site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Thema dierendag: Opening/afsluiting

Bijgewerkt op: 3 mei

Het is belangrijk, om tijdens het plannen van een thema, als leerkracht goed na te denken over de startactiviteiten. Startactiviteiten moeten ervoor zorgen dat de kinderen enthousiast worden voor een thema. Het is dan ook belangrijk dat de activiteiten, die je kiest pakkend en betekenisvol zijn en nieuwsgierigheid opwekken.

Wanneer kinderen zelf enthousiast zijn voor een thema, zullen zij meer tot leren komen.

Ook zijn de startactiviteiten belangrijk om de voorkennis te activeren en leervragen voor het thema op te stellen. Door het opstellen van de leervragen en het maken van een plan kan vervolgens de rest van het thema worden vormgegeven.

Thema’s kunnen op veel verschillende manieren gestart en afgesloten worden.

In deze blog geef ik je suggesties om het thema dierendag te openen en/of af te sluiten.



De belevingswereld van de kinderen


Vertrek vanuit de belevingswereld van de kinderen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld:

  • Heb jij huisdieren?

  • Hoe vier jij Dierendag?

  • Hoe vieren anderen Dierendag?

  • Welke kinderen vieren geen Dierendag?

  • Met wie vier jij Dierendag?

  • Waar vier jij Dierendag?

  • Wat vind je van Dierendag?

  • Zou je een huisdier willen?

  • Wat is jouw lievelingsdier

  • Welk huisdier vind je niet leuk?

 

Thematafel


Richt een thematafel in. Denk hierbij aan:

  • Knuffels van dieren

  • Boeken over dieren

  • Materialen, zoals: slingers, dierenvoer, eetbakjes, dierenspeeltjes, kooien, mandje, een riem, verzorgingsspullen voor dieren

Maak tijdens je thema foto's van de activiteiten en hang deze op. Creëer hiervoor een stukje projectmuur. Op die manier kun je met de kinderen terugkijken op een thema en kunnen ze elkaar vertellen over hun activiteiten en elkaar inspireren.

 

Aankleding van de klas


Breng je lokaal in de sfeer van het thema. Denk hierbij aan:

  • Een raamschildering: Beschilder de ramen of hang grote geplastificeerde A3 afbeeldingen op. Gebruik raamverf of krijtstiften. Krijtstift kan je gemakkelijk van de ramen afvegen met alleen een nat doekje. Voor het opzetten vergroot je een afbeelding onder het kopieerapparaat en plak deze aan de andere kant van het raam. Trek deze vervolgens over.

  • Laat de kinderen plastic/pluchen dieren meenemen en versier daar je lokaal mee.

 

Voorwerpen


Haal allerlei voorwerpen de klas in, die met dierendag te maken hebben en waarmee je de nieuwsgierigheid van de kinderen kunt opwekken.

De kinderen komen de klas binnen en zien deze voorwerpen liggen.

Vervolgens zal een gesprek ontstaan over deze voorwerpen. Wat zijn dit voor voorwerpen? Wat kunnen we met deze voorwerpen doen?

  • De kinderen vinden bijvoorbeeld een bot met een strikje erom in de klas. Van wie zou dit kunnen zijn? Iedereen denkt mee en maakt er een tekening van. De volgende dag wordt er een tipje van de sluier opgelicht met behulp van een brief of filmpje of een andere hint. Langzamerhand wordt gedurende het project duidelijk van wie het voorwerp is.

  • De voorwerpen kunnen in een doos of koffer geplaatst worden. Deze geheimzinnige doos staat in de klas als de kinderen binnen komen. Iedere keer komt er wat uit de doos tevoorschijn. Wat is het? Wat kunnen we er mee doen? De kinderen zullen op ideeën komen en nieuwsgierig zijn naar de rest van de voorwerpen.

  • De kinderen nemen zelf spullen van thuis mee over dierendag en vertellen erover.

 

Een verhalend ontwerp


Start het thema met een verhalend ontwerp. Dit betekent dat je een thema uitwerkt aan de hand van een verhaal of een verhaallijn, die de rode draad voor je lessen vormt en waarbij leerlingen actief meedoen en zelf ontdekkend leren, door op zoek te gaan naar oplossingen. Enkele variaties:

  • Er komt een dierenhandpop op visite. Hij heeft een vraag of probleem.

  • De kinderen ontvangen een brief van een dier, waarin hen om hulp wordt gevraagd bij een probleem. De kinderen bedenken zelf een oplossing voor het probleem en kiezen met welk materiaal ze dit gaan doen. Ze kunnen bijv. bouwen in de bouwhoek, iets maken van constructiematerialen, iets knutselen enz...

 

Drama


Drama kan op diverse manieren worden ingezet bij het openen/afsluiten van een thema. Enkele variaties:

  • De leerkracht komt als een dier de klas binnen

  • De leerkracht beeldt samen met een aantal leerkrachten een boek over dierendag uit.

  • Een poppenkastvoorstelling over dieren.

  • De kinderen kunnen zelf een voorstelling over dierendag verzorgen.

 

Een boek


Start het thema met het voorlezen van een boek over dierendag.

 

Een speurtocht



Organiseer een speurtocht in of rondom de school.

Enkele variaties:

  • Houd een vossenjacht. Een aantal leerkrachten/volwassenen verkleden zich als een dier en lopen in en om de school heen. De kinderen zoeken de personages op. Deze geeft ze vervolgens een letter of een deel van een plaatje. Nadat alle personages gevonden zijn, wordt de naam of het plaatje in elkaar gepuzzeld.

  • In de klas, school of rondom de school hangen overal afbeeldingen van dieren. De kinderen zoeken deze. Bij iedere afbeelding vinden ze bijvoorbeeld een stukje van een puzzelplaatje.

  • De kinderen volgen een spoor van dierenpoten. Onderweg moeten zij allerlei opdrachten uitvoeren. Aan het eind wacht een dier (een volwassene die verkleed is en klaar zit) met een mooi prentenboek over dierendag om voor te lezen.

 

Een gast


Nodig eens een gast uit, die de kinderen meer kan vertellen over dit thema.

Laat de kinderen van tevoren leervragen bedenken.

Denk bij dit thema eens aan:

  • Een dierenarts

  • Een dierenverzorger

  • Nodig een ouder uit die met zijn dier op bezoek komt. Wees daar echter wel voorzichtig mee. Sommige kinderen kunnen allergisch zijn en de drukte kan stress bij het dier veroorzaken. Houd het bezoek in dat geval kort en vraag de kinderen zo rustig en zacht mogelijk te doen. Informeer van tevoren of er kinderen zijn die allergisch zijn en zorg dat zij niet in direct contact met het dier komen. Geef wel voldoende tijd om het dier te laten aaien en knuffelen. Laat de kinderen die dat durven het dier, voordat het naar huis gaat, iets lekkers geven.

Bedenk samen met de kinderen vragen, zoals:

  1. Hoe word je een ...?

  2. Wilde u altijd al ... worden?

  3. Wat is er leuk aan?

  4. Wat is er niet zo leuk aan?

  5. Waar moet je goed in zijn ?

  6. Wat doe je allemaal als ...?

 

Een uitstapje


Maak eens een uitstapje. De kinderen kunnen het thema dan al direct van dichtbij beleven en ervaren en er later verder over praten.

Denk bij dit thema eens aan:

  • De dierentuin

  • De (kinder-)boerderij; Het leuke van de (kinder-)boerderij is dat het de mogelijkheid biedt om bij het voeren van de dieren aanwezig te zijn. Ook kun je met de eigenaar overleggen of de kinderen de dieren mogen helpen verzorgen. Dit geeft het bezoek een extra dimensie die de kinderen zeker zullen waarderen.

  • De sloot (ga bijv. eendjes voeren)

  • Een dierendokter

  • Een dierenasiel

  • Een dierenwinkel

 

Een leergesprek


Bij het opstarten van een thema is het belangrijk dat de voorkennis wordt geactiveerd.

Deze kan bijvoorbeeld geactiveerd worden door een leergesprek.

Leg uit waarom mensen Dierendag vieren en dat dierenbeschermers vroeger (al in 1929) een dag met elkaar afspraken om een dag in het jaar extra aandacht te geven aan dieren.

Het is dus eigenlijk een soort Vader- of Moederdag, maar dan voor dieren!


Houd ook een gesprek over huisdieren en hun verzorging:

  • Wie heeft er een huisdier?

  • Wat eet je huisdier?

  • Wat moet je allemaal doen om goed voor hem te zorgen?

  • Wie zorgt er voor het dier: papa, mama, broer of zus, of samen?

  • Help je zelf wel eens mee? Wat doe je dan? Geef de kinderen die meehelpen een groot compliment!

  • Bespreek met de kinderen die een huisdier hebben hoe ze het dier extra kunnen verwennen met dierendag.


Inventariseer wat de kinderen al weten en nog willen leren over dierendag.

Daarna kan er een woordveld worden gemaakt of kunnen de weetjes op stroken worden genoteerd en opgehangen bij: wat weten we al?

Dit woordveld wordt gedurende het thema verder aangevuld . Als dit met een andere kleur gebeurt kunnen de kinderen hun eigen proces ook zien.


Stel vervolgens samen met de kinderen leervragen op. Ga in op wat ze zich afvragen.

Noteer deze vragen op (stroken op) de vragenwand: Wat willen we nog leren?

Vertel dat jullie gedurende het thema zoveel mogelijk van die vragen gaan proberen te beantwoorden. Laat de vragen zoveel mogelijk uit de kinderen komen en stimuleer ze met startvragen zoals:

  • Waarom...?

  • Hoe...?

  • Welke...?

  • Wanneer....?

  • Wat als...?

  • Waar...?

  • Hoe kun je...?

  • Als....dan....?

Bespreek hoe we de antwoorden op deze vragen zouden kunnen vinden?

Deel ze eventueel daar op in:

  • Wat kun je opzoeken in een boek of op internet?

  • Wat kun je navragen bij een ouder of deskundige?

  • Wat kun je zelf gaan onderzoeken?

  • Waar kun je iets voor ontwerpen?

Maak ook een opzoekhoek bij de vragenmuur. Zet daar bijv. boeken en tablets neer, waarop de kinderen bijv. video's kunnen kijken.


Naarmate de kinderen meer over het onderwerp leren, kunnen ze deze vragen vervangen door de feiten. Verplaats deze stroken dan naar: "Dit zijn we te weten gekomen".

 

Een praatplaat


Je kunt ook een leergesprek voeren aan de hand van een praatplaat over dierendag.

Laat de kinderen vertellen wat zij daarop zien. Stel ook vragen, zoals: waar zie je...?

Wat doet... ? Hoeveel... zijn er? enz.

Als afsluiting kun je een leuk spelletje doen, zoals "Ik zie, ik zie wat jij niet ziet" of raadsels bedenken over dingen op de praatplaat.

 

Quiz


  • Organiseer een quiz over dierendag. Wat weten ze al of nog van het onderwerp af?

 

Een feest


Houd een dierendagfeest. Maak er een beestenboel van!

  • Zorg voor versiering, zoals slingers en ballonnen. Maak bijvoorbeeld samen met de kinderen slingers en hang ze de dag voor dierendag op in de klas. Geef elk kind een papieren driehoek en laat ze hun lievelingsdier erop tekenen. Bevestig de driehoeken naast elkaar aan een vrolijk gekleurd touw en hang het op. Blaas ballonnen op en laat de kinderen met markeerstiften dieren maken.

  • Laat de kinderen allemaal een dierenknuffel meenemen.

  • Knutsel feestmutsen voor de knuffels of deel linten van crêpepapier uit waarmee de kinderen, alleen of met wat hulp, een mooie strik om hun dier mogen maken.

  • De kinderen stellen de dieren kort voor.

  • Zing verjaardagsliedjes voor de dieren.

  • Spelletje: De kinderen geven op muziek hun knuffel door. Als de muziek ophoudt, stopt het doorgeven. Vraag wie nog weet van wie de knuffel is die hij nu vasthoudt.

  • Spelletje: De kinderen leggen hun knuffel onder hun eigen stoel. Een kind mag met een blinddoek om in het midden van de kring gaan staan en wijst met een vinger voor zich. Draai het kind een paar keer rustig rond. Als het stilstaat wordt alleen de knuffel waarnaar gewezen wordt doorgegeven op muziek. Wanneer de muziek stopt, is degene die hem vastheeft af en mag (een ronde) niet meer mee doen.

  • Laat de kinderen verkleed als dier naar school komen.

  • Zorg voor dierenmuziek.

  • Organiseer een minidisco met dierenliedjes.

  • Houd een playbackshow op dierennummers.

  • Organiseer een modeshow. Laat de kinderen verkleed over een rij van tafels of een rode loper hun verkleedkleding showen. Speel zelf de omroeper of laat een kind vertellen over de outfits van je klas.

  • Speel het spel 'Ezeltje prikje.

  • Speel het spel 'Dieren happen'. Doe dierensnoepjes in een teil met water en probeer ze eruit te happen.

  • Speel het spel 'Kus de kikker'. Hang een afbeelding van een kikker op, doe lippenstift op en kus de kikker. Wie lukt het om de kikker op zijn mond te kussen?

  • Speel bingo, maar in plaats van getallen staan er plaatjes van dieren op de bingokaart. Je kunt deze heel simpel zelf maken. Zoek naar 30 leuke plaatjes en verwerk 15 plaatjes in meerdere bingokaarten. Zet alle plaatjes op een andere plek en op de ene kaart staan weer een paar andere plaatjes dan op de andere. Zo voorkom je dat je hele klas tegelijk bingo heeft. Doe de 30 bijbehorende plaatjes in een zakje en trek steeds een plaatje.

  • Speel dierenspelletjes in de gymzaal, zoals als mol kruipen door een tunnel, éen estafette met een wasmand op je rug (de schildpad), zo lang mogelijk op 1 been staan als een flamingo en staarttikkertje.

  • Knuffel-aerobics: Houd een knuffel vast. Zet een leuk muziekje op en maak allerlei bewegingen met de knuffel. De kinderen bootsen deze bewegingen na met hun lichaam. Doe vervolgens zelf allerlei bewegingen voor en laat de kinderen de bewegingen nadoen met hun knuffel.

  • Knuffelparcours: Maak voor de knuffels een hindernissenparcours. Span touwtjes tussen pionnen, zet banken en tafels neer en leg hoepels op de grond. De kinderen stappen met hun knuffels over de hindernissen of laten hun knuffel zelf over een hindernis springen, door een hoepel duiken, door een tunnel kruipen enzovoort

  • Speel het spel 'Raad het dier'. De kinderen beelden een dier uit. De andere kinderen raden welk dier het is.

  • Maak samen met de kinderen dierenmaskers.

  • Organiseer een sponsorloop voor een goed dierendoel. Betrek ook de andere groepen hierbij. Een echte aanrader is adopteereenpup.nl. Of kijk op wakkerdier. nl, diernu.nl of goededoelen.nl.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.

.

550 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page