Bij het omgaan met gevoelens speelt naast het karakter, de omgeving en de opgedane ervaringen van een kind, zijn of haar leeftijd een grote rol.
Dat heeft te maken met de groei en rijping van het zenuwstelsel.
Wanneer kleuters emoties emoties ervaren hebben verschillende breingebieden namelijk een belangrijke rol. Het brein is pas rond het 23e levensjaar uitgerijpt, dat betekent dus dat je nog niet alle emotionele vaardigheden van kleuters kunnen verwachten.
Door in het kleuterbrein te kruipen leer je de emotionele ontwikkeling van een kleuter beter begrijpen en kun je gepast reageren. In deze blog lees je er meer over.
Het brein en emoties
Leren omgaan met gevoelens hoort bij de emotionele ontwikkeling van een kind.
Hierbij spelen een aantal zaken een belangrijke rol:
De groei en rijping van het zenuwstelsel.
Temperament en niveau van ontwikkeling. Ieder kind heeft een eigen karakter en manier van ontwikkelen. Het ene kind leert makkelijker dan een ander.
Sociaal functioneren van ouders en steun uit de omgeving. Welk voorbeeld krijgt een kind en welke reacties krijgt het kind op zijn of haar gedrag?
Opgedane ervaringen
Om de rol van de groei en rijping van het zenuwstelsel bij het ervaren van emoties te begrijpen is het belangrijk om te weten hoe het brein werkt.
Eenvoudig uitgelegd kunnen we ons brein onderverdelen in 3 soorten:
Het reptielenbrein
Het zoogdierenbrein
Het mensenbrein
Het reptielenbrein
Het reptielenbrein (de hypothalamus en hersenstam) is het onderste gedeelte van ons brein. Het is ons oudste en meest instinctieve brein.
We spreken van 'reptielenbrein' omdat dit stukje brein bij reptielen overheerst.
Hier bevinden zich de functies die nodig zijn om te overleven, zoals de behoefte om te eten en te slapen en het regelen van de bloeddruk en de hartslag. Om te overleven moet je soms ook huilen, vechten, vluchten of doodstil blijven staan.
Het reptielenbrein zorgt ervoor dat we bij gevaar, overmatige stress, angst enz. gaan vechten, vluchten of bevriezen.
Deze gedachten (vechten, vluchten, bevriezen) gaan razendsnel, we kunnen of hoeven hier niet over na te denken. Het is dit brein die vooral in actie schiet als een kind een vol hoofd heeft. Dit uit zich bijvoorbeeld in een woedeaanval, waarbij een kind slaat of schopt (vechten), weglopen en met de deuren slaan (vluchten) of het zichzelf afsluiten van de wereld (bevriezen). Vooral de eerste 2 keuzes zijn het meest heftig voor de omgeving.
De optie bevriezen is eerder een passieve actie waardoor die minder impact heeft op de omgeving, maar het is wel belangrijk om te weten dat een kind zich dan ook in een overlevingsfase bevindt.
Het zoogdierenbrein
Ons zoogdierenbrein (het limbische brein) heeft zich met de jaren rond ons reptielenbrein ontwikkeld. In dit gebied bevindt zich een klein gebied dat een emotie aan gebeurtenissen koppelt en een gebied die een rol speelt bij het opslaan van gebeurtenissen. Als een gebeurtenis veel impact maakt op een kind koppelt zijn brein hier dus een heftige positieve óf negatieve emotie aan. Hoe vaker een gebeurtenis zich voordoet hoe groter de impact hiervan is. Het zoogdierenbrein werkt als een stoplicht op de zintuiglijke prikkels die binnenkomen. Deze informatie wordt hier onderzocht op gevaar door informatie te vergelijken die al is opgeslagen aan herinneringen in ons ‘onbewuste’ geheugen.
Het zoogdierenbrein is iets verder ontwikkelt dan het reptielenbrein. Het reptielenbrein en zoogdierenbrein samen zorgen ervoor dat we dingen die we als leuk hebben ervaren willen herhalen, terwijl zaken die als negatief werden ervaren eerder vermeden zullen worden.
Het mensenbrein
Het mensenbrein (de Neo-cortex) vormde zich met der tijd rond onze 2 andere breinen.
Dit is het meest geëvalueerde “nieuwste” gedeelte van het brein.
Hiermee onderscheidt de mens zich van de andere zoogdieren.
Het mensenbrein is eigenlijk ons ‘gezond verstand’. Hier zit ons intellect, onze taal en onze ratio. Ons mensenbrein zorgt er voor dat we bewust en logisch kunnen nadenken, aan zelfreflectie kunnen doen, dat we onze driften kunnen uitstellen, dat we problemen leren oplossen, dat we doelen stellen, dat we kunnen plannen, kunnen leren, dingen kunnen afwegen en erover praten enz. Kort gezegd maken we onbewust beslissingen met ons reptielen- en zoogdierenbrein om het daarna te gaan rationaliseren met ons mensenbrein.
In dit gebied van het brein wordt de binnengekomen informatie verwerkt en omgezet naar gedrag. Jonge kinderen kunnen hun eigen gedrag nog niet zo goed aansturen: daar hebben ze volwassene hard bij nodig! Kinderen kunnen zich pas optimaal ontwikkelen als de twee andere delen van het brein zich rustig houden.
Het stressvenster
Iedereen heeft een bepaald stressvenster. Dit venster varieert per mens in grootte.
Ook kan dit venster qua grootte veranderen naarmate de situatie waarin we ons bevinden.
Als een kind bv. in een stressvolle situatie zit, dan zal zijn stressvenster kleiner zijn dan in een situatie zonder stress. Kinderen die hoogsensitief zijn en die alle prikkels ongefilterd binnen krijgen hebben ook een kleiner stressvenster. Zij ervaren daardoor vaker meer stress en meer prikkels dan andere kinderen.
Als we stress ervaren en die stress binnen het raampje blijft (ofwel je de stress kunt verdragen) dan werken onze drie breinen goed samen en kan je nog nadenken en kiezen hoe je reageert. Aan het lichaam merk je het volgende: verhoogde hartslag, snellere ademhaling, zintuigen worden gevoeliger, spieren raken meer gespannen.
Het ligt aan de situatie en gedachten van het kind wat het dan gaat doen.
Denkt het kind het is oké, niks aan de hand, dan gaat het terug naar zijn/haar mensenbrein.
Als een kind deze stress echter niet kwijt kwijt kanen denkt dit gaat mis, ik ga pijn krijgen, dan bestaat de kans dat hij buiten zijn/haar stressvenster zal treden.
Als dat gebeurt, dan wordt zijn/haar mensenbrein uitgeschakeld en neemt zijn reptielenbrein het over. Het kind kan dan niet meer nadenken of een oplossing bedenken.
Het lichaam stuurt zichzelf aan om zich te verdedigen tegen gevaar: vechten, vluchten of bevriezen. Het kind kan dit uiten met woedeaanvallen, driftbuien, weglopen of sluit zich helemaal af van de buitenwereld.
Een kind die in zijn reptielenbrein schiet kan nog niet zelf terugkeren naar zijn mensenbrein om zijn ratio aan te spreken. Daar heeft het hulp van volwassenen bij nodig.
Dat is ook de reden waarom je in zo'n geval beter eerst ruimte kan geven aan het laten zakken van emoties, voordat je overgaat tot een inhoudelijk gesprek.
Het kleuterbrein
Ons brein is pas volledig ontwikkeld bij de leeftijd van 23 jaar.
Hierdoor kun je dus nog niet alle emotionele vaardigheden van kleuters verwachten.
Bij kleuters overheerst het reptielenbrein nog.
Dat is ook de reden waarom kleuters nog heel erg in het moment leven, primair en soms ook heftig en nog geen verantwoordelijkheden en tijd kennen.
Kinderen leren naarmate ze ouder worden en hun brein verder rijpt steeds meer controle over hun gevoelens te krijgen. Op het moment dat een kind ‘waarom’-vragen gaat stellen, weet je dat het mensenbrein meer van zich gaat laten horen.
Een kind van 12 jaar zal je bijvoorbeeld niet meer zo snel stampend en gillend op de grond aantreffen. De hersenen van een kind van 12 jaar zijn al veel verder ontwikkeld. Zij kunnen wel al hun gevoelens onder woorden brengen en hebben meer controle over hun emoties.
Meer over het kleuterbrein lees je in mijn blog: Het kleuterbrein
Op zoek naar meer?
Boekentips:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog aanvullingen of suggesties op deze blog? Laat dan een reactie achter!
Bronnen
Centrum voor Jeugd en Gezin. (Jaartal onbekend). Thema emoties bij kinderen.
Geraadpleegd op 3 januari 2023.
Hoofdjevol. (Jaartal onbekend). Wat gebeurt er precies als jouw kind zijn of haar hoofdje vol loopt? Geraadpleegd op 3 januari 2023,
Rian Meddens. (Jaartal onbekend). Omgaan met emoties van kinderen in 5 stappen.
Geraadpleegd op 3 januari 2023,
Comments