Zodra kinderen muziek horen, gaan ze spontaan bewegen. Bewegen op muziek is niet alleen leuk, het heeft ook een positieve invloed op de ontwikkeling van een kind.
Onderzoek heeft aangetoond dat beweging ervoor zorgt dat kinderen beter in hun vel zitten én zich beter ontwikkelen. Dans ontwikkelt tevens een gevoel voor maat, ritme en vorm (echo, herhaling). In deze blog vertel ik je er meer over!
Vijf domeinen
Er zijn vijf domeinen die essentieel zijn voor de muzikale ontwikkeling van een kleuter, namelijk:
Zingen
Luisteren
Muziek maken
Lezen en noteren
Bewegen
In deze blog zal ik het domein bewegen toelichten.
Bewegen op muziek
Jonge kinderen hebben een natuurlijke bewegingsdrang en kunnen maar moeilijk stilzitten. Muziek nodigt uit tot bewegen. Het is voor kleuters bijna onmogelijk om stil te zitten bij muziek. De prikkel van maat en ritme roept direct beweging op.
Veel kinderen kunnen dan ook niet stilzitten bij het zingen van een liedje of het maken van muziek. En dat moet ook zeker niet van ze gevraagd worden.
Sterker nog, bewegen is niet alleen maar leuk om te doen; de motorische beleving is voor jonge kinderen van groot belang bij de muzikale ontwikkeling.
Beweging zorgt voor een ontlading, voor afwisseling in de les en voor hernieuwde concentratie. Doordat de muziek met het hele lijf kan worden ervaren, begrepen en beleefd, maakt dat de ervaring van de muziek ook intenser, waardoor een kind meer gefocust raakt op de muziek en meer inzicht in de muziek, de verschillende sferen van muziek en de structuur van muziek ervaart. Laat kleuters dus zoveel mogelijk bewegen in de muzieklessen.
Ritme
Waar beweging en weerstand elkaar ontmoeten, ontstaat ritme.
Ritmische processen verlopen in de tijd en tijd is ook weer ritme.
Het is heel belangrijk dat kinderen zowel binnen zichzelf als buiten zichzelf ritme kunnen ervaren. Ritme en bewegen zijn gekoppeld aan elkaar. Veel bewegingen vinden al plaats in een ritme; denk aan kruipen en wandelen.
De positieve effecten
Het aanbieden van bewegen op muziek in de klas wordt vaak verward met ‘een dansje leren’, maar is veel meer dan dat. Bij bewegen op muziek komt er een wisselwerking tussen beleving, gevoel en beweging op gang. Bewegen op muziek draagt ook bij aan tal van ontwikkelingsgebieden.
Sociale ontwikkeling
Al op jonge leeftijd zijn kinderen in staat om samen te dansen. Hier wordt een grote basis voor samenspel en flexibiliteit gelegd: de kinderen leren op elkaar te anticiperen, ze leren mee te bewegen en in te spelen op elkaar. Door samen te bewegen ga je op een andere manier met elkaar om. Ook binnen onze multiculturele samenleving zie je dat muziek en dans een krachtig middel zijn om kinderen met elkaar te verbinden. Dans vergroot de sociale participatie. Samen dansen is ook naar elkaar leren kijken en de dans benoemen: wat heb je gezien, wat vond je mooi of opvallend en welke elementen van de opdracht heb je herkend? Door het te benoemen worden kinderen gezien en gehoord en dit draagt weer bij aan respect, acceptatie en motivatie tijdens de lessen.
Emotionele ontwikkeling
Bewegen op muziek stimuleert de emotionele ontwikkeling van kinderen.
Kinderen kunnen zichzelf door middel van dans uiten. Kinderen die spontaan dansen, brengen beweging in hun emoties. Zonder te praten verwerken en uiten ze veel indrukken. Door dans drukken kinderen namelijk uit wat hen innerlijk beweegt.
Daarbij kunnen/mogen ze helemaal zichzelf zijn. En soms komen juist bij dans die kinderen een keer goed uit de verf, die niet zo makkelijk op een verbale of cognitieve manier leren.
Daarnaast zullen de presentatievaardigheden door middel van dans en beweging flink worden vergroot. Kinderen leren hun lichaam kennen, ontdekken de ruimte in hun lichaam en ervaren dat ze met hun presentatie mensen kunnen raken.
Bewegen op muziek ontspant en maakt je vrolijker. Tijdens het dansen komt namelijk het hormoon oxytocine vrij. Dit hormoon zorgt voor een verlaging van de bloeddruk, een lager hartritme en verlaging van het stresshormoon cortisol.
Ook als je zingt of muziek maakt, dan vergeet je even alles en maakt je lichaam het hormoon endorfine aan. En dat geeft je een geluksgevoel!
Motoriek
Door te bewegen op muziek wordt de motoriek van kinderen geoefend, en dan met name de grove motoriek. Kinderen trainen hun spieren door:
Te leren omgaan met kracht
Te experimenteren met bewegingsmogelijkheden en expressiemogelijkheden
De bewegingsmogelijkheden van verschillende lichaamsdelen te ontdekken en te oefenen
Verschillende bewegingsmogelijkheden met materiaal te ontdekken
De ruimte te leren kennen (op de plaats, door de ruimte, patronen, richtingen)
Vlotte bewegingsovergangen te leren maken van hoog, via midden naar laag.
Praktisch alle muzikale begrippen kunnen grof motorisch worden ervaren: klankeigenschappen zoals hoog- laag, kort-lang, snel-langzaam, maar ook vorm en betekenis. Wanneer kinderen op het ritme van de trom lopen, ervaren zij de maat ook grof motorisch. Hierdoor ontstaat op den duur maatgevoel; de basis voor een goede ritmische ontwikkeling. Wanneer een kind lopend de maat weet te houden, kan het dat uiteindelijk ook met een stokje op een woodblock (fijn motorisch).
Door bij het bewegen op muziek vooral bewegingen te maken met de schouders, armen en vingers kan de motoriek die nodig is bij het schrijven, geoefend worden.
Taal en geletterdheid
Door te bewegen op muziek train je de visuele, auditieve en taalkundige vaardigheden. Hierdoor krijgen kinderen meer rust en kunnen ze zich beter concentreren.
Lichaamsbesef
Door te bewegen op muziek worden kinderen zich bewuster van hun lichaam.
Ruimtelijk inzicht
Bewegen op muziek draagt bij aan de ruimtelijke oriëntatie en het ruimtelijk geheugen.
Het kunnen oriënteren in de ruimte en die ruimte kunnen visualiseren, is tevens een voorwaarde voor bijvoorbeeld rekenen of meetkunde.
Bij bewegen op muziek kunnen kinderen bovendien, op een speelse en fysieke manier, ruimtelijke begrippen als achter-voor, boven-onder, links-rechts, naast, tegenover, tussen, vooraan-achteraan of ver weg-dichtbij ervaren.
Tijdsbesef
Luisteren naar muziek gaat altijd gelijk op met het verstrijken van de tijd.
Bij luisteren naar muziek kun je, in tegenstelling tot bij lezen, niet even een stukje terugbladeren, want de muziek gaat door en elk moment is de muziek weer anders.
Al die momenten samen vormen een totaalindruk van de muziek, het denken in tijd.
Door het beluisterde in het geheugen in te delen of te verbeelden kan er door de tijd en de klankvoorstelling worden genavigeerd. Kinderen kunnen bijvoorbeeld herkennen waar een muziekfragment, zoals een tussenspel, in een bepaald nummer thuishoort.
Door te memoriseren waar dat gedeelte in het muziekstuk voorkomt (de structuur) wordt het vermogen gestimuleerd om in de tijd te navigeren (wat klinkt er voor het tussenspel en wat erna; verleden, heden, toekomst).
Gecijferdheid
Muziek is wiskundig te verdelen in tellen. Deze telling is een goed hulpmiddel bij het maken en het aanleren van een choreografie.
Cognitief
Dansen houdt je lichaam en je hersenen jong en gezond. Dansen is de ultieme breintraining. Het stimuleert het cognitieve vermogen en zorgt ervoor dat kinderen gemakkelijker schakelen tussen de twee hersenhelften, waardoor ze beter complexe opdrachten kunnen uitvoeren.
Creativiteit Ook de creativiteit komt bij bewegen op muziek aan bod. Zowel de creativiteit van de productie (iets nieuws maken), als de creativiteit van de reproductie.
Schroom niet!
Al deze positieve effecten van bewegen op muziek in de klas zijn niet altijd overtuigend genoeg om de handelingsverlegenheid van leerkrachten terug te dringen.
Leerkrachten blijken in de praktijk vaak een beetje schroom te hebben, als het gaat om bewegen op muziek. Muziek beperkt zich op school helaas dan ook vaak tot het zingen van een lied, soms met wat instrumenten of begeleiding op cd of YouTube erbij.
Dat is erg jammer. Heb jij ook schroom als het gaat om bewegen op muziek?
Dat is helemaal niet nodig! Jij hoeft zelf namelijk helemaal geen sublieme danser te zijn.
Het is 'slechts' jouw taak om voor een veilige klimaat te zorgen, waarin de kinderen zich durven te bewegen (bijv. een afgesloten ruimte, waar de kinderen onbespied kunnen bewegen) en de kinderen zoveel mogelijk zelf te laten ontdekken .
Stuur zo min mogelijk, want hierdoor rem je de creativiteit en eigenheid van een kind af.
Wanneer kinderen zelf mogen improviseren, dan ontdekken zij spelenderwijs de mogelijkheden van hun eigen lichaam. Alle bewegingen die ze zelf bedenken zijn dus goed. Beweeg wel zo veel mogelijk mee met de kinderen. De kinderen leren van jou, jij leert van de kinderen en de kinderen leren van elkaar. Er zijn ook altijd wel een paar kinderen die graag hun beste beentje voorzetten en hun zelfbedachte choreografie aan de klas willen laten zien. Met de ideeën van verschillende kinderen kun je een hele dans in elkaar zetten.
Jij hoeft ze alleen maar te bundelen en het proces te coachen.
Bij een dansactiviteit heb je als leerkracht dus een begeleidende rol.
Observeren en bijsturen zijn daarbij belangrijk.
Het allerbelangrijkste bij bewegen op muziek is vooral: gewoon doen!
Je zult merken dat de kinderen erdoor zullen groeien
Goed organiseren
Maar hoe organiseer je nu een goede activiteit bewegen op muziek?
Kies een geschikte ruimte!
Zorg allereerst voor een geschikte ruimte waar kinderen gemakkelijk kunnen bewegen.
Wanneer de bewegingen klein worden gehouden kan het gewoon in de klas.
Het voordeel daarvan is dat het snel gerealiseerd kan worden en overzichtelijk is, omdat elk kind zijn eigen plaats heeft. Wanneer bewegen op muziek meer ruimte vraagt, kun je er beter voor kiezen om het in de speelzaal of in de gymzaal te doen.
Laat de kinderen de ruimte verkennen!
Wanneer kinderen in een lege ruimte komen, is het eerste dat ze vaak doen hard hollen en flink gillen. Vaak gaan ze zo op in het bewegen dat ze ook niet meer kunnen luisteren.
Wat doe je dan?
Het is belangrijk dat je, voordat je met muziek-en bewegingsopdrachten gaat beginnen, de kinderen bewust met de ruimte laat omgaan. Ze moeten alle hoeken verkennen, het hele lokaal gaan gebruiken, in plaats van zich met zijn allen te concentreren op het midden.
Maak afspraken!
Bewegen op muziek is iets vrijer dan normaal en geeft aanleiding tot minder gestructureerde situaties dan een activiteit in het klaslokaal. Kinderen hebben daar duidelijke aansturing bij nodig. Neem voorafgaande aan je activiteit dus passende afspraken of regels met betrekking tot kletsen, elkaar aanraken, enzovoort door met de kinderen. Kinderen kunnen zelf vaak uitstekend deze regels verwoorden. Natuurlijk is het jouw taak als leerkracht om op het naleven van de afspraken toe te zien.
Zorg voor goed geluid!
Bij een goede organisatie hoort ook een goed kwaliteit van het geluid, en dan met name het volume. Bij bewegen op muziek is het van belang dat op elke plek in de ruimte de muziek goed te horen is. Zorg er dus voor dat er een goed volume is, het liefst met verspreide geluidsboxen, zodat het geluid van meerdere kanten komt.
Zorg voor gemakkelijke kleding!
Het is fijn voor de kinderen als ze over kleding beschikken, die hen vlot laat bewegen en niet afremt.
Sluit aan bij de beleving van de kinderen!
Het is belangrijk dat kinderen betekenis verlenen aan de bewegingen die zij maken. Daardoor krijgt de beweging een bepaalde intensiteit. Sluit dus aan bij de leefwereld van de kinderen en datgene wat hen bezighoudt.
Kies voor de juiste muziek!
Er is in boeken, methoden en op Internet genoeg muziek te vinden, maar vaak is het lastig om daardoor door de bomen nog het bos te zien en niet alles is ook geschikt bij kleuters.
Deze tips kunnen helpen bij het vinden van geschikte muziek. Zorg voor muziek die:
Uitnodigt om veel te bewegen en verbonden te zijn met beweging.
De sfeer van het onderwerp benadrukt. Om te dansen als elfjes, gebruik je bijvoorbeeld lichte pianomuziek met vrolijke klanken. Om te dansen als indianen kun je beter robuuste, zwaardere drummuziek gebruiken.
Niet bekend is bij de kinderen. De keuze voor muziek uit de leefwereld van de kinderen zorgt weliswaar voor herkenning, maar soms zijn kinderen er al zodanig affectief bij betrokken, waardoor ‘neutraal’ bewegen op bekende muziek niet meer kan. Bovendien nodigt bekende muziek vaak uit tot vóór- en tegenstanders, waardoor de motivatie verloren kan gaan. Ga er dus wel spaarzaam mee om.
Kinderen een zo breed mogelijk scala van muziekstijlen laat ervaren. Kies bijvoorbeeld ook eens voor volksmuziek, klassieke muziek, popmuziek, hiphop, house, country. Zorg wel dat de muziek past bij het soort opdracht dat je gaat geven.
Aansluit bij het looptempo van de kinderen. De benen van kleuters zijn nog niet zo lang en daardoor ligt het het looptempo van kleuters hoger dan dat van een volwassene. Houd daar ook rekening mee wanneer je zelf op een trom of ander instrument speelt.
Waarin geen extreme tempowisselingen te horen zijn. Dat kan verwarrend werken.
Niet te lang is. Jonge kinderen hebben immers nog een korter auditief geheugen en een korte concentratieboog. Je kunt ook overwegen om een dansje verspreid over meerdere lessen, in delen, aan te leren en zo steeds een beetje meer uitbreiden.
Uit veel herhalingen bestaat. Hiermee kom je tegemoet aan de behoefte van veiligheid die herhaling een jong kind geeft.
niets te maken heeft met jouw eigen negatieve of positieve waardeoordeel. Probeer je eigen smaak of die van de kinderen in een bewegingssituatie buiten beschouwing te laten. Muzikale smaak kan best een gespreksonderwerp zijn, maar niet tijdens het bewegen. Daarbij staat het bewegen voorop!
Als je onzeker bent over jouw eigen muziekkeuze, selecteer dan luistermateriaal uit een muziekmethode. Of laat de kinderen muziek, die ze zelf geweldig vinden, meenemen.
Maak samen met collega’ eens een digitale muziekmap op de gedeelde server, met handige linkjes en succesvolle bewegen op muziek lesideeën. Als je dat per bouw structureert en daarbij een fysieke plek creëert om eventuele bijbehorende materialen te bewaren, bouw je in de loop van het jaar al een behoorlijk, direct bruikbaar repertoire op.
Zorg voor passende materialen!
Muziek en bewegingsopdrachten vinden praktisch altijd plaats binnen een betekenisvolle context. Het gebruik van materialen kan daarbij inspirerend werken. Een kind kan natuurlijk ook prima een elfje zijn als je melodietjes speelt op het klokkenspel, maar met een papieren elfje in de handen is het voor een kind nog veel mooier!
Materialen nodigen uit tot experimenteren met bewegingen. Linten worden bijvoorbeeld staarten, de lappen de golven van de zee en een hoepel een schoorsteen voor Piet.
De fantasie van kinderen vult de rest wel aan! Ook geeft het gebruik van materialen structuur en houvast aan kinderen die moeite hebben met bewegen.
De lesopbouw
Hoe bouw je vervolgens een les bewegen op muziek op?
Je kunt daarbij het volgende lesonderdelen doorlopen.
1. De kennismakingsfase (introductie) Vertel altijd, voordat je de les begint, wat de lesinhoud is.
2. Warming-up In dit lesonderdeel maak je de spieren van de kinderen los en breng je de groep in de sfeer van de les. Om in een lekkere sfeer te komen, is het het belangrijk dat de kinderen de lesstof goed kunnen volgen, anders gaan ze al met een slecht gevoel de rest van de les in.
Houd het dus laagdrempelig en simpel.
3. Aanleerfase In dit lesonderdeel bouw je de choreografie op. Het doel van de les moet zijn, dat de kinderen de choreografie kunnen volgen en dat ze een uur lekker hebben bewogen.
Bewegen op muziek kan gekoppeld worden aan:
Klank: bijvoorbeeld door te bewegen op de beat van de muziek.
Volume: bijvoorbeeld hoe harder de muziek des te groter de bewegingen, hoe zachter de muziek des te kleiner de bewegingen.
De vorm van de muziek: bijvoorbeeld bij het couplet blijf je staan en beweeg je op je plaats, bij het refrein beweeg je door het lokaal.
De betekenis: bijvoorbeeld als je de reuzenmuziek hoort, beweeg je als een reus, als je de kaboutermuziek hoort, beweeg je als een kabouter.
Bij al deze bewegingsactiviteiten bepaalt de muziek hoe er moet worden bewogen, de kinderen laten zich leiden door goed naar de muziek te luisteren.
Als je een dans gaat maken, let dan op deze vier elementen.
Lichaam: er is meer mogelijk dan alleen het bewegen van je armen en benen. Denk vanuit de romp! Gebruik bijvoorbeeld je heupen.
Tijd: speel met snelheid van de bewegingen, herhaal bewegingen, spoel terug en aap na.
Kracht: laat de spanning en de ontspanning van de muziek zien in krachtige of juist vloeiende bewegingen.
Ruimte: maak looppatronen en varieer tussen hoog en laag. Wanneer je kinderen vraagt om op muziek te bewegen valt vaak op dat het bewegen meestal beperkt blijft tot hun handen en armen. Het zal waarschijnlijk nodig zijn kinderen erop te wijzen dat ze de ruimte ook met hun schouders, heupen, knieën of rug kunnen gebruiken. Bespreek dit door het zelf voor te doen en/of kinderen een zelfbedachte beweging te laten demonstreren.
Jonge kinderen kunnen vaak (nog) niet zingen en bewegen tegelijk. Of ze zingen en staan stil, óf ze dansen en springen of hun leven er vanaf hangt maar klinkt er niets!
Bouw daarom de opdrachten gefaseerd op.
Zorg dus dat een lied al eerder is aangeleerd en begin dan pas met de bewegingsopdracht. Wanneer de bewegingen de tekst ondersteunen, ligt het anders.
In dat geval vergemakkelijken de bewegingen juist het aanleerproces.
4. Cool down Laat de kinderen “uitdansen”, zodat ze weer op adem kunnen komen. Doe dat met een rustig liedje. Gebruik hier danselementen en stretches. Gebruik een nieuw, rustig nummer.
6. Afsluiting van de les Dit is het meest onderschatte lesonderdeel. Sluit de les altijd af met een praatje. Vraag of er nog vragen zijn, houd het persoonlijk en geef complimenten voor de aandacht
Als je tijdens de les een uitgebreide toelichting geeft, bijvoorbeeld in de vorm van een verhaal, dan laat je de kinderen op de grond zitten.
Als je een opdracht geeft, is het belangrijk dat de kinderen klaarstaan.
Na een afgesproken teken starten ze en werken ze hun opdracht ook volledig af.
Presenteren
Bewegen op muziek is voor veel kinderen een leuke en leerzame activiteit.
Je kunt dit nog verder verdiepen als je kinderen ook de mogelijkheid geeft om naar elkaar mogen kijken en daarna met elkaar te bespreken wat ze hebben gezien.
Tevens kun je denken aan het maken van een dansclip, optreden tijdens een week- of maandsluiting enzovoort. Deze activiteiten kunnen ervoor zorgen dat de kinderen met extra veel motivatie aan de slag gaan. Aan anderen willen laten zien wat je kunt kan ertoe leiden dat kinderen een echte ontwikkeling in bewegen op muziek doormaken.
Houd er wel altijd rekening mee dat een optreden niet voor elk kind direct motivatie bewerkstelligt. Denk bijvoorbeeld aan een verlegen kind of een kind dat bewegen lastig vindt. Bied deze kinderen bij een optreden een veilige rol aan, bijvoorbeeld niet centraal op de voorgrond maar op een wat bescheidener plaats.
Juist het verlegen kind, of het kind dat bewegen lastig vindt, kan overigens ineens een enorme persoonlijke groei doormaken door zo’n optreden.
Op zoek naar meer?
Boekentip:
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
Bronnen
Bewegingsonderwijs in het speellokaal. (2014). Bewegen op muziek.
Geraadpleegd op 31 juli 2022
.
Comments