site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Bewegend leren/gecijferdheid ****

Bijgewerkt op: 22 jun.

Jonge kinderen ontdekken al spelende en bewegend de wereld om zich heen.

Beweging voedt het jonge brein en maakt hem alert en weerbaar.

Op een actieve en bewegende manier leren wordt dan ook steeds populairder in het onderwijs. Het is niet alleen leuk en gezond, maar in beweging gaat het leren vaak makkelijker en is de betrokkenheid enorm. In deze blog geef ik je suggesties om bewegend leren in te zetten om gecijferdheid bij kleuters te stimuleren.



Tellen met je lijf


Handentellertje

Benodigdheden:

- Muziek

Alle kinderen dansen in de ruimte. Als de muziek stopt noemt de leerkracht de naam van een kind. Dit kind sluit de ogen, terwijl de leerkracht een paar kinderen aanwijst, die hun handen op het kind mogen leggen. Het kind raadt hoeveel handen hij voelt. Hierna gaan alle kinderen weer dansen en begint het spel opnieuw.


Teldans

Benodigdheden:

- Muziek (niet te snel)

Bij dansen op muziek tellen we altijd tot 8.

Tel samen met de kinderen heen en terug te tellen op de maat van de muziek of tel met sprongen van 2 of meer zo te doen.

 

Tellen met voorwerpen


Hoepelbloemen

Benodigdheden:

- Hoepels

- Stoepkrijt

Teken met stoepkrijt cirkels met cijfers erin op het schoolplein.

Dit zijn de bloemenharten. De kinderen maken de bloembladeren met hoepels.

Iedere bloem krijgt evenveel bloembladeren als het cijfer wat erin staat.


Hoepelkapstok

Benodigdheden:

- Hoepels

Een kind is de kapstok. Hij doet zijn ogen dicht en steekt zijn arm uit. Deel een aantal hoepels uit. De kinderen die er eentje krijgen hangen hun hoepel aan de arm van het kind. De 'kapstok' telt hoeveel hoepels er aan zijn arm zijn gehangen. Daarna mag hij zijn ogen openen en controleren of hij het goed geraden heeft.


Rollen

Benodigdheden:

- Een bal

Dit spel speel je in tweetallen. Geef ieder duo een bal en laat ze met hun benen wijd tegenover elkaar zitten. Laat de kinderen beginnen bij 1. Steeds wanneer ze naar de overkant rollen tellen ze verder. Hoe ver kunnen ze komen? Variatie: Terugtellen of bij een letter steeds een woord bedenken.


Mikken

Benodigdheden:

- Een skippybal

- Vier matten

Verdeel de groep in 2 of 4 teams. Ieder team staat (op een mat) aan een zijde of in een hoek van de gymzaal. In het midden ligt een skippybal. Geef de teams om beurten een opdracht, zoals: Laat 6 vingers zien, hoeveel is 2 erbij 2? Hebben zij het goed, dan mogen ze allemaal met hun bal op de skippybal mikken. Hoeveel punten weet het team daarmee te behalen? Het doel kan ook zijn om de skippybal daarmee over de lijn van een ander team te laten botsen. Alle teams komen om de beurt aan de beurt.


Getallenbal

Benodigdheden:

- Een bal

De kinderen staan in de kring. Een kind staat in het midden en neemt een getal onder de 20 in gedachten en gooit de bal naar iemand in de kring. Die zegt een getal en werpt de bal terug. Is dat getal te hoog of te laag, dan wordt de bal naar iemand anders gegooid.

Het kind die het getal raadt, mag op zijn beurt in het midden gaan staan.


Uit het blik

Benodigdheden:

- Een kleine bal

- Blikken

- Een mand

Zorg voor minimaal negen blikken en tien kleine ballen. De kinderen gaan ieder met een blik in een rij staan. De eerste in de rij pakt een bal en geeft deze door middel van zijn blik door aan de volgende. Hij geeft de bal door naar de derde in de rij en zo gaat de bal verder. De laatste doet de bal in een mand. Nu wordt er een nieuwe bal doorgegeven. Als een bal valt, gaat hij terug naar de eerste die in de rij staat. Hoeveel ballen worden er in een minuut doorgegeven?


Meer en minder

Benodigdheden:

- Een aantal ballen

Maak twee teams. Elk team heeft een eigen veld. Op een teken moeten ze de ballen op hun veld naar het andere team rollen of gooien. Het team met de minste ballen bij het stopteken heeft gewonnen.

 

Tellen met getalbeelden


Zes is splash!

Benodigdheden:

- Plastic bakken of afwasteiltjes

- Dobbelstenen

Vul een platte plastic bak of een afwasteil met water. Verdeel de kinderen in groepjes.

De kinderen zitten om de bak met water en gooien om de beurt met de dobbelsteen.

Het kind dat zes gooit, mag heel snel met zijn hand in het water slaan en zorgt dat door deze splash zoveel mogelijk kinderen nat worden. Het spel gaat door totdat de leerkracht een stopsein geeft.

 

Tellen met cijfers


Ren je rot

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

Hang de kaarten met wasknijpers verspreid op. Bespreek eerst welke er hangen.

Roep nu een cijfer, De kinderen rennen nu zo snel mogelijk naar een van deze kaarten. Herhaal dit spel een aantal keer.

Variatie 1: Reken je rot! Hang de verschillende cijferkaarten op verschillende plekken in de gymzaal. Noem een splitsing bijv. 'ik ga 10 snoepjes splitsen: 5 zijn er voor mij en …voor jou!' De kinderen rennen zo snel mogelijk naar het juiste antwoord toe. Herhaal dit met splitsingen van verschillende getallen.

Variatie 2: Optel of aftreksommen.


Een schoorsteen

Benodigdheden:

- Duplo/Lego

- Papier

- Cijferkaartjes

Bouw een schoorsteen en mik hier propjes papier in. Vergroot de afstand tot de schoorsteen steeds verder.

Variatie: Bouw meerdere schoorstenen en plak er cijferkaartjes op.

Daag de kinderen uit. Kunnen zij hun propje in de schoorsteen met de 3 gooien?

Of laat ze met drie propjes gooien en het aantal punten optellen. Wie is de winnaar?


Vak schieten

Benodigdheden:

- Stepkrijt

- Een bal

Teken evenwijdig aan een muur lijnen op een afstand van circa 50 cm van elkaar vandaan. Schrijf in ieder vak een cijfer. De kinderen gooien de bal tegen de muur.

Ze tellen het cijfer van het vak waarin de bal terugstuit in drie beurten bij elkaar op.

Wie haalt de meeste punten in drie beurten?


Cijfers herkennen

Benodigdheden:

- Geen

Dit is een energizer die het tellen en het herkennen van de cijfers bevordert.

Laat de kinderen achter elkaar tellen. 1,2,3 (of hogere getallen). Vervang dan een cijfer door iets van je lijf, bijvoorbeeld een stamp of een klamp. Dan wordt het 1, klap, 2.

Dit kun je bijvoorbeeld ook doen op alle even getallen of alleen op de tientallen.


Estafette

Benodigdheden:

- Zet tien emmers of bakken in een rij, met steeds twee- drie meter ruimte ertussen.

Op elke emmer of bak staat een cijfer.

- 25 verschillende cijferkaartjes

De kinderen beginnen ongeveer vijf meter voor de emmer/bak, achter een streep.

Elk team krijgt 25 cijferkaartjes, die ze zo snel mogelijk naar de juiste emmer/bak moeten brengen. Het eerste kind pakt één kaartje, roept het bijbehorende cijfer, rent naar de juiste emmer/bak en gooit het kaartje daarin.

Als het eerste kind terug is, mag het tweede kind beginnen.

Het team wat als eerste klaar is heeft gewonnen.


Discus werpen

Benodigdheden:

- Stoepkrijt

- Een frisbee

Teken op de stoep om de drie meter een grote cirkel met tien, vijftien en twintig punten met stoepkrijt. Teken bij 12 meter een hele grote cirkel, deze telt voor 100 punten.

Gooi met een frisbee. Of maak zelf een discus van karton of een oude cd!

Wie na vijf keer gooien de meeste punten heeft, wint!


Hoepel springen

Benodigdheden:

- Leg voor elk team tien hoepels op een rij

- Leg in elke hoepel een cijferkaartje

Het eerste kind begint en springt met twee voeten tegelijk van hoepel naar hoepel.

Hij/zij zegt het bijbehorende cijfer dat in de hoepel staat.

Na de laatste hoepel mag hij/zij zo hard als hij kan terugrennen en als hij/zij terug is mag de volgende vertrekken. Het team dat als eerste klaar is heeft gewonnen.


Dansen

Benodigdheden:

- Een vrolijk muziekje

- Hoepels

- Eventueel gele linten

- Cijferkaartjes

Leg de kaarten verspreid door de speelzaal in de hoepels. Zet een vrolijk muziekje op.

De kinderen dansen (eventueel met een geel lint in hun handen). Als de muziek stopt roep je een cijfer en rennen de kinderen zo snel mogelijk naar de juiste hoepel.


Mikken

Benodigdheden:

- Hoepels of manden

- Cijferkaarten

- Pittenzakken

Leg hoepels met cijferkaarten erin neer. De kinderen krijgen een pittenzakje en gaan om de hoepels heen staan. Noem nu een getal. De kinderen proberen hun pittenzak in de juiste hoepel te mikken. Wie had het goed? Gooi ook eens met twee grote dobbelstenen.

De kinderen tellen het aantal stippen op en gooien hun pittenzak naar het juiste cijfer.

Variatie: Hang de cijferkaarten op


Pittenzak gooien

Benodigdheden:

- Knip of snijd gaten in een flink stuk karton.

- Pittenzakken

De gaten zijn hoofden van ... bijvoorbeeld een monster. Teken er een lijf aan. Zet er ook cijfers bij. De kinderen gaan nu een stukje bij het karton vandaan staan en mikken pittenzakken door de gaten.

Ze tellen de gescoorde punten bij elkaar op.


Stuiteren

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

- pionnen

- Een bal

Zet de pionnen steeds drie meter uit elkaar en leg er een cijferkaart naast.

Laat de kinderen in slalom stuiterend langs de pionnen lopen.

Als ze langs een kaart lopen dan roepen ze welk cijfer erop staat hardop.


Kegelen

Benodigdheden:

- Cijferkaarten

- Omgekeerde pionnen of kegels

- Een bal

- Een omgekeerde bank

Plak de kaarten op de pionnen of kegels en zet ze aan de ene kant van de gymzaal.

De kinderen gaan hier tegenover staan.

Laat de kinderen met de bal de pionnen of kegels omrollen of gooien.

Gebruik bij het rollen een omgekeerde bank als kegelbaan. Op deze manier rolt de bal de juiste kant op.

Welke hebben ze omgegooid?

Nu geef je opdrachten. Deel bijvoorbeeld opdrachtkaarten uit of roep welke pion of kegel de kinderen moeten proberen te raken. Lukt het? Dan mag de pion of kegel blijven liggen.

Geef de kinderen dan eens eens optelsommen (Geef ze opdrachtkaarten met getallen, stippen of afbeeldingen. Gebruik hiervoor eventueel kaartjes van rekenmaterialen uit je kast) of laat ze de punten bij elkaar optellen.


Hinkelen

Benodigdheden:

- Stoepkrijt

- Een steentje

Teken een hinkel pad. Schrijf de cijfers in de vakken en gooi een steentje op het cijfer 1.

Spring vervolgens op één been de hinkelbaan over, van 1 tot en met 10 en weer terug. Alleen op het vakje waar de steen ligt, mag je niet komen. Op de terugweg pak je de steen op, terwijl je nog steeds op één been staat. En terug bij het begin gooi je het steentje in het vakje met het volgende getal. Zo werk je alle cijfers hinkelend af. Gooi of stap je mis, dan is de ander aan de beurt. Wie het eerste alle cijfers gehad heeft, is de winnaar.


Darten

Benodigdheden:

- Stoepkrijt

- Een klein voorwerp om mee te mikken

Teken cirkels op de stoep. Ga een stukje van de cirkels vandaan staan en mik iets richting de cirkels. Lukt het om het voorwerp ín een cirkel te gooien? Schrijf er ook cijfers in.

Hoeveel punten hebben de kinderen gehaald?

Variatie: Op de muur.

 

Op zoek naar meer


Boekentips:






















Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.


 

Bronnen




393 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page