Oudergesprekken vinden in verschillende samenstellingen plaats. Met of zonder kind, met of zonder voorbereiding van beide kanten en op verschillende momenten in het jaar.
Op steeds meer scholen worden ook omgekeerde oudergesprekken gevoerd.
Veel leerkrachten vinden oudergesprekken niet het leukste en makkelijkste van hun werk, zeker wanneer er slecht nieuws moet worden gemeld. Moeilijke gesprekken met ouders hoeven echter geen onoverkomelijke hindernissen te zijn. In deze blog geef ik je tips over hoe je op een goede manier vorm kunt geven aan gesprekken met ouders.
Gesprekken met ouders
Wil een kind zich op school op zijn/haar plek voelen, dan is het in de eerste plaats van groot belang dat schoolteam en ouders samenwerken en goed communiceren.
Helaas is dat lang niet altijd het geval. Juist als het met een kind niet goed gaat op school!
Een goed oudergesprek zorgt ervoor dat school en ouders hun krachten kunnen bundelen en maakt jou als leerkracht ook duidelijk wat de visie van ouders op eventuele problemen is.
Oudergesprekken versterken de betrokkenheid bij school en geven ouders het gevoel dat je hun kind graag mag en hen ziet staan.
Ontvang ouders daarom bij voorkeur al zo vroeg mogelijk in het schooljaar en leg ze aanschouwelijk uit wat je met de kinderen doet en hoe je hun ontwikkeling stimuleert.
Het is nooit goed als je ouders pas voor het eerst spreekt als er problemen zijn.
Veel leerkrachten vinden oudergesprekken niet het leukste aan hun werk. De meeste leerkrachten hebben op de pabo ook niet of nauwelijks gesprekstechnieken meegekregen, die ze tijdens het voeren van een oudergesprek zouden kunnen inzetten.
Zeker niet als het moeilijke gesprekken zijn, waarin “slecht nieuws” moet worden verteld of waarin problemen moeten worden aangekaart. Delen de ouders wel de zorgen van de leerkracht? En wat is hun visie op het probleem?
Het is overigens belangrijk om je te realiseren dat jouw “slechte nieuws” voor ouders ook een opluchting kan zijn, omdat het een erkenning is van een probleem.
Of een bevestiging van een vermoeden, dat de ouders zelf al hadden.
Het “slechte nieuws” kan voor ouders dan eigenlijk zelfs “goed nieuws” zijn!
Moeilijke gesprekken met ouders hoeven geen onoverkomelijke hindernissen te zijn.
De basis
De basis voor een goed gesprek valt samen met de relatie, die je met ouders onderhoudt. Het is een investering, die je gedurende het hele schooljaar doet.
Laat zien dat je altijd openstaat voor een gesprek, door er bijvoorbeeld na schooltijd voor te zorgen dat je daar waar mogelijk is zoveel mogelijk beschikbaar bent.
Loop bijvoorbeeld met de kinderen mee naar buiten en knoop daar een gesprek met ouders aan. Op deze manier hou je de lijntjes kort en geef je ouders het vertrouwen dat je hun kind ziet en ze op de hoogte houdt. Ook zullen ze op die manier sneller zelf naar je toestappen als ze iets met jou willen bespreken.
Een oudergesprek voorbereiden
Een goed oudergesprek vergt wel een goede voorbereiding.
Een aantal aandachtspunten voor een goede voorbereiding zijn:
Het onderwerp
Stel ouders kort op de hoogte van het onderwerp van het gesprek, zodat zij weten waar het gesprek over zal gaan en vraag of zij zelf ook punten hebben die zij willen bespreken.
Laat niet teveel onderwerpen aan bod komen, maar beperk jezelf tot de prioriteiten.
Zijn er meerdere onderwerpen, die besproken moeten worden, plan dan eventueel een vervolggesprek in.
De tijdsduur
Geef van tevoren ook de tijdsduur van het gesprek aan. De ervaring leert dat gesprekken die langer dan een uur duren niet effectief zijn. Dan worden vaak alleen eerder gezegde dingen herhaald en komen er geen nieuwe inzichten meer. Zet eventueel ook een timer neer om de tijd in de gaten te houden.
Het doel
Bepaal voor jezelf het doel van het gesprek. Wat wil je tijdens het gesprek bereiken?
Gebruik een oudergesprek vooral om ouders te laten weten hoe het op dat moment met hun kind gaat. Opvallende zaken, twijfels en bijzonderheden geef je al eerder bij ze aan. Een oudergesprek bevat in grote lijnen dus zaken waar de ouders zich al bewust van zijn. Op die manier is het ook makkelijker om het gesprek binnen de korte tijd, die er meestal voor een oudergesprek staat, te houden.
De deelnemers
Bedenk wie moet deelnemen aan het gesprek. Wellicht is het wenselijk dat ook andere betrokkenen, zoals een Intern Begeleider of iemand van de directie deelneemt aan het gesprek.
Gegevens verzamelen
Verzamel de benodigde gegevens en zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de laatste stand van zaken. Leg ook alle dingen klaar, die nodig zijn voor het gesprek. Denk hierbij aan de laatste registratiegegevens, een (toestemmings-)formulier dat moet worden ingevuld of werkjes die het kind heeft gemaakt.
De locatie
Zoek een rustige plaats, waar het gesprek kan plaatsvinden.
Creëer een sfeer, waarin de ouders zich welkom en op hun gemak voelen. Zorg bijvoorbeeld voor koffie, thee en water. Een lokaal waarbij de stoelen op de tafels staan ziet er bijvoorbeeld niet gastvrij uit.
Het gesprek
Een aantal aandachtspunten voor het oudergesprek zijn:
Geef het doel en verloop van het gesprek vooraf aan!
Bijvoorbeeld: ‘Wij zijn hier om te praten over Tim zijn welbevinden in de klas. Eerst wil ik graag van jullie horen hoe jullie zijn welbevinden ervaren. Daarna zal ik vertellen hoe ik dit ervaar en vervolgens bespreken we wat goed gaat en waar we tot een oplossing moeten komen. Als u tijdens het gesprek vragen of opmerkingen heeft, dan hoor ik dat graag.’ Ouders vinden het vaak prettig als ze weten wat er besproken gaat worden.
Start positief!
Start oudergesprekken met een compliment aan het kind of met een leuke anekdote. Dat is een goede manier om het ijs te breken.
Zie ouders niet als een bedreiging, maar als partners!
Goede communicatie met ouders ontstaat alleen als je hen niet ziet als bedreiging, maar als partners die een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Toon respect voor ouders, laat ouders ruimschoots aan het woord, luister naar hun verhaal, vragen en ervaringen, probeer je te verplaatsen in hun standpunt, stel veel vragen, respecteer hun mening en laat hen merken dat je ze serieus neemt. Daarbij moet je niet het belang van het kind uit het oog verliezen. Dat staat altijd voorop.
Creëer een wij-gevoel door het kind centraal te stellen!
Je komt in een oudergesprek bij elkaar met hetzelfde doel voor ogen: zowel jij als de ouders willen het beste voor het kind. Ga daarom in je oudergesprek uit van de onderwijsbehoeften van een kind. Wat heeft een kind nodig om zich succesvol te ontwikkelen? Wat is er in zijn/haar belang? Hoe kunnen we hier samen voor zorgen? Met deze gedachte staan ouders en leerkrachten naast elkaar in plaats van tegenover elkaar. Benoem wat je ziet, benadruk het welbevinden en vraag naar de mening van de ouders.
Gebruik ook non-verbale communicatie!
Neem een open actieve luisterhouding aan.
Laat je armen op de tafel of op je schoot rusten en richt je op de ouder.
Een houding waarbij je met je armen over elkaar zit wordt als gesloten ervaren.
Maak oogcontact, hierdoor voelen de ouders zich gezien.
Pas de toon van je stem aan bij het gespreksonderwerp (het is bijvoorbeeld niet gepast om enthousiast te vertellen dat het niet goed gaat met een kind) en geef regelmatig luisterrespons, zoals knikken of "hm, hm" zeggen, om aan te geven dat je de ouders begrijpt en dat je actief en betrokken naar hen luistert. Gebruik ook stiltes en geef ouders de ruimte om de boodschap op zich in te laten werken.
Hanteer gesprekstechnieken!
Je kunt tijdens je gesprekken diverse gesprekstechnieken inzetten.
Bijvoorbeeld de LSD-techniek, die staat voor Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
Luister open naar wat ouders je vertellen, vat samen wat je hebt en vraag door.
Laat OMA in ieder geval thuis: Oordelen, Meningen en Aannames.
Wees in plaats daarvan een OEN: open, Eerlijk en Nieuwsgierig.
Wees open en eerlijk!
Samenwerken met ouders vraagt om vertrouwen. Dat is belangrijk, want een relatie zonder vertrouwen is kwetsbaar: je moet dan precies zijn in wat je zegt en de kans is groot dat je alsnog verkeerd wordt begrepen. Betrouwbaar ben je als je open bent over de beslissingen die je neemt en als je afspraken en beloftes nakomt. Is er iets fout gegaan? Geef dat eerlijk toe en bied je verontschuldigingen aan.
Geef geen lawine aan ongevraagde adviezen!
Geef adviezen gedoseerd.
Dat voorkomt dat ouders de indruk krijgen dat zij niks goed doen.
Wees helder, direct en oprecht in wat je zegt!
Verzacht de boodschap niet uit medelijden met de ouders. Zij hebben recht op de waarheid.
Vertel vanuit jouw expertise waar jouw zorgen liggen. Benoem concreet waarneembaar gedrag, maar oordeel niet. Vraag ouders of ze dit herkennen.
Durf kritisch naar jezelf te kijken!
Wanneer ouder bepaald gedrag thuis niet herkennen, durf dan ook kritisch naar je eigen handelen te kijken. Is er wellicht iets anders voor dit kind nodig?
Noteer afspraken!
Noteer tijdens het gesprek alle bijzonderheden en gemaakte afspraken meteen.
Doe alleen toezeggingen die je waar kunt maken!
Zeg liever dat je het uit gaat zoeken en na gaat vragen en dat je er later op terugkomt, dan dat je overhaast toezeggingen doet. Geef ook alleen antwoorden, waarvan je zeker bent. Geef gerust aan dat je iets niet weet en dat je het gaat uitzoeken. Draai er in ieder geval niet omheen, als je geen antwoord paraat hebt. Zeker als een "verzonnen" antwoord niet juist blijkt te zijn, kunnen ouders ook op andere vlakken aan je deskundigheid en geloofwaardigheid gaan twijfelen.
Een omgekeerd oudergesprek
Oudergesprekken vinden op verschillende manieren plaats.
Om direct aan het begin van het schooljaar een zo goed mogelijk beeld te krijgen van ieder kind, kun je het schooljaar starten met een omgekeerd oudergesprek. Tijdens deze omgekeerde oudergesprekken staan niet de resultaten centraal (dat kan natuurlijk ook niet, want het schooljaar is nog maar net begonnen), maar vraag je aan de ouders wat hun kind nodig heeft om zo optimaal mogelijk te functioneren in de (nieuwe) groep.
Zo voelen ouders zich welkom en ontstaat er een veilige sfeer.
Dat maakt het uitwisselen van informatie later in het jaar makkelijker.
Stuur de ouders in de eerste schoolweek een bericht via het Ouderportaal.
Kondig hierin het gesprek aan en vermeld wat het doel ervan is: het is belangrijk voor ons als leerkrachten om zo snel mogelijk een goed en zorgvuldig beeld te krijgen van de kinderen in de groep. De informatie die ouders geven over hun kind is daarbij onmisbaar, want zij kennen hun kind het best en bovendien vanuit een andere context dan de leerkracht.
Voeg een vragenlijst aan dit bericht toe, zodat ouders zich voor kunnen bereiden op het gesprek. Er zijn altijd ouders die het lastig vinden om over hun kind te praten en in deze gevallen biedt de vragenlijst houvast. Omgekeerd zijn er ook ouders die heel veel over hun kind te vertellen hebben. Bij hen helpt de vragenlijst juist om het gesprek richting te geven. Tijdens het oudergesprek neem je de vragen door, maar er is natuurlijk ook ruimte voor andere onderwerpen. Als leerkracht moet je jezelf tijdens een omgekeerd oudergesprek vooral vragend opstellen richting de ouders, terwijl je normaal gesproken voornamelijk zelf informatie verstrekt over het kind. Ouders geven de leerkracht een beeld van hun eigen kind, waarbij schoolresultaten van ondergeschikt belang zijn.
Heel praktisch hierbij is dat ouders direct weten welke leerkracht voor de klas van hun kind staat. Voor leerkrachten is het ook prettig om te weten welke ouders bij welk kind horen.
Dit helpt weer bij het beter begrijpen van (de handelingen van) het kind. Het omgekeerde gesprek zorgt er bovendien voor dat leerkracht en ouders sneller een relatie met elkaar opbouwen, waardoor de drempel lager wordt om een beroep op elkaar te doen.
Ook is het prettig om eens op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan. Waar voorheen het eerste contact met de ouders vaak in het teken stond van wat niet volgens verwachting verliep, staat dat nu in het teken van wat het kind nodig heeft om er een prettig schooljaar van te maken. Hierdoor leer je een kind in kortere tijd kennen en kun je sneller in zijn behoeften voorzien. Soms hoef je als leerkracht niet opnieuw het wiel uit te vinden, omdat ouders een heel praktische tip hebben waar je bij de start van het schooljaar al meteen profijt van kunt hebben. Zo kun je vanaf het begin van het schooljaar op een passende wijze in gesprek gaan met kinderen.
Vragen die je zou kunnen stellen tijdens een omgekeerd oudergesprek zijn bijvoorbeeld:
Hoe heeft uw kind de eerste schoolweken ervaren?
Omschrijf uw kind in vijf kernwoorden.
Mijn kind is een kei in …
Waar denkt u dat uw kind veel plezier aan gaat beleven komend schooljaar?
Is er misschien iets waarvan u denkt: hier zal mijn kind tegenaan gaan lopen?
Kunt u iets vertellen over ‘de vriendschap’ van uw kind? Legt hij/zij gemakkelijk contacten?
Heeft u nog aanvullende informatie die van belang is om er samen een goed schooljaar van te maken?
Een kant en klare (aanpasbare) vragenlijst kun je hier downloaden:
"Lastige" oudergesprekken
Ouders, die zelf aan de bel trekken, zijn in veel gevallen niet bij voorbaat “lastige” ouders, maar worden dat door de tijd heen, vaak in een combinatie van kwetsbaarheid en kracht, wel als ze zich onvoldoende gehoord voelen. Ze zijn bezorgd, willen graag samenwerken en willen bovenal dat de leerkracht zien dat hun kind geen “verkeerd” kind is, maar dat het zijn/haar best doet om, ja, zo is het dan, te “overleven” op school.
Deze ouders worden vaak als “lastig”, “eigenzinnig” en “ondeskundig” beschouwd, als ze met hun eigen interpretaties en oplossingen komen.
Men verwijt deze ouders vaak dat ze overbezorgd zijn, dat ze met een te roze bril naar hun kind kijken en dat ze zich aan “hulp” onttrekken.
“Lastige” ouders maken zich uiteraard zorgen om hun kind. Maar als ze hun kind in de loop der tijd hebben zien veranderen, zijn ze vaak heel huiverig om de weg van onderzoek, dossiervorming, etikettering en speciaal onderwijs in te slaan, uit angst om hun kind voor het leven te “tekenen”. De boodschap van de ouders is: “Zie toch de ware aard van mijn kind, zie wat er mis gaat en doe er wat aan! Dan hoeft mijn kind zich niet te vervelen, op de tenen te lopen, zich te verzetten, zich terug te trekken. Dan gaat mijn kind wél met plezier naar school!” Maar deze boodschap uiten ze, de wanhoop nabij, niet altijd even handig.
Zo kunnen leerkrachten en ouders tegenover elkaar, in plaats van naast elkaar, komen te staan. Niemand wil het, maar het kan elke leerkracht, interne begeleider of schooldirectie overkomen, dat de communicatie met ouders strandt.
Dit kun je met de volgende tips voorkomen:
Neem een actieve luisterhouding aan!
Sta open voor de ouders en wees bereid de situatie vanuit het perspectief van de ouders te bekijken. Benut hun informatie en inzichten. Vraag om concretisering en vat zaken samen, om te checken of u een en ander goed begrepen hebt. Toon begrip voor de waarden en de gevoelens van de ouders, hoe vreemd die u ook voorkomen of hoe verschillend ze ook zijn van de uwe.
Stel vragen!
Waar liggen de vragen en de zorgen van de ouders? Wat hebben de ouders zoal meegemaakt met het kind? Wat signaleren ze op dit moment?
En hoe interpreteren ze het gedrag van het kind? Wat hebben de ouders zélf geprobeerd om het kind te helpen bij zijn/haar innerlijke worsteling?
Wat zien de ouders als een volgende, noodzakelijke stap in het proces?
Geef informatie die recht doet aan het kind!
Schets een totaalbeeld van het kind en stap niet in de valkuil om slechts de voor jou lastige, negatieve eigenschappen van het kind te vermelden. Begin met een positieve ervaring met het kind, met de kwaliteiten en de groeimogelijkheden die je signaleert.
Vertel wat je in concrete zin signaleert aan het kind. Doe dat beschrijvend en niet veroordelend! Dan is de kans het grootst, dat de ouders ook openstaan voor jouw perspectief. Leg jouw zorg op tafel en geef aan welk appèl het kind volgens jou op zijn/haar omgeving doet. Vraag de ouders of zij een en ander herkennen. Geef aan wat jij en anderen op school gedaan hebben om het kind te ondersteunen en wat de resultaten daarvan waren.
Vertel wat je als een mogelijke, volgende stap in het proces zien.
Geef daarbij duidelijk aan wat de mogelijkheden en de grenzen zijn van jou én van de school. Wanneer je aangeeft dat nader onderzoek noodzakelijk is, dan vertel je dat je hoopt vooral meer handvatten te ontvangen om het kind goed te kunnen begeleiden.
Ga geen strijd met ouders aan, als zij een probleem niet herkennen.
Voel je weerstand bij ouders? Benoem dat dan direct! Bijvoorbeeld door te zeggen: "Ik krijg de indruk dat u zich niet kunt vinden in wat ik zeg. Klop dat?' Op die manier voelen ouders zichzelf gehoord en serieus genomen. Het kan ook misverstanden uit de wereld helpen.
Herkennen ouders iets niet? In dat geval zou je kunnen reageren met: "Dat geloof ik direct, maar op school moet uw kind in een groep functioneren en dat vraagt toch om andere vaardigheden dan in een thuissituatie.
Toon begrip bij slecht nieuws. Geef aan dat je ziet dat het ouders aangrijpt en dat je jezelf dat ook heel goed kan voorstellen.
Geef ruimte aan vaak opgekropte emoties!
Benoem die emoties en besef dat de boosheid en de eventuele verwijten van ouders vaak voortkomen uit hun verdriet om het kind, hun zorg, hun gevoel van machteloosheid, enzovoort. Ga niet in de verdediging, vermijd de schuldvraag en blijf actief luisteren.
Wanneer sprake is van een botsing, neem dan, om erger te voorkomen, direct het initiatief om het communiceren zélf te bespreken.
Ontwikkel een plan van aanpak!
Bekijk samenvattend wat de uitwisseling van ervaringen en gedachten met de ouders tot nu toe opgeleverd heeft (wat zien we aan het kind? Welk appèl doet het kind mogelijk op ons?). Zoek samen op een creatieve manier naar nieuwe ingangen, om het kind een handreiking te bieden en wik en weeg samen de diverse mogelijkheden.
Blijf zelf rustig wanneer ouders boos worden of geëmotioneerd raken en probeer de ouder(-s) te kalmeren, bijvoorbeeld door een glas water aan te bieden. Slaat een ouder dit af pak dan zelf een glas water, zodat de emoties aan beide kanten even kunnen rusten.
Benoem vervolgens wat je ziet: "ik zie dat u boos bent, kunt u mij vertellen wat er aan de hand is?". Vat regelmatig samen wat de ouders zeggen en benoem hierbij hun gevoel: 'dus als ik het goed begrijp, heeft u er moeite mee dat....'
Wanneer ouders hoog in hun emotie zitten, dan heeft het geen zin om met tegenargumenten te komen. Die zullen dan toch niet binnenkomen. Geef ze liever de ruimte om te vertellen waar ze mee zitten, vat het gesprek samen en maak afspraken over het vervolg. Wanneer ouders je verwijten maken, waarin een kern van waarheid zit, bied dan ook meteen je oprechte excuses aan. Leg uit dat je je er niet van bewust was dat jouw actie zulke vervelende gevolgen had voor hen en vraag wat je zou kunnen doen om het op een goede manier op te lossen.
Maak concrete afspraken (wie doet precies wat en hoe koppelen we een en ander aan elkaar terug?) en bepaal samen de datum voor een voortgangsgesprek.
Houd een voortgangsgesprek!
Beantwoord daarin samen de volgende vragen:
Hoe werkt de gekozen benadering?
Wat valt er aan die benadering te verbeteren?
Welke bijsturing is nodig?
Verloopt de samenwerking met de ouders goed? Dan kan het tóch zo zijn, dat uw school het kind niet kan bieden wat het nodig heeft. Het is dan uw taak om kind en ouders te ondersteunen bij het accepteren van een komende verandering (en het rouwproces, dat daar ongetwijfeld mee gepaard gaat) en bij het zoeken naar (en het vinden van) een plek, waar het kind wél tot zijn/haar recht komt.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog aanvullingen?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
Bronnen
.
.
.
Comments