Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken.
Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen.
Ook zijn de startactiviteiten belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen. Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven.
Thema’s kunnen op veel verschillende manieren gestart en afgesloten worden.
In deze blog geef ik je suggesties om het thema helden te openen en/of af te sluiten.
De belevingswereld van de kinderen
Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:
Heb je wel eens een Superheld gezien? Waar?
Wie is jouw Superheld? Waarom?
Hou je van Superhelden?
Wat is jouw favoriete Superheld
Welke Superheld vind je niet leuk?
Zou je zelf een Superheld willen zijn?
Thematafel
Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:
Knuffels van Superhelden
Boeken over Superhelden
Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op.
Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.
Aankleding van de klas
Breng je lokaal in de sfeer van het thema. Denk hierbij aan:
Een raamschildering: Beschilder de ramen of hang grote geplastificeerde A3 afbeeldingen op. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.
Een deurversiering: Verander de deur in een wolkenkrabber of een Superheld.
Versier de deur met sterren en schrijf hier de naam van de kinderen op met de tekst: Deze kinderen schitteren in groep ….. erboven.
Wc. ketting: Plastificeer twee superhelden logo's. Maak er een gaatje in en knoop daar een koord doorheen.
Voorwerpen
Haal allerlei voorwerpen de klas in, die met helden te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.
De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.
Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?
De kinderen vinden bijvoorbeeld een cape in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk van wie het voorwerp is.
De voorwerpen kunnen in een doos of koffer geplaatst worden. Deze geheimzinnige doos staat in de klas als de kinderen binnen komen. Iedere keer komt er wat uit de doos tevoorschijn. Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen op ideeën komen en nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.
De kinderen nemen zelf spullen van thuis over helden mee en vertellen erover.
Hang foto's van superhelden in je klas en vraag aan de kinderen wat deze foto's met elkaar te maken hebben.
Een verhalend ontwerp
Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen. Enkele variaties:
Er komt een Superheld-handpop op visite. Hij heeft een vraag of probleem.
De kinderen ontvangen een brief van een Superheld, waarin hen om hulp wordt gevraagd bij een probleem. De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. Ze kunnen bijv. bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets knutselen enz...
Drama
Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:
De leerkracht komt als een Superheld de klas binnen
De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten een boek over Superhelden uit.
Een poppenkastvoorstelling over Superhelden.
De kinderen kunnen zelf een voorstelling verzorgen.
Toneelstuk over een held op sokken: Een van de leerkrachten zit op het podium na te denken, hij/zij wil een boek schrijven over helden. Een andere leerkracht vraagt wat hij/zij aan het doen is. Hij/zij kan wel helpen, kijk maar: op zijn/haar shirt staat de grote S van Superheld. Hij/zij schept op over boeven die hij/zij op heterdaad betrapte en aan de politie uitleverde, over kinderen die hij/zij redde uit het water, oude vrouwtjes die hij/zij hielp oversteken enzovoort. Dan komt een derde leerkracht het podium op met grote sokken aan. Hij/zij kijkt verlegen. De eerste leerkracht vraagt of hij/zij ook een held is. De leerkracht vertelt dat hij/zij een held op sokken is. Hij/zij heeft wel boeken over helden: zoals het boek “Soldaat van Oranje”, “Kikker is een held” enz... De eerste leerkracht vindt het prachtig en vraagt toch nog even door over hem/haar zelf en dan blijkt dat deze leerkracht toch al veel overwonnen heeft, zoals de angst voor zwemles bijvoorbeeld, hij/zij heeft nu zelfs twee zwemdiploma’s en dan ben je volgens de eerste leerkracht ook een echte held. Ook vindt de leerkracht op sokken een spreekbeurt houden heel spannend en tóch doet hij/zij het. De eerste leerkracht heeft al veel inspiratie voor zijn/haar boek. Hij/zij vraagt of de kinderen hem/haar willen helpen om een boek vol met verhalen over grote en kleine helden te maken?
Er verschijnt een leerkracht op het podium die overal bang voor is. Deze leerkracht wil heel graag dapper zijn, maar weet niet hoe dat moet. De kinderen mogen bedenken hoe je een held kunt worden.
Een boek
Start het thema met het voorlezen van een boek over Superhelden.
Een speurtocht
Organiseer een speurtocht in of rondom de school.
Enkele variaties:
Organiseer een heldenjacht. Een aantal leerkrachten/volwassenen verkleden zich als Superheld en lopen in en om de school heen. De kinderen zoeken de helden op. Deze geeft ze vervolgens een letter of een deel van een plaatje. Nadat alle helden gevonden zijn, wordt de naam of het plaatje in elkaar gepuzzeld.
In de klas, school of rondom de school hangen overal afbeeldingen van Superhelden. De kinderen zoeken deze. Bij iedere afbeelding vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een puzzelplaatje.
De kinderen volgen een spoor van praatwolkjes. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een superheld (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over superhelden om voor te lezen.
Een gast
Nodig eens een gast uit, die de kinderen meer kan vertellen over dit thema.
Laat de kinderen van tevoren leervragen bedenken.
Denk bij dit thema eens aan:
Een lokale Superheld, zoals een sporter, wijkagent of brandweerman.
Een leergesprek
Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd.
Deze kan bijvoorbeeld geactiveerd worden door een leergesprek.
Inventariseer wat de kinderen al weten over helden.
Daarna kan er een woordveld worden gemaakt of kunnen de weetjes op stroken worden genoteerd en opgehangen bij: wat weten we al? Verdeel deze eventueel in kolommen, zoals : Ik zie... Superhelden doen...
Dit woordveld wordt gedurende het thema verder aangevuld .
Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien.
Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen.
Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren?
Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:
Waarom...?
Hoe...?
Welke...?
Wanneer....?
Wat als...?
Waar...?
Hoe kun je...?
Als....dan....?
Bespreek hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?
Deel ze eventueel daar op in:
Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?
Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?
Wat kun je zelf gaan onderzoeken?
Waar kun je iets voor ontwerpen?
Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken over helden en tablets, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken.
Naarmate de kinderen meer over helden leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten. Verplaats deze stroken dan naar: "Dit zijn we te weten gekomen".
Een praatplaat
Je kunt ook een leergesprek voeren aan de hand van een praatplaat.
Laat de kinderen vertellen wat zij daarop zien. Stel ook vragen, zoals: waar zie je...?
Wat doet... ? Hoeveel... zijn er? enz.
Als afsluiting kun je een leuk spelletje doen, zoals "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet" of raadsels bedenken over dingen op de praatplaat.
Quiz
Organiseer een quiz over helden.
Wat weten ze al of nog van het onderwerp af?
Een andere leuke quiz kun je maken door foto’s van de kinderen te bewerken en ze in heldenstijl te maken. Plaats bijvoorbeeld een masker over de gezichten van de kinderen heen. In teams kunnen de kinderen raden wie er op de foto staat.
Een feest
Sluit het thema eens feestelijk af.
Laat de kinderen verkleed als Superheld naar school komen. Organiseer een modeshow. Laat de kinderen verkleed over een rij van tafels of een rode loper hun verkleedkleding showen. Speel zelf de omroeper of laat een kind vertellen over de outfits van je klas.
Organiseer een photoshoot. Teken met stoepkrijt een skyline van huizen. Laat de kinderen op hun zijn op de grond liggen, boven de huizen, zodat het lijkt alsof ze vliegen. Neem van bovenaf een foto.
Speel bingo, maar in plaats van getallen staan er plaatjes van Superhelden op de bingokaart.
Laat de kinderen koekhappen met een Superheldenmasker op. Hang hiervoor stukken ontbijtkoek aan een touw.
Ga sjoelen. Je kunt het gewone sjoelen omtoveren in Superhelden-sjoelen door iedere sjoelsteen te versieren met een Superheldenplaatje of door deze plaatjes op de puntentelling te plakken.
Speel bingo, maar in plaats van getallen staan er plaatjes van …op de bingokaart. Je kunt deze heel simpel zelf maken. Zoek naar 30 leuke plaatjes en verwerk 15 plaatjes in meerdere bingokaarten. Zet alle plaatjes op een andere plek en op de ene kaart staan weer een paar andere plaatjes dan op de andere. Zo voorkom je dat je hele klas tegelijk bingo heeft. Doe de 30 bijbehorende plaatjes in een zakje en trek steeds een plaatje.
Speel spelletjes met blinddoeken (heldenmasker)
Geef de kinderen na afloop een Superheldendiploma.
Op zoek naar meer?
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
Comments