site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema het Kleurenmonster: Emotionele ontwikkeling

Bijgewerkt op: 7 jul

In deze blog geef ik je suggesties voor activiteiten om de emotionele ontwikkeling bij het thema Het Kleurenmonster te stimuleren.



Emoties: algemeen


Uit de war

Benodigdheden:

- Een kleurenmonsterknuffel

- Gekleurde wol

Wind allemaal gekleurde wollen draadjes om het Kleurenmonster heen.

Het Kleurenmonster is in de war van alle emoties.

Haal vervolgens per dag een draadje eraf en doe deze in een potje.

Bespreek steeds de bijbehorende emotie.



Welke emotie hoort erbij?

Benodigdheden:

- Emotiekaarten van Het Kleurenmonster. Download hier!

- Gekleurde dopjes.

Leg de emotiekaarten in de kring.

1. Allereerst moeten de kinderen leren welke emotie bij welk plaatje hoort. Wijs een emotiekaart aan en benoemde emotie die daarbij hoort.

2. Geef elk kind een dopje en noem een situatie. De kinderen leggen hun dopje vervolgens op de emotie die ze bij deze situatie vinden passen. Voorbeelden van situaties kunnen zijn:Het kleurenmonster voelt dat hij brandt van binnen.

  • Het Kleurenmonster springt omhoog.

  • Het Kleurenmonster ligt te relaxen in zijn hangmat.

  • Het Kleurenmonster verstopt zich.

  • Het Kleurenmonster voelt zich rustig.

  • Het Kleurenmonster voelt zich blij.

  • Het Kleurenmonster voelt zich verdrietig.

  • Het Kleurenmonster voelt zich boos.

  • Het Kleurenmonster voelt zich bang.

  • Het Kleurenmonster voelt zich verliefd.

  • Het Kleurenmonster voelt zich klein en zielig.

  • Het Kleurenmonster rolt over de grond van het lachen.

  • Het Kleurenmonster heeft nergens zin in.

  • Het Kleurenmonster ziet een grote spin.

  • Het Kleurenmonster ziet een grote hond langs de weg staan.

  • Het Kleurenmonster ligt op het strand.

  • Het Kleurenmonster moet alleen in het donker naar huis.

  • Het Kleurenmonster heeft niemand om mee te spelen.

  • Het Kleurenmonster laat zijn lievelingsspeelgoed kapot vallen.

  • Het Kleurenmonster heeft een wedstrijd gewonnen.

  • Het Kleurenmonster moet bovenop het dak klimmen.

  • Het Kleurenmonster heeft een spelletje verloren.

  • Het Kleurenmonster heeft ruzie met zijn beste vriend.

3. Geef alle kinderen de emotiekaarten ook in het klein en laat ze dan bij iedere emotiekaart hetzelfde (kleine) plaatje tonen. Controleer of ze het juiste plaatje laten zien. Vooral bij de jongste kleuters is het niet altijd zeker of ze al goed gedetailleerd kunnen waarnemen.

4. Leg vier hoepels in de kring. Leg in iedere hoepel een emotiekaartje. Schets nu allerlei emotievolle situaties, zoals: “Ik voel me ziek. Welk plaatje hoort daarbij?” (Een of meer kleuters mogen nu het emotieplaatjes dat bij dat gevoel hoort in de juiste hoepel leggen.

5. Vraag daarna aan de kinderen of ze het gezicht kunnen trekken dat bij de genoemde emotie hoort. Laat ze daarbij in een spiegel kijken.

6. Laat een kleuter een emotiekaart trekken en deze uitbeelden. Kunnen de andere kinderen de bijbehorende emotie raden?

7. Laat allerlei foto's van andere mensen zien (bijvoorbeeld van Internet). Sorteer deze foto's met de kinderen bij de emotiekaarten. Praat er ook over: Waarom is dit kindje boos? Waarom lacht deze mevrouw?


Wanneer...?

Benodigdheden:

Laat de emotiekaarten zien. Welke emotie hoort daarbij?

Stel de kinderen de volgende vragen:

  • Wanneer voel jij je blij?

  • Wanneer voel jij je boos?

  • Wanneer voel jij je bang?

  • Wanneer voel jij je verdrietig?

  • Wanneer voel jij je kalm?

  • Wanneer ben jij in de war?

  • Ben jij verliefd?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich blij voelen?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich boos voelen?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich bang voelen?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich verdrietig voelen?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich kalm voelen?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich in de war voelen?

  • Wanneer zou het Kleurenmonster zich verliefd voelen?

Door de oorzaak van emoties te benoemen, krijgt het kind langzamerhand meer inzicht in zijn gevoelens en leert hij/zij zichzelf steeds beter te begrijpen.

Laat de kinderen op een blije, boze, bange en verdrietige manier kijken.

Laat ze daarbij in een spiegel kijken. Wat verandert er aan hun gezicht?


Wat verandert er aan jouw gezicht?

Benodigdheden:

- Een spiegel

Leer kinderen ook non-verbale uitingen van emoties te herkennen!

Laat de kinderen een woord of een zin als een blij, boos, bang en verdrietig Kleurenmonster zeggen. Laat ze daarbij in een spiegel kijken. Wat verandert er aan hun gezicht?

Ze moeten daarbij vooral letten op ogen, wenkbrauwen en mond.

De meeste emotionele signalen worden via deze lichaamsdelen geuit.

  • Wanneer je blij bent krullen je mondhoeken omhoog, staan je ogen normaal open en zijn je wenkbrauwen en lichaam ontspannen.

  • Wanneer je verdrietig bent hangen je mondhoeken naar beneden en laat je je hoofd, ogen en wenkbrauwen hangen.

  • Wanneer je boos bent is je mond strak en gesloten, knijp je je ogen, zijn je wenkbrauwen gefronst en kijk je iemand recht in de ogen (eventueel met de handen in de zij).

  • Wanneer je bang bent is je mond open. staan je ogen wijd open, zijn je wenkbrauwen opgetrokken en gespannen en maak je jezelf klein. Laat de kinderen een zin op een blije, boze, bange en verdrietige manier zeggen.


Emotiepotjes

Benodigdheden:

- Geen

Stel je voor: Je gaat naar de winkel en je koopt daar een potje blij, boos, bang of verdrietig. Wat zou er dan in dat potje zitten?


De emotieshaker

Benodigdheden:

- Geen

Zet alle kinderen in een grote cirkel en laat ze er (met ogen dicht, als ze dat durven) staan. We gaan er wat emotie ingooien. Als je een emotie noemt, zoals blij of verdrietig, laten de kleuters dat zien op hun gezicht. Zet je de shaker wat groter, dan mogen ze de emotie meer laten zien (met hun hele lijf bijvoorbeeld), maar ze moeten wel blijven opletten, want jij draait aan de knoppen. Laat zo verschillende emoties de revue passeren.


Een zorgenvriendje

Benodigdheden:

- Verander een doos in een kalm Kleurenmonster

Tijdens dit thema is het monster het zorgenvriendje van de kinderen.

Wanneer een kind zich niet prettig voelt en hem/haar iets dwars zit, dan tekent hij hierover en stopt dit in de bek van het zorgenvriendje. Het Kleurenmonstertje ‘eet’ vervolgens deze ‘negatieve’ gevoelens op.


Een emotiemeter

Benodigdheden:

- Emotiekaarten van het Kleurenmonster. Download hier!

- Wasknijpers met de namen of foto van de kinderen.

Hang de emotiekaarten op.

Bespreek met de kinderen voor welk gevoel ieder Kleurenmonster staat.

Laat ze zelf voorbeelden bedenken van situaties waarop elk Kleurenmonster van toepassing kan zijn.

Laat de kinderen vervolgens elke dag een gepersonaliseerde wasknijper bij het Kleurenmonster plaatsen, die bij hun gevoel van dat moment past.

Praat over de gevoelens, zodat een kind ze kan ventileren.













Wat betekenen kleuren voor jou?

Benodigdheden:

- Kleurenkaarten

Bij iedere kleur van het Kleurenmonster hoort een bepaald gevoel. Maar voor iedereen heeft iedere kleur weer een andere betekenis. Sommige kinderen worden bijvoorbeeld blij van de kleur roze en anderen weer van de kleur blauw. Hoe is dat voor de kinderen?

Bespreek bij iedere kleur wat voor gevoel die kleur hen geeft. Worden ze er bijvoorbeeld heel rustig van of druk? of juist heel fit? Heel blij of heel verdrietig?


Hoe voel jij je vandaag?

Benodigdheden:

- Een emotiemeter van het Kleurenmonster Download hier!

- Gekleurde teldopjes.

Vraag de kinderen hoe zij zich voelen en laat ze een gekleurd dopje bij het Kleurenmonster leggen, die daarbij past. Dit nodigt meteen uit tot een rekenactiviteit: Waarvan zijn er de meeste/minste?

Variatie: De kinderen doen een gekleurd dopje of een ijslollystokje met hun foto erop in een potje als ze ergens op de dag merken dat ze heel blij, boos, verdrietig, bang of kalm zijn.

Je kunt de potjes er ook bij pakken als zich een conflict voordoet.

Aan het eind van de dag bekijk je dan samen de potjes en kies je een paar kinderen die mogen toelichten waarom ze die kleur in het potje deden.

Op die manier leren ze hun gevoelens verwoorden en elkaar goed kennen.



Emoties spiegelen

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen zijn Kleurenmonsters en staan in tweetallen.

Het ene kind laat een gevoel zien. Het andere kind spiegelt dit.


Weekendgesprek

Benodigdheden:

- Emotiekaarten (download hier!)of Kleurenmonsterpoppen.

De kinderen vertellen over het weekend. Ze nemen de juiste ‘emotie’ bij zich op schoot vertellen erover. Mocht er iets zijn dat ze willen vertellen maar niet durven, dan hebben ze, wanneer je gebruik maakt van de Kleurenmonsterpoppen meteen een maatje bij zich op schoot. Dit maakt het vertellen vaak minder spannend.


Een emotie web

Benodigdheden:

- Emotiekaarten van het Kleurenmonster. Download hier!

- Grote vellen papier

- Tekenmateriaal

Bespreek de emoties die bij de afbeeldingen van het Kleurenmonster horen.

Waar worden de kinderen blij, boos, bang, verdrietig of kalm van? Teken en schrijf het bij het betreffende Kleurenmonster.


Een loopje nemen...

Benodigdheden

- Geen

Zorg voor een lege ruimte in het lokaal. Verdeel de kinderen over de ruimte.

Je bent een Kleurenmonster en vertelt dat je op heel veel manieren kunt lopen.

Doe zelf een manier voor. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik ga nu lopen alsof ik heel moe ben.’

Loop vervolgens met afhangende schouders en met ‘je tong op je schoenen’ een stukje door de ruimte. De kinderen moeten het verband zien tussen jouw manier van lopen en je gemoedstoestand. Als eerste mogen de kinderen, net als jij, lopen alsof ze doodmoe zijn. Dan volgen andere opdrachten.

  • Lopen alsof je heel vrolijk bent (huppelen)

  • Op je tenen lopen, stiekem: niemand mag het horen!

  • Boos lopen, stampvoeten

  • Lopen alsof één been erg veel pijn doet

  • Lopen alsof je haast hebt (maar niet rennen!)

Als het lopen goed gaat, kun je de kinderen ook geluiden laten toevoegen.

  • puffen en zuchten bij het vermoeid lopen

  • zingen bij het vrolijk lopen

  • ‘Ssssssst!’ sissen bij het stiekem lopen

  • grommen bij het boos lopen

  • kreunen en ‘au, au’ zeggen bij het gewond lopen

  • ‘Opzij, opzij, opzij!’ zeggen bij het gehaast lopen


Wat ben ik?

Benodigdheden:

- Emotiekaarten van het Kleurenmonster. Download hier!

- Een kartonnen strook

- Klittenband

Plak de klittenband op de strook en de emotiekaarten. Een kind krijgt de strook om zijn hoofd. Plak er een emotiekaart op zonder dat het kind deze kan zien.

Hij/zij moet er door vragen achter komen wat hij is: blij, boos, bang enz.


Raad de kaart!

Benodigdheden:

- Emotiekaarten van het Kleurenmonster. Download hier!

Leg de emotiekaarten met de voorkant naar boven. Kies om de beurt een kaart, maar vertel de andere kinderen niet welke je hebt. Vertel een kort verhaal over een tijd dat je je zo voelde en kijk of de andere kinderen kunnen raden welke kaart je hebt gekozen.


Help!

Benodigdheden:

- Emotiekaarten van het Kleurenmonster. Download hier!

Kies een negatieve emotie en praat over manieren om met iemand te praten en diegene te ondersteunen waarvan we kunnen zien dat hij/zij zich zo voelt.

Oefen het zeggen van deze woorden door een rollenspel te spelen.


Emoties zingen

Benodigdheden:

- Maak kaartjes met de vier basisemoties; blij, boos, bang en verdrietig.

Leg ze op een rij. Zing samen een bekend lied over emoties of het Kleurenmonster.

Na afloop mag 1 kind een kaartje kiezen.

Hij/zij kijkt naar de emotie op het kaartje en zingt met deze emotie.

Variaties:

1. Zing met de hele groep samen in de emotie van het kaartje.

2. Of maak er een raadspel van; de kinderen zien niet welk kaartje wordt gepakt en raden met welke emotie het lied gezongen wordt.

3. Of verzin samen met de kinderen andere manieren van zingen en maak er kaartjes van (bijvoorbeeld deftig, zo langzaam als een slak, zo snel als een haas enz.).


Emoties in boeken:

Benodigdheden:

- Een boek over het Kleurenmonster

Lees samen boeken om emoties in verhalen te herkennen, hierop te reageren en erover te vertellen. Bijvoorbeeld: 'Kijk ze gaat op bezoek. Ze heeft er heel veel zin in, maar ze vindt het ook spannend. Dat heb jij ook weleens, hè? Wat doe jij dan?'


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen rondlopen als een blij, bang, boos, verdrietig, verliefd Kleurenmonster?

Enzovoort.


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Emotiekaarten of een emotiedobbelsteen

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen Kleurenmonsters met verschillende emoties uitbeelden en laat de andere kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.

Variatie: gebruik een gevoelsdobbelsteen.

Gooi de gevoelsdobbelsteen hoog in de lucht en doe het gevoel van de bovenkant na.

Knutsel er eventueel zelf eentje.

Heb je een vakjesdobbelsteen? Stop daar dan de emotiekaarten in.


 

Emoties: blij


Het Kleurenmonster is blij

Benodigdheden:

- Het gele Kleurenmonster (knuffel)

- Een pot met gele cirkels

- Een emotiekaart (kalm)

- Een groot vel papier

- Schrijfmaterialen

Zet het Kleurenmonster samen met een pot met gele cirkels in het midden van de kring. Hoe voelt het Kleurenmonster zich? Houd vervolgens een leergesprek over blijdschap:

  • Wat is blijdschap?

  • Hoe kun je laten zien dat je blij bent?

  • Wie is er vandaag ook blij en waarom?

  • Wat maakt jou blij?

  • Hoe reageren andere mensen als jij blij bent?

  • Hoe kun je iemand anders blij maken?

  • Waarom denk je dat het Kleurenmonster blij is?

We vragen het hem!

Het Kleurenmonster geeft aan dat hij vandaag een nieuw vriendje heeft gevonden.

Schrijf alles over blij zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een geel Kleurenmonster bij en hang het vel op in de klas.


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Blije muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen als een blij Kleurenmonster rondlopen op de muziek?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of tablet

Laat de kinderen een blij Kleurenmonster uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.

 

Emoties: boos


Het Kleurenmonster is boos

Benodigdheden:

- Het rode Kleurenmonster (knuffel)

- Een pot met rode cirkels

- Een emotiekaart (kalm)

- Een groot vel papier

- Schrijfmaterialen

Zet het Kleurenmonster samen met een pot met rode cirkels in de kring en begroet het Kleurenmonster. Laat hem heel boos reageren. Reageer geschrokken en vraag aan de kinderen wat je zou kunnen doen? Laat het Kleurenmonster vervolgens vertellen waarom hij boos is, omdat hij niet alleen op de kast wil zitten, maar op een stoeltje in de kring. Vraag hem ook hoe hij zich daardoor voelde. Houd vervolgens een gesprek over boos zijn:

  • Wat is boos?

  • Hoe kun je laten zien dat je boos bent?

  • Wie is er vandaag ook boos en waarom?

  • Wat maakt jou boos?

  • Hoe reageren andere mensen als jij boos bent?

  • Hoe kun je iemand anders boos maken?

  • Hoe kun je iemand helpen die boos is?

  • Waarom denk je dat het Kleurenmonster boos is?

Schrijf alles over boos zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van boos zijn bij en hang het vel op in de klas.


Boos!

Benodigdheden:

- Het rode Kleurenmonster (knuffel)

Het rode Kleurenmonster roept boos een woord en laat de kinderen dit woord herhalen. Breid dit uit naar zinnen. Bijvoorbeeld: Weg!, Boos! Kwaad! Woest! Woedend! Wegwezen! Stop, hou op! Jij doet naar, bekijk het maar! Laat me met rust! Ik ben boos op jou! Ga weg, ik wil jou niet meer zien! Ik wil niet meer met jou spelen!


Met het verkeerde been uit bed stappen

Benodigdheden:

- Een Kleurenmonsterknuffel

Het Kleurenmonster is met het verkeerde been uit bed gestapt en roept boze dingen. Hij stampt daarbij flink op de grond. Kunnen de kinderen dat ook? Stamp maar hard met je schoenen op de grond en roep boos: "Ben je boos, stamp een poos!"


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Boze muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen als een boos Kleurenmonster rondlopen op de muziek?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen een boos Kleurenmonster uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.

 

Emoties: bang


Het Kleurenmonster is bang

Benodigdheden:

- Het zwarte Kleurenmonster (knuffel)

- Een pot met zwarte cirkels

- Een plastic of pluchen spin.

- Een emotiekaart (kalm)

- Een groot vel papier

- Schrijfmaterialen

Het Kleurenmonster vertelt dat hij gisteren een hele grote spin in de doos heeft gevangen en hij vraagt wie de spin misschien durft te aaien. We is er bang? Wie niet?

Houd vervolgens een gesprek over bang zijn:

  • Wat is bang zijn?

  • Hoe kun je laten zien dat je bang bent?

  • Wie is er vandaag ook bang?

  • Waarom?

  • Wat maakt jou bang?

  • Hoe reageren andere mensen als jij bang bent?

  • Hoe kun je iemand anders bang maken?

  • Hoe kun je iemand helpen die bang is?

Schrijf alles over bang zijn in een woordveld op een groot vel papier. Plak er een pictogram/smiley van bang zijn bij en hang het vel op in de klas.

Een voelspel

Benodigdheden:

- Een zakje of voeldoos

- Enge voorwerpen, zoals een nep spin, nep insect, heks, schuurspons, skelet, knuffel van een draak etc.

Wie durft? Laat een kind iets uit het zakje of de doos grabbelen. Wat is dit?

Wie is hier bang van? Wie niet?


De eerste schooldag

Benodigdheden:

- Emotiekaarten

- Het boek 'Het Kleurenmonster gaat naar school'

Het Kleurenmonster vond het spannend om naar school te gaan.

Hoe vonden de kinderen hun eerste schooldag? Wie vond het spannend? Wie niet?

Houd een gesprekje over iets spannend vinden en leg uit dat alles wat je voor het eerst doet vaak spannender is, dan wanneer je het al eens hebt gedaan.

Stel voor dat de kinderen die het niet spannend vinden voorlopig het maatje worden van een ander kind in de klas.

Zij staan bijvoorbeeld samen in de rij, helpen elkaar, spelen met elkaar enz.


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Enge muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen als een bang Kleurenmonster rondlopen op de muziek?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen bange Kleurenmonsters uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.

 

Emoties: verdrietig


Het Kleurenmonster is verdrietig

Benodigdheden:

- Het blauwe Kleurenmonster (knuffel)

- Een pot met blauwe cirkels in de kring

- Een emotiekaart (kalm)

- Een groot vel papier

- Schrijfmaterialen

Verstop het Kleurenmonster in een hoekje van de klas. Merk op dat er alleen een pot in de kring staat. Waar is het Kleurenmonster? Laat een kind zoeken. Als het Kleurenmonster wordt gevonden vraag je hem waarom hij helemaal alleen in een hoekje zat.

Hij vertelt dat hij zich verdrietig voelt. Houd vervolgens een gesprek over verdriet:

  • Wat is verdriet?

  • Hoe kun je laten zien dat je verdrietig bent?

  • Wie voelt zich vandaag ook verdrietig en waarom?

  • Wat maakt jou verdrietig?

  • Hoe reageren andere mensen als jij verdrietig bent?

  • Hoe kun je iemand anders verdrietig maken?

  • Waarom denk je dat het Kleurenmonster verdrietig is? We vragen het hem!

Hij vertelt de juf dat hij zich ziek voelt. Daarna vraag je hoe hij getroost wil worden.

Hij wil knuffels van de kinderen.

Schrijf alles over verdrietig zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van verdrietig zijn bij en hang het vel op in de klas.


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Verdrietige muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen als een verdrietig Kleurenmonster rondlopen op de muziek?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen een verdrietig Kleurenmonster uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.

 

Emoties: kalm


Het Kleurenmonster is kalm

Benodigdheden:

- Een groen Kleurenmonster (knuffel)

- Een handdoek, stoeltje of bedje

- Een pot met groene cirkels

- Een emotiekaart (kalm)

- Een groot vel papier

- Schrijfmaterialen

Leg het Kleurenmonster in een handdoek, stoeltje of bedje samen met een pot met groene cirkels in de kring. Hij voelt zich lekker rustig. Houd vervolgens een leergesprek over kalmte:

  • Wat is kalmte?

  • Hoe kun je laten zien dat je kalm bent?

  • Wie voelt zich vandaag ook kalm?

  • Wat maakt jou kalm en rustig?

  • Wanneer zou jij de kalmte willen opzoeken?

  • Hoe reageren andere mensen als jij kalm bent?

  • Hoe kun je iemand anders rustig maken?

Schrijf alles over kalm zijn in een woordveld op een groot vel papier.

Plak er een pictogram/smiley van kalm zijn bij en hang het vel op in de klas.


Op je neus

Benodigdheden:

- Een gekleurd dopje voor ieder kind

Leg allemaal een dopje bovenaan op je neus.

Wie kan het dopje het langst op zijn neus laten balanceren?


Focus!

Benodigdheden:

- Een groen Kleurenmonster

De kinderen kijken naar het Kleurenmonster en ontspannen daarbij hun lichaam.

De kinderen proberen geen aandacht te schenken aan opkomende gedachten of lichamelijke gewaarwordingen. De aandacht blijft bij het Kleurenmonster.

Een verhaaltje

Benodigdheden:

- Een verhaaltje over Het Kleurenmonster

De kinderen mogen op hun rug gaan liggen en doen hun ogen dicht.

De leerkracht vertelt een verhaaltje over Het Kleurenmonster.

De kinderen visualiseren wat ze beleven tijdens het verhaal.


Een ademhalingsoefening

Benodigdheden:

- Een rustig muziekje.

- Gekleurde teldopjes

Vraag de kinderen ook eens rustig op de grond te gaan liggen en zet een relaxmuziekje op. Leg een gekleurd teldopje op de buik van de kinderen.

De kinderen leggen hun handen op hun onderbuik of ontspannen lang hun lichaam. De kinderen sluiten hun ogen. Zet een relaxmuziekje op.

Voelen ze hun ademhaling? Laat het dopje langzaam op en neer bewegen. Als je inademt gaat het dopje omhoog en als je uitademt weer omlaag. Voelen de kinderen dat ze steeds rustiger worden? De kinderen openen na een aantal keer het rustig volgen van je adem, hun ogen weer.

Ze staan rustig op. Vraag na afloop hoe de kinderen zich voelden, waar ze aan dachten, hoe ze zich voelden en hoe ze het vonden?

Herhaal deze oefening meerdere keren.

Ook zonder dat het dopje er ligt (met het dopje in gedachten).


De rollende bal

Benodigdheden:

- Balletjes

De kinderen vormen tweetallen en krijgen een balletje.

Een van de kinderen gaat languit op de grond liggen. Hij/zij is het Kleurenmonster.

Een ander kind rolt heel rustig met het balletje over het lichaam, zonder druk uit te oefenen. Het liggende kind voelt hoe het balletje over zijn lichaam wordt gerold.

Vraag daarna of het Kleurenmonster er kalm van werd.


Mediteren met teldopjes

Benodigdheden:

- Teldopjes

De kinderen hebben een klein dopje in hun handpalm. Tel hardop. Bij iedere tel gaat het dopje, met gesloten ogen, van de ene handpalm naar de andere handpalm.

Varieer met de tussenruimtes tussen het tellen, zodat de kinderen gefocust blijven!


Yoga

Benodigdheden:

- Rustige muziek

- Yogakaarten van het Kleurenmonster Download hier!

Zet de muziek op en doe samen met de kinderen de oefeningen van de yogakaarten. Voelen ze hoe kalm en "groen" hun hartje wordt? Een voorbeeld van een yogales vind je op Breedweter




Rustige muziek

Benodigdheden:

- Rustige muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen ze rondlopen als een kalm Kleurenmonster?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen een kalm Kleurenmonster uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.


Emoties in muziek

Benodigdheden:

- Muziek

Laat de klas een fragment horen. Wat hebben de kinderen gehoord?

Wat vonden ze van deze muziek? Hoe klonk de muziek?

Kunnen de kinderen blij rondlopen op de muziek?


Emoties uitbeelden

Benodigdheden:

- Een fototoestel of IPad

Laat de kinderen de emotie blij uitbeelden en laat de kinderen daarna raden welke emotie er wordt uitgebeeld. Fotografeer dit en noteer er eventueel bij waar ze dit gevoel bij voelen. Verduidelijk dat met pictogrammen.


Op de rug tekenen

Benodigdheden:

- Rustige muziek

Laat de kinderen in tweetallen zitten. Ze zijn Kleurenmonsters

Het ene kind gaat met zijn rug naar het andere kind zitten. Zet een rustig muziekje op en laat het ene kind bij het andere kind met zijn vinger emotiecirkels op de rug tekenen totdat de muziek weer stopt. Hierna wisselen de kinderen.

 

Emotieregulatie


Lachen is verboden!

Benodigdheden:

- Geen

Vorm tweetallen. De kinderen zijn Kleurenmonsters en gaan tegenover elkaar staan.

Het ene kind trekt gekke bekken en het andere kind probeert zijn gezicht neutraal te houden. Hij/zij mag niet lachen!

Lukt het om dit kind toch aan het lachen te krijgen?

Als dit gelukt is, wisselen de kinderen van rol.


De lachspiegel

Benodigdheden:

- Geen

Lachspiegel is een spel dat de kinderen test op hun vermogen om niet te reageren op het gedrag van anderen. De kinderen zitten in een kring , een kind is het gele Kleurenmonster en staat in het midden.

Hij probeert iemand aan het lachen te maken zonder deze aan te raken.

Degene die het langste zijn lach kan inhouden wint.


Het Kleurenmonster

Benodigdheden:

- Geen

Iedereen zit in een kring. Een kind is Het Kleurenmonster.

Hij mag langs iemand strelen, luid brommend. De anderen moeten proberen serieus te blijven. Wie begint te lachen is af en wordt ook Kleurenmonster.


Een gevoelsthermometer

Benodigdheden:

- Een emotiemeter. Download hier!

Gebruik de emotiemeter om kinderen die hun gevoelens slecht kunnen verwoorden te leren herkennen in welke fase van kalmte of boosheid zij zitten.



Wat kun je doen als je boos bent?

Benodigdheden:

- De poster 'emotieregulatie' Download hier!

Bespreek met de kinderen wat je zou kunnen doen als je boos bent om weer kalm te worden? Gebruik de poster uit de download erbij.

Hang deze daarna ook op en gebruik deze wanneer kinderen een boze bui hebben.

Heb je een kind in de klas die snel boos is?

Personaliseer de poster dan door de kaartjes uit te knippen en op de lege poster te plakken.


Bewegende beelden

Benodigdheden:

- Geen

De kinderen gaan in tweetallen tegenover elkaar staan. Ze zijn Kleurenmonsters.

Het eerste kind gaat een minuut lang bewegingen maken en het andere kind doet deze zo precies mogelijk na.

Dat doen ze zonder te praten, zodat ze goed kunnen kijken en zich goed kunnen concentreren. Na een minuut klapt de leerkracht in de handen en worden de rollen omgedraaid. Daarna verander je het spel een beetje. Het eerste kind gaat weer een minuut lang bewegingen maken, maar het andere kind doet deze nu niet na.

Hij is een standbeeld geworden. In plaats daarvan probeert hij een minuut lang stil te zijn en te staan. Hij mag dus ook niet lachen. Tenslotte vraagt de leerkracht wie denkt dat hij alle beelden uit hun concentratie kan halen, bijvoorbeeld door gekke bekken te trekken.

Spreek af dat dit kind tussen de beelden door mag gaan, maar niet aan ze mag komen.

Laat het kind na twee minuten stoppen en bespreek de oefening na. Wat vonden ze lastig? Hoe lukte het toch om zich goed te concentreren? Hebben ze tips voor elkaar?

 

Zelfbeeld/zelfvertrouwen


Wat kun je al goed en waar wil je beter in worden?

Benodigdheden:

- Een afbeelding van een (leer-)trap of een echte trap

- Een Kleurenmonsterknuffel of afbeelding. Download hier!

Vraag de kinderen waar Kleurenmonsters goed in zijn.

Waar zijn ze nog niet zo goed in? Hoe komt dat? Is dat erg?

Vraag nu aan de kinderen wat ze al goed kunnen en waarom ze dat vinden.

Bijvoorbeeld: Ik ben goed in voetbal, want ik kan heel hard schieten.

Hoe komt het dat ze hier zo goed in zijn geworden?

Daarnaast bedenken ze ook een kracht die goed bij hen past en waar we in de klas wat aan hebben zoals: behulpzaam zijn, goed kunnen uitleggen of dingen oplossen.

Zijn er ook kinderen die kunnen vertellen waar het andere kind volgens hen goed in is?

Laat ze ook vertellen over waar ze beter in zouden willen worden.

Hoe zou je daar beter in kunnen worden?

Wat denk je dat beter helpt: als je tegen jezelf zegt dat je iets niet kan of als je zegt: IK KAN HET!? Ook als het dan nog niet lukt voelt het in ieder geval fijner om het te oefenen.

Kleurenmonsters gebruiken allerlei woorden om hun daden nog meer superkracht bij te zetten. NOG is ook zo'n superwoord. Luister maar!

"Ik kan het niet", "Dit werkt niet", "Ik weet het niet", "Ik ben hier niet goed in"

"Ik kan het NOG niet", "Dit werkt NOG niet", "Ik weet het NOG niet", "Ik ben hier NOG niet goed in". Laat de kinderen nadenken over het waarom van dit superkrachtige woord en bespreek op die manier op hun niveau het verschil tussen een vaste en een groei mindset.

Maak dit visueel met een leertrap. Steeds zet je met het Kleurenmonster een stapje dichterbij de hoogste tree van de leertrap.


Een kanjerkaart

Benodigdheden:

- Een Kanjerkaart

Kies iedere dag een kanjer van de dag of laat deze door de kinderen kiezen. Geef deze kanjer een oorkonde, waarop zijn/haar positieve gedrag/eigenschap/daad wordt benoemd.


 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!





16.797 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commenti


bottom of page