site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Probleemoplossend denken

Bijgewerkt op: 19 nov.

Het leven van een kleuter zit vol kleine problemen; een toren die steeds instort, een knutselwerk dat maar niet aan elkaar wil blijven plakken… Door van jongs af aan te oefenen met het zelf leren oplossen van problemen leren kinderen dat ze veel verschillende oplossingen kunnen bedenken voor problemen (divergent denken) en leer je ze te vertrouwen op zichzelf. In deze blog lees je er meer over!



Kleine problemen, grote lessen!


Als volwassene voel je jezelf vaak verantwoordelijk voor kinderen, heb je meer levenservaring om op terug te vallen en overzie je situaties sneller dan een kind.

Daardoor kun je de neiging hebben eventuele obstakels goed bedoeld weg te poetsen voor een kind of ongevraagd oplossingen aan te reiken. Het is echter belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk zelf hun problemen leren oplossen. Hierdoor vergroten zij hun probleemoplossende vermogen. Daarnaast stimuleert het ook de ontwikkeling van hun creativiteit en executieve functies, zoals hun werkgeheugen, zelfsturing, impulscontrole en cognitieve flexibiliteit en het zelfvertrouwen.


Wanneer een kleuter dus naar je toekomt met een probleem los je het niet op, maar vraag je eenvoudigweg: ‘Hoe zou je dat kunnen doen?’

 

Divergent denken


Het is daarnaast ook belangrijk om kinderen divergent te leren denken.

Dat betekent dat je voor een probleem meerdere oplossingen kan bedenken.

Divergente denkers zijn goed in verbanden leggen, hebben een breed perspectief en kunnen op een flexibele manier denken. Een belangrijke vaardigheid, omdat je eerste ingeving niet altijd de beste oplossing hoeft te zijn. Ieder kind, ongeacht het IQ kan divergent leren denken, wanneer het deze vaardigheid regelmatig mag oefenen.

 

Hoe doe je dat?


Het is dus belangrijk probleemoplossend en divergent denken structureel te integreren in je onderwijsaanbod. Maar hoe doe je dat?


Allereerst door kleuters te observeren. Hierdoor krijg je als leerkracht inzicht in het probleemoplossingsgedrag van jonge kinderen.


Daarnaast heb je allerlei problemen nodig om op te lossen.

Kleuters komen vaak zelf al met een hoop problemen, die om een oplossing vragen en waarbij je ze kan aansporen om zelf op zoek te gaan naar een oplossing, maar daarnaast is het ook aan te raden om kleuters heel doelgericht oefenmomenten aan te reiken om ze vanuit een veilige omgeving vanuit hun eigen creativiteit veel verschillende oplossingen voor een probleem te leren zoeken. Deze oefeningen kun je overigens gewoon aan je huidige onderwijsaanbod koppelen, zodat je niet met een overvol lesrooster komt te zitten.


Tips voor geschikte problemen:

Als je zelf toffe en leerrijke problemen wilt bedenken en inzetten in de klas, kun je rekening houden met de volgende tips:

  • Het probleem is nieuw voor het kind.

  • Het probleem is net iets te moeilijk voor het kind.

  • Het probleem bevindt zich in het interessegebied van het kind.

  • Het probleem kan worden opgelost door iets te bouwen of te knutselen.

  • Het probleem nodigt uit om alle stappen van het probleemoplossingsproces te doorlopen.

  • Het probleem kan op verschillende manieren worden opgelost.

  • Het probleem oplossen vereist geen specifieke kennis.

  • De oplossing kan worden afgetoetst aan twee of drie succescriteria.

  • Het probleem kan worden opgelost in ongeveer 30-45 minuten.

  • Het probleem kan worden opgelost met diverse, vertrouwde materialen.

  • Het probleem kan worden ingebed in een verhaal.

  • Het probleem kan visueel worden voorgesteld.


Het oplossen van problemen gebeurt in acht stappen. Deze stappen worden niet altijd in deze volgorde doorlopen. Doorgaans beginnen kleuters iets te doen (uitvoeren) en zetten ze enkele stappen terug als het niet lukt. De stappen zijn:

  1. Verkennen: Het doelbewust verzamelen van informatie over het probleem, de materialen en de mogelijkheden door te observeren en met het probleem in interactie te gaan.

  2. Begrijpen: Inzicht tonen in het probleem, de belangrijkste elementen van het probleem, de beperkingen en succes criteria.

  3. Voorstellen: Het creëren van een mentale, verbale, visuele en/of fysieke voorstelling van het probleem en/of een doelsituatie.

  4. Bedenken: Het bedenken en evalueren van verschillende mogelijke manieren om het probleem op te lossen.

  5. Plannen: Het bepalen van (sub)doelen, tussenstappen, een plan van aanpak en volgende acties. Om gericht te plannen, heb je kennis of ervaringen nodig. Als het probleem helemaal nieuw is, is plannen dus moeilijk en zie je kleuters vaker monitoren (zoals testen, meten, passen en tellen) om dit planprobleem te compenseren.

  6. Uitvoeren: Het uitvoeren van een plan, handelend naar een oplossing toewerken of daartoe pogingen ondernemen.

  7. Monitoren: Vorderingen opvolgen, problemen vaststellen, tussentijds nagaan of de (sub)doelen en succescriteria worden gerealiseerd en plannen/acties bijsturen indien nodig.

  8. Reflecteren: Het resultaat kritisch evalueren en terugblikken op het probleem en het proces om daaruit te leren. Bij het reflecteren kan het gebruik van een handpop bij kleuters helpend zijn om kinderen op hun gemak te stellen en tegelijk een diepgaande dialoog met kleuters aan te gaan. Je laat kinderen dat wat ze zelf kunnen zelf doen en helpt ze daar waar je ze een stapje verder op weg wilt helpen.

 

Buiten de gebaande paden


Hier volgen een aantal tips om van kinderen creatieve denkers en probleemoplossers te maken, die buiten de gebaande paden kunnen én durven denken. :


Gebruik ontwerpkaarten!

Een ontwerpkaart bestaat uit een tekening waarop een probleem staat afgebeeld en een bijbehorende ontwerpvraag, die de kinderen stimuleert om veel verschillende oplossingen te bedenken. Bijvoorbeeld: Hoe kun je een dino vangen? Meer voorbeelden vind je op: uit Ontwerpenindeklas.nl en Ontwerpen in de klas | Facebook

Bied de ontwerpkaarten eerst begeleid aan, zodat de kinderen ermee kunnen kennismaken. Na de kennismaking kunnen de kinderen er zelf mee aan de slag.


Gebruik boeken!

Boeken staan vaak vol problemen. Gebruik deze. Teken het probleem, bedenk er een ontwerpvraag bij en plak deze voorin het boek. Vul zo langzamerhand steeds meer boeken met een ontwerpvraag.


Gebruik je thema!

Denk bij het invullen van je nieuwe thema na over problemen en ontwerpvragen.

Teken en noteer deze op kaarten en zet deze op je thematafel.


Laat kinderen meedenken over problemen in de klas!

Gedurende een schooldag doen zich allerlei problemen voor. Laat kinderen dan meedenken over een mogelijke oplossing.

Op die manier leren kinderen dat ze zelf ook onderdeel zijn van een oplossing.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest Heb je zelf ook nog leuke suggesties voor ontwerpend leren?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën in een reactie op deze blog te delen!


.







.



972 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page