Kleuters in groep 2 worden voorbereid op de overgang naar groep 3. Daar is leren lezen en schrijven een belangrijk onderdeel. Leerlingen die in de kleuterperiode geen aanbod krijgen dat gericht is op het aanleren van klanktekenkoppeling lopen een groter risico op het ontwikkelen van leesproblemen vanaf groep 3. Fonologisch bewustzijn in combinatie met actieve letterkennis en woordenschat zijn de bouwstenen voor directe, vlotte woordherkenning vanaf de start van de formele leesinstructie.
Leren lezen en schrijven kan echter pas als de hersenen van een jong kind een bepaalde ontwikkeling hebben doorgemaakt. Dit proces wordt 'rijpheid' genoemd.
Het is daarom belangrijk om eerst de klanken goed en spelenderwijs te verkennen en niet te vroeg met letters aan de slag te gaan. In deze blog lees je er meer over.
Terug in de tijd...
Kleuters en letters is dat wel een goede combi? De aandacht voor het leren van letters en klanken in het kleuteronderwijs heeft in de loop der jaren veel diverse aanpakken gekend.
In de jaren ’60 en ’70 moesten kleuters bijvoorbeeld voor het eerst werkbladen maken om ‘leesrijp’ te worden. Inmiddels weten we dankzij onderzoek dat het werken met werkbladen niet heeft bijgedragen aan de leesrijpheid van kinderen.
In de jaren ’90 werd het begrip ‘ontluikende geletterdheid’ geïntroduceerd. Daardoor werden er in de kleuterklassen steeds meer prentenboeken voorgelezen en zag je in vrijwel elke klas een lees-/schrijfhoek. Dit zorgde ervoor dat de woordenschat van kleuters goed uitbreidde, maar dit droeg niet bij aan het leren lezen en schrijven in groep 3.
In 1999 werden de ‘tussendoelen beginnende geletterdheid’ geformuleerd. Hierdoor kreeg beginnende geletterdheid een plaats in groep 1-2 en ontluikende geletterdheid werd teruggeschoven naar de voorfase van 0 tot 4 jaar. Dankzij deze tussendoelen werd het leren van letters in de kleuterklas aangeboden op een speelse en functionele manier.
Tegenwoordig wordt het productief kennen van 12-15 letters als de manier gezien om kleuters een optimale start te geven voor de eerste fase van het leren lezen. Welke letters dat precies zijn, dat maakt niet uit.
De laatste jaren zijn er steeds meer tegengeluiden over het werken met fonemisch bewustzijn en klanktekenkoppeling bij kleuters. Er wordt gepleit om niet te vroeg te beginnen met het leren van letters en klanken. Tegenargumenten zijn dat het te vroeg is, dat het in groep 3 wel aan bod komt en dat kinderen er geen betere lezers van worden.
Het belang van letterkennis bij kleuters
Fonologisch bewustzijn in combinatie met actieve letterkennis en woordenschat zijn de bouwstenen voor directe, vlotte woordherkenning vanaf de start van de formele leesinstructie. Letters leren in groep 2 heeft dus een sterk positief effect op de leesresultaten van leerlingen in groep 3. Kleuters die geen aanbod krijgen dat gericht is op het aanleren van klanktekenkoppeling lopen een groter risico op het ontwikkelen van leesproblemen vanaf groep 3.
De elementaire leeshandeling bestaat uit belangrijke elementen die als basis voor geletterdheid worden gezien. Veel van deze elementen worden bij de kleuters al spelenderwijs ontwikkeld en zullen voor leerkrachten van groep 1-2 heel herkenbaar zijn, namelijk:
De lees- en schrijfrichting: van boven naar beneden, van links naar rechts en van voor naar achter
Auditief en visueel geheugen: de volgorde van klanken en tekens onthouden
Discriminatie: visueel (verschil zien tussen tekens) en auditief (verschil horen tussen klanken)
Klanktekenkoppeling
Auditieve synthese bij lezen en auditieve analyse bij spellen
Betekenis geven aan te lezen of te schrijven woorden (de woordenschat)
Van klanken naar lettertekens
Lezen en schrijven is geen natuurlijke ontwikkeling. Ons brein heeft geen speciaal gebied dat lezen en schrijven aanstuurt. Hiervoor is samenwerking tussen verschillende gebieden in de hersenen nodig. Dat maakt lezen en schrijven als vaardigheid ook zo complex.
Daarbij kunnen letters ook nog eens verschillende vormen aannemen.
De letter A bijvoorbeeld kan op diverse manieren worden geschreven.
Fonemisch bewustzijn speelt een belangrijke rol bij het leren lezen en schrijven.
Meer daarover lees je in mijn blog: Klankbewustzijn
De klank was er eerder, dan het schrift. In de eerste vormen van schrift werden klanken ook nog aan tekeningen gekoppeld, niet aan tekens. Door de jaren heen zijn die tekeningen steeds abstracter geworden en in lettertekens veranderd.
Voordat kinderen het principe van de klankletterkoppeling kunnen begrijpen, dus hoe gesproken taal precies gekoppeld is aan gedrukte en geschreven taal, moeten ze begrijpen, dat de klanken die bij letters horen dezelfde zijn als de spraakklanken die ze mondeling moeten leren onderscheiden.
Als kinderen zich bewust zijn van het feit dat woorden uit afzonderlijke klanken bestaan, dan kunnen ze vervolgens op basis van dit fonemisch bewustzijn, klanken als eenheden zien die gekoppeld kunnen worden aan letters. Deze foneem-grafeemkoppeling wordt ook wel het alfabetisch principe genoemd. De kennis die je hebt over klanken is nodig om het alfabetisch principe aan te leren en je taalvaardigheid uit te breiden.
Lettertekens in groep 1-2
Kleuters worden gedurende de kleuterperiode steeds vaardiger in het leggen van de foneem-grafeemkoppeling als ze veelvuldig informatie krijgen over de relatie tussen klanken en letters. Dat gebeurt bijvoorbeeld als ze worden voorgelezen uit prentenboeken en er gepraat wordt over geschreven taal in hun omgeving, zoals logo’s, verkeerstekens, letters en woorden. Klankbewustzijn en letterkennis zijn twee verschillende aspecten, die wel sterk verwant zijn, en zich ook in samenhang ontwikkelen.
Klanken kunnen wel zonder letters geleerd worden, letters eigenlijk niet zonder klanken. Letters benoemen gaat gepaard met verklanking. In de meeste gevallen worden letters aangeleerd met de foneemklank (de Buuuh, Duhhh, Huhhh), in plaats van de letternaam (de Bee, Dee, Ha).
Om kleuters taalbewust te maken en ze een stevige ondergrond voor het leren lezen en schrijven in groep 3 mee te geven, is het naast het fonemisch bewustmaken van kleuters daarom ook belangrijk om gelijktijdig te oefenen met letterkennis.
Kleuters moeten de link leren leggen tussen bijvoorbeeld de klank /m/ en de letter ‘m’.
Dat lukt vlotter als we kleuters vertrouwd maken met hoe ons alfabet eruitziet.
Als ze hun naam zien opduiken op hun stoel of kapstok, een letterpuzzel leggen of oefeningen doen die te maken hebben met het herkennen van letters, letters benoemen en het aanwijzen en benoemen van letters in woorden. Letters bieden namelijk een belangrijk visueel houvast bij het onderscheiden van klanken in woorden en versterken de auditieve vaardigheden in het taalbewust maken van jonge kinderen.
Eerst bewegen, dan lezen!
Kleuters willen zelf meestal maar al te graag snel aan de slag met het lezen van letters, want ze hebben al gauw door dat lezen belangrijk is. Vaak stimuleert de omgeving dit ook, doordat het als knap wordt bestempeld.
Lettervormen zijn pure abstracties. De klank van het spreken wordt stilgezet in een symbool: de letter. De klank door middel van het spreken hoor je met je oor en is daarmee naar binnen gericht. De klanken zijn dus te ervaren in je eigen belevingswereld.
Letters op papier lezen we met onze ogen en staan dus ver af van het levende gesproken woord. Jonge kinderen zijn er echter bij gebaat om eerst het levende in de taal in zich op te nemen, door middel van het innerlijk verwerken van de beeldkwaliteit van letters.
En later pas in de 'dode' taal in de vorm van het lezen van lettertekens. Om goed te kunnen leren lezen is het daarom belangrijk dat kinderen in eerste instantie vooral op speelse wijze in contact komen met letters. Niet om letters aan te leren, maar om bekend te raken met de juiste klanken van letters. Dit sluit beter aan op de leerbehoeften van een jong kind.
Kleuters leren ongeveer 10% van instructie, 20% van interactie en 70% van ervaren door middel van doen en uitproberen. Kortom, een essentieel element van kleuteronderwijs is dus het ervaren en het doen. Jonge kinderen leren beter door te bewegen.
Dat geldt ook voor het leren van letters.
Door middel van beweging gaat het de wereld verkennen en leert het zijn lichaam controleren. Beweging voedt het jonge brein en maakt kinderen alert en weerbaar.
Als de nadruk meteen op het zittend oefenen komt te liggen, kan dat zelfs een negatief effect hebben op de latere ontwikkeling van een kind.
Uit onderzoek is gebleken dat leerproblemen op latere leeftijd namelijk een oorzaak kunnen hebben in een onrijpe neuromotoriek. Motorische blokkades kunnen ervoor zorgen dat een kind ondermaats presteert, ongemotiveerd raakt en afhaakt.
De motorische ontwikkeling van een kind is dus echt ontzettend belangrijk.
Het meest gevorderde niveau van bewegen is het vermogen om volledig stil te staan.
Wanneer je dus met letters aan de slag gaat in een kleutergroep, doe dit dan spelend en bewegend. Laat kinderen zoveel mogelijk ervaren, alvorens je overgaat op het platte vlak.
Een goed fonemisch bewustzijn (weten dat een woord uit verschillende klanken bestaat en dat bij die klanken letters horen) is een belangrijke voorspeller voor goed leren lezen. Kinderen die moeite hebben om klanken in een woord te onderscheiden, kunnen die klanken immers ook moeilijk koppelen aan een teken. Zonder klankbewustzijn zegt een letter immer niets. Leg in de kleutergroep dus de nadruk in het bijzonder op activiteiten, zoals samen rijmen, liedjes zingen, versjes opzeggen, voorlezen en hakken en plakken.
Deze hebben een positief effect op het klankbewustzijn van een kind.
Belangrijk is dat je het vooral heel luchtig houdt. Het te vroeg aanbieden van abstracties in de vorm van lettervormen kan verwarring geven en het kind veel energie kosten. Lettervormen worden dan bijvoorbeeld in spiegelbeeld opgeschreven.
Als de nadruk meteen op het aanleren en oefenen van letters komt te liggen, dan kan dat namelijk een negatief effect hebben op de houding ten opzichte van letters en ervoor zorgen dat een kind, die minder ontvankelijk is voor letters afhaakt en dus uiteindelijk ook voor het lezen. Op scorelijstjes of met letterdiploma's bijhouden hoeveel letters een kind al kent, heeft dan ook geen meerwaarde.
Een nieuwe letter aanbieden
Door het gestructureerd aanbieden van letters raken kinderen al vroeg bekend met het alfabetisch principe en bouwen ze letterkennis op.
De stap naar klankletterkoppeling en leren schrijven kan je al zetten wanneer je op klankbewustzijn oefent. Wanneer kleuters een klank verkennen door die uit te spreken, te voelen en te horen, leg je ook de link met de letter. Ze beelden deze letter dan bijvoorbeeld uit met hun lichaam of tekenen de letter met hun vinger in het zand.
Bij het aanleren van letters is het van belang dat je de letters zowel receptief (herkennen en aanwijzen) als productief (benoemen) bij de kinderen aanbiedt. Jonge kinderen bouwen namelijk geleidelijk het aantal letters dat ze kennen op.
Er is bij het aanbieden van letters een bepaalde opklimming in moeilijkheid aan te geven:
Rechts georiënteerde medeklinkerletters: p, n, k, t, b, h, s, r, m, h
De overige medeklinkerletters: d, f, l, g, j, v, w, z
De kleine klinkerletters: a, o, u, e, i
Op elkaar lijkende letters: u-v-w, h-k (vorm)
Op elkaar lijkende letters: d-p-b, f-t, n-u-m
Twee klinkerletters achter elkaar: aa, oo, ee, uu, ie, ui, eu, ei
Hoofdletters
Wanneer je start met letters leren, kies dan het liefst niet voor letters die te veel op elkaar lijken qua klank. Het is handig om met korte klanken te beginnen en af en toe een klank met twee tekens te introduceren. Het uiteindelijke doel is dat de kinderen de semifonetische fase bereiken, waarin ze zelf met de voor hen bekende letters woorden kunnen gaan maken.
Veel lettermaterialen, die kleuters thuis aangeboden krijgen, oefenen overigens in plaats van het fonemisch bewustzijn de alfabetische letterbenoeming: aa-bee-dee-ef-gee enz... en dat biedt geen ondersteuning voor het leren lezen. Je biedt de letterklanken altijd fonemisch aan: ah-buh-duh-eh-fff---guh
Begin altijd met het uitluisteren van de klank als je de letter introduceert en eindig met de koppeling van de klank aan het teken.
Bij het leren van letters is het van belang dat leerlingen betrokkenheid voelen.
Om die betrokkenheid bij jonge kinderen te stimuleren moeten letteractiviteiten aan een aantal voorwaarden voldoen:
Zorg voor voldoende uitdaging bij de activiteiten.
Zorg ervoor dat er altijd herhaling mogelijk is voor kinderen die niet in één keer die letter leren.
Zorg ervoor dat er sprake is van samenwerking en interactiviteit.
Zorg ervoor dat de kinderen verschillende zintuigen in kunnen zetten (bijvoorbeeld: het voelen van magneetletters, het schrijven in zand of scheerschuim of het maken van letters met klei).
Zorg ervoor dat kinderen actief kunnen leren: de leerlingen zien de letter, horen de letter en doen er vervolgens iets mee (zee maken bijvoorbeeld een klankgebaar). Zorg er in ieder geval voor dat er een motorische component bij zit.
Emotionele betrokkenheid is belangrijk: kinderen leren bijvoorbeeld makkelijker de letters van ‘papa’, ‘mama’ en hun eigen naam dan letters waar ze geen emotionele koppeling mee kunnen maken.
Zorg dat je systematisch en betekenisvol werkt.
Zorg altijd dat kleuters op speelse wijze leren en maak er geen schoolse lesjes van.
Vaak zullen kleuters al meer interesse voor letters krijgen als het fonemisch bewustzijn toeneemt. Bij veel kleuters begint die interesse met de (begin)klanken en –letters van de eigen naam of die van vriendjes en familie. Kleuters herkennen niet alleen letters, ze gaan ook hun eigen naam schrijven. De leerkracht stimuleert dit proces door de kleuters de ruimte te geven om zelf te experimenteren met schrijven. Aandacht voor functioneel schrijven van letters en woorden in de kleutergroep heeft namelijk weer een wederkerige positieve invloed op de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn en de letterkennis.
Er bestaan geen vaste regels voor de hoeveelheid letters die je kleuters aanbiedt. Dat bepaal je als school zelf. De meeste scholen streven ernaar dat 95% van de leerlingen aan het eind van groep 2 twaalf letters kent.
Een rijke taalomgeving
Zorg ook voor een rijke leeromgeving met veel gevarieerde mogelijkheden voor kleuters om het taalbesef te oefenen.
Enkele tips voor een geletterde omgeving:
Gebruik naamkaartjes op de stoelen, het kiesbord enz. Gebruik de naamkaartjes voor het tentoonstellen van de werkjes die de kinderen hebben gemaakt of die ze een volgende keer af willen maken. Gebruik op de naamkaartjes dezelfde afbeeldingen als je symbooltjes voor het keuzebord of de stickers op de stoelen.
Hang letters op ooghoogte van de kinderen in het lokaal op. Maak er bijvoorbeeld een lettermuur van. Markeer daarbij de nieuw aangeboden letter. De letters alleen ophangen is echter niet voldoende; kleuters doen kennis op over grafeem-foneemkoppelingen als er activiteiten bij de lettermuur worden gedaan waarbij de schrijfwijze en de uitspraak van de letters aan bod komen. Wanneer kleuters hun kennis over klanken in woorden direct kunnen toepassen op het lezen en schrijven van woorden, zijn de leereffecten groter.
Maak een letterkastje van hout of dozen, waarin je in ieder vakje spullen bij een nadere letter verzamelt
Label voorwerpen in de klas die met de nieuwe letter beginnen
Enkele tips voor geletterde kringactiviteiten:
Stel een letter centraal bij je thema, bijvoorbeeld de S bij Sinterklaas.
Gebruik de nieuwe letter in liedjes en versjes
Geef de kinderen ook eens een letterkoffer mee naar huis. Hier mogen zij thuis allerlei spulletjes in verzamelen, die met deze letter beginnen.
Lees veel voor. Wijs ook regelmatig met je vinger als je voorleest, zodat de kinderen zien dat lezen het verklanken van letters is en dat dat van links naar rechts gebeurt. Lees ook picto-verhalen voor, waarbij je de tekst leest en de kinderen de plaatjes bekijken en ‘lezen’.
Klankgebaren en letterplaten
Veel beginnende lezers keren de letters nog om: De b wordt dan bijvoorbeeld een d.
Je kunt dit voorkomen door te werken met klankgebaren en letterplaten.
Jonge kinderen bewegen graag en de klankgebaren vormen een goede motorische ondersteuning. Door het gebaar kunnen ze de klank bij een teken sneller oproepen.
Je kunt de gesproken klank ook visueel ondersteunen met een plaat met daarop de letter. Voor anderstalige en taalzwakke kinderen helpen klankgebaren om de klanken goed uit te spreken. Als een kind de /o/ bijvoorbeeld als een /oo/ uitspreekt, dan kun je dit corrigeren met een gebaar. Kinderen voelen namelijk met het lichaam of een klank lang of kort klinkt en hoe de uitspraak van medeklinkers is.
Zet bij het aanbieden van deze klankgebaren en letterplaten de kinderen altijd recht voor je. Bied nooit een letter in de kring aan, want dat creëert juist omkeringen: de letter ziet er vanaf de linkerkant heel anders uit dan vanaf de rechterkant.
Doe het gebaar duidelijk voor, met je gezicht naar de kinderen. Jouw gebarenhand is altijd de rechterhand. Doordat de kinderen vanaf de andere kant naar jouw hand kijken, zien ze de goede vorm. De kinderen gebruiken hun linkerhand. Zij zien dan de vorm die jij maakt met je rechterhand. Doordat je frontaal tegenover de kinderen staat, kunt je in één keer observeren of alle kinderen het gebaar correct uitvoeren.
Gebruik ook géén alfabetnaam voor de letters, maar een klanknaam. Laat het onderscheid tussen de klanken /v/ - /f/ en /s/ - /z/ goed horen.
Oefen het auditieve aspect ook apart, dus zonder steun van visuele hulp. Kinderen met een voorkeur voor het visuele leren daardoor ook hun minder sterke kant ontwikkelen en kinderen met een voorkeur voor het auditieve krijgen kansen om beter te presteren waar ze goed in zijn. Verinnerlijk het auditieve beeld van letterklanken ook. Kinderen doen daarvoor hun ogen dicht en de leerkracht stelt steeds opnieuw de vragen: ‘Hoor je het woord in je hoofd? Hoor je de eerste letter? En de laatste? Hoor je een s of een z?’ Enzovoort.
Zo ontwikkelen kinderen een stevig innerlijk letterklankbeeld
Letters in de spel-/werkles
Naast de klankspelletjes prikkel je kleuters ook in de ontwikkeling van hun geletterdheid door kinderen spelenderwijs veel letters tegen te laten komen tijdens de werklessen.
Enkele tips voor geletterde hoeken
Voorzie de voorwerpen in de hoeken van woordkaartjes
Maak een boekentafel en leg (alfabet-)boeken in alle hoeken
Voorzie de kasten van materialen die het fonemisch bewustzijn en de geletterdheid helpen ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan letterstempels of andere lettermaterialen. Deze zet je echter niet, zoals in groep 3, in om letters aan te leren, maar deze gebruik je om kinderen vertrouwd te maken met letters door ze ermee te laten experimenteren en fantasiewoorden te laten maken. De magnetische letterdoos bijvoorbeeld wordt in de tweede helft van het schooljaar in groep 3 niet meer zo vaak gebruikt. En dat is een prima moment om de kleuters in groep 2 ermee te laten experimenteren. Laat ze eenvoudigweg ontdekken dat de letters aan de doos kleven en laat ze fantasiewoorden leggen. Op die manier raken ze vertrouwd met letters zonder dat het ‘letters leren’ is.
Leg pennen en papier neer in de hoeken
Schrijf zelf ook veel. Gebruik tijdens jouw instructie bijvoorbeeld gerust een pen en papier. Schrijf dingen op en laat hiermee zien dat je zo informatie bewaart en later weer lezend tot je neemt. Kinderen kunnen misschien nog niet lezen wat je schrijft, maar maken op deze manier wel kennis met de concepten lezen en schrijven.
Neem de verkleinde letterwandkaarten uit groep 3 en speel daar memory mee.
Laat kinderen op een creatieve manier met stempels aan de slag gaan en ze een boom of een dier stempelen of zichzelf met de letters van hun naam
Laat de kinderen een knip- en plakschilderij maken met willekeurige letters uit tijdschriften of de letters uit hun naam maken.
Laat kinderen in je huishoek een briefje of een recept te schrijven
Bak samen letterkoekjes
Maak letters van klei en constructie-/ bouwmaterialen
Vis letters op uit de watertafel
Maak letters met klei.
Laat letters in het zand van de zandtafel tekenen.
Voeg ook materialen toe aan de hoeken, die te maken hebben met lezen en schrijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een krant, agenda, een kookboek, een pen en papier, folders enz. Geschreven taal krijgt op deze manier een betekenisvolle functie voor kinderen.
De nadruk ligt bij spelenderwijs leren niet op de letters zelf. De winst hiervan is dat de kinderen alvast gewend raken aan de 26 tekens die letters zijn, deze gaan herkennen, ze ermee vertrouwd raken en dat letters op deze manier een vanzelfsprekend onderdeel van hun wereld worden zonder dat ze teveel gewicht krijgen. Het is heel mooi als de kleuter er een paar kent, maar als dat alleen de letters van zijn naam zijn, dan is dat ook prima. Een aantal letters herkennen en actief benoemen resulteert vaak al in interesse in en herkenning van andere letters. Het echte leren van die letters komt vervolgens wel in groep 3
Lettertype
Gebruik bij kleuters altijd de kleine blokletters.
Voor het maken van materialen gebruik ik altijd het lettertype School kx_new.
Dit lettertype installeer je voor Windows op de volgende manier:
Je moet het lettertype nu opslaan.
Open het .zip bestand en pak het uit.
Dan ga je via start naar het configuratiescherm.
Je gaat dan naar het onderdeel “vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen”.
Vervolgens ga je naar lettertypen.
Dan ga je naar ‘nieuw lettertype installeren’
Je zoekt dan het bestand op van het lettertype dat je wilt toevoegen en klikt op installeren.
Het lettertype is nu geïnstalleerd in Word.
Kleuters die al lezen...
Maar liefst vijf procent van de kinderen kan al lezen voordat ze naar school gaan of pikken het lezen heel snel op in groep 1 of 2. Deze kinderen hebben zichzelf het lezen zonder leesinstructie eigen gemaakt.
Er hoeft in dat geval geen sprake te zijn van een relatie tussen vroeg kunnen lezen en meer- of hoogbegaafdheid. Vaak is het een teken van erfelijke aanleg gecombineerd met een rijke leesomgeving.
Deze kinderen zijn ook nog niet altijd vaardig op het gebied van fonemisch bewustzijn: ze lezen vaak nog op woordbeeld en maken meer gebruik van de context, dan dat ze individuele woorden vlot kunnen identificeren.
Jonge lezers zijn vaak ook nog te jong om voldoende achtergrondkennis op te bouwen die nodig is voor tekstbegrip. Ze kunnen in staat zijn om een tekst vloeiend te lezen, maar dit wil niet altijd zeggen dat ze die tekst ook begrijpen.
Daarnaast beschikken veel lezende kleuters over een grote woordenschat, maar kan het voorkomen dat ze hiaten in hun woordkennis hebben, of dat ze de woorden niet kennen als het over bepaalde onderwerpen gaat. Door allerlei soorten boeken aan te bieden en niet alleen prentenboeken, geef je de lezende kleuter de mogelijkheid om met meerdere tekstsoorten in aanraking te komen en daarmee achtergrondkennis en woordenschat te vergroten.
Het is dan ook belangrijk om op het gebied van de beginnende geletterdheid, door middel van observaties, gesprekken over het proces en portfolio’s, zicht te krijgen op de vaardigheden die het kind wel of niet beheerst. Ga na waar het kind precies staat in het leesproces en wat het kind al wel of nog niet beheerst. Is hij alleen in staat om de code te kraken of is er ook sprake van tekstbegrip? Naast leesbegrip is het belangrijk om aandacht te hebben voor de leestechniek, de leesmotivatie en de woordenschat.
Indien je niet tegemoetkomt aan de behoeften van de lezende kleuter, dreigt het gevaar dat de voorsprong en interesse mettertijd verloren gaat. Het is dus belangrijk dat een lezende kleuter zich mag blijven ontwikkelen en dus mogelijkheden krijgt om te lezen als hij dat wil.
Lezende kleuters met een goed ontwikkeld fonemisch bewustzijn en die goed in staat zijn om woorden te analyseren en te synthetiseren (hakken en plakken) kun je tegemoetkomen door te differentiëren in aanbod.
Bied bijvoorbeeld een praatplaat aan passend bij het thema en laat het kind woorden op kaartjes schrijven die vervolgens op de juiste plek worden geplakt.
Laat het kind kernwoorden schrijven bij een thema en op de materialen in je spelhoek plakken.
Als er een letter centraal staat binnen de groep, kan de lezende kleuter gevraagd worden om in boeken op zoek te gaan naar woorden met die letter en deze te markeren of op te schrijven.
Ook kan een kind zelf woorden maken met behulp van een klikklakboekje of letterkaarten.
Kies voor allerlei soorten boeken, ook informatieve, die aansluiten bij de interesse en het niveau van het kind. Laat het kind zelf de boeken kiezen en bied boeken aan passend bij het thema waarmee gewerkt wordt, met teksten op zijn niveau. Bied ook eens een boek met alleen afbeeldingen aan en laat het kind bij elke afbeelding een korte tekst schrijven en dit verhaal daarna voorlezen aan de groep.
Blijf voorlezen en maak hierin ook de keuze voor uitdagende, complexe teksten. Zo’n tekst kenmerkt zich door een uitdagende woordenschat, diverse zinsverbanden, samenhang en relaties zoals probleemoplossing.
Op zoek naar meer?
Boekentips:
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
Bronnen
.
.
.
Comments