site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Goed stemgebruik in de klas

Bijgewerkt op: 15 feb.

Als leerkracht gebruik je jouw stem de hele dag door: om uitleg te geven, om voor te lezen, om kinderen te roepen, om te zingen en ga zo maar door. Jouw stem is je belangrijkste werkinstrument. Het is belangrijk dat je stem gezond is en goed functioneert. Leerkrachten zijn vatbaar voor stemproblemen. Circa 58% van de leraren heeft tijdens zijn loopbaan echter stemklachten. Hoe kun je dit voorkomen? In deze blog vertel ik je er meer over.



Hoe werkt de stem?


In het strottenhoofd (in de keel) liggen twee kleine spiertjes: de stembanden (tegenwoordig stemplooien genoemd). In rust staan de stemplooien open, maar door de uitgeademde lucht kunnen ze naar elkaar toe worden gezogen en in trilling worden gebracht.

Die trilling zorgt voor geluid. Bij mannen komen de stemplooien bij normale spraak ongeveer 110 keer per seconde tegen elkaar aan. Bij vrouwen twee keer zo vaak: ongeveer 190 keer per seconde. Tijdens zingen kan dit oplopen tot wel 1000 keer per seconde! Het basisgeluid dat de stemplooien maken, klinkt nog niet als een normaal stemgeluid.

Het is een iel en wat zeurderig klinkend geluid. De resonantieruimtes in de keel-, neus- en mondholte maken de klank voller. Omdat die resonantieruimtes bij iedereen anders gebouwd zijn én omdat de lengte van de stembanden per persoon iets verschilt, heeft iedereen een andere stem. De articulatieorganen (tong, lippen, enzovoort) maken het mogelijk om verschillende klanken te maken.

 

Stemklachten bij leerkrachten


Stemproblemen komen veel voor bij leerkrachten.

Dit kan erg vervelend zijn. Zeker als je je stem zo hard nodig hebt.

Het grootste deel van de leerkrachten met stemklachten is vrouw.

Omdat bij vrouwen de stemplooien veel vaker per seconde tegen elkaar aan komen dan bij mannen, is de kans op irritaties bij hen groter.


Symptomen die op een geforceerde stem kunnen wijzen zijn:

  • een vermoeid gevoel in de keel

  • keelpijn

  • een constante kriebel in de keel

  • een veranderde toonhoogte

  • een overslaande of wegvallende stem

  • hoge tonen niet meer aankunnen

  • heesheid

  • schorheid

  • knobbeltjes op de stemplooien

  • daarnaast kan de intensiteit waarmee gesproken wordt veranderen; er is minder draagkracht en er kan dus minder luid worden gesproken.

  • veel moeite moeten doen om je boodschap over te brengen


Wat maakt leerkrachten nou zo vatbaar voor stemproblemen?

  • Als leerkracht praat je vrijwel de hele dag en dat is behoorlijk intensief voor de stem. Veel andere banen kennen veel meer rustperiodes. Een advocaat, bijvoorbeeld pleit, maar bereidt daarna in stilte zijn volgende zaak voor.

  • Daarnaast wordt de stem geregeld ingezet om de aandacht van kinderen te trekken (of vast te houden). Te denken valt bijvoorbeeld aan harder spreken in een drukke grote groep.

  • Ook kan de schoolomgeving verkeerd stemgebruik uitlokken. Vaak wordt in een gymzaal bijvoorbeeld harder gesproken vanwege de slechte akoestiek. Lokalen zijn vaak te warm of te koud en de luchtreiniging is vaak slecht.

  • Lesgeven is ook geen makkelijke baan. Stress en emoties kruipen vaak ook in de stem.

 

Waardoor ontstaan stemklachten?


Stemklachten ontstaan meestal geleidelijk. Eerst merk je, bijvoorbeeld als je verkouden bent , dat je stem wat heser klinkt. Of je hebt, na een drukke dag, waarin je wat gespannen bent geweest, een vermoeid gevoel in de keel. In het begin is dit na een nachtje slapen vaak wel weer over. Veel mensen proberen echter om die tijdelijke heesheid (of het nare gevoel in de keel) te verhelpen door spanning in het keelgebied te maken (of door te kuchen of de keel te schrapen). Hierdoor ontstaat weer extra irritatie rond de stemplooien, met meer heesheid (of vermoeidheids- en pijnklachten in de keel). Uiteindelijk kom je dan in een vicieuze cirkel terecht, waarbij het erg moeilijk is om er zelf weer uit te komen.

Stemklachten zijn eigenlijk altijd een combinatie van aanleg en gebruik.


Aanleg

De aanleg van de stemplooien, het strottenhoofd en de spieren eromheen is per persoon verschillend. Waar de ene persoon na een avondje stappen bij wijze van spreken nog een complete voordracht kan houden met een heldere stem, heeft de andere persoon na een uur wat harder spreken al een hees klinkende stem. Sommige mensen hebben een kleine stemomvang van nature en aanleg voor luchtweginfecties of keelontstekingen. Aan deze aanleg zelf kun je weinig veranderen. Als je van nature een minder sterke stem hebt, kun je echter door te letten op je stemgebruik vaak wél voorkomen dat er blijvende stemklachten ontstaan. Daarnaast zijn de stemplooien, net als alle andere spieren in je lichaam, te trainen.


Een verkeerde ademhaling

Voor een goede stem is de ademhaling het belangrijkst! Veel leerkrachten zijn geneigd om spanning op hun keel te zetten bij roepen en harder spreken. Gebruikmaken van een goede ademhaling belast de stemplooien niet en werkt beter: je gooit als het ware de aandrijfkracht helemaal open. Een goede ademhaling is een vorm van buikademhaling.

Bij buikademhaling vullen de longen zich helemaal, waarbij het middenrif wat omlaag gaat en het gebied rond je navel bij het inademen iets uitzet. Bij het uitademen lopen de longen leeg en komt het middenrif weer naar boven, waardoor de buik weer plat wordt.

Dit in tegenstelling tot borstademhaling, waar je alleen het bovenste deel van de longen gebruikt en de kans groter is dat je spieren rond schouders en keel gaat aanspannen.


Stemgeluid

De meeste stemklachten komen voor bij leerkrachten in de onderbouw.

Meestal is de oorzaak: (te) hoog spreken, met een verkeerde manier van ademhalen.

Maar ook op een verkeerde manier roepen en zingen kan stemklachten geven.


De luidheid waarmee je spreekt is erg belangrijk.

Als je te zacht praat, heb je de neiging om spanning op je keel te zetten, om tóch verstaanbaar te zijn. Fluisteren heeft overigens ook een nadelig effect op je stem, omdat het erg vermoeiend is voor je stembanden.


Bij hard praten (roepen) praat je vaak te hoog en probeer je het volume uit je keel te halen in plaats van uit een lage ademhaling. Natuurlijk zal je er in de klas niet aan ontkomen om af en toe wat harder te moeten spreken. Probeer het volume van je stem altijd uit je buik te laten komen en niet uit je keel. Zo belast je de stembanden minder. Probeer je stem nooit te forceren. . Spreek met je groep liever een teken of een geluid af dat betekent dat de kinderen stil moeten zijn. Zo kun jij je stem sparen.

Als de kinderen je niet goed verstaan, probeer dan wat rustiger te spreken en duidelijk te articuleren in plaats van luider te spreken.

Een duidelijke articulatie begint met het bewegen van de kaak, tong en lippen.

Bijvoorbeeld de /aa/ met kaakval (laat je kaak zakken) en de /oo/ met lipronding.


Kuchen en keelschrapen zijn ook niet goed; hoest dan liever, maar wel met voldoende adem en niet te luid.


Tijdens het voorlezen is het natuurlijk heel leuk om het verhaal levendiger te maken met verschillende stemmetjes. Kijk hier echter wel mee uit. Wanneer je dit ongetraind doet gedurende een langere periode, kan dat namelijk schadelijk zijn voor je stem.

Maak het dus niet te ingewikkeld en gebruik vooral intonatie en niet een compleet andere stem. Intonatie is variatie in volume en toonhoogte en af en toe een wat langere pauze.

Op die manier heb je niet veel verschillende stemmetjes nodig om het verhaal toch boeiend over te brengen.


Te weinig rust

Lang spreken voor een groep vraagt veel van je stem. Je stem is een spier, die na hard werken rust verdient. Probeer daarom na een uur spreken voor een groep je stem minimaal vijf minuten rust te geven. Wissel klassikale lessen voldoende af met zelfstandig werken, zo krijgt je stem telkens even rust. Ook tijdens het spreken zelf is het belangrijk niet al te lang door te spreken op één ademhaling. Las bij het voorlezen bijvoorbeeld een adempauze in bij elke punt en komma. Wanneer je keel vermoeid voelt of je stem schor of hees klinkt, neem dan even stemrust. Spreek even helemaal niet, neem een slokje water en zoem of neurie even zachtjes. Dit doe je door de /m/ zachtjes aan te houden.

Je kunt de klank bij je neus, bij je keel en zelfs in je voorhoofd voelen trillen.


Toonhoogte

Daarnaast is de manier van spreken erg belangrijk. Je spreekt het meest ontspannen, als je op een niet te hoge toon spreekt, bij een normale luidheid. Hoe hoger je wilt spreken, hoe harder je de stemplooien moet aanspannen en hoe groter de kans is op stemklachten. Vooral leerkrachten, die veel met jonge kinderen werken en/of vaak voorlezen aan deze kinderen, hebben de neiging om te hoog te gaan praten.

Iedereen heeft van nature een andere, bij hem (of haar) passende spreekstemhoogte.

Een kort testje om de bij jou passende spreekstemhoogte te vinden (en vast te houden) gaat als volgt:

  1. Tel rustig van 1 tot en met 10, alsof je aftelt voor het spelen van verstoppertje.

  2. Houd het laatste getal (10) wat langer aan.

  3. De toonhoogte waarop je hebt geteld, is meestal de toonhoogte, die het best bij jouw stem past: jouw optimale spreekstemhoogte.

Dit betekent niet, dat je nu altijd op deze toon moet gaan praten. Want dat zou erg eentonig zijn. Het betekent wél, dat je tijdens normale spraak het best kunt proberen om niet veel hoger (of lager) dan op die gemiddelde spreekstemhoogte te spreken.

Je spreekt er , door uw intonatie, dan qua toonhoogte soms wat onder (en soms wat boven), maar gemiddeld zit u ongeveer op die optimale spreekstemhoogte.

Ook bij het zingen van kinderliedjes gebruiken veel leerkrachten te weinig ademsteun en gaan dan spanning maken in het keelgebied. Deze liedjes zijn vaak wat hoger van toon, omdat een kinderstem hoger is dan een volwassen stem. Aangezien de liedjes vaak niet in het stembereik van de meeste volwassenen vallen.


Omgevingsfactoren

Ook omgevingsfactoren kunnen een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan lesgeven in ruimtes met een droge of juist vochtige atmosfeer en een slechte akoestiek: deze ruimtes zorgen ervoor dat er (te) veel van de stem wordt gevergd.

De overgang

Daarnaast kan de stem bij vrouwen rond de overgang veranderen onder invloed van hormonen. Meestal worden de stemplooien dan iets slapper, waardoor ze niet meer volledig sluiten.

Roken

Roken is erg slecht voor de stem. De rook droogt de slijmvliezen in mond, keel en rond de stemplooien uit en irriteert ze, waardoor de stemplooien minder zacht en soepel worden. Langdurig roken kan zorgen voor oedeem (vochtophoping) rondom de stemplooien, waarbij de stem lager wordt.


Stress

Een van de belangrijkste oorzaken van stemklachten is stress.

Stress zorgt voor meer spanning in het nek-, schouder- en keelgebied.

Je trekt onbewust je schouders omhoog, je klemt je kaken op elkaar en je ademhaling verschuift van je buik naar je borst. Daardoor haal je hoger, oppervlakkiger adem.

Bij veel spanning in dit gebied kun je zelfs het gevoel krijgen dat er iets in de weg zit,

het kan voelen als een brok of een graatje in de keel.

Een goede nachtrust en ontspanning(-soefeningen) dragen dus bij aan een gezonde stem.


Een slechte houding

De basis voor een draagkrachtige stem is een goede houding.

Een goede houding zorgt voor ademruimte en een goede regulering van de adem.

Je hebt voldoende adem nodig om je stembanden goed te laten trillen en zo voor stembereik te zorgen. Probeer daarom altijd rechtop te zitten en het liefst zelfs te staan wanneer je tot achter in het lokaal verstaanbaar wilt zijn.

Check af en toe je houding als je spreekt:

  • Je voeten staan op heupbreedte en je tenen wijzen zo mogelijk recht naar voren.

  • Je knieën zijn licht gebogen. Dat wil zeggen: je moet je knieën niet helemaal overstrekken, maar zodanig buigen, dat je licht kunt veren.

  • Je rug is recht. Je kunt je bekken even wat naar voren en naar achteren kantelen en dan tot rust komen in een middenpositie.

  • Je schouders zijn laag. Trek ze eens op richting je oren en laat ze daarna weer zakken.

  • Je hoofd staat recht op je romp, alsof je hoofd met een touwtje aan je kruin omhoog wordt getild.


Een slechte hydratatie

De stem bestaat uit twee kleine spiertjes met een laagje slijmvlies eroverheen.

Het is belangrijk dat deze slijmvliezen goed gehydrateerd blijven.

Misschien merk je in een droge ruimte, met airco bijvoorbeeld, weleens dat je een prikkelhoest krijgt. Je stemplooien zijn dan wat droger en daardoor raken ze geïrriteerd.

Het is dus goed om de stem te hydrateren. Dit doe je door voldoende water te drinken.

Een flesje water op je bureau neerzetten kan helpen om eraan te denken.

Kruidenthee werkt ook positief. Drink niet te veel alcohol, koffie en zwarte thee, want deze dranken hebben een nadelig effect op je stem en drogen de stemplooien juist uit.

Neem geen keelsnoepjes met menthol: die drogen de stembanden juist uit.

Neem liever snoepjes waar honing in zit!

 

Hoe zorg je goed voor je stem?


Veel leerkrachten denken bij stemproblemen, dat een nachtje rust hen wel beterschap zal brengen en onderschatten vaak het probleem, terwijl ze voor, bijvoorbeeld een pijnlijke rug wel meteen naar een arts hollen. Ook voor stemproblemen geldt dat je ze moet aanpakken.


Stemproblemen vragen vaak een individuele aanpak.

De volgende tips kunnen wellicht helpen, maar dat is voor iedereen dus anders:

  • Bouw voldoende stemrust in. Na een werkdag, maar ook tijdens de lessen. Wissel instructie af met individuele opdrachten of groepswerk. Zo spaar je je stem.

  • Drink voldoende water. Een hele dag koffie droogt je stem uit.

  • Verlucht je klas

  • Verminder ruis in je lokaal.

  • Warm je stem op voorafgaande aan je lessen je lessen op. Dat klinkt misschien vreemd, maar bij het sporten gunnen we onze spieren toch ook wat voor- en nazorg? Dat kan bijvoorbeeld door te zoemen, door met je lippen te trillen.

  • Roep niet elke keer om stilte in je klas, maar zoek trucjes zoals afgesproken handsignalen, geluidsmeters.

  • Overweeg een microfoon.

  • Ondersteun je ademhaling vanuit je buikspieren, sta mooi rechtop en articuleer pittig.


Als die tips niet baten, je stem hees blijft of voortdurend wegvalt, kan je het best contact zoeken met een logopedist. Vrijwel alle logopedisten werken met directe toegankelijkheid.

Dat wil zeggen dat je ook zonder verwijzing welkom bent.


Vaak zijn stembandknobbels de boosdoeners. Die kunnen dan weg gelaserd worden.

Maar als je niet op een goede manier met je stem, ademhaling en houding leert werken, steken ze vroeg of laat wel weer de kop op. En riskeer je te moeten stoppen als leraar.


Wees zuinig op jouw stem! Een leerkracht kan niet zonder!

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!

 

Bronnen



..

.







594 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page