Grof taalgebruik komt bij kinderen tot 4 jaar veelvuldig voor. Het hoort bij de ontwikkeling van kinderen. In deze blog vertel ik je er meer over.
Vloeken en schelden
Vloeken is het uiten van vloekwoorden of een ander soort krachtterm, bijvoorbeeld uit woede, verbazing, frustratie of verontwaardiging. Oorspronkelijk gaat het bij vloeken om het misbruiken van woorden uit de godsdienst, zoals godverdomme.
Bij schelden gaat het om beledigende of kwetsende woorden, oftewel: woorden waarmee je iemand anders pijn doet. Tegenwoordig worden deze termen vaak door elkaar gebruikt om grof taalgebruik te benoemen.
Niet elk vies of grof woord is meteen een vloekwoord of een scheldwoord.
Als een kind ‘Poep’ roept omdat hij net heeft gepoept, wil hij dat gewoon aan jou duidelijk maken. Maar sommige kinderen maken er een hobby van om in de supermarkt continu ‘Poep’ te roepen, om aandacht te krijgen. Soms wordt een steviger vloekwoord ook helemaal niet als vloek bedoeld, maar weet het kind simpelweg nog niet wat het woord precies betekent.
Daarnaast kan het per familie verschillen welke woorden echt verboden zijn en welke woorden misschien wél worden toegelaten. In het ene gezin wordt ‘shit’ bijvoorbeeld wel toegestaan, terwijl dat in een ander gezin niet is toegestaan. Een kind moet leren wat precies de betekenis is van de vieze woorden en vloekwoorden die hij/zij roept en hoe zijn sociale omgeving denkt over die woorden.
Ook moet hi/zij leren dat sommige vloekwoorden bij een vriendje thuis misschien wel worden gebruikt, terwijl het in zijn/haar eigen gezin niet is toegestaan.
Aan jou de taak om kinderen te helpen om die sociale context te begrijpen.
Vloeken hoort erbij...
Alle kinderen kennen een vieze woorden fase. De meeste kinderen gaan tussen de 2,5 en 5 jaar de eerste vieze (scheld)woorden gebruiken. Een kind kent voordat hij naar de basisschool gaat vaak al heel wat vloek- en scheldwoorden. Het begint met onschuldige termen als ‘poep’ en ‘kakkie’, maar later komen er vaak ook ongepaste scheldwoorden voorbij. Elke ontwikkelingsfase heeft zijn eigen ‘vieze woordenschat’.
Zindelijk worden gaat vaak samen met de poep- en plasfase.
Kinderen vinden het dan ineens enorm interessant om dingen te roepen als: ‘Poepiescheetje’, ‘Broodje poep’ of ‘Ik ga op je plassen’.
Niet om stout te zijn, maar omdat ze nog geen schaamtegevoelens kennen.
Bovendien snappen ze nog niet dat de eerste drol in het potje een applaus oplevert, maar dat er te pas en te onpas over praten niet echt de bedoeling is.
Kleuters horen ineens allerlei nieuwe woorden op de basisschool. Woorden als ‘shit’, ‘fuck’, ‘kut’ en ‘godverdomme’ blijken volwassen niet oké te vinden en dat maakt het des te spannender en stoerder om het toch te zeggen. Vaak hebben ze geen flauw idee wat ze zeggen. Ze vloeken meestal omdat ze die woorden oppikken van iemand anders, bijvoorbeeld thuis, op het schoolplein of op televisie, in computerspelletjes en dat nadoen.
Het is totaal niet hun bedoeling om iemand anders te beledigen, ze doen het eigenlijk om hun spraak te verbeteren. Ook kunnen ze het heel grappig vinden om woorden als ‘piemel’ of ‘plas’ te roepen, vooral als ze daar een reactie op krijgen. Want daar gaat het een kleuter vaak om, om het uitlokken van een reactie. Een reactie van de volwassenen, maar vooral ook van leeftijdgenoten.
Vanaf een jaar of 7 gaan kinderen vieze of nare woorden bewuster inzetten en gaat het roepen van vieze woorden steeds meer plaats maken voor vloeken en schelden..
Hun gewetensontwikkeling is op gang gekomen en ze weten wat wel of niet door de beugel kan en beginnen zich ook steeds beter te beseffen wat ze zeggen.
Ze willen dus een reactie ontlokken met het zeggen van lelijke woorden.
Er kan thuis ook een omgekeerde situatie ontstaan: kinderen die hun ouders corrigeren: ‘Mam, dat mag je niet zeggen!’ Kinderen worden op deze leeftijd ook creatief in het verzinnen van andere woorden voor niet geaccepteerde vieze woorden, die wel geschikt zijn.
Tieners vloeken vooral om dezelfde reden als volwassenen: om zich te ontladen.
Maar de emotie die eraan ten grondslag ligt, kan enorm verschillen: misschien gaat het om woede, maar het kan ook gaan om teleurstelling, angst of pijn, of juist om verbazing, bewondering of blijdschap.
Ongepast taalgebruik hoort bij de ontwikkeling van kinderen.
Volgens pedagogen verkennen kinderen op deze manier hun grenzen, een fase die belangrijk is bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid.
Hoe ga je ermee om?
Geef er niet te veel aandacht aan! Wat aandacht krijgt, dat groeit. Hoe meer aandacht je dus aan het ongewenste gedrag geeft hoe meer een kind dit ook zullen vertonen. Je hoeft het vloeken ook niet helemaal te negeren, maar maak het zeker na de eerste keer niet te groot. Word je toch ontzettend boos of geef je een kind zelfs straf dan bestaat de kans dat hij/zij het woord opnieuw zal gebruiken om jou te ergeren of als hij op een andere manier geen aandacht krijgt.
Beloon goed gedrag!
Goed gedrag belonen werkt beter dan slecht gedrag straffen. Spreek bijvoorbeeld een periode af waarin je kind bepaalde woorden niet mag gebruiken. Lukt dat, complimenteer je kind dan voor het letten op zijn taalgebruik en beloon hem met iets leuks of iets lekkers.
Geef aan waarom het niet goed is!
Kleuters zijn zich vaak van geen kwaad bewust. Als je vloeken alleen maar verbiedt, heeft dat dus niet zo veel zin. Leg bij grof taalgebruik direct duidelijk uit waarom je het woord niet meer wil horen. Vertel dat het een slecht woord is en dat je met het woord andere mensen verdriet doet. Misschien zegt het kind een lelijk woord terwijl hij eigenlijk niet eens weet wat het betekent en schrikt hij als hij beseft wat hij heeft geroepen.
Leg uit dat regels per gezin kunnen verschillen!
Leg ook uit dat het gaat om de regels bij jou in de klas. Vertel ook dat die regels bijvoorbeeld per gezin kunnen verschillen; elk gezin is nou eenmaal anders.
Een kind kan hetzelfde vloekwoord bij een vriendje thuis gehoord hebben, waar het wel is toegestaan. Of misschien wordt dat vloekwoord op het voetbalveld continu geroepen door andere ouders. Maar dat betekent niet dat het bij jou in de klas ook mag.
Koppel er geen waardeoordeel aan: de regels van die andere gezinnen zijn niet slecht.
Maar dit zijn de regels die binnen onze klas gelden, omdat wij dit belangrijk vinden.
Let op je eigen taalgebruik! Volwassenen zijn het grote voorbeeld van kinderen. Ze kopiëren niet alleen jouw gedrag, maar ook de woorden die uit jouw mond komen. Wanneer jij bepaalde woorden gebruikt zullen de kinderen dit herhalen. Het is daarom belangrijk dat je let op je eigen taalgebruik.
Natuurlijk....als jij je teen stoot, kun je misschien niet altijd voorkomen dat er een ‘shit’ uit je mond floept. Mocht er uit je eigen mond een vloekwoord ontsnappen, maak dan je excuses. Zo ben je een goed voorbeeld voor je kind. Want iedereen maakt wel eens een foutje.
Ga op zoek naar de oorzaak! We kunnen kinderen niet in een vloekvrije wereld laten opgroeien, maar we kunnen wel bewuste maatregelingen nemen. Wat kijken de kinderen bijvoorbeeld voor televisieprogramma’s? Welke boeken lezen ze? Welke computerspelletjes spelen ze?
Als je twijfelt aan het aanbod verbied het dan. Ook internet kun je voor kinderen veiliger maken door er bepaalde filters op te zetten.
Lach niet! Doe je best om niet in de lach te schieten, hoe moeilijk dat soms ook is.
Elk kind vindt het leuk om anderen aan het lachen te maken, dus de kans is groot dat hij/zij het bewuste woord dan nog een keer zal gebruiken. Het kan verwarrend zijn als er eerst om vieze woorden wordt gelachen en dat het dan opeens niet meer mag.
Verzin alternatieve vloekwoorden! Verzin alternatieve vloekwoorden. Een bekende is het woord ‘chips’ in plaats van ‘shit’.
Maak er een leuk spelletje van.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke aanvullingen of suggesties? Laat dan een reactie achter!
Bronnen
Linda Willemsen. Klasvanjuflinda.nl. (2016). Wat doe je als een kind grof taal gebruikt?
Geraadpleegd op 28 juli 2022.
Ouders van Nu. (Jaartal onbekend). Vloeken, schelden en de vieze woorden-fase.
Geraadpleegd op 28 juli 2022.
..
Comments