Buiten spelen is meer dan lekker doen waar je zelf zin in hebt. Het is van onschatbare waarde voor jonge kinderen, die al spelende en bewegend de wereld om zich heen ontdekken. De rol van de leerkracht is daarbij van groot belang. De leerkracht moet niet alleen toezicht houden, maar vooral inspireren, stimuleren met leuke spelideeën en kinderen in hun spel begeleiden. In deze blog vertel ik je er meer over.
De rol van de leerkracht op het speelplein
Een rijke speelomgeving is erg belangrijk bij buitenspel, maar de rol van de leerkracht is minstens zo belangrijk voor rijk spel op de speelplaats.
De leerkracht moet niet alleen toezicht houden, maar vooral kinderen inspireren, stimuleren met leuke spelideeën en ze in hun spel begeleiden. Maar hoe doe je dat?
Laat allereerst een belangstellende houding zien door als leerkracht mee te spelen, te observeren en kinderen vragen te stellen, maar ook door op het juiste moment nieuwe materialen aan te bieden. Zo laat je merken dat je buitenspelen een belangrijke activiteit vindt. Maak het spannend; neem de kinderen mee in een verhaal en doe mee, wanneer dit gewenst is. Heb aandacht voor het zoveelste zandtaartje en maak foto’s van hutten of andere bijzonderheden (voor in de nieuwsbrief of op de website).
Zet jouw pedagogische kwaliteiten in op de plekken waar het nodig is.
Heb aandacht voor de voetballers en ook voor de kinderen die het liefst op een bankje zitten. Jouw plezier in het spel neemt kinderen mee!
Het mag natuurlijk niet zo zijn dat we zes á zeven uur onderwijstijd per week niet voorbereiden. Vergelijk dit eens met de aandacht die wordt besteed aan bijvoorbeeld de speel-/werkles. Probeer dus elke week een kwartier te besteden aan het zoeken naar uitdagende activiteiten voor op de speelplaats en verzamel het benodigde materiaal.
Bied geen lesjes aan, maar streef ernaar om betekenisvol spel te laten ontstaan voor kinderen. Jouw rol daarbij is aanbieden, prikkelen, uitdagen en uitlokken.
Samen met de kinderen verkennen, voorspelen, observeren en meespelen.
Maar vooral: aanwezig zijn en de kinderen ter beschikking staan.
Wanneer je denkt dat de betrokkenheid laag is of afneemt kun je vragen stellen, nieuwe materialen inbrengen, vaardigheden aanleren, meespelen, aanwezig blijven totdat het initiatief is aangeslagen en als dit niet lukt nieuwe initiatieven nemen.
Daarna trek je je terug uit het spel, maar blijf je beschikbaar.
Goed voorbeeld doet volgen
Goed voorbeeld doet volgen. Begin het buiten spelen daarom eens met een korte, gezamenlijke activiteit. Vaak gaan de kinderen er daarna zelf mee door tijdens het vrije buitenspel. Dit kan bijvoorbeeld ook door een spelpakket aan te bieden, die de rest van de week ook terugkomt, eventueel met varianten van het spel. Een spelpakket is een doos (of kist of plastic box), met daarin spelkaarten, spelmaterialen en een lesbrief.
Gebruik daarvoor een kartonnen doos (of kist of plastic box), om alles in op te bergen.
De spelkaarten maak je zelf. Dit kunnen bijvoorbeeld spellen zijn, die aansluiten op het thema. De spelmaterialen die je nodig hebt en eraan toevoegt moeten degelijk zijn.
Een passend aanbod
Kinderen kunnen allerlei verschillende behoeften hebben tijdens het buiten spelen.
Sommige kleuters vinden de speelplaats maar eng, druk en ongeorganiseerd.
Sommige kinderen gaan vanwege hun eigen vaardigheden activiteiten, die een beroep doen op de sociale en motorische vaardigheden, het liefst uit de weg.
Het ene kind wil liever spannende spelletjes spelen en nieuwe uitdagingen aangaan, de ander wil juist liever in een rustig, beschut hoekje zitten. En zo zijn er meer kinderen die speciale behoeften hebben wanneer het gaat om buitenspelen.
Je kunt als leerkracht het welbevinden en de ontwikkelingskansen van deze kinderen vergroten door naast het creëren van een stimulerende omgeving ook te zorgen voor een passend aanbod. Zorg er in je aanbod voor dat alle kinderen het gevoel hebben dat ze gezien worden door rekening te houden met hun wensen en interesses.
Bedenk bijvoorbeeld muziekactiviteiten voor kinderen die daarvan houden.
Of bereid natuur-, expressie- of rekenactiviteiten voor. Je zult merken dat er ook kinderen aanhaken die je van tevoren niet op het oog had. Omdat er zoveel verschillende behoeften zijn, is het belangrijk oog te hebben voor veiligheid voor de één en ruimte voor de ander.
Extra zorg
Sommige kinderen vragen ook om extra zorg, omdat ze invloed hebben op de sfeer buiten, op jou en op de andere kinderen. Jouw hulp, zorg en aandacht is nodig om deze kinderen met hun problemen buiten te begeleiden. Heel zwart wit gezegd kom je op het schoolplein de volgende typen kinderen met problemen tegen:
Drukke kinderen
Drukke kinderen willen meestal heel graag naar buiten, maar kunnen hun energie niet altijd in goede banen leiden en hebben soms moeite om de prikkels uit de omgeving te selecteren, waardoor er regelmatig botsingen en conflicten zijn. Vaak zijn deze kinderen nog erg op zichzelf gericht. Door dit alles lijkt een kind veelvuldig bij conflicten betrokken.
Dat kan weer ergernis oproepen bij zowel kinderen als leerkrachten en soms zelfs leiden tot sociale uitstoting, waardoor dit type kind het ook weer moeilijker krijgt.
Deze kinderen willen het namelijk goed doen, maar dat lijkt hen niet te lukken.
Geef drukkere kinderen de gelegenheid, binnen de kaders van veiligheid voor de anderen, om lekker hun gang te gaan. Laat ze lekker rennen en te rollebollen!
Of zet eens een speurtochtje of een wedstrijd uit.
Motorisch onhandige kinderen
Motorisch onhandige kinderen ondervinden juist tijdens het buiten spelen veel hinder van hun problemen, omdat veel spel op het plein vooral motorisch van aard is.
Hierdoor zullen ze op het speelplein extra met hun falen geconfronteerd worden.
Soms krijgt dit type kind van anderen te horen dat hij/zij maar beter niet mee kan doen.
Dit levert op den duur vaak vermijdingsdrang op uit angst te mislukken, terwijl juist dit type kind positieve ervaringen zo nodig heeft.
De stille (soms ook angstige) kinderen.
Dit type kind blijft graag bij de leerkracht in de buurt en klampt zich soms zo letterlijk aan je vast, dat het niet vreemd is als dat jouw irritatie wekt. Buitenspel is voor hen niet zo leuk.
Ze overzien de drukte en de enorme wirwar aan mogelijkheden niet; het plein, de hoeveelheid kinderen, de ruimt en het groot aantal mogelijkheden zijn allemaal aspecten die het kind bang kunnen maken. Vaak weten deze kinderen niet waar ze moeten beginnen en kunnen ze de drukte niet aan. Deze kinderen kunnen ook moeite hebben om zich bij een groepje aan te sluiten en mee te spelen. Ze hebben behoefte aan zekerheid, regelmaat en extra aandacht en zorg van de leerkracht. Geef stille (angstige) kinderen daarom aandacht en laat ze jouw nabijheid voelen. Initieer een rustig spel met een klein groepje.
Speel mee voor een veilig gevoel en doe pas een stapje terug wanneer het kan.
Blijf het spel op afstand volgen zodat er succeservaringen ontstaan.
Probeer op de speelplaats een rustig plekje te creëren.
De eigenheid van ieder kind maakt het lastig om aan te geven hoe je dit bij een specifiek kind aanpakt. Elk probleem vraagt immers om een andere aanpak en is dus maatwerk.
Er zijn wel bepaalde algemene richtlijnen te geven, die de situatie in ieder geval kunnen verbeteren.
Bereid spel op het plein goed voor.
Richt het plein zo in dat voor kinderen duidelijk is waar gespeeld kan worden.
Baken plekken ook af (met lint, kleine afscheidingen of lijnen).
Een lijnencircuit voor het rijden met de karren structureert het spel met de fietsen en karren en maakt het plein veilig voor kinderen die bang zijn voor botsingen.
Herinner de kinderen voor het naar buiten gaan aan de indeling van het plein en help ze met het kiezen en plannetjes maken. Sommige kinderen kunnen pas plannetjes maken als ze buiten zijn. Geef deze kinderen de kans om eerst even na te denken op een speciale rustige plek.
Visualiseer de regels en afspraken en hang ze op een zichtbare plek.
Neem kinderen serieus en oordeel niet over hun beleving. Alles wat een kind ervaart is voor hem of haar van belang. Dit betekent overigens niet dat een kind voortdurend meteen de aandacht van de leerkracht kan opeisen. Wanneer je met een ander kind bezig bent zal hij/zij moeten leren wachten. Bevestig even dat je het kind hebt gezien en geef aan wanneer hij/zij wel aan de beurt is.
Help kinderen met spelsuggesties op gang of speel zo onopvallend mogelijk mee. Wanneer het spel weer loopt trek je je zo onopvallend mogelijk terug.
Help kinderen hun eigen oplossingen te vinden door ze de kans te geven dingen uit te proberen. Vraag naar de oplossingen die zij hebben gevonden.
Wanneer het spel niet op gang komt kun je het spel voorspelen en nodig je het kind uit om mee te spelen.
Teamwork
Er moet binnen een team ook worden nagedacht over het pedagogisch klimaat op de speelplaats. Er moeten bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over de inrichting van het plein, wie wanneer naar buiten gaat, waar de kinderen mogen spelen en over de besteding van het budget. Kijk of de organisatie van het buitenspelen handiger kan, bijvoorbeeld door één persoon het buitenspeelgoed te laten uitdelen, terwijl de ander op dat moment een spel initieert. Bespreek in het team regelmatig de kinderen met speciale behoeften, zodat elk teamlid op de hoogte is.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
.
Comentarios