site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Overprikkeling herkennen

Bij overprikkeling komen de prikkels zo sterk door, dat je je van binnen vol en druk kan voelen. Wanneer een kind overprikkeld is, dan zal het de prikkelbalans vaak onbewust met kalmerende activiteiten proberen te reguleren om een juiste alertheid te verkrijgen of te behouden. Deze overprikkeling en/of zelfregulering kan de reden zijn van bepaald gedrag wat je bij overprikkelde kinderen ziet en dat niet helemaal bij de situatie past. In deze blog vertel ik je welke gedragingen je zoal kunt zien bij overprikkelde kinderen. Zodra je overprikkeling voldoende herkent en begrijpt, kun je immers de juiste strategieën toepassen om het kind hierbij te ondersteunen.


Zelfregulering en gedrag


Wanneer de prikkelverwerking uit balans is en we daardoor te gespannen zijn om een activiteit te doen, dan voelt dat (onbewust) niet prettig en gebruiken we onze zintuigen ook vaak om onszelf weer te kalmeren en een juiste alertheid te verkrijgen of te behouden. Dankzij deze zelfregulatie blijven we dus in balans en worden we niet hyperactief.

Dat reguleren gebeurt vaak onbewust vanuit eerdere zintuiglijke ervaringen, waarmee we geleerd hebben wat werkt en wat niet werkt. Onbewust doen we dus wat werkt.

De zintuigen die kinderen het meeste gebruiken om hun spanning te reguleren zijn beweging, evenwicht en tast.


Deze zelfregulering kan de reden zijn van bepaald gedrag wat je ziet.

Een kind dat overprikkeld is en in actie komt om de prikkelbalans te herstellen gebruikt strategieën om ervoor te zorgen dat er minder prikkels binnenkomen om zo weer controle over de situatie te krijgen. Je ziet vaak dat een overprikkeld kind dan prikkels weert, bijvoorbeeld door de handen over de oren te leggen, weigert en niet wil. 

Kinderen laten dit gedrag dus niet zien om vervelend te doen, maar om alert te blijven.


Overprikkeling kan zich op twee verschillende manieren laten zien: met regulatie en zonder. Niet alle overprikkelde kinderen passen de zelfregulering in iedere situatie toe.

Er zijn ook kinderen, die niets doen om prikkels buiten te sluiten. Een kind dat overprikkeld is en niets doet heeft vooral last van de prikkels kan juist heel erg opgewonden en druk zijn.

Dit leidt hem erg af. Omdat overprikkelde kinderen vaak niet bewust doorhebben waarom ze zich slecht voelen, klagen ze bijvoorbeeld vaak over buikpijn of hoofdpijn.

 

Zicht


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind visueel overprikkeld is en dat niet reguleert, dan merkt het meer op dan anderen en neemt het heel veel details waar; ook dingen die op dat moment niet van belang zijn. Een visueel overprikkeld kind is zich heel bewust van zijn omgeving en houdt alles goed in de gaten. Daarnaast kan het visueel overprikkelde kind heel gevoelig zijn voor fel licht. Drukke, volle ruimtes waar veel gebeurt leiden hem heel erg af.

Een kind dat visueel overprikkeld is kan ook veel moeite hebben om op een drukke achtergrond het juiste materiaal of de juiste afbeelding te vinden en vindt het lastig om in een druk boek met veel visuele informatie de juiste instructies te vinden.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen knijpt het kind bijvoorbeeld zijn ogen veel dicht, mijdt het oogcontact, is het graag in ruimtes met minder licht en wil het binnen soms ook capuchon, een pet of zonnebril dragen.

 

Gehoor


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind auditief overprikkeld is en dat niet reguleert, dan zit het in de overlevingsmodus, is het continu alert en moet het alle geluiden waarnemen, omdat alle informatie belangrijk is om te kunnen overleven. Het auditief overprikkelde kind kan zich daardoor niet afsluiten voor geluiden. Het hoort veel en alles, ook geluiden, die anderen niet eens of opmerken, zoals het tikken van de klok, en raakt er snel door afgeleid.

Auditief overprikkelde kinderen, die dit niet reguleren klagen ook vaak over een drukke klas.

Geluiden komen dan zo hard binnen, dat ze pijn aan zijn oren doen of dat het kind ervan kan schrikken en daar nog lang last van kan hebben.

Het auditief overprikkelde kind kan daar heel heftig op reageren, omdat er door zo'n hard geluid meer adrenaline vrijkomt dan bij een gemiddeld gevoelig kind.

Het kost het auditief overprikkelde kind ook meer energie om zijn taken te volbrengen, omdat zijn hersenschors zich met meer prikkels bezighoudt.

Hierdoor komt het kind moeilijk aan andere dingen toe. In gesprekken vindt het auditief overprikkelde kind het lastig om zich te concentreren, omdat het ook van allerlei geluiden opvangt uit de omgeving. Wanneer verschillende geluiden door elkaar lopen is het voor een auditief overprikkeld kind lastig lastig om deze te registeren en te interpreteren.

Daardoor is samenwerken in groepjes ook lastiger.

 

Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zoekt het de rust en stille plekken op.

 

Reuk


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overgevoelig is voor geuren en dat niet reguleert, dan ruikt het geuren, die anderen niet opmerken en hinderen deze hem vaak. Het kind kan er zelfs misselijk van worden.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zal het geuren gaan vermijden of doet het kind zijn neus dicht.

 

Smaak


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overprikkeld is en dat niet reguleert, dan smaakt alles heel sterk.

dit kan zich uiten in niet willen eten.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen is het kind vaak erg kieskeurig wat betreft voedsel en vermijdt hij het liefst pittig eten en stimulerende dranken als koffie of suikerhoudende frisdrank. Zoet is overigens een smaak, die ook door overprikkelde kinderen meestal wel geaccepteerd wordt.

Overprikkelde kinderen gaan vaak ook duimen om rustig te worden.

 

Tast


Overprikkeling zonder regulatie

Een kind die snel overprikkeld wordt op het gebied van tast en dat niet reguleert, dan voelt alles heel intens en heeft daardoor een extreme behoefte aan persoonlijke ruimte.

Het kind kan erg geïrriteerd of boos reageren op een onverwachte aanraking.

Een overprikkeld kind ervaart kleding snel als kriebelig, prikkend en knellend.

Een overprikkeld kind heeft vaak ook moeite met fijne motorische activiteiten, omdat het aanraken van de materialen vervelend voelt. Wanneer hij bijvoorbeeld met zand heeft gespeeld, dan wil hij het liefst zijn handen eerst wassen, voordat hij verder gaat met een andere activiteit, omdat hij elke korrel zand op zijn huid voelt.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen, wil het afstand en zal het er zelf liever voor kiezen om als eerste of als laatste de gang op te gaan om zijn jas te pakken, omdat het dan minder dringen is en de voorkeur geven aan een plekje geven achteraan in de rij, of op een rustige plek in de klas, waar de kans dat je daar onverwacht wordt aangeraakt minder is.

Een overprikkeld kind trekt ook liever zachte, losse, comfortabele kleding aan.

Dat een kind bepaalde kleding draagt hoeft dus niet alleen te maken te hebben met wat hij mooi vindt, maar kan ook te maken hebben met hoe hij die kleding op zijn huid waarneemt.

Ook zie je vaak dat overprikkelde kinderen materialen, zoals lijm, vingerverf, klei, water en zand vermijden of hun handen willen wassen als ze ermee moeten werken.

 

Het evenwichtsorgaan


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overprikkeld is op zijn evenwichtsorgaan en dat niet reguleert, dan ervaart het vanuit zijn lichaam al snel het alarmsignaal: uit balans! Het kind ervaart dan veel onrust in zijn lichaam en kan snel uit balans en eerder duizelig raken. Een kind dat snel overprikkeld is op het evenwichtsorgaan leert vaak ook pas wat later fietsen.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zie je vaak dat het activiteiten vermijdt, waarbij hij de hoogte in moet of waarbij de voeten van de vloer moeten, zoals schommelen, glijden op de glijbaan, klimmen en de trap afgaan. Ook het spelen van tikkertje worden vaak vermeden, omdat je daarbij moet rennen en snel van richting moet veranderen. Een overprikkeld kind voelt zich beter op een effen, harde ondergrond en met beide voeten op de grond.

 

Beweging


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overprikkeld is op zijn proprioceptie zintuig en dat niet reguleert, dan ervaart het veel stress, onrust en hyperactiviteit.

Dit kind zit in de overlevingsstand. De hyperactiviteit vertaalt zich naar wijd open en gestreste ogen, die alle signalen opvangen, een gespannen borstademhaling, gespannen spieren, opgetrokken schouders, een gespannen houding, schokkerige bewegingen, mopperen, boos of geïrriteerd zijn, hyper en gestrest zijn en niet flexibel zijn.

Hyperactiviteit kan overigens ook een kenmerk zijn van het reguleren van onderprikkeling. Een onderprikkeld kind gaat echter niet vanuit stress, maar ontspannen op zoek naar (hyper-)actieve prikkels.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen kan het kind een stijve houding hebben en bewegingen vermijden of niets meer doen, omdat hij alle bewegingen zo intens voelt.

Een overprikkeld kind kan het bijvoorbeeld fijn vinden om stil op zijn stoel te blijven zitten. Dat is een manier om ervoor te zorgen dat er niet nog meer prikkels binnen kunnen komen. Een overprikkeld kind heeft er ook moeite mee als anderen hem bewegen; bijvoorbeeld als hij wordt meegenomen aan de hand.


Passiviteit kan overigens ook voorkomen in combinatie met onderprikkeling, wanneer een kind de onderprikkeling niet reguleert.

Deze passiviteit ziet er wel anders uit dan bij een overprikkeld passief kind. Een overprikkeld kind is daarbij gespannen; een onderprikkeld passief kind is daarbij ontspannen.

 

Concentratie


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overprikkeld is en dat niet reguleert, dan kan het zich moeilijker concentreren. Het kind vindt het vaak ook lastig om twee dingen tegelijk te doen en kan bijvoorbeeld geen gesprek voeren tijdens het inschenken van een glas drinken, want dan schenkt hij naast het glas. Ook is het mogelijk dat de overprikkeling zich vertaalt naar verminderde schoolprestaties.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen trekt het kind zich graag terug uit drukke ruimtes. Op de kermis of een pretpark is een overprikkeld kind bijvoorbeeld vaak niet zo dol, omdat hij de lichten, geluiden en beweging daar als te overweldigend ervaart. Ook droomt een overprikkeld kind vaak weg en zie je vaak dat het een capuchon over zijn hoofd trekt om zich terug te trekken.

 

Omgaan met veranderingen


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overprikkeld is en dat niet reguleert, dan ervaart het een overload aan prikkels en chaos. De wereld kan hierdoor bedreigend voelen en het kind kan daardoor er hyperalert zijn en ook snel schrikken. Een overprikkeld kind ervaart veel chaos en voelt hierdoor weinig ruimte voor veranderingen in de normale routine. Het kost hem al zoveel moeite om te functioneren in een omgeving waar hij enigszins weet welke prikkels er gaan komen, dat hij liever niet aan onbekende dingen begint. Dit uit zich bijvoorbeeld in uitspraken als: 'mijn hoofd is zo vol' of 'het is zo druk in mijn hoofd'.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zal het kind proberen zoveel mogelijk naar zijn hand te zetten.

Want wanneer alles precies zo gaat, zoals hij het wil, dan worden dingen meer voorspelbaar en weet het kind hoe hij zich moet aanpassen of waar hij zich schrap moet zetten en daardoor kan het kind de wereld beter aan.

Het overprikkelde kind zoekt daarom vooral naar voorspelbaarheid en prikkels waar het al bekend mee is. Het gaat dan het liefst naar dezelfde plekken en doet het liefst dezelfde dingen, zodat er geen verrassingen kunnen zijn. Nieuwe situaties, veranderingen en uitdagingen worden vermeden. Een overprikkeld kind gaat ook graag achteraan in een rij of aan de zijlijn staan. Controle over de omgeving en de activiteiten betekent controle over de prikkels. Een overprikkeld kind is vanuit deze behoefte ook heel goed in regelen en structureren en gebruikt vaak rituelen als overlevingsstrategie.

Het overprikkelde kind heeft vaak ook hele heldere plannen hoe hij iets wil aanpakken.

 

Samenspel


Overprikkeling zonder regulatie

Wanneer een kind overprikkeld is en dat niet reguleert, dan ervaart het weinig ruimte voor anderen. Het kost hem al zoveel moeite om te functioneren in een omgeving waar hij enigszins weet welke prikkels er gaan komen, dat hij liever niet nog meer prikkels van anderen erbij heeft. Dit kan zich uiten in zichzelf terugtrekken en alleen willen zijn.


Overprikkeling met regulatie

Wanneer het kind er onbewust voor kiest om deze prikkels te reguleren om deze weer in balans te krijgen zal het kind proberen in samenspel zoveel mogelijk naar zijn hand te zetten en te bepalen, zodat alles precies zo gaat, zoals hij het wil. Een overprikkeld kind kan zich daardoor bazig en weinig flexibel ten aanzien van andere kinderen gedragen.

Op die manier wordt het samenspel meer voorspelbaar en weet het kind hoe hij zich moet aanpassen of waar hij zich schrap moet zetten en daardoor kan het kind de wereld beter aan. Het overprikkelde kind zoekt vanuit de behoefte aan voorspelbaarheid in de prikkels ook graag dezelfde kinderen op.

 

Zelfbeeld


Overprikkeling kan ook gevolgen hebben voor hoe het kind over zichzelf denkt.

De meeste kinderen realiseren zich niet dat zij op een andere manier prikkels verwerken, dan andere kinderen. Zij zien alleen maar dat veel dingen hun moeilijker afgaan, dan hun leeftijdsgenoten en ze begrijpen niet waarom. Dit doet vaak iets met hun zelfbeeld.

Ze denken vaak negatief over zichzelf, begrijpen niet waarom sommige dingen bij hen niet lukken en bij anderen wel en gaan ook liever geen uitdagingen aan om falen te voorkomen. Ze lijken vaak lui en ongemotiveerd, maar proberen activiteiten te vermijden, waarvan ze denken dat ze deze niet aankunnen. Ze kunnen (extreem) gespannen en nerveus zijn en ontspannen kan een hele uitdaging zijn.

 

Emoties


Wanneer een kind overprikkeld is dan zal het meer dan gemiddeld ruzie zoeken om kleine dingen, mopperen, jengelig, verdrietig, geïrriteerd en boos en gefrustreerd zijn over iets wat voor jou onbelangrijk lijkt.


Op ernstige overprikkeling kan een stressreactie volgen, waardoor een kind vaak heftige, onvoorspelbare explosieve emotionele reacties kan laten zien.

Dit uit zich bijvoorbeeld in veel, hard en lang huilen, overstuur en heel boos zijn, driftbuien en niet meer aanspreekbaar zijn. Dat komt, omdat er bij een stressreactie een mechanisme in werking treedt dat ervoor zorgt dat je lichaam in gereedheid is voor actie. Dat gebeurt onder meer doordat je lichaam het stofje adrenaline vrij laat komen, dat in de bloedbaan terechtkomt en boodschappen naar verschillende delen van het lichaam brengt. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat je spieren aanspannen, je bloeddruk hoger wordt, je hart sneller gaat kloppen, je pupillen zich verwijden en dat je je heel goed kunt concentreren op het "gevaar". Je bent daardoor op zo'n moment hyperalert en kunt vluchten, vechten of verstarren om te ontkomen aan de dreiging.


Vechten uit zich bijvoorbeeld door:

  • Geïrriteerd zijn

  • Heftige emoties (iemand keihard uitlachen, heel boos of verdrietig zijn)

  • Iets weigeren te doen

  • Dominant gedrag

  • Uitdagend gedrag

  • Schelden

  • De vuisten ballen

  • Slaan en schoppen


Vluchten uit zich bijvoorbeeld door:

  • In discussie gaan

  • Weerstand bieden

  • Smoesjes of alternatieven verzinnen om ergens niet aan te hoeven beginnen

  • Huilen om ergens onderuit te komen

  • Niet meer luisteren/antwoorden

  • Weglopen


Verstarren uit zich bijvoorbeeld door:

  • Niet meer aanspreekbaar zijn

  • Geen reactie meer geven

  • Verstijven

  • Wegdromen

  • De situatie niet meer overzien

  • Opgeven

  • Een lege blik


Dat mechanisme is heel nuttig wanneer je je werkelijk in een situatie bevindt, waarin je zodanig gevaar loopt, dat het je zou kunnen beschadigen. Echter...bij overprikkeling is dit vaak niet aan de orde en reageert een kind over the top in een hevigheid, die niet in overeenstemming is met de omstandigheden, waarin deze stressreactie optreedt.

Het lichaam reageert onder stress namelijk hyperalert en de reacties daarop zijn veel te scherp afgesteld. Hierdoor reageer je bijna voortdurend gealarmeerd. Je bent dan meer aan het overleven, dan aan het leven.


Dit mechanisme is bedoeld om kortdurend (tijdens een gevaarlijke situatie) te functioneren.

Langdurige stress is ongezond voor het lichaam, omdat een aantal andere functies van je lichaam gedurende zo'n stressperiode op een lager pitje worden gezet, zodat ale energie naar het overleven kan gaan. Functies als nadenken, geheugen, fijne coördinatie, spijsvertering, nadenken en slapen worden gedurende langdurige stress aangetast, omdat ze niet meer van belang zijn. Je kunt op zo'n moment ook niet van een kind verwachten dat het toch nadenkt, omdat deze functie is uitgeschakeld.

 

Fitheid


Overprikkelde kinderen zijn vaak slechte slapers.

Ze komen bijvoorbeeld lastig in slaap of worden midden in de nacht huilend wakker.

Overdag kan een kind hierdoor ook heel moe en hangerig zijn en niet fit ogen.

 

Voorkeuren


Je kunt overigens op heel vlakken naar de voorkeuren van een kind kijken en je afvragen of die iets te maken kunnen hebben met hoe gevoelig het kind is voor bepaalde prikkels.

Denk aan: favoriete kleding, favoriete muziek, favoriete uitjes, hobby's, de inrichting van zijn kamer, sociale contacten, favoriete eten, favoriete sport enz.

Daar waar een kind zelf een keuze heeft kunnen maken, heeft hij die waarschijnlijk voor een deel gemaakt, zodat het past bij zijn zintuiglijke voorkeuren. Een kind, dat veel prikkels doorlaat, zal snel overspoeld zijn door sterke prikkels en vanuit zelfregulering vaak eerder een voorkeur laten zien voor prikkelarme dingen.

 

Wat is er nodig?


Overprikkeling zorgt dus voor bepaald gedrag en dat gedrag kan er anders uitzien wanneer een kind de prikkels wel of niet onbewust probeert te reguleren.

Kinderen kunnen overigens soms vertraagd reageren op de overprikkeling, waardoor deze signalen zich mogelijk pas na een poosje manifesteren. Soms komt het signaal bijvoorbeeld pas tot uiting op het moment dat het kind zich in een veilige omgeving bevindt.


Wanneer een overprikkeld kind zichzelf op een niet storende manier weet te kalmeren, dan hoef je niets met dat gedrag te doen. Het kind regelt dit dan onbewust zelf.

Wanneer er echter sprake is van weinig/geen zelfregulatie of zelfregulatie, die wel storend is voor de omgeving, dan kun je voor een alternatieve kalmerende strategie kiezen om ervoor te zorgen dat het kind zijn prikkels kan reguleren en kalmeren op een manier, die niet storend is voor jezelf en/of anderen.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.


2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentarios


bottom of page