Een groepsplan is een middel om het onderwijsaanbod doelgericht af te stemmen op de ontwikkeling van een kind. Daarbij wordt de groep onderverdeeld in drie subgroepen, zodat het haalbaar is om te differentieren en er niet per kind gedifferentieerd hoeft te worden.
Het werken met kleuters verschilt wezenlijk van het werken met kinderen in groep 3 tot en met 8. Daarom verschilt het groepsplan ook op allerlei punten.
Kleuters ontwikkelen zich met sprongen en hebben geen boodschap aan vakgebieden, doelen en verwachte resultaten. Een school breed format doet dus geen eer aan de eigenheid in de ontwikkeling van kleuters en de kennis en begeleiding van kleuterleerkrachten. In deze blog vertel ik je er meer over.
Wat is een groepsplan?
Een groepsplan is een beknopt overzicht van de doelen van de komende periode, en een plan om die doelen te bereiken. Op het groepsoverzicht staat voor elk kind welke factoren bevorderend en belemmerend zijn en wat het kind van de leerkracht nodig heeft om tot ontwikkeling te komen.
Een veelgehoorde klacht is dat het groepsplan een extra administratieve handeling is.
Zorg ervoor dat je niet een groepsplan maakt ‘omdat het moet’.
Als je het doet, doe het dan goed! Het groepsplan moet je juist helpen bij het inrichten van jouw onderwijs, begeleiding op maat opleveren en tijd opleveren.
Bijkomend voordeel: Een invaller hoeft nu ook niet meer te puzzelen tussen verschillende plannen en papieren om het kind op de radar te krijgen.
Het maken van de groepsplannen vraagt het eerste jaar een grote tijdsinvestering.
De jaren daarop kun je gebruikmaken van dezelfde groepsplannen en daar de vruchten van plukken. Verdeel de doelen per periode en hoeft het nieuwe plan alleen nog aan te passen aan de nieuwe groep en eventueel een ander lesrooster. Heb je een collega met dezelfde groep? Maak dan samen het groepsplan. Je kunt de taken dan verdelen, zodat het maken van de groepsplannen minder tijd vraagt. Twee weten immers meer dan één.
Als je net met groepsplannen gaat werken, kies dan eerst één vakgebied uit om mee te oefenen. Dit betekent natuurlijk niet dat de rest van de vakgebieden minder belangrijk zijn, en ook niet dat je niet handelingsgericht kunt werken op een ander vakgebied.
Wanneer je met een gecombineerde kleutergroep werkt en de kinderen van groep 1 andere leerstof aanbiedt, zou je eigenlijk twee groepsplannen moeten schrijven. Maar wanneer je je op de middenmoot richt, dan kun je volstaan met het beschrijven van dat aanbod op één groepsplan. Een derde mogelijkheid is om het groepsplan te richten op groep 2.
De namen van de kinderen van groep 1 komen dan wel op het plan te staan, maar zij hoeven nog niet aan de doelen van groep 2 voldoen. Het kan wel zo zijn dat enkele kinderen van groep 1 meedoen met het aanbod van groep 2, omdat zij meer aankunnen.
Het is handig om een groepsplan aan te laten sluiten bij een of twee thema’s.
Binnen die thema’s kies je dan een aanbod. Deze kun je in een groepsplan beschrijven en in de laatste week van het laatste thema evalueren. Daarna kun je weer een nieuw plan opstellen bij de volgende twee thema’s. Werk je met methodes? Dan kun je volstaan met het kort noemen van de lessen of het bladzijdenummer) bij het kopje ‘aanbod’.
Dit bespaart ook weer tijd, en op die manier hoef je volgend jaar ook niet meer te zoeken naar lessen die passen bij de doelen. Ze staan dan immers al op het groepsplan.
Handelingsgericht werken met kleuters
Groepsplannen passen bij handelingsgericht werken. Handelingsgericht werken gaat uit van de onderwijsbehoefte van een kind. Vooropgesteld: alle kinderen hebben een onderwijsbehoefte. Waar je eerder in handelingsplannen de zorg beschreef die je gaf aan de ‘zorgleerlingen’ of zelfs alleen aan de ‘zwakke leerlingen’, beschrijf je nu de behoefte van alle leerlingen.
Nog een omslag in het denken, is dat je in een handelingsgericht groepsoverzicht niet meer uitgaat van wat het kind ‘in het verleden’ gedaan heeft, maar de focus meer op het nu en de toekomst legt. Je gaat als leerkracht uit van: waar is dit kind nu, waar moet het heen, en wat heeft het nodig om daar te komen.
Fase 1: Waarnemen en signaleren
Een groepsplan maken begint met waarnemen en signaleren van de positieve en belemmerende factoren voor ieder kind. Deze factoren kunnen namelijk weer gevolgen hebben voor de onderwijsbehoefte van een kind.
Deze gegevens verzamel je in een groepsoverzicht. Zo’n overzicht is zeg maar een soort foto van je groep: zo ziet je groep er nu uit, deze behoeften hebben de kinderen nu.
Je kunt hierbij gebruik maken van observatiegegevens en eventueel ook toetsuitslagen.
Een groepsoverzicht komt het mooist tot zijn recht op A3-formaat. Dubbelgevouwen in de klassenmap neemt het geen extra ruimte in. Je kunt het ook op je kast leggen, zodat je er in je speel-/werktijd meteen aantekeningen op kunt maken.
In het eerste blok van het overzicht staat het kind centraal, met al zijn kansen en belemmeringen.
In het tweede blok staat het waarnemen en signaleren centraal.
Fase 2: Begrijpen en analyseren
In het derde blok van het groepsoverzicht gebruik je de verzamelde gegevens om de onderwijsbehoeften van een kind voor de volgende vier ontwikkelingsgebieden te analyseren en te begrijpen.
Sociaal-emotioneel
Taal/geletterdheid
Gecijferdheid
Motoriek
Onderwijsbehoefte gaan over:
Hoe sluit ik aan bij dit kind?
Hoe leert dit kind het beste?
Wat heeft dit kind gezien zijn leerstijl, zelfbeeld e.d. in het algemeen nodig om het volgende doel in zijn ontwikkeling te kunnen maken?
Door uit te gaan van de onderwijsbehoeften wordt het denken in termen van tekorten, achterstanden en stoornissen verlaten. De focus komt te liggen op wat er wel kan en op de mogelijkheden en kansen die er zijn. Deze denkomslag naar pedagogisch optimisme is de kern van het handelingsgericht werken.
Een voorbeeld van een blanco (aan te passen) groepsoverzicht voor groep 1-2 vind je hier:
Meer voorbeelden vind je hier:
Fase 3: Plannen en realiseren
Vanuit het groepsoverzicht signaleer je de onderwijsbehoeften van kinderen, echter niet gebaseerd op hun leeftijd maar op hun niveau. Dit leg je vast in een groepsplan.
Hiervoor gebruikt iedere school meestal een vast format, waarop in ieder geval staat:
Voor welk vakgebied het is
Voor welke groep het is
Welke doelen je wil behalen
Welke materialen je gaat gebruiken
Hoe en wanneer je wilt evalueren.
Een groepsplan bestaat uit drie niveaugroepen waarin de namen van alle kinderen terug te vinden zijn, namelijk:
1. Basisaanbod
Eerst ga je beschrijven wat je basisaanbod is. Hiervoor kijk je naar de methode of het thema dat je gaat behandelen. Welke doelen worden specifiek in deze periode behandeld? Vervolgens beschrijf je wat je gaat doen, hoe, hoe de organisatie verloopt en wanneer en hoe je evalueert. In de eerste kolom komen de namen te staan van de leerlingen die dit basisaanbod zullen volgen. Dit zijn de kinderen waarbij in het groepsoverzicht staat dat zij op het betreffende vakgebied geen andere aanpak behoeven.
Nu ga je op het groepsoverzicht na welke kinderen wel in aanmerking komen voor een ander aanbod en gaat deze aan de hand van de omschreven onderwijsbehoeften clusteren. Deze kinderen zijn zwakker of juist sterker en hebben meer nodig dan alleen het basisaanbod. Je clustert deze kinderen in de volgende subgroepen:
2. Zorgleerlingen met een verlengde instructie
Hier noteer je bij het specifieke ontwikkelingsgebied de namen van de zorgleerlingen die een verlengde instructie nodig hebben. Omschrijf kort de geboden aanpak/methodiek en de organisatie in de groep.
3. De plusgroep
Hier noteer je bij het specifieke ontwikkelingsgebied de namen van de kinderen die meer aankunnen en uitdaging nodig hebben.
Het basisaanbod zou ongeveer vijftig procent van het totale aantal kinderen moeten zijn. Op deze manier blijft er twee keer 25 procent over voor een subgroep die meer dan gemiddeld aankan, en een subgroep die extra instructie nodig heeft om de basisstof tot zich te nemen. Door de groep op deze manier te verdelen, blijft de verdeling van de zorg binnen de groep behapbaar.
Bij een zwakke groep richt je je in het basisaanbod tot de middelste helft van de kinderen. Een kwart van de groep krijgt extra uitdaging op het eigen niveau en een kwart van de groep krijgt extra oefentijd met de doelen uit het basisaanbod.
Een sterke groep krijgt wellicht een pittiger basisaanbod, waarbij een subgroep extra uitdaging hier bovenop krijgt.
Fase 4: Doelen beschrijven
Bepaal daarna, aan de hand van de onderwijsbehoeften, de doelen die je voor de komende periode voor de diverse subgroepen voor ogen hebt. Schrijf niet álle doelen uit, maar beperk je tot de belangrijkste doelen. Maak je gebruik van een beredeneerd aanbod en/of een methode? Haal dan daar de doelen uit!
Eigenlijk begint het schrijven van een groepsplan dus bij de kennis van de leerlijnen.
Zonder die leerlijnen, zonder een vooropgesteld plan van ‘hier beginnen we en hier komen we uit’, wordt het heel lastig duidelijke en meetbare doelen te omschrijven.
Doelen stel je altijd op als ‘de kinderen kunnen/kennen/leren…’ Omschrijf je doelen helder en meetbaar, zodat je aan het eind van de periode ook kunt controleren of het doel behaald is. De subgroepen kunnen overigens best dezelfde doelen krijgen als de kinderen in het basisaanbod, maar de manier waarop je die doelen wilt bereiken zal dan wel verschillen.
Je kunt in het groepsplan bij de aanpak bijv. opnemen dat je met deze kinderen een verlengde instructie of pre-teaching aanbiedt, veel extra oefent en/of dat je extra materialen en/of je individueel dan wel in kleine groepjes wilt werken.
Fase 5: De aanpak bepalen
Als je de doelen eenmaal helder in je groepsplan hebt opgenomen, wordt het plannen van je lessen of thema vanuit beredeneerd aanbod ook een stuk simpeler.
Bovendien heb je in je groepsplan ook aangeven op welke momenten je met de subgroepen wilt gaan werken, waardoor je direct een solide weekplanning kunt maken.
Een ander voordeel van beredeneerd aanbod is dat een invaller ook in één oogopslag wie er extra zorg nodig heeft. In je aanpak omschrijf je:
Het aanbod/de aanpak (middelen/werkvormen/materialen)
Beschrijf het aanbod. Hoe zorg je ervoor dat de kinderen de doelen behalen? Denk hierbij ook aan de methodelessen, werkvormen en de ontwikkelingsmaterialen die je inzet.
Kleuters leren niet alleen door een leerkracht die kennis overdraagt, maar ook door te spelen. Beschrijf dat in het groepsplan, en beschrijf ook hoe je dit spel in de hoeken gaat stimuleren.
De organisatie (wie/wanneer/hoe lang)
Hier beschrijf je hoe je dit gaat doen.
Met welk groepje kinderen gaat je op welk tijdstip werken?
Hoe vaak?
Hoe lang?
Denk hierbij ook aan het gebruik van modellen en routines (bijvoorbeeld voor uitgestelde aandacht). Wat doen de andere kinderen als je met een klein groepje apart gaat zitten.
Hoe zorg je ervoor dat je niet gestoord wordt?
Zorg er liever voor dat het plan uitvoerbaar is, dan dat het prachtige plan nooit gebruikt wordt. Een plan dat er alleen maar mooi uitziet, is gedoemd te mislukken.
Maak het plan vooral uitvoerbaar. Kies voor een kort moment en plan deze momenten in voor de hele week. Door de activiteiten voor te bereiden wordt het gemakkelijker ze op een ander moment uit te voeren als dat nodig is. In het begin van het schooljaar kunnen de kinderen misschien nog niet zo lang achter elkaar achter elkaar zelfstandig werken zonder de leerkracht te storen. Houd hier ook rekening mee bij het schrijven van het groepsplan.
Fase 6: Evalueren en bijstellen
Handelingsgericht werken met groepsplannen is een cyclisch proces en eindigt met een evaluatie. De ervaring met de aanpak en de mate waarin de doelen behaald zijn geven vervolgens weer richting aan de nieuwe cyclus.
Hoe vaak er geëvalueerd wordt
Op het groepsplan beschrijf je wanneer je gaat evalueren. Meestal zijn er school breed afspraken gemaakt hoeveel weken er met één groepsplan gewerkt wordt.
Voor voldoende effectiviteit wordt aanbevolen om deze cyclus tenminste twee tot drie keer per schooljaar per vak of vormingsgebied te doorlopen.
Deze momenten sluiten bij voorkeur aan op leerling besprekingen.
Geen enkel groepsplan is overigens statisch; het is een werkend document.
Als er zich tussentijds veranderingen voordoen kan de leerkracht het groepsplan op kleine punten best aanpassen. Waar het om gaat is dat het een leidraad is.
Gedurende de uitvoering van het groepsplan verzamelt de leerkracht ook weer nieuwe gegevens die hij/zij in het volgende groepsoverzicht noteert.
Hoe er geëvalueerd wordt
Hoe bepaal je aan het eind van de periode zien of de kinderen inderdaad dat stapje in hun ontwikkeling hebben gemaakt? En waar maak je tijdens de periode notities?
Soms is evalueren bij kleuters heel lastig.
Als je van een kind uit groep 4 wilt weten of hij de spelling van aai-ooi-oei onder de knie heeft, dan houd je een dictee van 20 woorden en stelt als doel: het kind schrijft minimaal 80% van de woorden foutloos. Bij kleuters zijn de resultaten natuurlijk lang niet altijd zo ‘meetbaar’. Dit houdt zeker niet in dat je toetsjes moet bedenken om te controleren of de kinderen de doelen hebben behaald! Als jij tijdens het verloop van het groepsplan de vorderingen van kinderen goed bijhoudt, en bij de evaluatie goed kijkt naar wat het kind gepresteerd heeft, dan mag je als leerkracht erop vertrouwen dat jij weet of het kind het doel behaald heeft of niet. Bedenk dat het aan het eind van een lange periode makkelijker evalueren is als je tussendoor al wat opmerkelijke dingen opschrijft. Leg hiervoor een schriftje of kladblok klaar, of maak er ruimte voor in je groepsmap.
Zo weet je aan het einde van de periode nog welk kind welk doel behaald heeft.
Een conclusie en interventies
Tenslotte kan het aanbod van de lesstof mogelijk aangepast worden. Maak je geen zorgen als kinderen je gestelde doel niet behalen. Het gebeurt regelmatig dat een kleuter zich niet volgens de gemiddelde lijn ontwikkelt. Er hoeft dan nog niets aan de hand te zijn. Vraag je wel altijd af: waarom heeft het kind het doel niet behaald? Had je als leerkracht iets anders kunnen doen? Je kunt bij het schrijven van het volgende groepsplan rekening mee houden. Dat past bij het cyclische karakter van handelingsgericht werken. Maak het volgende plan altijd nadat u het vorige plan geëvalueerd hebt. Bepaal nieuwe interventies.
Leg deze in het groepsplan vast, zodat het ook geborgd wordt. Als een kind het doel niet
Interventies kunnen bijvoorbeeld zijn:
De leerling blijft in dezelfde aanpak
De leerling komt in de groep met het basisaanbod
De leerling komt in de groep met het verrijkingsaanbod
Er is nader onderzoek/contact nodig met externen
Ga bij de evaluatie zo efficiënt mogelijk te werk. Beschrijf de interventies kort. Als een kind een normale ontwikkeling doorloopt, volstaat het om ‘geen bijzonderheden’ te noteren.
Daarna begint de cyclus weer van voren af aan.
Zet risicokinderen overigens niet te snel uit een bepaalde niveaugroep, wanneer ze een doel hebben opgepakt, maar wanneer jij denkt dat ze toch meer tijd nodig hebben.
Kleuters ontwikkelen zich n.l. grillig en iets wat zij vandaag lijken te beheersen kan de volgende keer weer minder beheerst lijken. Herhaling blijft belangrijk.
Het groepsplan is geen keurslijf. Je eigen gevoel gaat hierbij altijd voor.
Evalueer na afloop van de periode ook jouw eigen handelen. Wat kunt je de volgende periode nog beter doen? Wat werkte wel en wat werkte niet?
Een voorbeeld van een groepsplan voor groep 1-2 (te combineren met Kijk!) vind je hier:
Zet eens in de zoveel tijd het werken met groepsplannen op de agenda van een vergadering. Werkt het document nog, of zijn er aanpassingen nodig?
Wat werkt goed, wat niet?
Zijn er inhoudelijke discussiepunten waar het team een mening over moet vormen?
Is het groepsplan nog bruikbaar?
Tenslotte
Het is niet verplicht om met een groepsplan te werken.
Het is aan de school om binnen de eigen visie op kleuteronderwijs te bepalen of ze dit middel willen gebruiken. Daarbij zal een school na moeten denken over een aantal zaken:
Wanneer wil ik als school groepsplannen inzetten? Direct vanaf groep 1 of in groep 2 pas?
Wat verwachten we van de kinderen? Kinderen in groep 1 moeten namelijk vaak nog wennen aan het naar school gaan en de omgang met andere kinderen, materialen en regels.
Welke rol hebben toetsen in groep 1-2?
Voor welke vakgebieden willen we een groepsplan?
Bij het opzetten van een groepsplan gebruik je als school de SLO doelen, maar deze pas je aan op de beginsituatie van je "publiek". Veelal wordt hiervoor gekeken naar het gemiddelde uitstroomniveau op een school van kinderen in groep 8, maar wanneer de populatie tussendoor erg wijzigt kun je deze ook naar behoefte aanpassen.
Op zoek naar meer?
Kijk dan ook eens op de volgende websites:
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
.
.
.
Yorumlar