Jonge kinderen zijn vanaf hun geboorte op verschillende manieren betrokken geweest bij allerlei activiteiten waarbij gesproken en geschreven taal een rol spelen en beschikken bij intrede in de basisschool al over een zekere mate van geletterdheid.
In deze blog vertel ik je meer over de ontwikkeling van de geletterdheid bij kleuters.
Beginnende geletterdheid
Binnen dit domein onderscheiden we diverse doelen:
Boekoriëntatie:
Voorlezen (en vooral het voorlezen van prentenboeken) is de ideale activiteit om al in een vroeg stadium bij kinderen interesse voor taal en geletterdheid op te wekken.
De kennismaking met veel en veel verschillende soorten boeken geeft kinderen de kans om
te leren omgaan met boeken en hoe je al een idee kunt vormen naar aanleiding van de kaft.
Verhaalbegrip:
Door het herhaald en interactief voorlezen ervaren kleuters dat tekst en illustraties samen het verhaal maken. Ze volgen een verhaallijn en merken dat je aanwijzingen uit de tekst kunt gebruiken om te voorspellen hoe een verhaal verder gaat (of had kunnen gaan).
Gaandeweg krijgen kleuters ook steeds meer ervaring met de manier waarop verhalen worden opgebouwd: ze leren de plot herkennen (een probleem met een zoektocht naar de oplossing) en ze reflecteren op de personages in het verhaal.
Het alfabetisch principe:
Kinderen ontdekken door voor te lezen dat geschreven taal een functie heeft en dat zij zelf ook een boodschap op papier kunnen zetten, in de vorm van een tekening, krabbels, letters enz. Tijdens dit proces ontwikkelt het fonemisch klankbewustzijn zich en krijgen kinderen in de gaten dat er een relatie bestaat tussen gesproken en geschreven taal.
Geleidelijk aan worden ze zich bewust dat woorden opgebouwd zijn uit klanken en dat letters die klanken weergeven.
Taalbeschouwing:
Kleuters oriënteren zich op het gebruik van geschreven taal door alles wat ze om zich heen zien en zelf ervaren. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat de naamkaartjes in de klas een functie hebben. Volwassenen dragen aan de ontwikkeling van geletterdheid bij door hun eigen omgang met geschreven taal te laten zien(bijvoorbeeld iets op te zoeken, voor te lezen of op te schrijven) en door kinderen te stimuleren die relatie te verkennen.
Dit kan bijvoorbeeld ook door kinderen woorden te laten dicteren bij datgene wat ze hebben getekend en deze erbij te schrijven. Kleuters ontdekken zelf letters en gaan deze op hun eigen manier gebruiken.
De ontwikkeling van geletterdheid
In de praktijk zie je dat de beginsituaties van kleuters op het gebied van geletterdheid veel kunnen verschillen.
Om te observeren waar het kind ergens in zijn/haar ontwikkeling staat is het gebruik van leerlijnen een handig hulpmiddel en houvast.
Deze leerlijnen zijn als het ware de wegen waar langs de ontwikkeling verloopt.
Op die leerlijnen bevinden zich verschillende mijlpalen of tussenstations.
Dit zijn vaste herkenningspunten, die aangeven of de ontwikkeling van een kind in de pas loopt met de gangbare ontwikkeling. In de praktijk blijkt overigens vaak dat de ontwikkeling van kleuters niet altijd zo stapsgewijs en gelijk aan de leerlijnen verloopt.
Soms slaan kinderen mijlpalen over en soms blijven ze wat langer in een bepaalde ontwikkelingsfase hangen om vervolgens weer een grotere sprong te maken.
De ontwikkeling van een kleuter verloopt namelijk niet lineair, maar met sprongen.
Observaties van de ontwikkeling van geletterdheid vinden bij voorkeur plaats tijdens vrije activiteiten die voor het kind betekenisvol zijn.
Peuters
Boekoriëntatie:
Peuters hebben belangstelling voor boekjes (boekoriëntatie) en vinden het leuk om voorgelezen te worden. Ze begrijpen dat de plaatjes en tekst samen een verhaal vertellen en aan de hand van de kaft kunnen ze de inhoud van het boek ook al enigszins voorspellen. Ze kunnen het verhaal ook naspelen, terwijl een volwassene het verhaal vertelt. Aanvankelijk met steun van de plaatjes, maar later ook zonder.
Geschreven taal:
Ze hebben al vele keren de relatie tussen geschreven en gesproken taal ervaren.
Kant en klaar lettermateriaal wordt in deze fase gebruikt om mee te spelen en te bouwen.
Ze functioneren nog niet als letters.
Tussen 4 en 4,6 jaar
Boekoriëntatie:
De belangstelling voor boekjes wordt in deze fase gevarieerder.
Geschreven taal:
De kinderen vinden het leuk om te doen alsof ze kunnen schrijven en geven hun naam door middel van krabbels weer.
Tussen 4,6 en 5 jaar
Boekoriëntatie:
Kinderen vinden het leuk om voorgelezen te worden en willen meekijken en "meelezen" bij het voorlezen. Ze vinden het ook leuk om zogenaamd zelf te lezen door eenvoudige meeleeszinnetjes zelf te onthouden en te herhalen (doen alsof je leest).
Kinderen kunnen nu aangeven over wie of wat het verhaal gaat en waar het zich afspeelt.
Op grond van de kaft doen ze een eerste voorspelling waar het boek over gaat.
Geschreven taal:
In deze fase worden geschreven zinnen, woorden en letters nadrukkelijker in verband gebracht met gesproken taal. Het kind ontdekt dat tekens gebruikt worden om iets te vertellen. Bij het werken met kant en klaar lettermateriaal worden letters naast elkaar gezet, soms met wat tussenruimte om op die manier het idee van woorden te onderstrepen.
De kinderen weten niet wat er staat, maar verzinnen soms al wel een betekenis erbij.
Dit kenmerkende gedrag noemen we "onzinwoorden maken". Kinderen maken nu ook schrijfsels met een zelfverzonnen schrift. Kinderen herkennen nu de eerste letter van hun naam.
Tussen 5 en 5,6 jaar
Boekoriëntatie:
Kinderen herkennen de begrippen: schrijver, tekenaar/illustrator, kaft, titel, bladzijde en omslaan. Ze kunnen een luistervraag bij het boek beantwoorden en reageren zichtbaar en hoorbaar op het verhaal met relevante opmerkingen. Tijdens het voorlezen doen ze voorspellingen over het verdere verloop van het verhaal.
Geschreven taal:
In deze fase groeit de belangstelling voor geschreven taal en breidt het zich uit naar de omzetting van gesproken taal in geschreven taal. Het kind weet ook wanneer er sprake is van lezen en wanneer van schrijven. Aanvankelijk beperkt het schrijven zich bij de meeste kinderen tot het schrijven, leggen of stempelen van de eigen naam.
kinderen ontdekken in deze fase de verschillende functies van geschreven taal.
Ze krijgen in de gaten dat geschreven taal een communicatief doel heeft, een permanent karakter heeft en ze realiseren zich dat schrijven en lezen twee verschillende dingen zijn.
Kinderen krijgen ook meer inzicht in de relatie tussen gesproken en geschreven taal doordat ze ontdekken dat wat je zegt kan worden geschreven en omgekeerd.
Woorden als de eigen naam, namen van belangrijke personen (zoals die van gezinsleden) en merknamen worden als globale eenheden herkend. Kinderen herkennen en benoemen nu ongeveer vijf letters.
Tussen 5,6 en 6 jaar
Boekoriëntatie:
Kinderen kiezen bewust zelf een boek uit om te gaan "lezen" en gebruiken daarbij de informatie op de kaft. Ze benoemen het probleem van het verhaal en op welke manieren er naar een oplossing wordt gezocht. Ze kunnen meedenken met de hoofdpersoon uit het verhaal.
Geschreven taal:
In deze fase neemt de belangstelling voor letters toe. Ze kunnen nu hun eigen naam lezen en schrijven en schrijven en stempelen woorden na.
Het kind wordt taalvaardiger en gaat zich richten op de vorm van de taal, doordat het onderscheid kan maken tussen de vorm en betekenis van woorden, woorden in zinnen kan onderscheiden en letters uit zijn eigen naam herkent in andere woorden.
Kinderen hebben belangstelling voor klankverschillen en klankovereenkomsten. en ze kunnen nu ook woorden in klankgroepen verdelen (bijv. Kin-der-wa-gen).
Kinderen herkennen en benoemen nu ongeveer 16 letters.
Tussen 6 en 6,5 jaar
Boekoriëntatie:
Kinderen vertellen nu een verhaal zonder steun van de plaatjes na.
Geschreven taal:
In deze fase weten kinderen welke klanken er bij welke letter horen en maken ze zelf woorden of zinnen. Door de groeiende kennis van letters ontstaat ook de mogelijkheid om de woorden die anderen hebben geschreven te lezen.
Het is wel belangrijk om bij de interpretatie van de ontwikkeling van geletterdheid, de invloed van de basiskenmerken, betrokkenheid en risicofactoren niet uit het oog te verliezen. Meer hierover lees je in mijn blog: Hoe kleuters zich ontwikkelen
Deze gegevens geven namelijk een indicatie of een kind lekker in zijn vel zit en zijn een voorwaarde om tot ontwikkeling te kunnen komen.
Wanneer het bij een kind aan deze basiskenmerken schort, dan zal dit dus ook terug te vinden zijn in lagere ontwikkelingsscores bij de ontwikkelingslijnen voor geletterdheid en waarschijnlijk ook bij een of meerdere andere ontwikkelingsaspecten.
Een beredeneerd aanbod
Een beredeneerd aanbod maak je op basis van deze ontwikkelingslijnen.
Deze geven richting aan de ontwikkeling van geletterdheid in de kleuterperiode, doordat ze aangeven waar je naar toe werkt aan het eind van groep 2. Kies per periode (bijvoorbeeld van vakantie naar vakantie) een aantal subdoelen, die aansluiten op de vorige periode, zodat er een doorgaande lijn en een breed, gevarieerd aanbod ontstaat.
Als duidelijk is welke doelen en inhouden aan bod moeten komen, ga je kijken welke activiteiten daar bij passen. Houd daarbij wel rekening met het gegeven dat jonge kinderen anders leren an een schoolkind. Spel is voor hen erg belangrijk. Door te spelen krijgen jonge kinderen grip op de wereld om hen heen en ook het leren doen ze spelen en handelend. Zorg ook voor succeservaringen. Het leerplezier en zelfvertrouwen van kinderen nemen toe, als ze merken dat ze het kunnen.
Betrek ouders erbij en deel je doelen. Hang bijvoorbeeld een doelenposter op of verspreid de doelen via de website of nieuwsbrief. Geef ouders ook suggesties om thuis op een speelse manier te werken aan de doelen.
Klaar voor groep 3?
De kleutergroep is bij uitstek de plek om alvast vertrouwd te raken met die 26 tekens.
Het is heel mooi als het kind er een paar kent, maar als dat alleen de letters van zijn naam zijn, is dat ook prima. Een aantal letters herkennen en actief benoemen resulteert vaak al in interesse in en herkenning van andere letters. In groep 3 start het formele leesonderwijs.
Er is dan structurele aandacht voor het aanbrengen en versterken van foneem-grafeemkoppelingen zodat leerlingen de elementaire leeshandeling kunnen uitvoeren: ze kunnen een geschreven woord opsplitsen in grafemen, een koppeling maken met de bijbehorende fonemen en de volgorde van de fonemen onthouden.
Zo leren ze om woorden te lezen die ze nog niet eerder tegen zijn gekomen.
Er is een verschil tussen toe zijn aan lezen en toe zijn aan leren.
Een kleuter die over het algemeen niet toe is aan leren, is ook niet toe aan leren lezen.
In dat geval is het wel raadzaam om de oorzaak hiervan vast te stellen.
Is het de leeftijd of is er een ander onderliggend probleem waardoor het leren in het algemeen niet tot stand komt?
Bij deze kinderen zie je dat het niet toe zijn aan leren meestal gecombineerd is met een motorische achterstand en/of een sociaal-emotionele achterstand.
Een kleuter die echter wel toe is aan leren, maar totaal geen aandacht toont voor (voor)lezen en letters kun je over het algemeen vaak geen extra uitdaging meer bieden in groep 2. Uit onderzoek blijkt ook dat deze kinderen meer baat hebben bij het onderdompelen in het aanvankelijk leesonderwijs in groep 3. Zij hebben in de groepen 1 en 2 kunnen compenseren met bijvoorbeeld een goede mondelinge taalvaardigheid, grote algemene kennis, grote woordenschat en een sterke rekenvaardigheid.
In principe is een leerling met een goed klankbewustzijn klaar voor groep 3, maar er kunnen andere gegronde redenen zijn om een leerling langer te laten kleuteren.
Natuurlijk is niet alleen de taalontwikkeling belangrijk voor de leerrijpheid van een kind.
De motorische-, sociaal-emotionele en rekenontwikkeling zijn uiteraard ook van groot belang. Samen vormt dit een compleet beeld.
Het is vooral van belang dat een leerling de klanken goed kan synthetiseren.
Natuurlijk is het fijn wanneer een leerling veel letters heeft onthouden, maar dit zo niet doorslaggevend moeten zijn voor een overgang naar groep 3.
Wel is het van belang om deze gegevens over te dragen aan de leerkracht van groep 3, zodat er eventueel een verlengde instructie ingezet kan worden.
Tip: Om inzichtelijk te maken hoe de letterkennis van een kind zich ontwikkelt, kan een lettergroeiboekje aangelegd worden. Een andere optie: geef de kinderen een letterdiploma. Je hebt dan zelf ook meteen in beeld of ze al gevoelig zijn voor het herkennen van bepaalde letters.
Extra ondersteuning
Sommige kinderen doorgronden taal snel en leren zichzelf bij wijze van spreken, lezen en schrijven. Maar bij heel wat kinderen komt dat niet vanzelf.
Zeker kinderen die opgroeien in een kansarme context hebben de hulp van de leerkracht vaak hard nodig. Met gerichte pre-teaching kunnen ze beter mee met klassikale activiteiten rond klank. Als je stap voor stap het klankbewustzijn en de letterkennis van je kleuters stimuleert, heb je een grote impact op gelijke lees- en leerkansen voor elk kind.
Als blijkt dat het aanleren van grafeem-foneemkoppelingen problematisch verloopt, dan is dat reden om al in een vroege fase extra aandacht hieraan te besteden.
Problemen op jonge leeftijd (in de kleutergroepen) met spraakwaarneming, fonemisch bewustzijn, letterkennis en benoemsnelheid hangen namelijk samen met latere leesproblemen of dyslexie. Wanneer het klankbewustzijn nog niet op gang lijkt te komen, hoeven echter niet meteen al alle alarmbellen af te gaan. Geef een kind de tijd en ruimte om op zijn manier te ontwikkelen. Elk kind is uniek en elk kind ontwikkelt zich anders.
Wanneer je denkt dat een kind toch ondersteuning nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen, is het vooral kijken wat het kind nodig heeft. Ondersteuning kun je bijvoorbeeld geven door:
In de kleine kring voorschotbenadering aan te bieden.
Daarnaast kan een verwijzing naar de logopedist ook raadzaam zijn. De logopedist kan kortdurende interventies inzetten zodat de ontwikkeling een boost krijgt.
Blijf alles vooral spelenderwijs moet aanbieden. Een kleuter moet lekker spelen en leren. Vergeet dus vooral niet in de hoeken mee te spelen. Juist daar kun je tijdens het praten ook met klanken aan de slag en kun je het kind uitdagen.
Wanneer kinderen taalontwikkelingsstoornissen (TOS) hebben of (ernstige) communicatieve of verstandelijke beperkingen wordt soms gekozen voor leesonderwijs waarbij het leggen van de grafeem-foneemkoppeling niet het uitgangspunt is. In dergelijk leesonderwijs staat het herkennen en automatiseren van hele woordbeelden of pictogrammen centraal. De veronderstelling is daarbij dat het voor deze leerlingen misschien te moeilijk zou zijn om te leren decoderen en dat ze succesvoller kunnen leren lezen door bij de instructie op het niveau van het woord in te steken. Die aanpak heeft echter beperkingen, omdat er aan het aantal woorden dat leerlingen op deze manier kunnen leren, een limiet zit die te maken heeft met de grenzen van het geheugen. Het is daarom altijd belangrijk om (ook) instructie te geven op het niveau van de grafeem-foneemkoppeling. Een methode die daarbij helpend kan zijn is het gebruik van klankgebaren en andere visualisaties.
Snelle lezers
Soms leren kinderen al tijdens of zelfs voor de kleuterperiode lezen.
Er zijn ook kinderen die dit alleen thuis al doen, maar die op school liever spelen in de hoeken of zich aanpassen aan de andere kinderen die nog niet lezen, waardoor je deze vroege lezers niet altijd signaleert.
De ontwikkeling van het kind zou ononderbroken door moeten kunnen gaan, dus het ezen afremmen of er geen aandacht voor hebben is niet wenselijk. Als kleuters al kunnen lezen, probeer die ontwikkeling dan te stimuleren. Lezende kleuters kunnen profiteren van differentiatie, waarbij lezen ook een onderdeel is van wat er in de klas gebeurt.
Verschillen mogen er zijn, zeker in de kleuterklas.
Ook in dat geval ben ik er een voorstander van om het lezen (en schrijven) speels en handelend te blijven benaderen, en nog niet aan de slag te gaan met de methodische materialen van groep 3. Denk daarbij bijvoorbeeld aan:
Het kleien van letters
Het schrijven met de vingers in scheerschuim
Met kwasten en water schrijven op op het plein
Koppel deze kleuter bijvoorbeeld ook eens aan een leerling van een hogere groep, en laat hen samen boeken lezen in hun interessegebied.
Kijk of je een schrijfvriendje kunt vinden, waarmee het kind via email kan communiceren. Laat het kind ook eens met een webpad op de computer werken.
Op zoek naar meer?
Boekentips:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog aanvullingen op deze blog?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
.
Comments