site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Thema het Kleurenmonster: Opening/afsluiting

Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken. Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen. Daarnaast zijn de startactiviteiten ook belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen.

Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven. In deze blog geef ik je suggesties om het thema het Kleurenmonster te openen en/of af te sluiten.



De belevingswereld van de kinderen


Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:

  • Heb je wel eens een Kleurenmonster gezien?

  • Is jouw hartje wel eens geel? Wanneer?

  • Is jouw hartje wel eens groen? Wanneer?

  • Is jouw hartje wel eens blauw? Wanneer?

  • Is jouw hartje wel eens rood? Wanneer?

  • Is jouw hartje wel eens zwart? Wanneer?

  • Is jouw hartje wel eens roze? Wanneer?

  • Ben jij wel eens in de war? Wanneer?

  • Hoe voel jij je vandaag? Waarom?

  • Vond je jouw eerste schooldag ook spannend?

  • Wat is jouw favoriete kleur (hartje)

  • Welk gevoel vind je fijn?

  • Welk gevoel vind je niet fijn?

  • Zou je zelf een Kleurenmonster willen zijn?

 

De thematafel


Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:

  • Knuffels van de Kleurenmonsters. Er zijn Kleurenmonster knuffels te koop, maar je kan ze ook zelf maken. Voorbeelden daarvan vind je op mijn Pinterest

  • Boeken over het Kleurenmonster

  • Flessen of potjes met gekleurde materialen

  • Plaatjes of posters van het Kleurenmonster

  • Emotiekaarten

  • Gekleurde cirkels

  • Gekleurde lampjes

  • Gekleurde lappen

  • Een (mini-)hangmat voor het groene Kleurenmonster

  • Bolletjes wol in verschillende kleuren

  • Verander grote dozen in Kleurenmonsters

  • Knutselwerkjes van de kinderen

  • Pompons

  • Woordkaarten van het Kleurenmonster Download hier!

Voorbeelden van thematafels vind je op Pinterest



Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op.

Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.

 

Aankleding van de klas


Breng je lokaal in de sfeer van het thema. Enkele suggesties:

  • Maak een welkom bord. Maak een groot Kleurenmonster van papier of karton, schrijf de namen van alle kinderen op gekleurde cirkels en hang deze, samen met de tekst: 'We gaan er een monsterlijk leuk jaar van maken', om het Kleurenmonster heen.

  • Versier de deur met een "gordijn" van gekleurde repen crêpepapier. Hang er eventueel ook kleurenmonstertjes van papier (gelamineerd) aan.

  • Verander de deur in een kleurenmonster: plak er wenkbrauwen, ogen en een mond met tanden en gekleurde stroken op.


  • Verander gekleurde ballonnen in Kleurenmonsters en versier het lokaal hiermee.


  • Maak een slinger van papieren Kleurenmonsters

  • Maak met verf (en je eigen voeten) een spoor van gekleurde voetstappen op de grond.

  • Maak Kleurenmonsters van grote dozen.

  • Versier de ramen met afbeeldingen van het Kleurenmonster

  • Maak een raamschildering. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.

  • Laat de kinderen zelf een raamschildering van het Kleurenmonster maken/inkleuren.

Meer voorbeelden vind je op mijn Pinterest

 

Voorwerpen


Haal voorwerpen de klas in, die met het Kleurenmonster en emoties te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.

De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.

Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?

  • De kinderen vinden bijvoorbeeld een pot met gekleurde dopjes in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk dat het voorwerp van het Kleurenmonster is.

  • De voorwerpen kunnen ook in een doos of koffer geplaatst worden. Gedurende het thema komt er steeds wat uit de doos tevoorschijn. Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen ongetwijfeld nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.

 

Een verhalend ontwerp


Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen.

Laat een Kleurenmonster-handpop op visite komen of maak een spoor van gekleurde voetafdrukken die leidt naar een (brief van het ) Kleurenmonster.

Of wikkel allerlei kleuren wol om een Kleurenmonsterknuffel en volg het spoor van de draad door de school en geef de kinderen op die manier ondertussen meteen een rondleiding door de school. Het Kleurenmonster is de kluts kwijt en vraagt de kinderen om hulp.

De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. Ze kunnen bijv. iets gaan bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets knutselen enz...

Na afloop mogen ze hun werk aan Het Kleurenmonster en de groep presenteren.


 

Drama


Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:

  • De leerkracht komt als een Kleurenmonster de klas binnen

  • De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten het boek van Het Kleurenmonster uit.

  • Een poppenkastvoorstelling over het Kleurenmonster.

  • De kinderen kunnen zelf een voorstelling verzorgen.

 

Een boek


Start het thema met het voorlezen van een boek over emoties /het Kleurenmonster.


 

Een speurtocht


Organiseer een speurtocht in of rondom de school.

Enkele variaties:

  • Het Kleurenmonster gaat naar school-bingo: Geef de kinderen een bingo kaart. Wie heeft als eerste alle spullen die daarop staan verzameld? Extra leuk in de eerste schoolweken om het lokaal beter te leren kennen! Download hier!


  • Een aantal leerkrachten/volwassenen verkleden zich als kleurenmonster en lopen in en om de school heen. De kinderen zoeken de kleurenmonsters op. Het kleurenmonster geeft ze vervolgens een letter of een deel van een plaatje. Nadat alle kleurenmonsters gevonden zijn, wordt de naam of het plaatje in elkaar gepuzzeld.

  • In de klas, school of rondom de school hangen overal afbeeldingen van kleurenmonsters. De kinderen zoeken deze. Bij ieder kleurenmonster vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een puzzelplaatje.

  • De kinderen volgen een spoor van gekleurde potjes. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een Kleurenmonster (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over emoties om voor te lezen.

  • Het Kleurenmonster is kwijt. De kinderen moeten een speurtocht doorlopen, die hen naar de vindplaats leidt. Schrijf in de brief dat de kinderen het Kleurenmonster moeten gaan zoeken. Laat aanwijzingen achterin de brief. Als ze die opvolgen dan zullen ze het Kleurenmonster kunnen vinden. Print op gekleurd papier de cijfers 1 tot en met 10 uit. Stop de cijfers in insteekhoesjes. Maak ook een foto van de vindplaats en print de foto uit en knip deze in tien stukken. Stop in ieder hoesje een stuk van de foto. Laat de kinderen in de klas of door de school op zoek gaan naar de cijfers. Zodra ze allemaal zijn gevonden maakt de groep de puzzel om de vindplaats te achterhalen.

  • Geef de kinderen (of per groepje) een ‘afstreepblad’, met allerlei figuurtjes erop. Verspreid door de school hangen kaarten, met daarop een van die figuurtjes (bijvoorbeeld de verschillende kleuren Kleurenmonsters). Dat figuurtje is omcirkeld. En dat betekent, dat de kinderen dit figuurtje op hun ‘afstreepblad’ moeten afstrepen. Bovendien staat er op die kaart: een afbeelding van de actuele locatie (dus waar de kinderen nu zijn; bijvoorbeeld: het klimrek) en een pijl, met daarachter een afbeelding van de plaats, waar de volgende kaart zich bevindt (dus waar de kinderen vervolgens naartoe moeten; bijvoorbeeld: de huishoek). Op iedere plek moeten de kinderen een opdracht uitvoeren. Als de kinderen alle gevonden figuurtjes op hun ‘afstreepblad’ hebben doorgestreept, houden ze één figuurtje over. De vraag is dan natuurlijk of ze het juiste figuurtje hebben overgehouden! Uiteraard begint elk groepje bij een andere kaart. Als kinderen bij hun beginkaart terug zijn, dan weten ze, dat ze kunnen stoppen met zoeken. Laat de kinderen in kleine groepjes, onder begeleiding van bijvoorbeeld een kind uit de bovenbouw of een ouder, de zoektocht maken.

  • Het Kleurenmonster is verdrietig. Er is een dief langs geweest, die tien emotiepotjes (bijv. potjes met gekleurde kralen) heeft gestolen. Kunnen de kinderen deze in of rondom de klas terugvinden? Doe foto's van de emotiepotjes die gezocht moeten worden in een envelop.

  • Verdeel de klas in vier groepen. Hang de emotiekaarten uit deze download op in de omgeving van de school en organiseer een speurtocht. Geef iedere groep een sorteerkaart mee. Ze gaan op zoek naar de kaarten die daarbij horen. Wie heeft ze als eerste gevonden?

 

Een leergesprek


Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd. Dat kan bijvoorbeeld met een leergesprek.

Inventariseer wat de kinderen al weten en nog willen leren over gevoelens.

Daarna kan er een woordveld worden gemaakt of kunnen de weetjes op stroken worden genoteerd en opgehangen bij: 'wat weten we al?'

Dit woord- of weetjesveld wordt gedurende het thema verder aangevuld . Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien. Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen. Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren? Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:

  • Waarom...?

  • Hoe...?

  • Welke...?

  • Wanneer....?

  • Wat als...?

  • Waar...?

  • Hoe kun je...?

  • Als....dan....?

Bespreek hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?

Deel ze eventueel ook daar op in:

  • Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?

  • Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?

  • Wat kun je zelf gaan onderzoeken?

  • Waar kun je iets voor ontwerpen?

Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken over gevoelens en tablets, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken. Naarmate de kinderen meer over gevoelens leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten.

Verplaats deze stroken tenslotte naar: 'Dit zijn we te weten gekomen'.

 

Een quiz


Organiseer een quiz over het Kleurenmonster.

Wat weten ze al of nog van het onderwerp af?

 

Een feest


Sluit het thema eens feestelijk af.

  • Zorg voor gekleurde versieringen.

  • Laat de kinderen in een bepaalde kleur kleding naar school komen. Combineer dit met een modeshow. Laat de kinderen over een rij van tafels of een rode loper hun kleding showen. Speel zelf de omroeper of laat een kind vertellen over de outfits van je klas.

  • Organiseer een photoshoot. Maak bijvoorbeeld een Kleurenmonster van karton en snijd daar een cirkel voor het hoofd uit. Of maak een kleuren/photoshoot.

  • Ga sjoelen. Je kunt het gewone sjoelen omtoveren in Kleurenmonster sjoelen door iedere sjoelsteen te versieren met een Kleurenmonsterplaatje of door de plaatjes op de puntentelling te plakken.

  • Speel spelletjes met gekleurde ballonnen: De kinderen staan in een cirkel en er is een ballon opgeblazen. Het kind met de ballon in zijn of haar handen gooit de ballon omhoog en roept dan de naam van het kindje die de ballon moet vangen. Als hij hem gevangen heeft, mag hij de ballon weer omhoog gooien en iemand roepen. Niet gevangen? Dan mag het kindje gaan zitten. Diegene die als laatste over blijft, heeft gewonnen. In tweetallen overspelen, een ballon hoog houden, lummelen of een opgeblazen ballon laten leeglopen, wegvliegen en opvangen, is ook leuk. De kinderen kunnen met een ballon tussen hun knieën een parcours afleggen. Een andere variant daarop is om de ballon tussen de buiken van twee kinderen te laten klemmen.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!




7.364 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page