site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Een combinatiegroep 2/3

Bijgewerkt op: 11 jul.

De overgang van groep 2 naar 3 is een belangrijke stap, omdat in groep 3 het formele lezen en rekenen start. Scholen zoeken steeds vaker naar verschillende organisatievormen om deze overgang zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. De laatste jaren is er ook steeds meer aandacht voor de combinatiegroep 2/3. En dat is niet voor niets!

Het combineren van deze groepen kan veel voordelen geven, als je deze combinatie goed doordacht vorm geeft. Groep 2 en groep 3 in het basisonderwijs verschillen echter wel enorm van elkaar. Dat maakt groep 2/3 geen eenvoudige combinatie.

In groep 2 is het spelend leren stevig verankerd in het onderwijs.

In groep 3 begint het schoolse leren. Op het eerste gezicht lijkt het dan ook een flinke opgave om deze groepen te combineren. In deze blog geef ik je tips.



Combineren vanuit een visie!


Op de meeste scholen is er in groep 1-2 sprake van spelend en ontdekkend leren in open leersituaties. In groep 3 wordt vaker met methodes gewerkt, waarbij kinderen in gesloten leersituaties systematisch kennis opbouwen.

In 1985 was het bij de invoering van het basisonderwijs de bedoeling om in groep 3 de sterke aspecten van het kleuteronderwijs te benutten. Het omgekeerde gebeurt inmiddels echter maar al te vaak: in groep 1 en 2 wordt steeds meer systematisch en methodisch gewerkt zodat kinderen worden voorbereid op groep 3.


De overgang van groep 2 naar groep 3 is voor veel kinderen een pittig struikelblok. Best logisch natuurlijk, want eerst mag er nog veel gespeeld worden en dan opeens na 6 weken vakantie moet er klassikaal aan een tafel uit een boek gewerkt worden. Veel leerkrachten zijn er inmiddels ook wel van doordrongen dat de overgang van groep 2 naar 3 flexibeler en meer geleidelijk zou mogen verlopen. Inmiddels zie je dan ook allerlei verschillende vormen ontstaan om het onderwijs in de onderbouw te organiseren, zoals:

  • Groep 1, 2 en 3 apart

  • Groep 1 apart en groep 2-3 samen

  • Groep 1-2 en 3 samen

In een combinatiegroep hebben kinderen met al die verschillende leeftijden bij elkaar niet alleen eerder het gevoel dat ze mogen zijn wie ze zijn, maar leren kinderen ook van elkaar.

Door de mix van leeftijden verschilt het onderlinge kennisniveau. Omdat jonge kinderen het vanzelfsprekend vinden om hulp te geven en te vragen, zullen zij in een combinatiegroep op een heel natuurlijke manier met elkaar gaan ontdekken en onderzoeken.

Daarnaast kunnen kinderen in een combinatiegroep meer onderwijs op maat ontvangen. De één kan langer spelend leren, de ander eerder serieuze lesopdrachten uitvoeren.

Tegen een combinatie van groep 2 met 3 wordt echter toch nog vaak kritisch aangekeken. Vaak wordt het verschil tussen het spelend en ontdekkend leren en het meer systematisch leren als tegenargument voor het samenstellen van een combinatie van beide groepen genoemd. Toch kan het combineren van een groep 2 en 3 een ideale manier zijn om:

  • Kinderen langer de ruimte te geven om kleuter te mogen zijn of eerder schoolkind. Rond deze leeftijd verandert het denkpatroon van kinderen; de magische fantasiewereld maakt plaats voor meer logisch denken. Maar deze verandering gebeurt niet van de ene op de andere dag. En ieder kind maakt deze ontwikkeling op zijn eigen tempo mee.

  • Een doorgaande, vloeiende ontwikkelingslijn tussen deze groepen te waarborgen en de overgang van spelend naar meer systematisch werken minder groot en daarmee dus ook de overgang naar groep 3 minder eng en gefrustreerd maken.

  • Meer mogelijkheden te creëren voor de kinderen in groep 2, die al wat uitdaging kunnen gebruiken, om met letters en cijfers aan de slag te gaan.


Er zijn verschillende redenen om een groep 2/3 combinatie op te starten. Het heeft vaak met de leerlingenaantallen te maken, maar het kan ook te maken hebben met een stukje visie. Als school kun je het bijvoorbeeld belangrijk vinden om een stukje kleuteronderwijs door te trekken naar groep 3, bijvoorbeeld zodat de kinderen uit groep 3 langer mogen spelen, waardoor de overgang wat minder groot wordt. Anderzijds kunnen kleuters in een combinatiegroep 2/3 juist weer profiteren van het veel meer mogen leren.

Daarnaast is het betekenisvol onderwijs in thema's voor kinderen in groep 3 ook efficiënter. Thematisch werken lijkt op het eerste gezicht misschien juist minder efficiënt, maar heeft voor kinderen meer betekenis, waardoor ze meer betrokken en gemotiveerd zijn en dat heeft weer een positieve invloed heet op het leerproces.


Ook wanneer de keuze vanuit praktische redenen wordt gemaakt is het belangrijk om daar een duidelijke ontwikkelde en (ook naar ouders) uitgedragen visie aan te koppelen.

Het maakt overigens niet uit of de combinatiegroep 2/3 in jouw school een bewuste of noodzakelijke keuze is. Uiteindelijk moet je onderwijs geven dat bij de groep past en de traditionele lesmethodes voor de groepen 2 en 3 verschillen te veel om deze zonder meer met elkaar te combineren. Daarom is het belangrijk om hier een duidelijk visie op te vormen en keuzes in te maken. Accepteer de tekortkomingen van een combinatiegroep 2/3 en bouw verder vanuit mogelijkheden, voordelen en kansen.


Tenslotte is het ook erg belangrijk om als school de juiste vervolgstappen te zetten bij het invoeren van een combinatiegroep 2/3. Een samengestelde groep 2-3 is voor veel ouders een onbekend verschijnsel en een goede, heldere en onderbouwde communicatie richting hen is hierbij van groot belang om ze aan deze verandering te laten wennen.


Een combinatiegroep 2/3 hoort verder een gezamenlijke verantwoordelijk van het team en niet alleen van de betreffende leerkracht te zijn. Maak als team afspraken en zoek naar mogelijkheden. Denk daarbij ook goed en ver vooruit in verband met de vorming van de groepen in de meerjarenplanning. Zo voorkom je bijvoorbeeld problemen, zoals het twee keer moeten aanbieden van dezelfde lesstof

 

Hoe stel je een groep 2/3 samen?

Hoe ga je een groep 2/3 samenstellen? Goede leerlingen, kinderen die meer zorg behoeven, jonge en wat oudere kinderen kunnen elkaar goed aanvullen in een combinatiegroep 2/3. Wel is het voor de sociaal-emotionele ontwikkeling fijn om een evenwichtig aantal jongens en meisjes te hebben zodat ze wat aan elkaar kunnen hebben. Jonge kinderen in groep 3 vragen natuurlijk ook bijzondere aandacht. Ze zullen enerzijds misschien meer moeten wennen, maar anderzijds hebben ze in een combinatiegroep 2/3 ook meer mogelijkheden om mee te doen met de thema’s en het spel van groep 2 zolang daar behoefte aan is.

Het is goed om van tevoren na te denken of je van een groep 2/3 een combinatiegroep wilt maken, of een heterogene groep? Met een heterogene groep voorkom je scheiding van jaargroepen en maak van de groep één geheel. Dit versoepelt de overgang tussen de leerjaren en bevordert een doorgaande lijn. Die keuze heeft alles te maken met het durven loslaten van het strikt klassikale systeem, ook voor groep 3.


Veel vooraanstaande pedagogen pleitten voor heterogene groepen.

De redenen die daarvoor worden gegeven zijn:

  • Kinderen doen rijkere sociale ervaringen op, als ze met meerdere leeftijdsgroepen mogen opgroeien. Het is een waardevolle ervaring om eerst de jongste en later de oudste van een groep te kunnen zijn.

  • Het heeft een positieve invloed op de saamhorigheid. Bij een groep met verschillende leeftijden zijn de oudere kinderen sneller geneigd om voor de jonge kinderen en is er minder competitie en strijd.

  • Het geeft leefervaring. School ook een belangrijke plek voor de sociale ontwikkeling. Sociale interacties spelen echter geen relevante rol in lesmethodes, terwijl ze de ontwikkeling van kinderen wel significant beïnvloeden.

Het is lastig om een heterogene groep te organiseren als het leerstofjaarklassensysteem in de weg staat. Door de vaste eisen van het leerstofjaarklassensysteem worden kinderen automatisch opgedeeld in groepen.


Je zult je er echter over verbazen hoeveel dingen je in een combinatiegroep 2/3 samen kunt doen. Denk aan de ochtendkring, kringactiviteiten (fonemisch bewustzijn, mondelinge taalontwikkeling, woordenschat, verhaalbegrip, muziek, Engels, wereldoriëntatie), thematische activiteiten, waar ieder kind op zijn eigen niveau mee uit de voeten kan en het samen spelen in de hoeken.

 

Hoe richt je een combinatiegroep 2/3 in?

Hoe richt je het lokaal op een goede manier in?

Een rijke leeromgeving is in iedere groep belangrijk, maar zeker in deze groep.

De context bepaalt immers de leermogelijkheden. In een rijke spelomgeving krijgen alle kinderen de mogelijkheden om naar behoefte te spelen en formeel te leren.

Een rijke leeromgeving creëren kost tijd, maar je bespaart tijd die je anders in lesvoorbereidingen zou steken. Een interessante en boeiende omgeving geeft ruimte voor spel en dat spel zorgt ervoor dat het leren van bijvoorbeeld basisvaardigheden in een betekenisvolle context kan plaatsvinden. Heel veel vaardigheden leren kinderen namelijk spelend, want het spel geeft betekenis aan die vaardigheden.


In een combinatiegroep 2/3 vinden binnen één lokaal vaak diverse activiteiten tegelijk plaats. Dit geeft voor kinderen vaak omgevingsruis en meer prikkels.

Maak daarom in iedere groep een of twee stiltehoeken of -werkplaatsen.

Niet op de looproute en afgeschermd met kasten. Hier wordt niet gesproken.

Spreek zelf met een stem die alleen de kinderen horen die bij jou aan tafel zitten.

De kinderen zullen dit voorbeeld vaak vanzelf navolgen.

Geef kinderen altijd de keuze om met hun spelletje naar de gang te verhuizen; daar mag dan gewoon gepraat worden.


Zorg ervoor dat de kinderen alle spullen zelfstandig kunnen vinden en daar zelf ook bij kunnen.

 

Hoe organiseer je dat?


Samenwerkend leren in een groep 2/3 biedt veel kansen, maar natuurlijk zijn er ook organisatorische uitdagingen, met name op de momenten dat het even apart moet.

Alles op dezelfde tijd doen, is in een combinatiegroep eigenlijk niet mogelijk.

Ten aanzien van een enkelvoudige groep is de klassenorganisatie, het efficiënt inzetten van de leertijd complexer, het niveauverschil en het inplannen en vormgeven van instructies een stuk complexer. Je hebt meer onderwijs te geven in een leerjaar.


De voordelen van een combinatiegroep 2/3 benut je extra goed, wanneer je van te voren goed nadenkt over hoe je beide groepen tot zijn recht laat komen.

Een goed rooster en een goede, nog meer bewuste planning vormen daarom een hele belangrijke basis en houvast voor het organiseren van een combinatiegroep 2/3.

Het zorgt niet alleen voor meer voorspelbaarheid voor jezelf, maar ook voor de kinderen.

Aandachtspunten bij het opstellen van een rooster zijn:

  • Start met een inloop van 15-20 minuten. Leg een leerspelletje, werkboekje zijn, constructiespeelgoed, een spelletje op de computer of iets dergelijks voor ieder kind klaar. Je kunt ook met een roulatiesysteem werken, zodat elk kind aan het einde van de week alles heeft gedaan. Gebruik deze inloop om te differentiëren en/of om extra instructie te geven.

  • Groep 2 heeft meer buitenspeltijd, dan groep 3. Dit zou je bijvoorbeeld kunnen oplossen, door de kinderen uit groep 2 het eerste kwartier met groep 3 samen te laten spelen en daarna met een groep 1/2 langer buiten te laten spelen. In de tijd dat ze nog even langer buiten zijn, kun je dan bijv. je leesinstructie aan groep 3 geven.

  • Daarnaast moet je natuurlijk ook goed nadenken hoe je de andere instructiemomenten voor de beide groepen gaat organiseren. Richt je onderwijs in ieder geval zo in dat als de ene groep instructie nodig heeft, de andere groep zelfstandig aan de slag kan en andersom.

  • Houd in je planning rekening met geluidsruis. Laat kinderen bijvoorbeeld niet in de hoeken spelen als je een deel van de groep instructie geeft.

  • Plan korte activiteiten met groep 2 als groep 3 op de computer zit of aan het lezen is.

  • Tijdens het spelen in de hoeken kun je regelmatig groepjes apart nemen om nog wat extra te oefenen.

  • Laat altijd één groep eerst opruimen, zodat je met deze groep nog een activiteit kan doen. De andere groep speelt/werkt dan nog even door.

  • Het werken in een circuit biedt veel mogelijkheden voor combinatiegroepen.

  • Daarnaast kan ondersteuning van een vakleerkracht, onderwijsassistente, stagiaire of ouders helpend zijn. Haal de groepen dan bijvoorbeeld uit elkaar om ze op hun eigen niveau iets aan te bieden.

  • Bekijk welke activiteiten samen kunnen.

Werk bij voorkeur met een takenblad of -bord voor alle kinderen. Zo zien alle kinderen in een oogopslag wat verplicht is en wat een keuze is.

 

Doelen


Bij het samenstellen van een beredeneerd aanbod is het belangrijk aan te sluiten bij de behoeften van de kinderen. Kinderen in groep 2 en 3 zitten natuurlijk in verschillende ontwikkelingsfasen. Jonge kinderen leren meer informeel, door te manipuleren en te experimenteren. Het (rollen)spel is daarbij cruciaal. Dat vraagt ruimte, tijd, spelbegeleiding en aandacht voor veiligheid. Kinderen in groep 3 leren meer informeel.

Zij hebben ook meer behoefte aan houvast bij hun formele leerproces.


Voor goed differentiëren in deze groep is een goede kennis van leerlijnen, (eind-)doelen, kennis hebben van de vakspecifieke didactiek en de ontwikkeling van kinderen dus heel belangrijk. De doelen van groep 2 kun je bijvoorbeeld van de SLO website of uit de KIJK halen en de doelen van groep 3 uit de methodes. Om de doelen van beide groepen zichtbaar te maken en te koppelen kun je bijvoorbeeld ook Klasseplan gebruiken.


Deze doelen voor groep 2 en 3 kun je vaak prima samen pakken en ophangen aan een thema dat centraal staat. Maak een themaplanning, waarin je voor elk doel een (spel)activiteit bedenkt waarbij het doel geoefend wordt. Differentieer hierin op het niveau van groep 2 en 3. Zo creëer je voor alle kinderen een rijke leeromgeving.


Passend onderwijs bieden aan een diverse groep is complex. In een kleutergroep geeft dit vaak minder problemen, omdat er in een kleutergroep niet klassikaal wordt gewerkt. Daarnaast komen de kinderen niet op hetzelfde moment in de kleutergroep, maar zodra ze vier jaar worden. Er is dus ook geen sprake van twee makkelijk van elkaar te onderscheiden groepen. Als er binnen het klassikaal onderwijs (vanaf groep 3) gedifferentieerd moet worden, wordt er vaak met drie niveaugroepen gewerkt. Als je een kind echter lang in een ‘slechte’ of ‘goede’ groep zet dan heeft dat invloed op zijn zelfvertrouwen en stressniveau.

Het heeft ook een voorspellende waarde: een kind dat altijd in de slechte groep heeft gezeten gaat hiernaar handelen.


Kom los van het programma en ga soepel met je doelen om. Laat kinderen die meer uitdaging zoeken dat vinden in zinvolle opdrachten. Concretiseer je lessen met een breed aanbod met muziek, kunst en beweging.

Doelgericht onderwijs is gericht op de korte termijn leerdoelen die je na één les wilt behalen. Ontwikkelingsgericht onderwijs is gericht op de lange termijn leerdoelen die aantonen welke fundamentele veranderingen je daadwerkelijk teweeg hebt gebracht. Daarbij is wat een kind bezig houdt en wil leren leidend Iedereen leert daarbij op zijn eigen niveau over hetzelfde onderwerp en belangrijker dan het einddoel, is dat de activiteiten betekenisvol zijn voor de kinderen. Je zult dus niet altijd van tevoren al weten wat je met je les zult bereiken. Daarnaast vergt het meten van de resultaten van je lessen veel tijd en dat leidt niet altijd tot verbetering van het onderwijs.

Als je dit doet moet je zeker weten dat je ook iets met de informatie kunt veranderen aan het onderwijs dat je aanbiedt. Evalueer je met die kennis van de resultaten ook je eigen onderwijs? Is elk onderwijsdoel meetbaar en op dezelfde manier te toetsen?


Wees niet bang voor uitdagende opdrachten. Ga liever voor een moeilijke dan voor een makkelijke opdracht, want juist een uitdagende opdracht stimuleert kinderen. Zorg voor een klimaat waarin het niet erg is om fouten te maken en proberen wordt aangemoedigd.


Je kunt natuurlijk ook gebruik maken van een methode. Een methode is een doordachte werkwijze, die gebaseerd is op leerlijnen en die daarmee houvast kan geven aan de inhoud van je lessen. Wees echter geen methodeslaaf. Als je de methodes voor bijvoorbeeld groep 3 stap voor stap wilt doorlopen, is er echt te weinig tijd voor groep 2 en ontstaat er geheid instructiedruk. Een methode is ook helemaal niet zaligmakend. Laat de methode dus een leidraad zijn, maar niet leidend. Methodes bieden vaak ook veel meer leerstof dan nodig is om de jaardoelen te halen. Haal er dus uit wat je nodig hebt bij je (tussen)doelen, maar trek verder je eigen plan en benut daarnaast ook de hoeken en ontwikkelingsmaterialen. De eerste blokken van rekenmethodes bevatten bijvoorbeeld vaak veel reeds bekende leerstof. Door daaruit te selecteren wat je aanbied creëer je tijd voor andere zaken.

Houd altijd in gedachten dat het (werk)boek niet vol hoeft, maar dat de leerdoelen behaald moeten worden. Breng daarom de belangrijkste doelen per leerjaar in kaart en bekijk wat de cruciale beheersingsdoelen halverwege en aan het einde van het schooljaar zijn en waar geschrapt kan worden of waar de doelen van groep 2 en 3 verbonden kunnen worden.


Kinderen moeten in de eerste helft van groep 3 bovendien vaak best wennen aan methodes en het werken in een werkboekje. De tweede helft van het jaar gaat dat meestal al veel makkelijker en zie je ook de verschuiving van de aandacht voor spel naar het leren.


Methodes bieden ook volop ICT-faciliteiten aan. Als je het oefenmateriaal op een tablet zet, kun je elk kind maatwerk bieden.


Wanneer je op verschillende momenten in het jaar start met het formele lees- en rekenproces, kunnen kinderen die dat willen en eraan toe zijn meedoen met de lees- en rekeninstructies. De kinderen die daar dan nog niet aan toe zijn kunnen in ieder geval al meeluisteren en er wellicht iets van meepikken.


Om de kinderen goed in hun ontwikkeling te blijven volgen is observeren en signaleren heel belangrijk. Klasseplan heeft daar bijvoorbeeld een handige tool voor. Je zou voor groep 3 ook de toetsen uit de methodes kunnen gebruiken.

 

Instructie geven

In een combinatiegroep geef je meer instructie dan in een enkelvoudige groep.

Bij elk instructiemoment instrueer je één van de twee groepen. De andere groep werkt zelfstandig met weinig begeleiding. Je moet je aandacht dus continu verdelen.

Hierdoor loop je het risico dat één van de twee groepen tekortkomt en hier loop je het risico dat kinderen in die groep begeleiding wel nodig hebben.


De voordelen van een combinatiegroep 2/3 benut je beter wanneer je de instructiedruk verlaagt door zoveel mogelijk lessen samen te geven.

Succesvol instructies verbinden lukt alleen wanneer je voldoende kennis hebt van de leerlijnen en werkt vanuit de doelen. Het wordt dan makkelijker om de leerstof te comprimeren en waar mogelijk de verbinding tussen groep 2 en 3 te maken en instructies te combineren. Natuurlijk is dat niet in alle gevallen mogelijk.

Richt je onderwijs in ieder geval zo in dat als de ene groep instructie nodig heeft, de andere groep zelfstandig aan de slag kan en andersom.


Een optie is om in de kring de mogelijke activiteiten van de dag te introduceren.

Bij thematisch werken geef je nooit gesloten opdrachten: kinderen kunnen de activiteiten op verschillende niveaus uitwerken en al doende hun eigen ideeën toevoegen.

De leerkracht begeleidt en geeft instructie vervolgens waar nodig.

Dit model geeft kinderen veel zelfstandigheid en autonomie. Na de kring gaan de diverse activiteitengroepen uiteen in de diverse hoeken. Na de speel/werktijd eindig je gezamenlijk in de kring. Hiermee creëer je saamhorigheid en je neemt gezamenlijk tijd om te plannen, te inspireren en te evalueren.


Je zou ook kunnen bekijken of een stapelinstructie mogelijk is.

Hierbij benut je de compacte, liefst herhalingsinstructie van groep 2 voor het activeren van de voorkennis van groep 3. Na deze compacte instructie gaat groep 2 verwerken en start de verdiepende instructie van groep 3.


Natuurlijk is een goede instructie voor elke groep van belang, maar des te meer in een combinatiegroep. Met een sterke instructie zorg je er namelijk voor dat de kinderen de leerstof begrijpen die zij verwerken en daadwerkelijk zelfstandig aan de slag kunnen, zodat jij je aandacht kunt richten op de andere groep.


De belangrijkste elementen voor een sterke instructie zijn:

  • Een helder les doel

  • Een duidelijke stapsgewijze instructie, d.m.v. voordoen, uitleggen of hardop nadenken

  • Begeleid inoefenen

  • Het controleren van begrip

Vaak ontstaat er in combinatiegroepen instructiedruk en worden fasen als begeleid inoefenen en de afsluiting overgeslagen, terwijl die een instructie nu dus juist effectief maken. Ga in geval van tijddruk liever voor de beredeneerde keuzes in het leerstofaanbod.

Geef ook liever meerdere korte instructies, zodat de kinderen uit groep 2 regelmatig contact kunnen maken. Bouw deze instructietijd geleidelijk op.


Zorg er ook voor dat je momenten in het lesrooster plant waarin beide groepen zelfstandig werken aan bijvoorbeeld een dag-/weektaak.

Gebruik die ruimte om interventies, zoals verlengde en verdiepte instructies in te plannen, te observeren of een extra serviceronde te maken.

 

Thematisch en cursorisch werken


Er is geen meetbaar effect op de schoolresultaten voor jonge kinderen tussen thematisch en cursorisch onderwijs. Bij een onderzoek waarin de thematisch/cursorische aanpak met de cursorische aanpak werd vergeleken, bleken beide groepen 3 op basisvaardigheden evengoed te scoren, maar de thematisch/cursorische groep had daarnaast meer winst behaald op de niet-schoolse vaardigheden. Thematisch onderwijs heeft naast de gebruikelijke leerdoelen ook doelstellingen die breder zijn. Dit zijn de doelen die gaan over persoonsvorming; samen kunnen werken, zelfvertrouwen hebben en kunnen plannen.


Maak binnen een combinatiegroep 2/3 ruimte voor open, thematische activiteiten, waaraan ieder kind op zijn eigen niveau mee uit de voeten kan. Zo kunnen kinderen van verschillende leeftijden toch samenwerken en samen spelen.

Het thematische werken ondersteunt de saamhorigheid van de combinatiegroep, want hoewel de kinderen met verschillende activiteiten bezig zijn, werken of spelen ze wel binnen hetzelfde onderwerp. Ze bespreken na afloop in de kring met elkaar wat iedereen gedaan heeft en brengen elkaar op ideeën.


Het thematisch en het cursorisch onderwijs kan in een groep 2/3 gecombineerd worden. Het thematische onderwijs vraagt soms ook om vaardigheden die buiten de betekenisvolle context van het thema, meer cursorisch dus, aangeleerd moeten worden.

 

Zinvol zelfstandig werken


Er wordt van kinderen in een groep 2/3 veel zelfredzaamheid verwacht, zodat de leerkracht met kleinere groepjes kan werken. Stapsgewijs zelfstandig leren werken is dan ook er belangrijk voor een goed klassenmanagement van groep 2/3. Om de zelfstandigheid te bevorderen en de leerkracht tijd en overzicht te geven kan het bijvoorbeeld handig zijn om:

  • In de eerste weken flink te investeren in het aanleren van eenduidige routines en afspraken. Zorg daarbij voor visuele ondersteuning, zoals samenwerkpictogrammen, een stemvolumemeter, een time timer en stoplicht om aan te geven hoe zacht of hard minderen mogen praten. .

  • De kinderen met een dagplanning, takenkaart of een digitaal kiesbord te leren werken.

  • Alle materialen makkelijk bereikbaar en op een vaste plek te bewaren, zodat de kinderen ze zelf zonder elke vijf minuten door het halve klaslokaal te lopen, kunnen vinden en weer opruimen.

  • Werk met servicerondes: Maak duidelijk aan kinderen wanneer je beschikbaar bent om te helpen (maak dit bijv. visueel met een ketting) en wat ze kunnen doen als jij niet beschikbaar bent. Mogen ze bijvoorbeeld met een maatje overleggen, kunnen ze opdrachten overslaan of met iets anders aan de slag gaan? En hoe geven ze aan dat ze hulp nodig hebben? Voor het aangeven van hulp is een kleurendobbelsteen bijvoorbeeld een effectief middel. Zorg er ook voor dat het voor de kinderen helder is wanneer jij je serviceronde gaat maken. Zorg bijvoorbeeld voor een vaste volgorde en/of route.

 

Spel in groep 2/3


Het belangrijkste dilemma bij het starten met een combinatiegroep 2-3 is de vraag of het schools leren vervroegd moet worden of kinderen juist langer moeten kunnen spelen.

Er is geen wetenschappelijk bewijs voor wat de beste methode is. Dat niet kunnen spelen nare gevolgen kan hebben is een aanname van sommige wetenschappers.

En dat te vroeg beginnen met schools leren meer nadelen heeft dan voordelen, daarvan zijn sommige wetenschappers ook overtuigd. Er zijn ook onderzoeken die laten zien dat training in schoolse vaardigheden op jonge leeftijd weliswaar zijn vruchten afwerpt, maar dat de resultaten niet altijd duurzaam zijn. Het vervroegd leren van schoolse vaardigheden is dus geen productieve aanpak.


Uiteindelijk draait het niet alleen om de schoolse vaardigheden. School is de belangrijkste plek in het leven van kinderen om sociale vaardigheden op te doen. En de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen is niet minder belangrijk dan de schoolse ontwikkeling. Daarom is het belangrijk dat spel in groep 2-3 een bewust gepland onderdeel van het rooster vormt en niet als opvulling van overgebleven tijd dient.

Spel in de hoeken kan ook goed verbonden worden met taal- en rekendoelen.

Richt je themahoeken gedifferentieerd in. Vul je basismaterialen voor de kinderen uit groep 3 bijvoorbeeld aan met letter-/cijfermaterialen en geef oudere kinderen opdrachten.

 

Gecijferdheid in groep 2/3


Kinderen uit groep 2 leren veelal tellen tot en met 12 en met concreet materiaal.

Kinderen uit groep 3 gaan van de losse getallen sommen maken.

Ondanks dit verschil, kun je het rekenaanbod binnen groep 2/3 toch goed koppelen.

Enkele voorbeelden:

  • Laat de kinderen uit groep 2 twee groepjes met concreet materiaal neerleggen en de kinderen uit groep 3 daar een som bij maken.

  • Maak een kast waar alle rekenmaterialen bij elkaar liggen, zodat de kinderen uit groep 2 daarmee kunnen experimenteren.

 

Geletterdheid in groep 2/3


Het grootste bezwaar tegen een combinatiegroep 2/3 wordt omgebogen tot een pluspunt als je leren lezen anders durft te benaderen.

Juist de combinatie van leergierige kinderen zorgt namelijk voor kansen.


Enkele voorbeelden hiervan:

  • Laat ze samen een woordveld bij een thema maken. Een groep 3 leerling schrijft, een groep 2 leerling tekent en uiteindelijk gaan steeds meer kinderen van groep 2 ook over tot schrijven.

  • Laat kinderen van groep 2 en 3 samen naar woorden zoeken in een tekst of laat de kinderen die de tekst al kunnen lezen voorlezen.

  • Zet digitale leermiddelen in om de interesse voor letters en het leren lezen te ondersteunen. Denk hierbij bijvoorbeeld eens aan Kiene klanken.

  • Laat de kinderen van groep 3 de letters die ze hebben geleerd buiten in het groot met stoepkrijt schrijven en laat de kinderen uit groep 2 er overheen lopen, er materialen op leggen of de letter zelf trekken.

 

Op zoek naar meer?


Boekentips:
















Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb jij ervaring met een combinatiegroep 2/3?

Inspireer dan collega’s door jouw ervaringen en tips in een reactie op deze blog te delen!


.

.

1.147 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page