Knutselen is niet alleen leuk. Het stimuleert de creativiteit van kleuters en is daarnaast ook een wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling van de fijne motoriek.
In deze blog neem ik het knutselen in een kleuterklas onder de loep.
Knutselen is zinvol!
In de dagelijkse hectiek, waarin digitale schermen onze aandacht opeisen en de tijd vaak schaar is, biedt het knutselen een kleuter een ontsnapping aan al deze drukte.
Maar daarnaast is knutselen ook erg belangrijk voor de ontwikkeling van kleuters.
Knutselen stimuleert de creativiteit. Door verschillende materialen te gebruiken en hun verbeeldingskracht te prikkelen, leren kinderen hun eigen ideeën te bedenken en hun eigen creatieve proces te ontwikkelen.
Knutselen vereist precisie en coördinatie. Door regelmatig te knutselen oefenen kinderen hun fijnmotorische vaardigheden. Dit helpt hen bij het ontwikkelen van oog-hand coördinatie en het verfijnt de bewegingen van hun handen, wat op latere leeftijd weer essentieel is voor het leren schrijven.
Knutselen is een geweldige manier voor kinderen om zichzelf uit te drukken. Deze vorm van zelfexpressie helpt kinderen hun emoties te begrijpen en te uiten op een manier, die vaak moeilijk met woorden te vatten is.
De tastbare resultaten van de inspanningen van het kind zorgen ervoor dat knutselwerkjes het zelfvertrouwen van kinderen vergroten.
Door kinderen samen iets te laten maken kun je de sociale vaardigheden van kinderen stimuleren.
Knutselen vereist geduld en doorzettingsvermogen en stimuleert het probleemoplossend vermogen van een kind.
Je kunt knutselen aan educatieve doelen koppelen, zoals het benomen van de kleuren.
Knutselopdrachten
In veel kleuterklassen worden er dagelijks tijdens de speelwerktijd knutsellesjes, passende bij het thema, gegeven. Deze knutsellesjes worden vaak bedacht door de leerkracht en leiden vaak tot prachtige resultaten, maar laten vaak ook weinig ruimte voor de eigen fantasie en inbreng van de kinderen, waardoor ze er vrijwel allemaal hetzelfde uitzien.
Het resultaat zegt hierdoor eigenlijk weinig over de creatieve vaardigheden van een kind. Vanwege het leerkracht gestuurde karakter kost de begeleiding ook vaak erg veel tijd.
Je zou je dus moeten afvragen of je net zoveel tijd besteedt aan het (stimuleren van) spel in de hoeken en andere ontwikkelingsaspecten.
Kinderen zelf laten knutselen
Laat deze leerkracht gestuurde opdrachten eens los en vervang ze voor vrijere opdrachten.
Geef de kinderen bijvoorbeeld de opdracht om een vis te maken, maar hoe en met welk materiaal ze dat gaan doen daar zijn ze vrij in. Leg vervolgens heel veel materialen klaar.
Denk daarbij aan: scharen, prikpennen en prikmatjes, verf, kwasten, papier, vouwbladen, kleurpotloden, stiften, wasco, kartonzaagjes van Makedo, wol, kurken, doppen, knopen, chenille draad, kosteloos materiaal, lijm, stickers, plakfiguren, plakband enz.
Deze opdrachten kunnen overigens ook variëren in de mate van vrijheid.
Je kunt bijvoorbeeld ook de opdracht geven om een vis van een doos te maken of een aquarium met vier vissen. Bespreek in de kring wat de kinderen in de knutselhoek zouden kunnen maken en leg ter inspiratie, naast een gevarieerd aanbod aan knutselmaterialen, ook eens knutsel-/vouwboeken of foto's van knutselwerken neer. De meeste kleuters zullen dit zelfstandig kunnen, een enkeling zal hulp nodig hebben. Laat de kinderen na afloop ook over hun knutselwerk vertellen. Op die manier levert het knutselen steeds unieke resultaten op, en is er veel ruimte voor de eigen fantasie en inbreng en daarmee voor het stimuleren van de creatieve ontwikkeling. Ook zie je vaak dat kinderen veel meer met overgave werken, wanneer zij een eigen keuze en inbreng mogen hebben. De resultaten van vrije werkjes zullen misschien van minder hoog niveau zijn, maar het gaat veel meer om het proces en het oefenen van motorische vaardigheden. Wel is het aan te raden om daarnaast techniekenlesjes te blijven geven, zodat de kinderen de tools en vaardigheden onder de knie krijgen, die nodig zijn om hun ideeën tot uitvoering te brengen.
Tip: Bedek de tafels met opengeknipte vuilniszakken. Even vastplakken en na afloop kun je ze zo weggooien. Scheelt een hoop schoonmaakwerk!
Tip: In de laatste twee maanden van het jaar wordt er in de kleutergroep vaak ook geknutseld met glitters. Erg sfeervol en gezellig, dat geschitter, maar hoe vaak worden de potjes wel niet omgestoten, of komt er veel meer uit dan eigenlijk de bedoeling was? Giet je glitters aan het begin van dit feestdagenseizoen in zoutpotjes met fijne gaatjes en draai of plak ze goed dicht. Zo kunnen de kinderen heel gericht en voorzichtig aan de slag met al dat moois.
Tip: Ga je met wol knutselen en raakt de wol steeds in de war. Boor dan een gaatje in een deksel van een potje of bakje. Doe de wol in het gesloten potje of bakje en haal het uiteinde van de wol hier doorheen. Een andere variatie hierop: Doe de wol in een lege reinigingsdoekjescontainer of in een kleine Pringles verpakking, waarbij je in het deksel een gaatje maakt.
Knutselen in en voor de themahoek
Er kan ook geknutseld worden voor de themahoek. Wanneer je een restaurant in je themahoek hebt kunnen kinderen bijvoorbeeld zelf een oven knutselen.
Daarnaast kun je fijn motorische vaardigheden, zoals knippen, plakken, stempelen, vouwen en schrijven ook in de hoeken zelf een plekje geven. Bij het restaurant kunnen bijvoorbeeld in de keuken frietjes worden geknipt. Door kinderen zelf materialen te laten bedenken en knutselen voor de hoeken zal je merken dat ze er ook voorzichtiger mee omgaan.
Moeite met knutselen
De ontwikkeling van baby tot kleuter is een bijzonder proces. Al in de baarmoeder vinden er allerlei ontwikkelingen plaats. Na de geboorte gaat een kind van alleen stil kunnen liggen in rap tempo naar rollen, kruipen, zitten, staan, lopen en rennen.
Door primaire reflexen maakt het lichaam telkens nieuwe ontwikkelingsstapjes.
De ene ontwikkeling zet de andere ‘aan’. Als er in dat proces iets hapert of anders gaat, bijvoorbeeld door een keizersnee, tangverlossing, stressvolle bevalling of ziekte, blijven bepaalde reflexen soms overbodig actief, met als gevolg dat er (on)opvallende problemen kunnen ontstaan die mogelijk gevolgen hebben voor het hele schoolleven van een kind.
Wanneer reflexen onnodig actief blijven, kan het voor het kind meer dan gemiddeld moeite kosten om mee te komen in de groep. Het is nuttig om als kleuterleerkracht deze nog aanwezige reflexen te leren herkennen, om te begrijpen waarom een kind moeite heeft met bepaalde vaardigheden.
Voorbeelden van vaardigheden waar nog aanwezige reflexen invloed op kunnen hebben, zijn: een potlood goed vasthouden, letters herkennen, cijfers rangschikken, stil op je stoel blijven zitten, zindelijkheid, huppelen en rennen.
Als een kind moeite heeft met knutselen dan kan het zijn dat hij motorisch nog niet voldoende ontwikkeld is, maar het kan ook zo zijn dat er nog een reflex actief is die in de zeer vroege ontwikkeling van een kind zorgt voor het besef dat er een linker- en een rechterhelft van het lichaam is. Zodra het hoofd draait, wil de arm strekken en de hand openen. Hierdoor heeft het kind weinig controle over arm en hand.
Vaak wordt er dan geoefend met de fijne motoriek, maar eigenlijk zit de uitdaging door deze reflex dan bij de grove motoriek. Beweegtip: Met een pittenzakje onder de kin tijgerend over de grond kruipen
Knutselwerkjes presenteren
Hang de knutselwerkjes als ze klaar zijn op of zet ze neer. Doe dit het liefst aan de zijkanten van je lokaal en zorg ervoor dat je lokaal niet te druk wordt.
Met de thema’s in de klas wisselen ook vaak de knutsels.
Wanneer je knutselwerkjes met plakband ophangt is het toch elke keer weer balen dat de hoekjes kapotscheuren als je deze weghaalt. En laten we het dan nog maar niet hebben over de plakbandresten die achterblijven. En een draad met paperclips staat vaak wat rommelig.
Je kunt de knutselwerkjes ook op de volgende manieren presenteren:
Lijm paperclips op de muur of deur. Als de lijm droog is, hang je heel eenvoudig je poster op tussen de paperclip en het magneetje.
Je kunt ook gebruik maken van een magneetstrip.
In plaats van waslijnen kun je (bijvoorbeeld in de gang) ook latten ophangen. Hierop hang je de werkjes met punaises
Maak in de hoeken van doorzichtige mappen (die aan de boven- en zijkant geopend zijn) gaatjes met de perforator, nadat je in elke mapje een A4 gekleurd karton hebt gedaan. Bevestig vier mapjes met S-haken onder elkaar. In de bovenste komen ook S-haken, waaraan je stukken ketting bevestigt. Maak de kettingen aan een lat vast en schuif in elke map een tekening of zo.
Bevestig op meerder plekken in je lokaal met punaises doorzichtig vissersdraad aan het plafond. Zorg dat ze van verschillende lengte zijn en hang ze in een groepje op meerdere plekken in je lokaal. Onderaan hang je een paperclip, of nog handiger zo’n ringetje met knijpertje voor gordijnen. Daaraan kun je dan de werkjes hangen.
Op zoek naar meer?
Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!
Bronnen
Bianca Oldenbeuving. Jufbianca.nl. (2011). 30 Praktische tips voor in je klas.
Geraadpleegd op 2 februari 2023.
.
Kommentarer