De term curlingouders, waarmee overbeschermende ouders worden bedoeld, raakte bekend door de goedlopende televisieserie De Luizenmoeder, maar bestaat al sinds 2004.
In deze blog lees je wat het precies inhoudt en hoe je ermee omgaat.
Met de beste intenties
Het opvoeden van een kind brengt veel uitdagingen met zich mee.
Ieder kind is uniek en heeft daarbij zijn eigen behoeften en verlangens.
Als ouder probeer je een kind natuurlijk zoveel mogelijk en met de juiste intenties te helpen bij zijn/haar ontwikkeling, maar af en toe is dat ook best lastig.
Logisch! Dit gebeurt iedere ouder. Doordat je als ouder zo sterk met je kind verbonden bent, is dit onvermijdelijk en daarbij spelen je eigen gevoelens ook mee.
Als ouder heb je bepaalde dromen en verwachtingen, maar je moet wel opletten dat die de ontwikkeling van je kind niet in de weg gaan staan. Het is immers belangrijk dat een kind de kans krijgt om zijn/haar eigen weg te zoeken. Tegenwoordig willen we als ouder echter zo goed opvoeden, dat we bijna alles wat onze kinderen ondernemen, willen begeleiden. Daardoor bieden we hen vaak te weinig ruimte en belemmeren we hen om hun eigen ontwikkelingspad te volgen. Deze kinderen gaan zich in vele gevallen angstvallig aanpassen aan wat er van hen wordt verwacht, waardoor ze weg groeien van hun innerlijke zelf en hun spontaniteit kwijtraken en dat kan op langere termijn grote gevolgen hebben..
Het is zeker niet zo dat kinderen helemaal geen begeleiding nodig hebben, maar de manier waarop dat wordt gedaan kan wel een groot verschil maken.
De term curlingouders
De term curlingouders werd in 2004 door de Deense psycholoog Bent Hougaard bedacht. Hij trok de vergelijking met de gelijknamige Olympische sport curling, omdat ouders die binnen dit kader vallen door alle mogelijke obstakels uit de weg te ruimen óók de baan proberen te effenen voor hun kind.
Het lijkt wel alsof ouders tegenwoordig bezorgder dan ooit zijn om hun kinderen.
Dat komt deels doordat ouders minder kinderen hebben dan vroeger en er dus meer aandacht is voor elk kind apart. Daarbij zijn ouders van nu assertiever en geloven ze meer in de maakbaarheid van het leven: elk kind moet vooral leuk, slim en geslaagd zijn.
En alles moet daartoe aangereikt worden. De opvoedstijl is ook veranderd: ouders willen vooral graag leuk gevonden worden door hun kinderen. En ze voelen bovendien de sociale druk van de mensen om zich heen om het goed te doen. De technologie van tegenwoordig zorgt ook nog eens dat kinderen minder worden losgelaten: via mobieltjes met GPS kunnen ouders hun kroost altijd en overal in de gaten houden.
Het percentage onderwijszaken die bij de rechtsbijstand terechtkomen is de laatste jaren ook erg toegenomen.
Wat doen curlingouders?
Curlingouders staan bij ieder akkefietje en vermeende vlaag van tegenwind op hoge poten naast hun kind om het te ondersteunen en uit die wind te houden.
Ze bellen en regelen wat af en spannen, als dat nodig wordt geacht, zonder schaamte een rechtszaak aan tegen de de school.
Wat je vaak ziet is dat dit type ouders:
Namens het kind vragen stellen en beslissingen nemen.
Overal bovenop zitten. Ze zijn bang dat er iets misgaat en willen dat vervolgens voorkomen. Ze roepen bijvoorbeeld steeds dat het kind moet uitkijken, blijven overal naast staan of lopen overal achteraan.
De ruzies van hun kind oplossen.
Hun kind alles uit handen nemen.
De wil van het kind als wet zien en het altijd zijn zin geven.
Overal bij willen zijn. En als dat niet kan controleren ze continu door bijvoorbeeld vragen te stellen.
Het schoolwerk van hun kind maken.
Niet vertrouwen op de kundigheid van de leerkracht en het gezag ondermijnen van andere volwassenen die voor hun kind zorgen. Ouders die bijvoorbeeld verhaal bij je komen halen als een kind niet naast een vriendje in de klas zit.
Als een soort Big Brother boven hun kind cirkelen.
Anderen de schuld geven wanneer hun kind verdriet ervaart.
Over grenzen gaan en erg veeleisend zijn.
Wat zijn de gevolgen?
De hersenen van kinderen moeten zich nog ontwikkelen. Ze veranderen door invloeden van binnenuit en van buitenaf. Door alles wat een kind meemaakt ontstaan nieuwe verbindingen tussen hersencellen. Al die verbindingen vormen een netwerk waarin leerervaringen liggen opgeslagen. Wanneer ouders alle problemen voorkomt of voor het kind oplost, leert het kind niet om de situatie zelf op te lossen. De oplossing voor het probleem wordt niet zelf bedacht en de hersenen krijgen dan niet die leerervaring, die nieuwe verbindingen.
Het kind kan zich de oplossing voor dit probleem daardoor op een later moment ook niet (goed) herinneren. Kinderen moeten dus zelf ervaringen opdoen, anders kunnen ze niet leren hoe het moet en slaan ze die handelingen niet op.
Een overbeschermende opvoedstijl, waarbij ouders alle minder mooie dingen bij kinderen continu probeert weg te poetsen of helemaal bij ze weghalen, kan flinke negatieve en schadelijke effecten op de ontwikkeling van kinderen hebben. Vaak werkt deze bescherming alleen op de korte termijn, maar niet op langere termijn. Door het wegnemen van obstakels kan het kind namelijk niet genoeg oefenen met fouten maken of omgaan met frustraties, teleurstellingen en faalmomenten.
Een kind leert op die manier op langere termijn minder goed:
Omgaan met tegenslagen.
Uit zichzelf durven te praten tegen onbekenden
Zelf oplossingen te verzinnen voor problemen
Ruzies oplossen
De verantwoordelijkheid nemen. Als iets niet lukt geven ze anderen de schuld of leggen de verantwoordelijkheid bij de ander.
Zich in te leven in anderen (ze beschouwen zichzelf vaak als het middelpunt van de wereld).
Door een kind alles uit handen te nemen, uitdagingen of risico’s te mijden, geven ouders bovendien (onbewust) de boodschap aan het kind dat het niet zelf in staat is zijn eigen problemen op te lossen en het kind dus weinig zelfvertrouwen mee. Al met al zorgt het wegnemen van gevaren voor een generatie die juist overal gevaren ziet en angst ervaart.
De gulden middenweg
Moet je kinderen dan alles zelf laten doen en volledig in het diepe gooien?
Nee, natuurlijk niet. Dat is weer het andere uiterste. Tussen het verstikken van een kind en het compleet loslaten, zit natuurlijk de gulden middenweg.
Kinderen blijven natuurlijk wel kinderen, die hun zelfstandigheid moeten leren, en hebben dus constructieve begeleiding naar zelfstandigheid nodig, waarbij niet alles uit handen wordt genomen en ze op een gegeven moment ook los worden gelaten.
Natuurlijk mogen ouders ingrijpen als dat echt nodig is (wanneer een ruzie bijvoorbeeld uitloopt op een letterlijke slaande ruzie), maar wel met het doel ze het uiteindelijk zelf te laten leren.
Het is daarbij de kunst om niet voor, maar naast een kind te gaan lopen en het kind helpen de weg te wijzen om het juiste pad te kiezen. Kinderen zijn vaak meer gebaat bij een handreiking en uitleg, dan meteen ingrijpen. Daarbij is een betrouwbare, veilige en voorspelbare omgeving en het schenken van je vertrouwen belangrijk. Van daaruit kan een kind zich gaan ontwikkelen en vertrouwen opbouwen.
En valt een kind toch? Dan droog je zijn tranen, geeft hem een dikke knuffel en mag hij het weer opnieuw proberen.
Goede feedback werkt beter dan de weg bij voorbaat glad te strijken.
Wat heeft hij ervan geleerd?
Hoe denkt hij het de volgende keer beter te doen?
Wat zou hij hier, volgens hemzelf, voor nodig hebben?
Situaties lossen zich vaak makkelijker en sneller op dan je als volwassene verwacht.
Gun een kind zijn eigen fouten, frustraties, faalmomenten, teleurstellingen en moeilijkheden. Juist deze ervaringen heeft hij nodig om ermee om te leren gaan en uit te groeien tot een evenwichtige volwassene. Ze zorgen voor waardevolle levenslessen en leveren krachtige, zelfredzame kinderen op met zelfvertrouwen, zelfinzicht, zelfregulatie en empathie voor anderen, die niet door een klein briesje omver worden geblazen.
In gesprek met ouders
Curlingouders gaan vaak ook over de grenzen van een leerkracht. Hoe kun je dit gedrag het beste ombuigen of beter nog: voorkomen? Ik geef je een aantal tips:
Probeer erachter te kijken!
Gooi de deur niet dicht voor "lastige" curlingouders. Lastige ouders bestaan niet, alleen ouders die het lastig hebben. Curlingouders zijn vaak welwillende ouders met goede bedoelingen, die in hun gedrag meestal gedreven worden door liefde voor hun kind, hun eigen machteloos, gebrek aan vertrouwen, schuldgevoel, onverwerkte gevoelens van vroeger en/of hun angst om tekort te schieten. De intentie is altijd goed, maar de uitwerking is niet wat je zou willen. Probeer dus te begrijpen wat er schuilgaat achter hun gedrag.
Misschien hebben ze vroeger zelf met iets soortgelijks te maken gehad en projecteren ze dit op hun kind.
Vat het niet te persoonlijk op!
De veeleisendheid of de emotie van curlingouders veroorzaakt bij de leerkracht vaak een gevoel van ‘tekortschieten’. Realiseer je echter dat de meeste ouders echt geen idee hebben wat jouw werk inhoudt. Veel mensen kunnen niet verder zien dan hun eigen wereldje.
Voed ouders ook een beetje op!
In het algemeen moeten veel ouders nog leren dat het belangrijk is om kinderen te leren dat teleurstellingen bij het leven horen. Dat niet alles maakbaar is.
Door hun kind voor alle tegenwind te behoeden denken ze misschien dat ze de kinderen een plezier doen, maar ontnemen ze kinderen een leerervaring. Een ervaring die hun kan leren dat dingen soms leuker uitpakken dan je had verwacht, of dat een tegenslag soms helemaal geen tegenslag is. Deel je kennis en ervaring en bied alternatieve opvoedmogelijkheden aan. Benader dit vanuit empathie en ga uit van hun goede bedoelingen. Zeg nooit dat een ouder het niet goed doet; dit kan zorgen voor onzekerheid en teleurstelling. Je kunt wel aangeven wat je ziet bij het kind en welke mogelijkheden er zijn voor een opvoedingsstijl die het kind wat meer ruimte geeft om te oefenen met problemen. Stel het kind centraal en kom alleen met feitelijke informatie over wat je ziet bij het kind.
Word bondgenoot!
Ga niet tegenover , maar aan de kant van de ouders staan en stel ze gerust.
Door ‘over te steken’ valt de spanning meteen weg en voorkom je een kat-en-muisspel.
Erken de gevoelens!
Erken de gevoelens van de ouders (‘Ik zie dat jullie het echt moeilijk hebben met …’ ) .
Door de nadruk te leggen op wat de situatie doet met de ouders voelen zij zich gezien en gehoord.
Je hoeft het niet meteen op te lossen!
Vaak voelt het voor leerkrachten alsof ze alle situaties moeten oplossen. Laat dat los.
Voel je niet geroepen of verplicht om alles op te lossen. Soms hebben ouders het gewoon moeilijk met de situatie. Het erkennen van hun gevoelens geeft meer rust dan naarstig zoeken naar een oplossing die er (nog) niet is. Blijf empathisch luisteren en erken het probleem in ieder geval als een gezamenlijke uitdaging.
Geef gerust aan dat je het moet laten bezinken erover moet nadenken en er op een ander (geschikter) moment op terugkomt.
Benoem je grenzen vriendelijk en duidelijk!
Wanneer leerkrachten geen grenzen aangeven, roept dat soms grenzeloosheid op.
Wanneer de leerkracht echter te veel op zijn of haar strepen staat, wekt dat irritatie op.
Met zorgvuldig en vriendelijk grenzen stellen dwing je meestal het meeste respect af bij ouders. Liefdevol grenzen stellen is echter een vaardigheid waar veel mensen moeite mee hebben. En dat is nog moeilijker als er al een conflict of irritatie is ontstaan.
Stel jouw grenzen dus op tijd, vriendelijk én duidelijk.
Leg bijvoorbeeld uit dat je geen tijd hebt voor een dagelijkse update, maar dat je bijvoorbeeld wél maandelijks een mailtje kunt sturen. Vraag of de ouders jou daaraan willen herinneren door zelf een e-mail te sturen waar je op kunt antwoorden. Stel ook hier veel gerust. Leg bijvoorbeeld uit dat geen nieuws goed nieuws is.
Kinderen ondersteunen
Naast een gesprek met de ouders kun je ook de kinderen van curlingouders ondersteunen. Aangezien curlingouders de angst die zij zelf ervaren vaak doorgeven aan het kind is het daarom belangrijk om het kind zelfvertrouwen te laten opbouwen.
Dit kun je doen door woorden te geven aan alles wat er om een kind heen gebeurt en aan situaties die het aangaat. Als een kind een situatie (nog) niet zelf kan oplossen, benoem dan ook de spanning die dat bij het kind oproept. Dat geeft houvast.
Vervolgens kun je vragen: ‘Wat zou je zelf kunnen doen om het op te lossen?
Wat zou er gebeuren als je de situatie aangaat in plaats van ervan weg te lopen?’.
Je kunt ook een klein beetje helpen, zodat het kind net een stapje verder kan zetten en zo toch een taak kan uitvoeren wat zonder hulp niet was gelukt.
Zo kweekt het kind zelfvertrouwen en kan het, in zijn eigen tempo, stap voor stap leren. Uiteindelijk leert het zo om de taak zelf en zonder hulp uit te voeren.
Een andere aanpak is om meer terughoudend te zijn en blij te zijn met de momenten dat het mis gaat, omdat dat de momenten en mogelijkheden zijn om kinderen iets bij te brengen.
Als leerkracht ben je de aangewezen persoon om curlingouderschap te kunnen doorbreken. Door te signaleren, het gesprek met ouders aan te gaan en verschillende opvoedmogelijkheden inzichtelijk te maken. Door kennis te delen én begrip te hebben. Opvoeden is geen gemakkelijke klus. Door samen te werken en ouders verschillende manieren van opvoeden te laten zien, kun je er samen voor zorgen dat een kind zich kan ontwikkelen tot een volwaardig individu.
Op zoek naar meer?
Kijk dan eens op de volgende websites:
Heb je zelf nog aanvullingen op deze blog? Deel deze dan in een reactie!
.
.
Commentaires