site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJuf Angelique

Balvaardigheid

Spelen met ballen is niet alleen leuk. Het is ook enorm belangrijk voor het ontwikkelen van de visuele motoriek, de grote motoriek en de kleine motoriek. Belangrijke voorwaarden voor het latere leren lezen en schrijven. In deze blog vertel ik je er meer over.



Spelen met ballen, wat leer je daarvan?


Kleuters hebben een grote bewegingsdrang. Rennen, rollen, klauteren, springen, met een bal spelen; kleuters doen niets liever. Spelen met ballen is niet alleen leuk; het is ook enorm belangrijk voor het goed functioneren van de visuele motoriek, de grote en uiteindelijke ook de kleine motoriek. Ze leren hun lichaam goed te besturen hoe ze hun verschillende delen samen kunnen laten werken en ze in te zetten om iets voor elkaar te krijgen.


Kinderen leren daarbij ook hun kracht te doseren: ze moeten de bal zo gooien en/of rollen zodat die precies bij de ander terecht komt en niet te hard of te zacht.

Beide handen moeten daarbij samenwerken en even hard tegen de bal duwen.

En door vaak hetzelfde te doen bouw je “spiergeheugen” op zodat je lichaam op een gegeven moment moeiteloos weet hoe sterk het bepaalde spieren moet spannen zodat jij het goed en fijn afgestemd kunt “besturen”.


Kinderen oefenen bij het spelen met een bal ook hun oog-/hand coördinatie.

Ze leren zo hun ogen en de rest van het lichaam om samen te werken.

Je hoort wat of je wilt wat doen, je maakt je een voorstelling van wat je moet doen, je richt jezelf (visueel) daar op en je zet je lichaam in om dat wat je van plan bent om te doen ook voor elkaar te krijgen. Het is ook voor het leerproces op school belangrijk dat je ook je ogen goed, gericht en efficiënt kunt besturen.


Kinderen leren zich door het spelen met een bal ook te oriënteren in de ruimte; waar sta of zit ik zelf, waar is de bal, in welke richting gaat hij en waar bevind ik mijzelf t.o.v. van andere dingen in de ruimte en hoe gooi ik de bal zodat hij niet ergens tegenaan komt of iemand anders raakt.

 

Balvaardigheden


Bij het leren omgaan met een bal komen verschillende vaardigheden kijken.

Denk hierbij aan:

  • Balbeheersing

  • Gooien

  • Vangen

  • Stuiten

  • Stuiteren

  • Mikken

  • Rollen

  • Voetvaardigheid

 

De ontwikkeling van de balvaardigheid


Bij een jongste kleuter zie je aanvankelijk nog veel bij bewegingen en verlopen deze vaardigheden nog wat minder soepel en gecoördineerd.

Naarmate een kleuter ouder wordt zie je deze bij bewegingen steeds minder en gaat een kind steeds soepeler en gecoördineerder bewegen. Meer over de ontwikkeling van de balvaardigheid lees je in mijn blog De ontwikkeling van de grote motoriek (groep1-2.com)


Om balvaardigheid op te bouwen:

  • Begin je altijd met grote zachte ballen, pittenzakken of met ballonnen. De kleuters kunnen op deze manier in een rustige sfeer actief oefenen. Een pittenzak heeft bepaalde eigenschappen die een bal niet heeft. Een pittenzak is namelijk vervormbaar en zowel voor het gooien als voor het vangen kan de kleuter de pittenzak met zijn vingers grijpen. Hij/zij kan daardoor vlugger een pittenzak vangen dan een bal. Een pittenzak is daarom bij uitstek geschikt om allerlei werp- en vangoefeningen te doen. De pittenzak rolt namelijk niet verder en maakt ook weinig lawaai bij het vallen.

  • Begin je niet met gooien en vangen, maar met rollen. Veel kinderen vinden rondvliegende ballen namelijk ook onvoorspelbaar en daardoor eng. Voor de ontwikkeling van een goed fundament is het belangrijk om bij het begin te beginnen en geen stappen over te slaan. Het over en weer rollen van een bal lijkt misschien voor baby’s maar er zijn veel kinderen die dit echt nog als basis nodig hebben.

  • Je begint altijd met twee handen tegelijk en als je dat goed kunt dan kun je de handen afzonderlijk van elkaar gaan oefenen.

  • Begin zittend, dicht bij elkaar. Op die manier ervaren kinderen een stevige ondersteuning en kunnen ze rustig wennen aan de bal.

  • Als de kinderen echt goed zijn in het richten en sturen van de bal en die ook weer met de handen kunnen opvangen dan kun je de afstand steeds een beetje vergroten. Als dat weer gemakkelijk gaat dan kun je de afstand weer een stukje vergroten enz.

  • Wanneer de kinderen goed kunnen rollen en vangen met een grote bal dan kun je een steeds kleinere bal nemen waardoor de handen en de ogen preciezer samen moeten werken.


Er zijn veel activiteiten mogelijk met een bal; alleen of samen. Laat kinderen vooral ook veel samen spelen. Vooral bij het spelen met andere kinderen worden veel vaardigheden ontwikkeld en hebben alle kinderen er profijt van.

Bovendien is het belangrijk dat de kinderen zelf zoveel mogelijk actief zijn en spelen.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties? Laat dan een reactie achter!


.

.

3 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page