site-verification=8adc2fc3d443365f5c3bc1b5d2d80d29
top of page
Zoeken
Foto van schrijverJuf Angelique

Autisme en verbeeldingsvermogen

Bijgewerkt op: 15 feb.

Een kleuter met autisme herkennen is niet altijd eenvoudig. Iedere kind met autisme is immers uniek. Bovendien laten veel kinderen met autisme een grillige ontwikkeling zien vol tegenstrijdigheden. Een stoornis in het autismespectrum komt vaak tot uiting in beperkingen in het verbeeldingsvermogen en de fantasie.

Kinderen met autisme hebben daardoor bijvoorbeeld vaak ook moeite met fantasiespel en symbolisch spel. In deze blog lees je er meer over.



Iedereen is anders!


Allereerst...De aard en de ernst van de belemmeringen die kinderen met autisme hebben bij het volgen van onderwijs kan sterk variëren. Hierbij speelt natuurlijk ook de aard en het verstandelijk vermogen van het kind mee. Ieder kind met autisme is uniek en ook de beperkingen in de verbeelding kunnen op diverse manieren tot uiting komen.

De volgende kenmerken zijn dus algemene kenmerken, die vaak voorkomen bij kinderen met autisme, maar niet voor ieder kind met autisme hoeven te gelden.

 

Spel


Fantasie en verbeeldingsvermogen ontwikkelen zich in het spel van kinderen met autisme niet zoals bij andere kinderen. Er is vaak beperkt spel met een repetitief karakter te zien.


Sommige kinderen met autisme komen bijvoorbeeld niet of nauwelijks tot fantasiespel.

Zij zullen een bezem bijvoorbeeld wel gebruiken om de vloer te vegen, maar niet om door de lucht te vliegen. Bij andere kinderen met autisme ontwikkelt zich de fantasie wel, maar soms hebben zij veel moeite met het maken van onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid en schieten zij door in een fantasie.


Ook symbolisch (doen-alsof-spel), zoals poppenkast, toneel en rollenspel, is vaak erg moeilijk voor kinderen met autisme. Dikwijls imiteren ze andere kinderen in hun spel.

 

Rituelen, obsessie en tics


Regelmatig treft men bij kinderen met autisme rituelen, obsessies en tics aan, die voor een belangrijk deel gevoed lijken te worden door angst en waarschijnlijk gezien moeten worden als pogingen om deze angst te bestrijden. Telkens als het kind zich angstig voelt voert hij dat ritueel uit.

Het gebrekkige verbeeldingsvermogen uit zich bij kinderen met autisme ook vaak in het steeds herhalen van eenvoudige bezigheden of een vaste reeks stereotiepe handelingen.

Dat kan zich bijvoorbeeld ook uiten in het zomaar door:

  • Zomaar door de klas beginnen te roepen of te wandelen.

  • Ongevraagd de klas verlaten.

  • heen en weer wiegen.

  • Op de tenen lopen.

  • Fladderen.

  • Overdreven netjes en ordelijk zijn.


Soms zie je hele speciale vaardigheden bij kinderen met autisme, zoals zelf musiceren of componeren, zeer gecompliceerde berekeningen uit het hoofd maken, weten op welke dag jaren geleden een datum viel en de kunst om elektrische apparaten in elkaar te zetten.

Een dergelijke vaardigheid kan ook een stereotiep patroon worden.

 

Irreële angsten


Kinderen met autisme kunnen zo ver doorslaan in hun angst, dat zij, voor mensen zonder autisme, irreële angsten kunnen ontwikkelen, zoals de angst om naar de wc te gaan, naar de kapper te gaan of een angst voor bepaalde kleuren. Hoewel deze angst in eerste instantie vaak onverklaarbaar lijkt, blijkt deze in de praktijk vaak terug te voeren te zijn op misverstanden in de communicatie (bijvoorbeeld als ze niet weten wat er van hen wordt verwacht) of op foute associaties die het kind soms al lang geleden heeft gemaakt.

  • Kinderen met autisme nemen taal en beelden heel letterlijk. Een afbeelding van een geraamte kan bijvoorbeeld veel angst oproepen als het kind met autisme niet wordt uitgelegd dat het niet echt is.

  • Ook het vertellen van een sprookje kan veel schrik teweegbrengen en angsten uitlokken, doordat kinderen met autisme het lastig vinden om fantasie en werkelijkheid te onderscheiden van elkaar.

 

Stereotiepe interesses en voorkeuren


Bij normaal begaafde kinderen met autisme zie je vaak specifieke interesses voor een bepaald onderwerp. Deze kinderen kunnen enorm gefascineerd zijn door een bepaald onderwerp, zoals treinen of dinosaurussen. Iedere kleuter heeft natuurlijk zijn favoriete speelgoed, maar kan hier ook weleens vanaf stappen. In de ogen van mensen zonder autisme lijken de specifieke interesses van kinderen met autisme ook absurd en zinloos.


Deze fascinaties beginnen op vroege leeftijd en bieden kinderen met autisme houvast in een wereld die voor de rest onoverzichtelijk, onvoorspelbaar en dus onberekenbaar en niet veilig is. In dit specifieke interesseterrein ervaren ze een gevoel van controle en ontsnappen ze even aan de stress van het dagelijkse leven.


Doordat kleuters met autisme zich beperken en vooral richten op hun eigen specifieke interesses, tonen ze ook weinig exploratiedrang naar andere zaken.

Ze hebben een sterke eigen wil en weten precies wat en wanneer ze iets willen.

Wanneer hier niet aan voldaan wordt, kan dit moeilijk te bevatten zijn voor een kleuter.


Kinderen met autisme zullen vooral extern gemotiveerd moeten worden voor andere zaken, bijvoorbeeld door ze te belonen. Daarbij speelt de omgeving een belangrijke rol. In een veilige, duidelijke en voorspelbare omgeving zal een kind met autisme zich eerder openstellen voor exploratie. In een onvoorspelbare ruimte zal het, om nog enig houvast te ervaren, 'vluchten' in specifieke interesses. Gedragsproblemen bij kinderen met autisme hebben ook vaak te maken met hun weerstand om iets anders te doen dan hun geliefkoosde, stereotiepe activiteit.

 

Een grote behoefte aan vaste routines


Veel kinderen met autisme hebben veel moeite om met onverwachte gebeurtenissen of nieuwe indrukken om te gaan en houden zich star vast aan vaste routines.

Voor een kind met autisme is de realiteit een verwarrende en wisselende hoeveelheid gebeurtenissen, mensen, plaatsen en geluiden.

Zij kunnen geen orde en samenhang aanbrengen en ontdekken geen patronen.

  • Kinderen met autisme houden daardoor vaak vast aan routines, regels en gewoontes. Deze scheppen immers orde. Plotselinge veranderingen in vaste routines en gewoontes kunnen voor kinderen met autisme erg bedreigend zijn, zeker als ze niet voorbereid zijn. Denk aan een verandering in je dagritme of de komst van een invaller.

  • Routines worden vaak ook zelf gecreëerd. Soms gaat dat verrassend snel. Twee of drie keer achter de IPad op maandagmiddag en deze middag is voor het kind de IPadmiddag geworden.

  • Kinderen met autisme hebben ook veel moeite met het omschakelen van de ene activiteit naar de andere en weten niet goed wat er op dat moment van hen verwacht wordt. Overgangssituaties zijn daardoor vaak erg lastig.

  • Ook vrije situaties, zoals het buiten spelen, zijn moeilijk te overzien voor een kind met autisme. Het tijdelijk wegvallen van ordening en duidelijkheid in zo'n situaties kan veel onrust oproepen.

  • Als zaken niet verlopen zoals kinderen met autisme verwachten, dan kan dat tot grote angst en veel stress leiden en zich vertalen naar: zich terugtrekken, heftige paniekaanvallen, driftaanvallen en probleemgedrag.

Maar ieder kind met autisme is weer anders. Er zijn ook kinderen met autisme, die wat minder in de war zijn als van een vertrouwde routine wordt afgeweken.

 

Rigide denken


Veel kinderen met autisme hebben moeite met nuances en denken heel zwart/wit.

Ze volgen het liefst strakke regels en zijn star in hun denken en doen.

Ze hebben een grote voorkeur voor vaste routines, vaste oplossingsstrategieën, algoritmen en vaste regels. Ze laten moeilijk een bepaald denkpatroon los.

Het afwijken daarvan kan veel stress opleveren. Regelmatig blijven ze steken in een denk-/oplossingsstrategie, ook al is het probleem veranderd.

 

Context specifiek leren


Vaak kunnen kinderen met autisme veel informatie en feitenkennis verwerven en deze feilloos reproduceren, maar zijn zij niet in staat om deze kennis in de werkelijkheid toe te passen. Ze maken zelf te weinig transfer naar het dagelijkse leven en vaak beperkt een aangeleerde vaardigheid zich alleen tot het gebruik ervan in situaties die identiek zijn aan de leersituatie. Er treedt geen generalisatie op en de geleerde vaardigheden worden niet spontaan in andere situaties of voor andere taken gebruikt.

Aangeleerde vaardigheden worden ook niet automatisch toegepast in praktijksituaties.

Er kan ook sprake zijn van over generaliseren. Het kind past dan bijvoorbeeld de aangeleerde vaardigheid of een regel toe in situaties waar dat niet gepast is. Problemen met generaliseren zijn terug te voeren op het detailgerichte en starre denken van kinderen met autisme en het zich niet goed kunnen voorstellen wanneer er wat verwacht wordt.

 

Moeite met organiseren


Veel kinderen met autisme kunnen tussen alle details die zij waarnemen het geheel niet overzien en hebben daardoor ook moeite met organiseren.

 

Op zoek naar meer?


Kijk voor meer suggesties ook eens op mijn Pinterest

Heb je zelf ook nog leuke suggesties?

Inspireer dan collega’s door jouw ideeën als reactie op deze blog te delen!


.

.




159 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


bottom of page