In deze blog geef ik je suggesties voor gymlessen bij het thema de winkel.
Loopvormen
Bewegingsverhaal
Benodigdheden;
- Geen
We gaan naar de winkel:
- We gaan lopend, rennend, hinkelend, huppelend, zijwaarts, achteruit, rondjes lopen, kruipend enz. Laat de kinderen zelf ook ideetjes aandragen.
- We pakken producten uit de hoge (op je tenen staan) en de lage schappen (knielen)
- We nemen de zware boodschappen tas mee naar huis (vertraagd bewegen)
Hebben de kinderen zelf nog ideeën? Voer die dan ook nog uit.
Zitten of staan
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen staan in het speellokaal. De leerkracht noemt allemaal etenswaren.
Als de kinderen het lekker vinden, gaan ze staan, als ze het niet lekker vinden, gaan ze zitten.
Winkelwagens
Benodigdheden:
- Geen
De kinderen zijn de winkelwagens en proberen zonder te botsen rond te lopen/rennen/springen etc.
Vakkenvullerstraining
Benodigdheden:
- Geen
In de supermarkt werken vakkenvullers. Om ook zo’n goede vakkenvuller te kunnen worden, gaan we een vakkenvullerstraining doen. Begin met wat rek- en strekoefeningen.
We leggen producten in het bovenste rek, helemaal onderin…enzovoort.
Tikspelen
Appeltje leggen
Benodigdheden:
- Een product uit de winkel, bijvoorbeeld een appel
Dit spel speel je als 'Zakdoekje leggen'. Verander de zakdoek in een appel.
Moeder, moeder, hoe laat is het?
Benodigdheden:
- Een lint of ander herkenningsteken voor de tikker
Een van de kinderen speelt voor moeder en kijkt naar de muur. De andere kinderen staan op ongeveer 10 meter achter hem/haar. Ze roepen: 'Moeder, moeder, hoe laat is het?' Moeder antwoordt bijvoorbeeld met 'drie uur'; de kinderen zetten dan drie stappen vooruit, richting moeder. Bij vijf uur nemen ze vijf stappen enz. Moeder kan onverwacht ook roepen: 'Het is boodschappentijd', zich vervolgens omdraaien en proberen om een van haar kinderen te pakken. Wie gepakt wordt is de volgende moeder.
Winkelwagentikkertje
Benodigdheden:
- Twee matten
Een van de kinderen is de winkelwagen en probeert zoveel mogelijk boodschappen te tikken. De andere kinderen zijn de boodschappen en rennen rond. Als ze getikt zijn, gaan ze in het midden op twee matten zitten. Als de leerkracht roept; ik ga boodschappen doen! stopt het spel en kan de leerkracht samen met het kind dat de winkelwagen was, de boodschappen tellen.
In de rij
Benodigdheden:
- Een pylon
Alle kinderen rennen door de zaal. Er zijn twee tikkers die de kinderen proberen te tikken. Als een kind getikt is, dan gaat hij in de rij, achter de pylon, staan. Spreek af dat de kinderen achteraan aansluiten. Als er vijf klanten in de rij staan en de zesde komt, dan mag de eerste weer meedoen.
In de soep
Benodigdheden:
- 4 matten
- Een koksmuts
- Een grote soeppan
- Een soeplepel:
We hebben boodschappen gedaan en gaan soep maken. De kinderen worden verdeeld en hebben de rol van champignons, bouillon en balletjes. Ze gaan ieder op een mat in de hoek staan. De vierde hoek blijft leeg. In het midden staat een tikker; de kok.
De tikker roept wat er in de soep moet en het betreffende groepje probeert zo snel mogelijk naar de lege mat te rennen. De kok mag tikken. Wie af is helpt de soep koken en gaat in het midden staan. De groep die als laatste overblijft is het winnende ingredient.
Verkoper ik kom in je winkel!
Benodigdheden:
- Matten
Maak een grote winkel van matten, zo'n 60 cm van de muren vandaan. De kinderen staan aan de zijkanten en proberen in de winkel te komen, zonder daarbij getikt te worden door de verkoper, die in de winkel aan het werk is. De kinderen vragen: 'Verkoper), mag ik in je winkel?' Zegt de verkoper 'nee', dan gaan ze toch. De verkoper probeert ze te tikken.
Wie van de drie?
Je hebt nodig:
- 3 Matten
Leg de matten in het midden van de speelzaal neer. Op elke mat komt een caissière (tikker) zitten. De andere kinderen zijn de klanten en lopen van de ene kant naar de andere kant van de speelzaal. De tikkers mogen de kinderen tikken, dan zijn ze gevangen.
De tikkers mogen echter niet van de matten af. Als je af bent ga je op de mat van de tikker zitten. Welke tikker vangt de meeste kinderen?
De dieven
Benodigdheden:
- Schatten (bijvoorbeeld muntstukken of verpakkingen van levensmiddelen enz...)
Een kind is de winkelier en staat in het midden van de zaal op een mat.
De andere kinderen zijn de dieven en staan in een hoepel, op afstand van de mat.
Zij moeten proberen zoveel mogelijk producten/munten naar hun hoepel te brengen, zonder getikt te worden door de winkelier. Wie getikt wordt is af.
Estafette
Samenwerken
Benodigdheden:
- Een klein voorwerp uit de winkel (bijvoorbeeld een plastic ei
Twee kinderen houden het voorwerp vast door het elk met een wijsvinger aan een uiteinde vast te houden. Door de spanning blijft het voorwerp hangen.
Hierna leggen ze samen een parcours af. Lukt dit zonder het voorwerp te laten vallen?
De etalagepop
Benodigdheden:
- Allerlei kledingstukken
Verdeel de klas in verschillende teams. Ieder team heeft een kind die de etalagepop voorstelt. Die staat aan de andere kant van de zaal. De teams hebben evenveel kledingstukken voor zich liggen. Bij het startsein loopt het eerste kind met een kledingstuk naar de etalagepop, trekt deze aan en loopt weer terug. Dan vertrekt het tweede kind met een tweede kledingstuk. Welk team heeft als eerste zijn etalagepop aangekleed?
Boodschappen verzamelen
Benodigdheden:
- Boodschappenkratten
- Blokjes of pittenzakken
Aan de ene kant van de gymzaal ligt een stapel boodschappen (blokjes/pittenzakken).
Verdeel de klas in groepjes en laat de kinderen steeds rennend met 1 boodschap in de hand naar de boodschappenkrat lopen. De volgende mag pas gaan lopen als het kind weer terug is bij de start. Welk groepje verzamelt de meeste boodschappen in een minuut?
Lepelloop
Benodigdheden:
- Lepels
- Een plastic ei/fruit of groente
De kinderen lopen in tweetallen met een lepel met daarop een klein voorwerp een route.
Wie kan dit zonder het te laten vallen?
De lopende band
Benodigdheden:
- Klein voorwerp, passende bij het thema, bijvoorbeeld een appel
- Hoepel
Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen staan met de benen gespreid in een rij achter elkaar. Ze geven het voorwerp op de lopende band, onder hun benen door.
Welke groep legt het voorwerp het eerste in de hoepel?
Variatie: Boven de hoofden doorgeven.
Winkelmandenloop
Benodigdheden:
- Een winkelmand
De kinderen lopen in tweetallen met een winkelmand op hun rug een route.
Wie kan dit zonder de winkelmand te laten vallen?
In de boodschappentas
Benodigdheden:
- Zakloopzakken.
Twee kinderen stappen samen in een zak. Het ene kind met het rechterbeen en het andere kind met het linkerbeen. Zo leggen ze een parcours af door de 'winkel'
Balanceren
Je hebt nodig:
- Een plastic stuk fruit
De kinderen lopen in tweetallen met het plastic stuk fruit op hun rug of hoofd een route.
Wie kan dit zonder het fruit te laten vallen?
Balvaardigheid/algemeen
Een boodschappenmandje doorgeven
Benodigdheden:
- Een mandje
Verdeel de klas in groepjes van 3-5 kinderen. Probeer de groepjes even groot te maken.
De kinderen gaan achter elkaar in een rij staan. De achterste geeft het mandje over het hoofd door naar degene die ervoor staat. Is het mandje vooraan, dan rent de voorste met de bal naar de achterste plek in de rij en geeft het mandje opnieuw door.
Op die manier proberen ze zo snel mogelijk naar de andere kant van het lokaal te komen.
Boodschappentas
Benodigdheden:
- Ballen (de boodschappen)
- Lakens (de boodschappentas)
Verdeel de klas in groepjes. Geef ieder groepje een laken en een bal.
De kinderen leggen de bal op het laken en lopen naar de overkant. Ze zorgen ervoor dat de bal er niet afvalt. Kunnen ze de bal omhoog gooien en weer opvangen?
Balvaardigheid/mikken
Alle ballen in de tas
Benodigdheden:
- Stevige boodschappentassen en/of mandjes
- Ballen
Laat de kinderen op allerlei manier de ballen in de tassen en/of manden mikken.
Gooien met een hand
Bovenhands gooien
Onderhands gooien
Gooien met twee handen
Gooien met je ogen dicht
Achterstevoren gooien
Blikgooien
Benodigdheden:
- Blikken
Pittenzakken of balletjes
Bouw een piramide van de blikken en probeer de blikken met een bal of pittenzakken vanaf een afstand omver te gooien. Wie gooit de meeste blikken omver?
Kleine materialen/hoepels
Ruilen
Benodigdheden:
- Hoepels
We gaan boodschappenmand wisselen spelen! De kinderen zijn allerlei etenswaren in de winkel. Leg de hoepels op de grond, dit zijn de winkelmanden. Er is 1 hoepel minder dan het aantal kinderen. Alle kinderen staan in een hoepel, maar één kind staat in het midden.
Als jij 'wisselen' roept, dan moeten alle kinderen een ander hoepel zoeken.
Het kind dat in het midden staat probeert ook een hoepel te bemachtigen.
Eén kind blijft over en die moet nu in het midden staan.
Hoepeltikkertje
Benodigdheden:
- Hoepels
De kinderen zijn klanten en staan in een hoepel (de winkels), die verspreid liggen door de gymzaal (niet te dicht bij elkaar). Een kind is de caissière. Wanneer die roept: "de winkel gaat dicht!" moeten alle kinderen in een andere hoepel gaan staan. Terwijl ze van de ene naar de andere hoepel lopen probeert de caissière ze te vangen. Wie getikt wordt moet in een hoepel gaan zitten. Wie als laatste moet gaan zitten is de winnaar.
Kleine materialen/pittenzakken
Pittenzakrace
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen zijn boodschappenwagens en gaan op handen en knieën zitten met een pittenzak op hun rug. Daarna kruipen ze door het lokaal. Wie lukt dat zonder de pittenzak te laten vallen?
In het mandje
Benodigdheden:
- 3 Hoepels
- 3 Pittenzakjes
Leg drie hoepels achter elkaar. Meer mag ook als je het moeilijker wilt maken. Laat het kind achter de voorste hoepel staan en geef drie pittenzakjes. Laat ze één voor één proberen de pittenzakjes in de hoepels te gooien. Wie lukt het om al zijn zakjes in de verste hoepel te gooien? Variatie: houd de hoepel omhoog (zoals een basketbalnet) en laat de kinderen proberen hun pittenzakjes hierin te gooien. De hoepel rechtop houden kan natuurlijk ook.
Boodschappentas
Benodigdheden:
- Pittenzakken, voor elk kind eentje
- Een boodschappentas
Zet de boodschappentas aan de zijkant van de gymzaal, zodat niemand er overheen kan vallen. De kinderen rennen van de ene kant van de gymzaal, naar de andere kant (de winkel). Als de kinderen zijn getikt, dan doen ze hun pittenzakje in de boodschappentas. Hoeveel boodschappen kan de tikker verzamelen?
Pittenzak werpen
Benodigdheden:
- Pittenzakken
- een boodschappenmand
Organiseer een wedstrijd pittenzak werpen. Wie lukt het om de boodschappen in de boodschappenmand te gooien?
Pakjes bezorgen
Benodigdheden:
- Pittenzakken
De kinderen leggen een pittenzakje op hun hoofd en lopen door de gymzaal.
Lukt dit zonder het zakje te laten vallen? De kinderen kunnen de pittenzak ook op een ander lichaamsdeel (voet, knie, bovenbeen, hand, schouder) laten balanceren.
Wie houdt dit het langst vol?
Grote materialen/het wandrek
Vakkenvullers
Benodigdheden:
- Het wandrek
- Enkele manden met plastic fruit
Bevestig de manden op verschillende hoogtes aan het wandrek. De vakkenvullers klimmen in de ladder tot een plank van het schap en kijken hoeveel fruitstukken erin liggen.
Verander het aantal stukken fruit regelmatig.
Afsluiting
De dief:
Benodigdheden:
- Een hoepel
- Een voorwerp uit de winkel
Een kind zit in een hoepel met een voorwerp achter zich.
Hij/zij is de verkoper en heeft de ogen dicht. Een ander kind is de dief en probeert het voorwerp te pakken. Als het kind in de hoepel hoort dat het voorwerp gepakt wordt, probeert hij de dief te tikken. De dief mag het voorwerp wel aan een ander geven.
Als het voorwerp valt, is de dief af.
In de rij
Benodigdheden:
- Geen
Een kind is de klanten doet zijn ogen dicht. De leerkracht wijst een aantal kinderen aan die achter hem gaan staan. Hoeveel kinderen staan er achter de klant in de rij?
Kan de klant dit raden?
Ra, ra, ra, wie heeft de ...?
Benodigdheden:
- Een voorwerp uit de winkel
In het midden zit een kind. De andere kinderen zitten er in een kring omheen.
Zij geven achter hun rug een voorwerp door. Als het liedje geëindigd is ("Ra, ra, ra, wie heeft de bal, die mooie bal van goud?", mag het kind raden wie het voorwerp op de rug heeft.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
.
.
Comments