site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Voelactiviteiten **

Bijgewerkt op: 22 jun.

In deze blog geef ik je suggesties voor zintuiglijke kringactiviteiten om de tastontwikkeling van kleuters te stimuleren.



Tastontwikkeling


Voelspel

Benodigdheden:

- Neem verschillende voorwerpen, passende bij het thema of materialen, zoals gekookte pasta, bubbeltjesplastic, ongekookte rijst, bloem, kranten, wol, (lauw) water, natte sponzen, borstels, een plumeau enz.

- Een voeldoos/-kleed of zak. Je kunt ook een teiltje nemen en er een vuilniszak met een klein gat aan een lijn voor hangen.

Bekijk ze met de kinderen. Welke vorm hebben ze? Welke hebben dezelfde vorm?

Stop een voorwerp in een voeldoos, onder een kleed of in een zak. Eén kind mag komen en voelen. Terwijl het kind voelt, omschrijft het aan de groep hoe het voorwerp voelt.

Wat zou het zijn? Zet de voeldoos ook eens in een hoek van de klas, de kinderen kunnen er dan tijdens de werkles mee spelen.


Ballonnen prikken

Benodigdheden:

- Ballonnen

- Snoepjes met een papiertje erom

- Touwtjes

- Een blinddoek

- Een priknaald of een veiligheidsspeld

Doe de snoepjes in de ballonen en blaas ze op.

Hang de ballonnen aan een lijn die je gespannen hebt.

Een kind doet een blinddoek om en probeert met de priknaald een ballon te laten knallen. Als dit lukt dan mag hij/zij het snoepje hebben.


Voelzakjes

Benodigdheden:

- Voelzakjes: Maak deze bijvoorbeeld van lapjes stof, ballonnen of washandjes en sluit ze af met klittenband.

- Vulling, zoals rijst, pasta, suiker, water, spliterwten enz.

Met de voelzakjes kun je allerlei verschillende activiteiten doen, bijvoorbeeld:

  1. Vul steeds twee voelzakjes met dezelfde vulling en speel "voelmemory". De kinderen zoeken dezelfde materialen bij elkaar. Als ze het denken te weten, dan mogen ze dit controleren.

  2. Leg een voorwerp op de tafel en stop een zelfde voorwerp in het voelzakje. Herkent het kind het voorwerp, maar kan hij het niet benoemen, dan kan hij het aanwijzen.

  3. Maak met een naaimachine een doolhof in de voelzak en laat de kinderen er bijvoorbeeld een knikker doorheen duwen.


Blindemannetje

Benodigdheden:

- Een blinddoek.

Eén kind heeft een blinddoek om. Leid dit kind naar een ander kind in de kring en laat het kind met de blinddoek voelen. Wie denk je dat dit is? Zou het een jongen of een meisje zijn? Heeft hij/zij kort of lang haar? Een bril of geen bril?


Een blote voetenpad

Benodigdheden:

- Bakken

- Allerlei materialen, zoals vloerbedekking (glad, zacht, harig, stekelig), dorre bladeren, zand, schelpen, rijst, macaroni, piepschuim, erwten, knikkers, ijsblokjes, mais, bonen, maiswater, plastic folie, scheerschuim, luchtbobbelplastic, kunstgras, stukken karton met watten, passende bij het thema.

Vul de bakken met steeds een ander materiaal en maak er een weggetje van.

Alle kinderen gaan hier blootvoets doorheen. Eerst met de ogen open, daarna met de ogen dicht. Ze kunnen ook voelen met hun handen, er overheen kruipen, er overheen rollen.

Voelen ze de verschillen tussen de materialen? Wat voelt lekker? Wat niet?

Kun je met je ogen dicht raden wat het is?

Variatie: Plak de materialen met dubbelzijdige tape op de grond.


De dierentemmer

Benodigdheden:

- Een blinddoek

- Stoelen

De stoelen worden in een kring geplaatst. Een kind is de dierentemmer en krijgt een blinddoek om. Hij moet proberen om bij iemand op schoot te gaan zitten.

Als dat is gelukt vraagt hij: "welk dier ga ik vandaag temmen?".

Het kind antwoordt dan met het afgesproken dierengeluid. Kan de dierentemmer raden wie het is? Raadt hij het goed, dan mag de ander dierentemmer worden.

Wanneer de dierentemmer het fout raadt, moet hij het nog eens proberen.


De kietelstoel

Benodigdheden:

- Een stoel

Een kind gaat op de kietelstoel zitten.

Een ander kind mag checken of dit kind tegen kietelen kan.

Variatie: Een aaistoel, een wrijfstoel, een tikstoel.


Kneepjes doorgeven

Benodigdheden:

- Geen

kinderen in de kring hebben elkaars hand vast. De juf begint met het geven van een kneepje in één van de handen (de kinderen weten niet aan welke kant van de kring de juf begint). Lukt het om de kring helemaal rond te gaan?

Variatie: Je kunt ook een kind naar de gang sturen. Dat kind moet later erachter komen waar om dat moment een kneepje gegeven wordt.


Het diner

Benodigdheden:

- Geen

We gaan aan tafel voor het diner. Maak tweetallen en ga achter elkaar zitten.

Vraag aan degene voor je of of diegene het goed vind als je diegene aanraakt.

Je gaat gourmetten. Snijd de champignons in plakjes. Maak kleine snijbewegingen op de rug. Hak de uitjes, Maak hak-bewegingen met de zijkant van je hand langs de ruggengraat. Zet het gourmetstel aan. Wrijf hard in je handen totdat je de warmte voelt.

Leg dan je warme handen op de rug van je voorganger. Herhaal dit nogmaals.

Neem een handje uien en doe dit op de gourmetplaat. Tik met je vingers op de rug.

Pak nu champignons en doe dit ook op de plaat. Druk met je vingers zachtjes de champignons op de rug. Doe nu het vlees op de plaat. Teken stukjes vlees op de rug. Bedenk nu wat je nog op de plaat wilt hebben.

Teken dit op de rug en je voorganger mag raden wat het is. Daarna wissel je.


Op de rug tekenen

Benodigdheden:

- Rustige muziek

Laat de kinderen in tweetallen zitten. Het ene kind gaat met zijn rug naar het andere kind zitten. Zet een rustig muziekje op en laat het ene kind bij het andere kind met zijn vinger de zon op de rug tekenen totdat de muziek weer stopt. Hierna wisselen de kinderen.


De rollende bal

Benodigdheden:

- Balletjes

De kinderen vormen tweetallen en krijgen een balletje.

Een van de kinderen gaat languit op de grond liggen.

Een ander kind rolt heel rustig met het balletje over het lichaam, zonder druk uit te oefenen. Het liggende kind voelt hoe het balletje over zijn lichaam wordt gerold en komt tot rust.


De veer

Benodigdheden:

- Een veertje

De kinderen mogen allemaal een veer uitzoeken. Vraag de kinderen of zij één pijp van hun broek omhoog willen doen. Dan gaan we zachtjes met de veer over ons been, naar onze voet, onder onze voet ( OEHH wat kriebelt dat), dan naar de achterkant van je been naar je knieholte, dan weer terug naar de voorkant van je been en naar je voet en weer terug naar boven via de achterkant van je been. Onze pijp gaat weer naar beneden en dan gaat onze andere pijp omhoog en doen we hetzelfde weer met de veer.

Daarna vraag je of ze één mouw willen opstropen. Dan gaan we met de veer over onze arm en hand. Vertel dat de binnenkant van je arm iets meer kriebelt dan de bovenkant.

Na de armen is het gezicht aan de beurt. We gaan met de veer over onze wangen, voorhoofd, langs onze neus, weer langs onze wangen naar onze keel.

Veren zijn superlicht. Je kunt ze hoog in de lucht blazen met je adem.

Blaas een veertje hard en zacht in de lucht. Laat het veertje dansen.

Leg de veer ook eens op je hand en blaas hem dan ver weg!

De autowasstraat

Benodigdheden:

- Geen

Tel de kinderen: de nummers 1 zijn auto, de nummers 2 de poetser.

De nummers 1 gaan op hun knieen zitten.

Je vraagt de poetsers plaats te nemen naast de auto. Je vertelt dat ze eerst de auto in gaan zepen, waarbij ze met de handen cirkelende bewegingen maken en goed over de rug wrijven. Daarna waxen (iets harder wrijven). De kinderen doen dit in slow motion, normaal of turbostand. Daarna spoelen ze de auto af door te trommelen met hun vingers en daarna zachtjes met de hand van boven naar onder langs het lichaam te gaan. Bij het drogen blazen ze zachtjes langs de auto. Tenslotte laten ze de auto blinken door zachte ronddraaiende bewegingen met de vlakke hand te maken. Daarna keer je de rollen om. Spreek goed af dat de auto "stop" mag zeggen en laat de kinderen niets tegen hun zin doen.


Het weerbericht

Benodigdheden:

- Geen

Twee kinderen gaan achter elkaar zitten.

Het voorste kind geeft aan wat voor weer het is en het achterste kind voert het uit.

Regenen is tokkelen met de vingers.

Hagelen is met losse polsen de vingertoppen laten neerkomen.

Sneeuwen is heel zacht de vingertoppen laten neerdalen.

Laat de kinderen zelf iets bedenken voor zon, wind, bliksem en donder. Spreek af dat het kind die het weerbericht ontvangt "stop" mag zeggen als hij/zij het niet prettig vindt.


De maan is rond

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan in tweetallen achter elkaar zitten. Zeg het volgende versje op:

De maan is rond, de maan is rond

(de kinderen tekenen met hun wijsvinger twee keer een cirkel bij de ander op de rug)

Hij heeft twee ogen

(de kinderen zetten met hun wijsvinger twee stipjes in de cirkel)

een neus

(de kinderen tekenen een neus)

en een mond.

(de kinderen tekenen een mond en kiezen een gezichtsuitdrukking).

Het andere kind moet voelen hoe de maan zich vandaag voelt: blij of verdrietig?

Ze vegen daarna de tekening weg door met hun volle hand over de rug te wrijven.


Kleding

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan aan elkaars kleding voelen. Voelt het zacht? Kriebelig? Glad? Pluizig? Kun je met je ogen dicht voelen wat het is?


Voelen met je voeten

Benodigdheden:

- Allerlei voorwerpen, zoals: sjaaltjes, borstels, boeken enz.

- Een blinddoek

Leg een aantal voorwerpen op de vloer en laat de kinderen met een blinddoek voor met hun voeten voelen wat het is.


Steengoede tenen

Benodigdheden:

- Kiezelsteentjes

- Blinddoeken

Deze activiteit wordt op blote voeten gedaan. Leg de kiezelsteentjes op de grond. De kinderen proberen deze geblinddoekt met hun blote voeten op te sporen. Vinden ze er eentje, dan mogen ze deze oprapen. Wie verzamelt de meeste?


 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


..

.

232 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page