site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Thema piraten: Opening/afsluiting

Bijgewerkt op: 1 mei

Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken.

Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen.

Ook zijn de startactiviteiten belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen. Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven.

Thema’s kunnen op veel verschillende manieren gestart en afgesloten worden.

In deze blog geef ik je suggesties om het thema piraten te openen en/of af te sluiten.



De belevingswereld van de kinderen


Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:

  • Hou jij van piraten?

  • Heb je zelf wel eens een piraat gezien?

  • Zou je zelf een piraat willen zijn?

 

Algemeen


Enkele weetjes over piraten:

  • Het woord piraat betekent 'aanvaller'.

  • De eerste piraten leefden meer dan 4000 jaar gelden.

  • De eerste piraten maakten vlotten van hout en touw, later gingen ze de zee op in zeilschepen.

  • De meeste piraten waren oorspronkelijk gewone arme zeelieden maar ze kregen al snel door dat ze met een paar overvallen op de juiste schepen meer geld bij elkaar konden stelen dan ze ooit op een eerlijke manier zouden verdienen. Zij maakten er hun werk van om alle schepen die ze tegen kwamen te plunderen.

  • Piraten worden vaak afgebeeld als mannen. Dit komt omdat ze in die tijd geloofden dat vrouwen op een piratenschip ongeluk zouden brengen. Maar er waren natuurlijk ook vrouwen die een leven vol spanning, vrijheid en rijkdom na wilden jagen. Een vrouw die piraat wilde worden, deed zich vaak voor als man door haar naam en kleding te veranderen. Als ze toch betrapt werden, dan mochten ze vaak wel blijven.

  • De baas van de piraten heet een kapitein. Hij nam de belangrijke beslissingen en iedereen moest naar hem luisteren. Als de piraten dat niet deden, dan werden zij gestraft. Soms werden ze gekielhaald. Dan werden ze aan een touw onder de boot door getrokken.

  • De piraten moesten goed samenwerken en hebben allemaal hun eigen taak. De stuurman stuurt het schip, de timmerman maakt het schip, de kanonnier schiet de kanonnen, de dokter zorgt voor de zieke piraten, de scheepsjongens maken de boot schoot en staan op de uitkijk, de kok maakt het eten en de muzikanten zorgen voor afwisseling en plezier tijdens de lange zeereizen.

  • Piraten sliepen in een hangmat, de kapitein had zijn eigen hut.

  • Sommige piraten droegen een ooglapje, omdat ze dachten dat hun ogen er beter van werden, zodat ze in het donker beter konden zien.

  • Piraten droegen nooit schoenen, omdat het op het schip erg glad is.

  • Hun hoofddoek hield de felle zon en harde zeewind tegen en de piraten konden er hun vieze handen aan afvegen.

  • Wanneer piraten aanvielen zetten ze vaak eerst de achtervolging met een gewone vlag in. Het moest dan nog geheim blijven dat ze piraten zijn. Op een signaal van de kapitein hesen zij hun piratenvlag en daarna gooide de kanonnier stinkbommen en kanonnen op het dek van de andere boot. Daarna bonden ze hun schip vast aan het andere schip en enterden ze het andere schip. Ze namen de bemanning gevangen en roofden vervolgens het schip leeg. De schatten werden daarna onder elkaar verdeeld. Dat gebeurde overigens niet eerlijk. De kapitein kreeg daarbij het meest, en de dapperste piraten meer dan de andere piraten.

  • Als de piraten aan land gingen dan ruilden ze daar hun buit voor andere spullen en kochten ze eten, drinken, medicijnen en andere spullen voor de volgende reis.

  • Het leven op zee was heel hard. Vers voedsel kon niet lang genoeg bewaard worden en daarom namen de piraten ook wel levende dieren mee, zoals kippen. Ook werd er veel gedroogd voedsel met veel kruiden gegeten. Soms moesten piraten weken lang leven op beschuit en zout vlees. Bedorven water was heel gewoon, en rum of wijn ging er ook wel in. De voeding werd bewaard in tonnen, flessen en kruiken.

  • Veel piraten werden door dat ongezonde leven ziek, De ergste ziekte aan boord was scheurbuik, die ontstaat door gebrek aan vers fruit en groente. Scheurbuik zorgde ervoor dat het haar en tanden van de piraten uitvielen, de huid uitdroogde en de piraat uiteindelijk stierf.

  • De Vikingen zijn eigenlijk ook piraten. Zij werden ook wel Noormannen genoemd omdat ze uit het Noorden kwamen. Zij moorden en plunderden en na afloop staken zij alles in brand. Zij namen ook mensen gevangen en verkochten ze dan als slaven aan de rijken.

  • Een van de meest bekende en gevaarlijkste piraten was piraat Zwartbaard. Hij had een enorme zwarte baard, die hij nooit kamde. Als hij aanviel dan stak hij brandende lonten in zijn baard. Hij leek wel op een monster.

  • Piraten vingen papegaaien, leerden ze praten en verkochten ze daarna

 

Thematafel


Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:

  • Een ondergrond van rotsen, zand, schelpen, zeesterren en blauwe lappen

  • Een opblaasbare palmboom

  • Knuffels van Piraten, zeedieren, meeuwen, zeemeerminnen, krokodillen en een papegaai

  • Een Piratenboot

  • Boeken over Piraten

  • Posters/afbeeldingen over piraten

  • Woordkaarten, thema piraten Download hier!

  • Knutselwerkjes van de kinderen

  • Voorwerpen, zoals: Een anker, een piratenschip, een reddingsboei, een roer, een haak, een hoed, een ooglapje, flessenpost, een schatkaart, muntstukken, een schatkist, een net, sieraden, een schep, diamanten, touw, een vlot, een piratenvlag, een zwaard, een hangmat, een bandana, een oorring, een kokosnoot, glasstenen, een verrekijker, een touwladder, een vuurtoren, een wereldbol en een kompas.

Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op.

Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.

Voorbeelden van thematafels vind je op Pinterest


 

Aankleding van de klas


Breng je lokaal in de sfeer van het thema piraten. Denk hierbij aan:

  • Een raamschildering: Beschilder de ramen of hang grote geplastificeerde A3 afbeeldingen op. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.

  • Laat de kinderen zelf een raamschildering van piraten maken/inkleuren

  • Verander de deur in een Piraat.

  • Maak een schatkist op je deur en plak de foto's van de kinderen op gele cirkels, met de tekst: "De schatten van juf/meester..."

  • Of plak een piratenboot op je deur en hang daar de foto's van de kinderen (als piraat) in.

  • Verander de deur in een haai. De opening wordt de bek van de haai.

  • Versier de deur met een "gordijn" van repen blauw crêpepapier. Hang er eventueel kartonnen zeedieren aan of een inktviskop boven.

  • Hang blauwen repen crêpepapier aan het plafond of voor de ramen en knutsel er zeedieren aan/in. Je kunt ook een blauwe vuilniszak of landbouwplastic hiervoor gebruiken.

  • Of hang rood met zwarte repen op in je deuropening en hang er afbeeldingen van piraten en/of doodskoppen tussen.

  • Hang visnetten aan het plafond of de muur en hang er zeedieren in, die de kinderen hebben geknutseld.

  • Hang een grote inktvis aan het plafond. Maak de armen van slingers (ringetjes)

  • Hang "gezocht" posters op, met daarop gezochte piraten (eventueel met foto's van de kinderen, verkleed als piraat).

  • Plak patrijspoorten op de ramen van het lokaal.

  • Maak vanaf de deuropening een steiger van een aantal pallets, die je achter elkaar neerlegt.

  • Hang een piratenslinger op. Je kunt deze kopen, maar ook door de kinderen zelf laten maken.

  • Verander witte ballonnen in piraten, met een piratenhoed, ogen, een snor, een ooglapje en een mond van papier. Teken met watervaste stift een stoppelbaard.

  • Hang piratenballonnen op.

  • Maak piraten van grote dozen.

  • Laat de kinderen plastic/pluchen zeedieren of piraten meenemen en versier daar je lokaal mee.

  • Maak een echt eiland van een zandberg en zet er een schatkist op.

  • Maak een grote palmboom van papier en dozen, die je op elkaar stapelt.

  • Maak een groot piratenschip van papier en hang hier de geknutselde piraatjes van de kinderen in. Maak golven van blauw plastic of blauwe lappen.


Meer voorbeelden van hoe jij jouw lokaal in piratensferen kunt brengen vind je op mijn Pinterest

 

Voorwerpen


Haal allerlei voorwerpen de klas in, die met Piraten te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.

De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.

Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?

  • De kinderen vinden bijvoorbeeld een schatkaart in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk van wie het voorwerp is.

  • Wanneer de kinderen de klas binnenkomen vinden zij er flessenpost. In de fles zit een brief van een piraat, die daarin vertelt dat hij zijn schat is kwijtgeraakt en aan de kinderen vraagt om hem te helpen de schat terug te vinden. De kinderen kunnen als beloning voor goed gedrag bijvoorbeeld diamanten (glasstenen) verdienen voor de piraat. Verzamel deze in een schatkist. Verstop ook elke dag een paar diamanten in de klas. Je kunt ook een schatkaart (plattegrond van de school) in de fles stoppen. Brand de randen van het papier af, zodat de schatkaart oud lijkt en zet ergens een groot kruis. Ga met de klas op zoek naar deze plek. Hier ligt bijvoorbeeld een schatkist met piratenspullen of een piratenboek wat ter inleiding op het piratenthema voorgelezen wordt.

  • Doe de piratenvoorwerpen in een schatkist, doos of koffer en zet deze in de kring als de kinderen binnen komen. Iedere keer komt er wat uit de doos tevoorschijn. Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen op ideeën komen en nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.

  • De kinderen nemen zelf spullen over Piraten van thuis mee en vertellen erover.

 

Een verhalend ontwerp


Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen. Enkele variaties:

  • Er komt een piraten handpop op visite. Hij heeft een vraag of probleem.

  • De kinderen ontvangen een brief van een piraat, waarin hen om hulp wordt gevraagd. De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. De piraat kan bijvoorbeeld op een onbewoond eiland zitten en iets kwijt zijn en om hulp vragen of geen bootje meer hebben om van het eiland af te komen. Of de piraat heeft een schatkaart gevonden, maar weet niet wat het is of hoe hij die moet lezen. De kinderen kunnen de oplossing bijv. bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets tekenen, knutselen enz...

  • Er komt, in gedeelten, per flessenpost steeds een stukje van een schatkaart binnen. Wie zou de post toch hebben gestuurd? Wat zit er in de fles? Bespreek samen wat er op de kaart te zien is en dat we er nog niets mee kunnen doen, omdat er een stuk ontbreekt. In de laatste fles zit een stuk kaart met daarop duidelijk een kruis of een schatkist. Er zit ook een brief bij van kapitein Donderwolk. Hij vraagt daarin of de kinderen de kaart kunnen lezen. Hij snapt er zelf namelijk niets van. Als de kinderen de kaart hebben gelezen mogen ze de bijbehorende schat gaan zoeken. Geef de schatkaart een oud uiterlijk door het papier in een badje van thee te leggen en het daarna te laten drogen. Geef de kaart vervolgens met een vlammetje verschroeide randen. Wanneer de kinderen het idee van een plattegrond nog niet begrijpen zou je ook gebruik kunnen maken van een papegaaienhandpop die de kinderen helpt en die je laat rondvliegen en naar beneden laat kijken en iets laat zeggen over de dingen die op de kaart staan.


Je vindt ook kant-en-klare verhalende ontwerpen rondom piraten op:

 

Drama


Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:

  • De leerkracht komt als een piraat de klas binnen

  • De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten een boek over piraten uit.

  • Een poppenkastvoorstelling over piraten.

  • De kinderen kunnen zelf een voorstelling over piraten verzorgen.

 

Een boek


  • Start het thema met het voorlezen van een boek over piraten.

  • Vraag kinderen uit de hogere groepen om (in groepjes) te komen voorlezen over piraten

  • De kinderen presenteren hun lievelingsboek over piraten.

  • Houd een boekverkiezing. Leg een collectie van boeken over piraten aan. Vraag hiervoor kinderen om boeken mee te nemen van thuis, duik in de schoolbibliotheek en leen boeken bij de openbare bibliotheek. Laat de kinderen in de boeken snuffelen en houd dan een verkiezing. Wat is het beste boek?

  • Laat de kinderen samen een boek over piraten maken. Stel groepjes samen van ongeveer vier kinderen. Neem de tijd om aan het boek te werken. Reserveer bijvoorbeeld gedurende een week elke dag een uur om aan het boek te werken.

Dag 1: Bekijk eerst samen een bestaan prentenboek. De jongste kleuters kunnen de wie- en waar-vragen beantwoorden. Iets oudere kinderen kunnen een onderscheid maken in ‘begin’, ‘midden’ en ‘eind’ van het verhaal en op zoek gaan naar het ‘probleem’ dat zich vaak afspeelt in de verhalen en de bijbehorende oplossingen.

Dag 2: Wanneer de kinderen een prentenboek beter hebben bekeken gaan ze zelf aan de slag. Ze bedenken eerst hoe de hoofdpersoon uit hun boek eruit ziet en hoe hij zich gedraagt. Ze geven hem een naam en bedenken waar hij woont. De kinderen gaan daarna aan de slag met verschillende teken-, schilder- en knutselmaterialen en maken de hoofdpersoon.

Dag 3: Vervolgens bedenken ze een begin voor hun prentenboek. Op de eerste bladzijde van een prentenboek wordt uitgelegd over wie het verhaal gaat en waar deze persoon woont. De karaktereigenschappen van de hoofdpersoon worden soms ook al duidelijk. Wanneer je merkt dat de kinderen niet goed verder komen, kunt je voorstellen de verhaallijn van een bestaand prentenboek te gebruiken.

Dag 4: Vandaag wordt het midden van het verhaal gemaakt. Dit kunnen meerdere pagina's zijn. In het midden ontstaat een probleem. Wanneer de kinderen het moeilijk vinden, laat je ze naar bestaande prentenboeken kijken.

Dag 5: De kinderen maken de laatste bladzijde(n) van het verhaal, waarin het probleem opgelost wordt. Laat ze ook nu weer kijken naar bestaande prentenboeken. Laat de kinderen controleren of de teksten kloppen en of alle

afbeeldingen in de goede volgorde liggen. Laat ze het verhaal eens van begin tot eind hardop te lezen, om te controleren of het goed klinkt.

Dag 6: Het boek krijgt een kaft met een titel en een titelblad waarop de naam van de kinderen staan die aan het boek gewerkt hebben.

Dag 7: De kinderen mogen hun prentenboek presenteren. Je kunt de zelfgemaakte boeken daarna ook in je leeshoek leggen of laten rouleren.

 

Een speurtocht


Organiseer een speurtocht in of rondom de school.

Enkele variaties:

  • Vossenjacht: Een aantal leerkrachten/volwassenen verkleden zich als piraat en lopen in en om de school heen. De kinderen zoeken de personen op. De piraat geeft ze vervolgens een letter of een deel van een plaatje (bv. een stukje van een schatkaart). Nadat alle piraten gevonden zijn, wordt de naam of het plaatje in elkaar gepuzzeld.

  • In de klas, school of rondom de school hangen overal afbeeldingen van piraten. De kinderen zoeken deze.

  • De piraat is verdrietig. Er is een dief geweest, die tien goudstukken heeft gestolen. Kunnen de kinderen deze in of rondom de klas terugvinden?

  • Woeste Willem was zo woest dat hij de schatkaart in stukjes heeft gescheurd. De kinderen vinden deze stukjes tijdens de speurtocht terug. Bij iedere afbeelding van Woeste Willem vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een schatkaart. Aan het einde puzzelen ze deze in elkaar en gaan ze op zoek naar de schat.

  • De kinderen volgen een spoor van piratenvlaggen. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een piraat (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over piraten om voor te lezen. De kinderen kunnen aan het einde van de speurtocht ook een schatkaart vinden, die hen vertelt waar de schat verstopt ligt. De kinderen gaan op zoek en vinden op die plek dan uiteindelijk een traktatie.

  • De schatkist kwijt. De kinderen moeten een speurtocht doorlopen, die hen naar de vindplaats leidt. Schrijf in een brief dat de kinderen de schatkist moeten gaan zoeken. Laat aanwijzingen achterin de brief. Als ze die opvolgen dan zullen ze de schatkist kunnen vinden. Print op gekleurd papier de cijfers 1 tot en met 10 uit. Stop de cijfers in insteekhoesjes. Maak ook een foto van de vindplaats en print de foto uit en knip deze in tien stukken. Stop in ieder hoesje een stuk van de foto. Laat de kinderen in de klas of door de school op zoek gaan naar de cijfers. Zodra ze allemaal zijn gevonden maakt de groep de puzzel om de vindplaats te achterhalen.

  • Geef de kinderen (of per groepje) een ‘afstreepblad’, met allerlei piratenfiguurtjes erop. Verspreid door de school hangen kaarten, met daarop die figuurtjes (bijvoorbeeld piraten, een schip, een doodskop, een palmboom enz). Hett figuurtje is omcirkeld. En de kinderen moeten dit figuurtje op hun ‘afstreepblad’ afstrepen. Bovendien staat er op die kaart: een afbeelding van de actuele locatie (dus waar de kinderen nu zijn; bijvoorbeeld: het klimrek) en een pijl, met daarachter een afbeelding van de plaats, waar de volgende kaart zich bevindt (dus waar de kinderen vervolgens naartoe moeten; bijvoorbeeld: de huishoek). Op iedere plek moeten de kinderen een opdracht uitvoeren. Als de kinderen alle gevonden figuurtjes op hun ‘afstreepblad’ hebben doorgestreept, houden ze één figuurtje over. De vraag is dan natuurlijk of ze het juiste figuurtje hebben overgehouden! Uiteraard begint elk groepje bij een andere kaart. Als kinderen bij hun beginkaart terug zijn, dan weten ze, dat ze kunnen stoppen met zoeken. Laat de kinderen in kleine groepjes, onder begeleiding van bijvoorbeeld een kind uit de bovenbouw of een ouder, de zoektocht maken.

  • Geef de kinderen deze zoekkaart mee. Wie heeft als eerste alle schatten gevonden?



Je vindt ook een kant-en-klare speurtocht over piraten op:

 

Een leergesprek


Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd.

Deze kan bijvoorbeeld geactiveerd worden door een leergesprek.


Inventariseer wat de kinderen al weten en nog willen leren over Piraten.

Daarna kan er een woordveld worden gemaakt of kunnen de weetjes op stroken worden genoteerd en opgehangen bij: wat weten we al?

Dit woordveld wordt gedurende het thema verder aangevuld . Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien.


Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen.

Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren?

Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:

  • Waarom...?

  • Hoe...?

  • Welke...?

  • Wanneer....?

  • Wat als...?

  • Waar...?

  • Hoe kun je...?

  • Als....dan....?

Dingen die aan de orde zouden kunnen komen zijn bijvoorbeeld:

  • Wat zijn piraten, wat doen ze en hoe zien ze eruit?

  • Hoe leven piraten?

  • Zijn er nu nog steeds piraten? Wat doen deze piraten?

  • Hoe zien boten eruit? Waar zijn ze van gemaakt? Hoe blijven ze drijven?

  • Wat is een onbewoond eiland? Wat zou jij doen als je daar zat?

  • Hoe gaan piraten met elkaar om? Hoe gaan wij met elkaar om?

  • Wat doen piraten allemaal: graven, vissen, zwemmen, stelen, een schat zoeken, het dek schrobben, op de uitkijk staan enz...

Bespreek hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?

Deel ze eventueel daar op in:

  • Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?

  • Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?

  • Wat kun je zelf gaan onderzoeken?

  • Waar kun je iets voor ontwerpen?

Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken over Piraten en tablets, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken.


Naarmate de kinderen meer over Piraten leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten. Verplaats deze stroken dan naar: "Dit zijn we te weten gekomen".

 

Een uitstapje


Maak eens een uitstapje. De kinderen kunnen het thema dan al direct van dichtbij beleven en ervaren en er later verder over praten.

Denk bij dit thema eens aan:

 

Quiz


Organiseer een quiz over Piraten.

  • Stel vragen. Wat weten de kinderen al of nog van het onderwerp af?

  • Een andere leuke quiz kun je maken door foto’s van de kinderen te bewerken en ze in piratenstijl te maken. Plaats bijvoorbeeld een hoed, ooglapje, snor en baard over de gezichten van de kinderen heen. De kinderen raden wie er op de foto staat.

  • Verzamel boeken bij het thema piraten (bij voorkeur die in de klas voorgelezen zijn). Leg de boeken in de kring. Verdeel de kinderen in groepjes en geef elk groepje een teldopje. Speel een boekenquiz, waarbij de kinderen antwoord op een vraag geven door een dopje op een van de boeken te leggen. Suggesties voor kijkopdrachten: een gekopieerde afbeelding uit een van de boeken, een voorwerp dat in een boek voorkomt, een voorwerp dat bij een boek past. Suggesties voor vragen: een vraag over een van de verhalen of enkele kernwoorden uit een boek. De groepjes overleggen over het juiste antwoord en leggen hun dopje op het boek van hun keuze. De groepjes die goed geantwoord hebben, verdienen een glassteentje. Het groepje dat het eerst vijf glassteentjes verzameld heeft, wint de quiz.

 

Een praatplaat


Je kunt ook een leergesprek voeren aan de hand van een praatplaat over piraten.

Laat de kinderen vertellen wat zij daarop zien. Stel ook vragen, zoals: waar zie je...?

Wat doet... ? Hoeveel... zijn er? enz.

Als afsluiting kun je een leuk spelletje doen, zoals "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet" of raadsels bedenken over dingen op de praatplaat.

Een praatplaat over piraten vind je o.a. op:

 

Een feest


Sluit het thema eens feestelijk af.

  • Laat de kinderen verkleed als Piraat naar school komen. Organiseer een modeshow. Laat de kinderen verkleed over een rij van tafels of een rode loper hun verkleedkleding showen. Speel zelf de omroeper of laat een kind vertellen over de outfits van je klas.

  • Organiseer een piraten-photoshoot. Zet de kinderen als piraat op de foto of maak een piraat van een groot stuk karton, waar ze hun hoofd door kunnen steken. Of maak een haai van karton en snijd de bek eruit. Laat het kind vervolgens , verkleed als piraat, in de bek zitten.

  • Organiseer een piratenbal met allerlei piratenliedjes.

  • Speel "Ezeltje prikje", maar dan in de variant "Ooglapje prikje" met een piraat en een ooglapje. Maak op een groot bord een piraat zonder ooglapje. Die mogen de kinderen er met een blinddoek om op gaan prikken. Maak het ooglapje van papier en plak er klittenband op. Vervolgens mogen de kinderen proberen het ooglapje op de juiste plek op het bord te plakken.

  • Ga sjoelen. Je kunt het gewone sjoelen omtoveren in piraten-sjoelen door iedere steen te versieren met een piratenplaatje of door die op de puntentelling te plakken. Of maak goudstukken van de sjoelschijven.

  • Speel bingo, maar in plaats van getallen staan er plaatjes van piraten op de bingokaart. Je kunt deze heel simpel zelf maken. Zoek naar 30 leuke plaatjes en verwerk 15 plaatjes in meerdere bingokaarten. Zet alle plaatjes op een andere plek en op de ene kaart staan weer een paar andere plaatjes dan op de andere. Zo voorkom je dat je hele klas tegelijk bingo heeft. Doe de 30 bijbehorende plaatjes in een zakje en trek steeds een plaatje.

  • Speel het spel 'Vis happen'. Een piraat heeft altijd trek in eten na het vechten, maar zijn handen en armen zijn soms moe van het vasthouden van het zwaard. Het liefst eet hij dan zonder handen. We gaan visjes happen net als een echte piraat. Hang een snoepvisje met een snoepveter aan een soepstengel (of rijg ze gewoon aan een draad). Het ene kindje houdt de soepstengel met het visje eraan vast voor het gezicht van het andere kind. Het andere kind probeert het snoepvisje op te eten met zijn handen op zijn rug en geblinddoekt.

  • Laat de kinderen snoepvisjes happen uit het water. De piraatjes zijn in het water gevallen en hebben visjes in hun mond gekregen. Wie kan de vissnoepjes daarna het verst uitspugen (zonder het ‘visje’ op te eten)?

  • Bevestig piratenhaken op een kartonnen bord en laat de kinderen met ringen gooien. Wie lukt het om een ring aan de haak te slaan? In plaats van haken kun je ook een piratenzwaard ondersteboven in een doos steken en de kinderen daar eingen omheen laten werpen.

  • Speel het spel 'Kogel stampen'. Als een piraat heel stout is geweest krijgt hij voor straf een kogel aan een ketting om zijn voet. Dan kan hij niet meer zo snel ergens heen gaan om weer iets stouts te kunnen doen. Alle piraten krijgen een zwarte ballon met een touwtje aan hun voet. Nu mogen ze proberen om de kogels (ballonen) van elkaar kapot te stampen. Is de ballon stuk? Dan ben je af!

  • Speel het spel 'Piraten poepen '. Dit gaat net als het bekende spel 'Spijker poepen'. Poepen in de wc is soms heel moeilijk op een schommelende boot al varend op de wilde woeste zee. Om te zorgen dat een piraat niet naast de pot poept, oefent hij voordat hij aan boord gaat met een fles en een spijker in het bewaren van zijn evenwicht. Ga net als een stoere piraat spijkerpoepen! Hang een spijker aan een touwtje en bindt het touw om het middel van een kindje. Probeer zonder handen te gebruiken de spijker in een rechtopstaande lege fles te krijgen.

  • Speel het spel 'Piraat scheren'. Elk kind krijgt een ballon met daarop een piratengezicht. De baard wordt voorzien van echt scheerschuim en het kind mag de piraat scheren met een echt scheermesje. Gaat de ballon kapot?

  • Verander plastic flessen in palmbomen en probeer deze met kokosnoten omver te kegelen.

  • Laat de kinderen met verschillende kleuren ranja hun piratencocktail maken.

  • Eet frietjes zonder borden en bestek want zo eten piraten ook. Dus gooi de friet zo op een plastic tafelkleed en spuit de mayonaise er ook gewoon op.

  • De kinderen maken hun eigen tropische fruitspiesjes met ananas en mango.

  • Geef de kinderen na afloop een piratendiploma.


 

Een tentoonstelling


Organiseer een tentoonstelling, waar de kinderen hun zelfgemaakte werkstukken over piraten kunnen presenteren. Maak samen met de kinderen een planning:

Wat moet er van tevoren gebeuren?

Wat hebben we nodig? Er kunnen bijvoorbeeld uitnodigingen, affiches, naambordjes en wegwijzers worden gemaakt. Wat kunnen we allemaal laten zien en aan wie?

Er kunnen bijvoorbeeld foto's, knutselwerken, muurkranten, toneelstukjes, optredens en PowerPoint presentaties worden getoond.

Laat de kinderen meehelpen met het uitstallen van de werkstukken en het rondleiden van de gasten. Oefen dit van tevoren in de kring.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.

.

1.323 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentários


bottom of page