De digitale wereld geeft eindeloze mogelijkheden in de klas. In deze blog vertel ik je hoe je de Bee-Bot, een geel-zwarte robot in de vorm van een bij, die heel makkelijk te programmeren is, een plekje kunt geven binnen de groep .
Computational thinking
Computational thinking is een hippe term voor programmeren.
Met andere woorden: de taal van een computer leren begrijpen.
Programmeren is één van de vaardigheden die in de toekomst nog belangrijker gaat worden. Tijdens het programmeren ontwikkelt de kleuter ook andere 21e -eeuwse vaardigheden, zoals het creatief denken, probleem oplossen en samenwerken.
Een computer denkt eigenlijk heel simpel. Als we willen dat een computer iets gaat doen dan moeten wij aangeven hoe de computer dat moet doen.
Programmeren klinkt veel moeilijker dan het eigenlijk is en roept vaak onterechte weerstand op. Leerkrachten associëren het vaak met moeilijke codes. Maar je kunt ook programmeren zonder codes, computer of materialen. Nadenken over welke stappen je bijvoorbeeld moet zetten als je je jas aan wilt trekken is ook al programmeren.
Voor een kleuter is programmeren op een computer sowieso nog veel te abstract. Een kleuter oefent deze vaardigheid met concrete materialen. Bijvoorbeeld met bewegende robots die geprogrammeerd kunnen worden, zoals de Bee-Bot.
De Bee-Bot
De Bee-Bot is een kindvriendelijke robot.
Door met de Bee-Bot aan de slag te gaan leren kinderen op een leuke en laagdrempelige wijze programmeren. Ook werk je aan het ruimtelijk inzicht en rekenwiskundeproblemen met de Bee-Bot. Kinderen kunnen de Bee-Bot programmeren door knopjes in te drukken op zijn rug.
Om de Bee-Bot te laten doen wat jij wilt moet je commando’s ingeven.
Deze commando’s zijn:
Naar voren
Naar achteren
Draai naar links Draai naar rechts
Deze commando’s voer je boven op de knoppen van de Bee-Bot in. Ook zitten er nog drie andere knoppen die je helpen bij het programmeren:
Clear of kruisje: Hiermee wis je alle ingevoerde commando’s
Pauze of pauze teken: Hiermee pauzeer je de
Bee-Bot-Go: Hiermee start je de Bee-Bot en gaat de Bee-Bot de door jouw ingegeven commando’s uitvoeren.
Om de Bee-Bot te kunnen gebruiken is het belangrijk dat de Bee-Bot opgeladen is. Dit doe je door middel van een kabel welke je aan de computer kunt hangen of aan een USB oplader. Voor de Bee-Bot is er ook een gratis app, die je hier kunt downloaden.
Aan de slag!
Wanneer je met de Bee-Bot aan de slag gaat is het handig om eerst zelf de Bee-Bot goed door te krijgen. De kinderen hebben namelijk wel wat aansturing en gerichte opdrachten nodig om ermee aan de slag te gaan.
Als je de Bee-Bot eenmaal goed doorhebt dan bied je deze bij voorkeur in de kleine kring aan om de Bee-Bot op die manier met de leerlingen verkennen.
Laat kleuters wel altijd eerst zelf in spelvorm de Bee-Bot zijn, leg hoepels neer en laat een ander kind opdrachten bedenken, zoals: '" Ga naar rechts" of "Zet 2 stappen vooruit". Zodra de kinderen deze basis te pakken hebben, kun je de robot introduceren.
Gebruik daarbij opdrachtkaarten en biedt het programmeren stapje voor stapje aan:
Eerst stap je voor stapje programmeren naar een bepaald vakje
Daarna een stukje rechtuit in een keer programmeren.
En vervolgens de hele route in een keer programmeren.
Wanneer kinderen al wat bekender zijn met de Bee-Bot dan kunnen ze ook zelf met ideeën voor routes komen.
Zodra de opdrachten moeilijker worden, is het van belang om zichtbaar te maken wat de kinderen aan het doen zijn. De kinderen programmeren de Bee-Bot namelijk met de pijlen op zijn rug, maar daardoor zie je niet wat je hebt geprogrammeerd en dat is, met name wanneer je een fot maakt, best lastig. Daarom ga je dit zichtbaar maken door de route die de Bee-Bot gaat afleggen eerst neer te leggen met pijlen. Eerst op de Bee-Bot mat en later pas naast elkaar (dat is namelijk moeilijker). De kinderen pakken een pijl op en toetsen deze steeds in op de Bee-Bot. Zo laten ze de Bee-Bot een speurtocht rijden.
Wanneer een leerling de Bee-Bot feilloos kan besturen, dan kun je hem/haar uitdagen door hem/haar opdrachten te laten bedenken voor de rest van de klas.
De Bee-Bot is een makkelijk bedienbare robot, waarmee kinderen snel uit de voeten kunnen. Daarin schuilt ook meteen een gevaar. Op veel scholen wordt een Bee-Bot namelijk als leuke werkvorm ingezet om laagdrempelig met programmeren aan de slag te gaan en ligt de nadruk vaak meer op de reken-/taalactiviteiten, die eraan gekoppeld zijn, dan op het programmeren. Programmeren is echter meer dan een robot naar een plaatje laten rijden.
Koppel daarom altijd een programmeerdoel en een doel voor een ander vak aan een opdracht. Wanneer je alleen een doel voor een ander vak centraal stelt, dan is de context met digitale geletterdheid weg.
Een variant op de Bee-Bot is de Blue-Bot. Deze kun je niet alleen programmeren met de knoppen erop, maar ook met een iPad met een bluetooth verbinding! Alle matten die je ook voor de Bee-Bot hebt kun je ook voor de Blue-Bot gebruiken.
Je kunt de Bee-Bot ook gecombineerd met andere materialen, zoals blokken of Kapla, gebruiken. Laat de kinderen daar bijvoorbeeld een parcours mee bouwen voor de Bee-Bot.
En om het nog wat moeilijker te maken kun je ze in dat parcours ook tunnels laten bouwen, waar de Bee-Bot onderdoor moet kunnen.
Tip: Kleed de Bee-Bot aan met een jasje, dat past bij je thema.
Je vindt kant-en-klare op Meestersander
Op zoek naar meer?
Boekentip:
Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest
Heb je zelf ook nog leuke suggesties?
Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!
Comments