Jonge kinderen ontdekken al spelende en bewegend de wereld om zich heen.
Beweging voedt het jonge brein en maakt hem alert en weerbaar.
Op een actieve en bewegende manier leren wordt dan ook steeds populairder in het onderwijs. Het is niet alleen leuk en gezond, maar in beweging gaat het leren vaak makkelijker en is de betrokkenheid enorm. In deze blog geef ik je suggesties om bewegend leren in te zetten om het logisch denken bij kleuters te stimuleren.
Meten
Verspringen/gooien
Benodigdheden:
- Gekleurd plakband
- Pittenzakken of ...
- Meetmaterialen
Plak, op een niet al te grote afstand van elkaar, twee strepen met plakband, zodat de meeste kinderen deze met een loopsprong kunnen overbruggen.
Vraag de kinderen een aanloop te nemen en van de ene over de andere streep te springen.
Als ze gesprongen hebben vraag je wie er gewonnen heeft. Die vraag past natuurlijk niet bij de situatie. Waarom niet? Bij welke situatie past deze vraag dan wel? Juist, wanneer je weet wie er het verst heeft gesprongen. Hoe meet je dat nauwkeurig? Wie springt het verst?
Variatie: Laat de kinderen ook andere wedstrijdjes doen zoals vergooien met pittenzakken, wie kan de pittenzak het verst schuiven, wie maakt de grootste kikkersprong? Enz.
Variatie: Wie schopt de bal het verst?
Pittenzak gooien
Benodigdheden:
- Een pittenzak
De kinderen proberen zo ver mogelijk met een stokje te gooien.
Vliegtuigrace
Benodigdheden:
- Vouwblaadjes
- Stoepkrijt
- Papier om de score op te noteren
De kinderen vouwen eerst een vliegtuigje. Teken dan met stoepkrijt de landingsbaan door een aantal horizontale strepen op de stoep te tekenen. Nu kan de vlucht beginnen!
Om en om laat iedereen zijn/ haar vliegtuigje vliegen in de richting van de verste streep. Welk vliegtuigje vliegt het verst?
Variatie 1: Koppel de opdracht aan gecijferdheid. Landingsbaan 1 levert een punt op, landingsbaan 2 levert twee punten op enz. Winnaar is het kind met de hoogste score.
Variatie 2: Maak twee groepen en geef iedere groep een ander kleur vliegtuig. Laat ze tegen elkaar wedijveren. Welke kleur heeft het verste gevlogen?
Variatie 3: Maak voor iedere landingsbaan een ander kleur vliegtuigje. Leg er een kleurencirkel in. De kinderen proberen dezelfde kleur vliegtuig op de landingsbaan te laten landen. Wie lukt dat?
Hoe ver?
Benodigdheden:
- Stokken, touwen, blokken, linialen
Hoe ver is het van het ene kind naar het andere kind, van de ene muur naar de andere muur, of van het ene voorwerp naar het andere in de ruimte? De kinderen meten het met voetstappen, sprongen, hun eigen lichaamslengte, stokken, touwen en/of linialen.
De kinderen kunnen deze afstand steeds overbruggen door bijvoorbeeld blokken neer te leggen. Je kunt de afstand ook in de hoogte zien: Wat is bijvoorbeeld de afstand vanaf de grond tot een touw? Kun je onder een touw door lopen, kruipen, rollen, zonder het aan te raken? Kun je een bal net zo hoog als het touw gooien?
Grote en kleine beren
Benodigdheden:
- Muziek
- Een grote en een kleine beer
Ga samen in de kring zitten. Neem een grote en een kleine speelgoedbeer op schoot.
De kinderen benoemen verschillen tussen de beren. Zouden deze beren op dezelfde manier bewegen? De kinderen zoeken een plek in het lokaal en lopen vervolgens als beren, op hun achterpoten, door de ruimte op een muziekfragment met verschillende ritmes.
Beurtelings zijn ze de grote en de kleine beer. De grote beer doet alles langzaam en maakt grote passen. De kleine beer doet alles snel met kleine pasjes. De kinderen moeten goed luisteren: op het geluid van de trom of een ander zwaar instrument zijn ze de grote beer, horen ze het andere, lichtere ritme of geluid in de muziek, dan zijn ze de kleine beer.
Vertel hoe de beren hun ochtendgymnastiek doen: hoe ze bewegen met hun voorpoten (bijvoorbeeld wapperen), hun achterpoten (bijvoorbeeld stampen) en billen (bijvoorbeeld draaien). Doe zo weinig mogelijk voor en laat vooral de kinderen zelf experimenteren.
Na de ochtendgym zijn de beren wakker genoeg voor een tocht door het bos.
Ze lopen tussen de bomen door, duiken weg voor laaghangende takken, klauteren over boomstammen, schuren hun rug tegen de bomen, rollen door de herfstbladeren en zoeken overal naar eten. Samen proberen de kinderen dit uit. Eerst als de grote beer, die alles op zijn gemak doet, daarna als de kleine beer, speels en ondeugend.
Touwschoppen
Benodigdheden:
- Een touw
Twee kinderen houden een touw vast. De andere kinderen proberen om beurten tegen het touw te schoppen. Als iedereen is geweest gaat het touw steeds iets hoger.
Wie het touw niet kan raken is af.
Op zoek naar meer
Boekentips:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
Comments