatbewaarder
Benodigdheden:
- Schatten (bijvoorbeeld nootjes enz...)
Een kind is de schatbewaarder en staat in het midden van de zaal op een mat.
De andere kinderen zijn eekhoorns en staan in een hoepel, op afstand van de mat.
Zij moeten proberen zoveel mogelijk schatten naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de schatbewaarder. Wie getikt wordt is af.
Jagertje
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de jager. De andere kinderen zijn eekhoorntjes. Als de jager een eekhoorn heeft getikt, dan moet dit kind met de benen wijd gaan staan en mag hij door een eekhoorn, die onder zijn benen door kruipt weer verlost worden. Welke jager kan alle eekhoorntjes vangen?
Tikkertje met de eekhoorn
Benodigdheden:
- Een mat
De tikker is de eekhoorn. Geef de tikker een eekhoornstaart (lint), zodat hij goed opvalt.
Verander een mat (of bijv. een kast of een stoel) in een holletje.
Als je daar staat, kun je niet getikt worden, maar je mag er maar wel vijf tellen op blijven staan. Hardop tellen mag!
Rooftocht
- Nootjes
Een kleuter staat in een grote cirkel met nootjes. De andere kleuters staan in een eigen kleine cirkel een paar meter hier vandaan. Zij zijn eekhoorns en proberen nootjes te stelen en in hun eigen cirkel te leggen. Worden ze de door de boswachter(s) in de grote cirkel getikt, dan moeten ze al hun noten weer terugleggen.
Wie heeft aan het eind de meeste noten gestolen?
Staartenroof
Benodigdheden:
- Linten
- Hoepels
Elk kind heeft een lint in zijn of haar broek; de staart van een eekhoorn.
Een vos probeert de linten te roven.
In een aantal hoepels aan de zijkant van de zaal liggen extra linten. Die mogen de kinderen die hun lintje kwijt zijn pakken. Ben je je staart kwijt en zijn er geen extra linten meer?
Dan kom je aan de kant zitten! De staarten/linten worden na afloop steeds geteld.
Pak me dan, als je kan!
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de tikker (eekhoorn). De andere kinderen staan achter de streep en roepen: 'Eekhoorn, pak me dan, als je kan!'. Zij proberen naar de overkant te komen zonder getikt te worden.
Gevaar!
Benodigdheden:
- Een handtrom
De kinderen zijn eekhoorns. Ze huppen en springen in het rond. Als de leerkracht op de trommel slaat is er gevaar en staan ze zo snel mogelijk stil.
Pionnentikkertje
Benodigdheden:
- Pionnen
- Een bal (het nootje)
Leg een bal op een pion. Eén kind is de dief en gaat voor de pion staan, het andere kind is de eekhoorn en gaat erachter staan. Het kind dat voor de pion staat , heeft de opdracht de bal (het nootje) te stelen en naar de andere kant van de speelplaats (het bos) te brengen. Zodra hij de bal aanraakt, mag het andere kind in actie komen en proberen het kind met de bal te tikken.
Alle nootjes verzamelen
Benodigdheden:
- 4 matten
- Een hoepel
De eekhoorn gaat een wintervoorraad aanleggen in zijn hol.. De kinderen worden verdeeld en hebben de rol van eikels, kastanjes en beukennootjes. Ze gaan ieder op een mat in de hoek staan. De vierde hoek blijft leeg. In het midden staat een tikker bij de hoepel; de eekhoorn en zijn hol. De tikker roept wat er in het hol moet en het betreffende groepje probeert zo snel mogelijk naar de lege mat te rennen. De eekhoorn mag tikken.
Wie af is komt in het hol staan. De groep die als laatste overblijft wint.
Eekhoorn, ik kom in je hol!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een groot eekhoornhol van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in het hol te komen, zonder daarbij getikt te worden door de eekhoorn, die in het hol aan het werk is. De kinderen vragen: 'Eekhoorn, mag ik in je hol?' Zegt de eekhoorn 'nee', dan gaan ze toch. De eekhoorn probeert ze te tikken.
Wie van de drie?
Je hebt nodig:
- 3 Matten
Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een tikker te zitten: de eekhoorns. De andere kinderen zijn de herfstnootjes en lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal (het bos). De tikkers mogen de kinderen tikken, dan zijn ze gevangen. De tikkers mogen echter niet van de matten af. Als je af bent ga je op de mat van de tikker zitten. Welke tikker vangt de meeste kinderen?
De eekhoorn en zijn vriendje
Benodigdheden:
- Geen
Maak een kring, staand en met de handen vast. In de kring is één opening, dit is de deur van het eekhoornholletje. In de kring staat een eekhoorn. De andere eekhoorn staat buiten de kring. Hij klopt aan en vraagt: 'mag ik komen spelen?' De eekhoorn in het hol heeft geen zin en zegt: 'nee!'. De andere eekhoorn loopt weg en gaat buiten de kring liggen slapen.
De eekhoorn uit het holletje sluipt er achteraan en maakt de andere eekhoorn wakker.
Nu mag de eekhoorn de eekhoorn uit het holletje proberen te tikken. Maar... als de eekhoorn uit het holletje weer in zijn hol is (de kring), is hij vrij en heeft hij gewonnen.
Wie durft?
Benodigdheden:
- Geen
De helft van de groep vormt een kring. De andere helft zijn eekhoorns en lopen om de kring heen. In het midden ligt de vos. De kring maakt poortjes. De eekhoorns proberen door de kring te lopen zonder getikt te worden door de vos.
Variatie: Speel het spel omgekeerd, met de eekhoorns in het hol (de kring) en de vos die buiten de kring op de loer ligt voor een holletje. Zet de kring niet in het midden van de zaal, zodat er genoeg ruimte is om te rennen. Als de vos slaapt gaan alle eekhoorns het hol uit. Als de vos weer wakker wordt probeert hij ze te tikken.
Variatie 1: Speel het spel met 1 vos en 1 eekhoorn.
Variatie 2: De vos moet in het hol(de kring) blijven, maar de eekhoorn mag langs de holletjes erin en eruit. De eekhoorns die getikt zijn gaan in een poortje zitten. De kring kan de eekhoorns en/of de vos helpen of juist weerstand bieden.
De vos en de eekhoorn
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen vormen een kring. Ze zijn de vossen. Een kind zit in het midden van de kring en is de eekhoorn. De eekhoorn gaat om de kring heenlopen en tikt onder een luid gepiep een van de vossen aan. Vervolgens rent de eekhoorn met de wijzers van de klok mee om de kring heen. De vos gaat er in dezelfde richting achteraan. Wie het eerste weer op het lege plekje van de eekhoorn in de kring heeft is heeft gewonnen.
Variatie: Kan de eekhoorn zijn holletje terugvinden zonder getikt te worden door de vos?
Variatie: Als de eekhoorn om de kring loopt tikt hij zachtjes op de rug van ieder kind en roept daarbij bijvoorbeeld: bos, bos, vos Degene die de vos is springt op en probeert de lege plek te veroveren.
In een holletje
Benodigdheden:
- Hoepels
De helft van de kinderen is eekhoorn en krijgt een hoepel. Een kind is de vos en probeert de eekhoorns te tikken. Deze zijn vrij als ze in hun holletje (de hoepel) staan. Maar in iedere hoepel mag wel maar 1 eekhoorn plaatsnemen. Komt er een tweede eekhoorn bij, dan moet de eerste eekhoorn uit de hoepel.
Estafette
Een wintervoorraad aanleggen
Benodigdheden:
- Nootjes
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen zijn eekhoorns en staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven een nootje onder hun benen door.
Welke groep legt het nootje het eerste in het hol (hoepel)?
Lepelloop
Benodigdheden:
- Lepels
- Een nootje
De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een nootje een route.
Wie kan dit zonder het te laten vallen?
Estafette
Benodigdheden:
- Vellen papier of een hoepel.
- Afbeeldingen
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels. Dit zijn de bomen. De kinderen gaan van boom naar boom naar de overkant van het bos springen.
In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant?
Eekhoornstaartenrace
Benodigdheden:
- Touwen
- Blokjes
- Eikeltjes
Hang de blokjes aan een touw. Alle kinderen gaan op een rij staan. Voor hen ligt een eikeltje op de grond. Vijf meter verderop is de eindstreep. De bedoeling is dat ze het eikeltje met behulp van hun zwierende staart naar de eindstreep brengen.
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een nootje
Twee kinderen houden het nootje vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen.
Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?
Variatie: Probeer het met andere lichaamsdelen.
Nootjes verzamelen
Benodigdheden:
- Manden
- Nootjes
- Hoepels
Aan de ene kant van de gymzaal ligt een stapel nootjes.
Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met 1 nootje in de hand naar de hoepel lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start. Welk groepje verzamelt de meeste nootjes in een minuut?
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een nootje
De kinderen zijn eekhoorns en lopen in tweetallen met het nootje op hun rug of hoofd een route. Wie kan dit zonder het nootje te laten vallen?
Doorgeefspel
Benodigdheden:
- Nootjes
- Hoepels
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen zijn eekhoorns en staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het nootje onder hun benen door. Welke groep legt het nootje het eerste in de hoepel?
Variatie: Geef het nootje boven je hoofd door.
Nootjes zonder pootjes:
Benodigdheden:
- Takken
- Kastanjes
De eekhoorns leggen met een tak en de kastanjes een parcours af (bijv. in slalom langs pionnen).
Balvaardigheid/algemeen
Een nootje doorgeven
Benodigdheden:
- Een nootje (of in plaats daarvan een bal)
Verdeel de klas in groepjes van 3-5 kinderen. Probeer de groepjes even groot te maken.
De kinderen gaan achter elkaar in een rij staan. De achterste geeft het nootje of de bal over het hoofd door naar degene die ervoor staat. Is het nootje/de bal vooraan, dan rent de voorste met de bal naar de achterste plek in de rij en geeft de bal opnieuw door.
Op die manier proberen ze zo snel mogelijk naar de andere kant van het lokaal te komen.
Geklemd
Benodigdheden:
- Een bal
Twee kinderen zijn eekhoorns, klemmen een bal (het nootje) tussen hun rug en brengen de bal op die manier samen een eindje verder.
Balvaardigheid/mikken
Mikken
Benodigdheden:
- Kleine ballen, dennenappels, nootjes of pittenzakken
- Verander een doos in een eekhoorn. Snijd er een gat voor de bek uit.
De kinderen proberen hier de kleine bal, dennenappel, nootje of een pittenzak in te mikken.
Variatie: Maak een boom met een holletje erin.
Een wintervoorraad:
Benodigdheden:
- Nootjes
- Manden
De kinderen zijn eekhoorns. Het ene kind staat bij een stapeltje nootjes, het andere kind aan de overkant met een mand. De ene eekhoorn probeert de nootjes in de mand bij de andere eekhoorn te mikken. Hoeveel nootjes zitten erin als het eindsignaal klinkt?
Alle nootjes in de mand
Benodigdheden:
- Een mand
- Ballen
De kinderen zijn eekhoorns.
Laat ze op allerlei manier de ballen (nootjes) in de mand mikken.
Gooien met een hand
Bovenhands gooien
Onderhands gooien
Gooien met twee handen
Gooien met je ogen dicht
Achterstevoren gooien
Bowlen
Benodigdheden:
- Een grote bal
- Een aantal blokken
De eekhoorntjes gaan bowlen. Zet een aantal blokken op een rij en rol er met een bal (het nootje) naar.
Afgooien
Benodigdheden:
- Een bal
- Linten
De eekhoorns gooien eikels naar elkaar. Alle kinderen zijn eekhoorns en hebben een lint om, behalve eentje. Hij is de afgooier en mag de andere kinderen met een bal (het eikeltje) proberen te raken. Als iemand geraakt wordt dan doet hij zijn lint af en wordt ook een afgooier. Na een bepaalde tijd stopt het spel. Wie dan nog een lintje heeft, behoort bij de winnaars.
Blikgooien
Benodigdheden:
- Blikken
Pittenzakken of balletjes
Verander de blikken in eekhoorntjes. Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien. Wie gooit de meeste blikken omver? Hoeveel vallen er om?
Boom
Benodigdheden:
- Heel veel kartonnen dozen
- Zachte ballen
Stapel de kartonnen dozen op tot een grote boomstam. De kinderen zijn eekhoorns en gaan een stukje van de boom vandaan staan. Ze proberen met zachte ballen (eikels) de hele boom omver te gooien. Welke eekhoorn kan dit met de minste aantal worpen?
Balvaardigheid/gooien en vangen
Notenregen
Benodigdheden:
- Een mand
- Een heleboel ballen
Een kind gooit de ballen (noten) 1 voor 1 uit de mand (het hol van de eekhoorn).
De andere kinderen proberen ze snel op te rapen en terug te stoppen.
Lukt het om het hol leeg te krijgen?
Fopnootje
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen staan in een halve cirkel met hun handen op de rug.
Een kind staat ervoor en roept een naam en gooit een bal naar dit kind.
De gooier kan echter ook net doen alsof hij gooit en het kind foppen.
Als die zijn handen toch laat zien, dan is hij af, totdat een ander kind ook af is.
Lummelen
Benodigdheden:
- Een bal
Twee kinderen zijn eekhoorns; zij staan ongeveer 10 meter van elkaar vandaan. In het midden staat de lummel. Hij probeert de bal (het nootje) te vangen, die de twee kinderen naar elkaar overgooien of rollen. Lukt dat dan wordt een ander kind de lummel.
Ballonspel
Benodigdheden:
- Ballonnen
De kinderen zijn eekhoorns en proberen de ballonnen (de nootjes) zo lang mogelijk in de lucht te houden met hun hand, hoofd, armen, benen, armen, voeten, knieën of andere lichaamsdelen.
Variatie: De kinderen gaan in een kring staan met de handen vast en proberen de ballon samen hoog te houden zonder los te laten.
Balvaardigheid/rollen
Rollen
Benodigdheden:
- Een bal
Twee kinderen zitten in ‘hiel-zit’ met de benen wijd tegenover elkaar.
Ze zijn eekhoorntjes, die een nootje (de bal) naar elkaar toe rollen.
Door steeds verder uit elkaar te gaan zitten, moet de gooier in gedachten zijn arm langer maken om goed te richten.
Individueel rollen
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen zijn eekhoorns liggen op hun buik met hun hoofd richting muur. Ze proberen een bal (het nootje) met twee handen naar de muur te rollen op zo’n manier dat de bal ook weer bij ze terugkomt. Het is een oefening die ook eventueel met één hand kan worden uitgevoerd.
Uit het hol
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen gaan met gespreide benen in een kring staan (de voeten tegen de voeten van de buurman). Zij vormen zo een eekhoornhol. In het midden staat een kind met de bal.
Hij is de eekhoorn. Deze probeert rollend zijn eikeltje (bal) door een poortje van zijn hol heen te krijgen. De andere kinderen mogen dit met hun handen tegenhouden, maar hun voeten niet verplaatsen. De speler die de bal toch doorlaat moet in het midden gaan staan.
Nootjes
Benodigdheden:
- Een grote zachte (strand)bal
- Stokken, takken of isolatiebuizen
De kinderen zijn eekhoorns en staan in de kring. Ze spreiden hun benen en houden de stok (de tak) met twee handen verticaal voor hun gespreide benen vast. De eekhoorns tikken met hun tak tegen de bal (het nootje) en proberen deze op die manier door de benen van een andere eekhoorn te krijgen. Als dat lukt dan mag deze eekhoorn de stok nog maar met 1 hand vasthouden. Gaat de bal opnieuw door zijn benen, dan draait hij zich om, gaat weer met gespreide benen staan en houdt hij de stok weer met twee handen tussen zijn benen vast. Als de bal nu nog een keer door zijn benen gaat is de eekhoorn af.
Balvaardigheid/stuiten
Stuiten
Benodigdheden:
- Een bal
De kinderen zijn eekhoorns en stuiteren met hun nootjes.
Bij het stuiteren en vangen van een bal zijn veel variaties mogelijk. Maar eerst moeten de kinderen in staat zijn de bal met twee handen te stuiteren en te tellen hoe vaak hij stuitert. Iets moeilijker wordt het door bij het tellen bij tien te beginnen en terug te tellen.
Of de dagen van de week te noemen, of de maanden van het jaar.
In tweetallen stuiten
Benodigdheden:
- een bal
De kinderen zijn eekhoorns, staan tegenover elkaar en het kind dat de bal (het nootje) heeft, stuitert de bal met twee handen precies in het midden tussen hen in.
De ander vangt de bal en doet hetzelfde.
De afstanden kunnen worden vergroot en verkleind. Ook kan afgesproken worden de bal meteen terug te stuiteren. Dat vergt echt samenwerken en snel reageren.
Kleine materialen/pittenzakken
Pittenzakrace
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen zijn eekhoorns en gaan op handen en knieën zitten met een pittenzak (de staart) op hun rug. Daarna kruipen ze door het lokaal. Wie lukt dat zonder de pittenzak te laten vallen?
In het holletje
Benodigdheden:
- 3 Hoepels
- 3 Pittenzakjes
Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken.
De kinderen zijn eekhoorns. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakje (de nootjes)s. Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien?
Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.
Pittenzak werpen
Benodigdheden:
- Pittenzakken
Organiseer een wedstrijd pittenzak (de nootjes van de eekhoorn) werpen.
Gebruik een natuurlijke maateenheid (zoals je handen, voeten, een stuk draad enz.) om te zien hoe ver de pittenzak is gegooid.
Pittenzak lopen
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen zijn eekhoorns en leggen een pittenzakje (een nootje) op hun hoofd en lopen door de gymzaal. Lukt dit zonder het zakje te laten vallen?
Als het pittenzakje valt bevriezen ze. Een ander kind kan het kind ontdooien door het pittenzakje op te rapen en terug te geven.
Pittenzak-balanceerspel
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen zijn eekhoorns en laten een pittenzakje (een nootje) op een lichaamsdeel (voet, knie, bovenbeen, hoofd, hand, schouder) balanceren. Wie houdt dit het langst vol?
Pittenzak werpen
Benodigdheden:
- Pittenzakken
- Hoepels
Organiseer een wedstrijd pittenzak werpen. Welke eekhoorn lukt het om de nootjes in het hol (de hoepel) te gooien?
Kleine materialen/hoepels
In het hol
Benodigdheden:
- Hoepels
- Ritmestokjes
Leg de hoepels op de grond. Dat zijn de holletjes van de eekhoorns.
De kinderen zijn de eekhoorns. Vertel een verhaal over de eekhoorns
We lopen op het ritme van de stokjes om de holletjes heen
We gaan om de holletjes heenlopen
We springen erin en er weer uit
We stampen in de holletjes
We springen van hol naar hol en veranderen na een signaal van richting
We lopen op het randje van het hol. Pas op; val er niet in!
Hoepeltikkertje
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen zijn eekhoorns en staan in een hoepel, die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de vanger en eentje de boswachter. Wanneer de boswachter roept: "uit je hol!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de vanger ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Hol wisselen
Benodigdheden:
- Hoepels
We gaan hol wisselen spelen! De kinderen zijn beekhoorns.
Leg de hoepels op de grond, dit zijn de holletjes.. Er is 1 hoepel minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hoepel, maar één kind staat in het midden.
Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle kinderen een ander hoepel zoeken.
Het kind dat in het midden staat probeert ook een hoepel te bemachtigen.
Eén kind blijft over en die moet nu in het midden staan.
Van boom naar boom
Benodigdheden:
- Hoepels (de bomen)
- Afbeeldingen
Gebruik de breedte van het lokaal en geef elk kind twee hoepels. Zij zijn de eekhoorns. Hun hoepels zijn bomen. Ze gaan van boom naar boom. In 1 hoepel gaan ze staan. Ze leggen de tweede hoepel voor hen neer en gaan dan daar op staan. Vervolgens pakken ze de andere hoepel weer en leggen die voor hen neer, zo komen ze vooruit naar de andere kant van het lokaal. Wie komt er als eerste aan bij de overkant van het bos?
Hoepelhoppen
Benodigdheden:
- Hoepels
Leg een aantal hoepels achter elkaar. Leg ze zo dat de bovenkant van de ene hoepel de onderkant van de andere hoepel raakt (zie foto). Spring nu als een eekhoorn met beide benen van de ene hoepel naar de andere hoepel. Ga door tot het einde (en evt. weer terug).
Stoelendans met hoepels
Benodigdheden:
- Hoepels
- Een handtrom
De hoepels zijn de holletjes van de eekhoorns. In elk hol zit een eekhoorn. Op een teken gaan de eekhoorns op pad. Ze lopen om de holletjes heen. Als de leerkracht op de trom slaat, gaan de eekhoorns zo snel mogelijk naar een hol. Zorg dat er steeds iets minder hoepels liggen dan er kinderen zijn. De eekhoorns die geen holletje hebben, zijn af.
Kleine materialen/overige
Voetenwerk
Benodigdheden:
- Een eekhoornknuffel
Alle kinderen gaan met hun gezicht naar een muur gericht zitten.
Ze zetten beide voeten tegen de muur. Dit zijn de bomen. Klem bij het eerste kind de knuffel tussen de voeten. Hij geeft deze met zijn voeten door naar het volgende kind.
De handen mogen daarbij niet gebruikt worden! Ga zo verder.
Lukt het om de knuffel langs alle kinderen naar de andere kant te krijgen?
Grote materialen/de banken
De bank
Benodigdheden:
- Een bank
De eekhoorns lopen over de takken van de bomen. Loop in een rij over de bank:
Een kind doet de beweging voor.
Het kind achter hem/haar doet haar na.
Over de boomstam
Benodigdheden:
- Een balanceerbalk
- Een bank
De kinderen zijn eekhoorns en komen bij een rivier. Ze moeten naar de overkant.
Ze hakken een boomstam om en leggen deze over de rivier. Nu balanceren ze over de boomstam naar de overkant.
Grote materialen/het wandrek
Nootjes tellen
Benodigdheden:
- Het wandrek
- Enkele manden met nootjes
Bevestig de manden op verschillende hoogtes aan het wandrek. Het zijn de holletjes van de eekhoorns. De kabouters klimmen in de boom tot een holletje en kijken hoeveel noten erin liggen. Verander het aantal noten regelmatig.
Afsluiting
De eekhoorn wil los
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in de kring en houden elkaars handen stevig vast.
In het midden staat een eekhoorn. Zal het hem lukken uit het hol te ontsnappen.
De dief
Benodigdheden:
- Een hoepel
- Een nootje
Een kind is de eekhoorn en zit in een hoepel met een nootje achter zich.
Hij/zij heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert het nootje te pakken.
Als het kind in de hoepel hoort dat het voorwerp gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag het voorwerp wel aan een ander geven.
Als het voorwerp valt, is de dief af.
Lekker hapje
Benodigdheden:
- Een nootje
Een kind is de eekhoorn. De andere kinderen zijn bosdieren en staan op een rijtje.
De eekhoorn staat ervoor met zijn rug naar hen toe. Op een teken geven de bosdieren een nootje achter hun rug door. Wanneer de eekhoorn "lekker hapje" roept houden ze het nootje zo snel mogelijk stil op hun rug. Als de eekhoorn goed raadt waar het nootje is dan mag hij deze houden.
Er waren eens vier eekhoorntjes
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'ik stond laatst voor een poppenkraam'. Verander het in: 'Er waren eens vier eekhoorntjes, zo – zo klein. Die maakten samen een rondedans, piek – piek fijn. Zeg nummer een, kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na, dan doen we ‘t allemaal na'.
Wijs vier eekhoorns aan die hun kunsten om de beurt mogen voordoen.
Daar zat een klein eekhoorntje
Benodigdheden:
- Geen
Speel dit spel op de wijs van: 'daar zat een klein zigeunermeisje'. Verander het in 'Daar zat een klein eekhoorntje'.
Stiltespel
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is eekhoorn en doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal vriendjes aan die achter hem gaan zitten. Hoeveel eekhoorns zitten er achter de eekhoorn?
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments